Waarom we Eurovision dit jaar moeten boycotten

Door Wies Descheemaeker, op Fri Mar 01 2019 11:00:00 GMT+0000

Eurovision mag een feest van apolitieke samenhorigheid lijken, het is wel degelijk een politiek festival. En dat is het des te meer sinds de winst van de Israëlische zangeres Netta met het nummer ‘Toy’, waardoor het Europese songfestival dit jaar in Tel Aviv zal doorgaan. Maar de kunstenaar kan wel degelijk macht uitoefenen: door het festival te boycotten.

Spoiler alert – de film Europa (1991) van Lars von Trier eindigt met een trein die van een brug het water instort na een fascistische aanslag. Zal Europa ook eindigen als zo’n ontspoorde trein? Denk aan de opvangcrisis van vluchtelingen uit oorlogsgebied waar onze bommenwerpers actief zijn, de volksopstand van de gele hesjes tegen het neoliberaal beleid, het geknoei met de Brexit of vrijhandelsakkoorden die ons onvrij maken, de EU-staatsgreep op de Griekse democratie in 2015, het fascisme dat overal opnieuw oprukt…

Maar daar zullen we van 14 tot 18 mei weinig over horen tijdens het volgende Eurovisiesongfestival, dat ons naar goede gewoonte zal vermaken met romantische lichtvoetigheid. Het muziekfestival lijkt opgezet om ons even vrijaf te geven van politiek en samen broederlijk en zusterlijk te genieten van elkaars cultuur.

De voorronde van het festival in België heet Eurosong in plaats van Eurovision, zo valt de klemtoon op ‘visie’ of beeldvorming weg. Nochtans is beeldvorming, ondanks de onschuldige verschijning van pakweg Luc Appermont, Bart Peeters, Ingeborg, Ann Christy, Sandra Kim of André Vermeulen een wezenlijk onderdeel van dit winstgevende spektakel dat de populaire muziekcultuur van verschillende landen met elkaar in competitie wil laten gaan.

Het lijkt allemaal een feelgoodfeest van samenhorigheid, maar zoals dat gaat, is ideologie doorgaans het sterkst aan het werk als ze afwezig lijkt.

Wat te denken van de privileges van de Grote Vijf – Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland en de UK – die meteen naar de finale doorgaan?

Dat elke festivaleditie officieel opent met het christelijke Te Deum is een statement op zich. En wat te denken van de privileges van de Grote Vijf – Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk – die de halve finales mogen overslaan en meteen naar de finale doorgaan?

Deze melodieuze wedloop tussen naties klinkt wat vals, want was Europa na de Tweede Wereldoorlog dan niet opgericht om af te rekenen met het nationalisme dat ons continent op de rand van de afgrond bracht? Geen betere illustratie daarvan dan de puntenuitreiking, die elk jaar weer de oude vooroordelen in de verf zet.

Trump en Netta

Vorig jaar won Netta uit Israël met het nummer Toy, waarmee de patriottistische propaganda achter de vrolijke glitter een hoogtepunt bereikte. ‘Volgend jaar in Jeruzalem!’ riep de gelukkige zangeres vanop het podium. In een reeks tweets waarin Premier Netanyahu op datzelfde moment de beslissing van Trump prees om de VS-ambassade te verhuizen van Tel Aviv naar Jeruzalem, schreef hij: ‘zij die Jeruzalem niet in het Eurovision willen, zullen het Eurovision nu in Jeruzalem hebben.’

Een schoolvoorbeeld van artwashing: Netanyahu zet een muzikaal project in om Israëls claim op de heilige stad te normaliseren, terwijl die ook de hoofdstad van de Palestijnen is. Volgens Netanyahu was Netta de ‘beste ambassadeur van Israël’. Op die politieke recuperatie volgde veel kritiek. Omwille van internationale druk zal het festival uiteindelijk in Tel Aviv doorgaan.

Vandaag steunt een lange lijst artiesten de oproep van Palestijnse kunstenaars om Eurovision in Israël te boycotten. Uit België tekenden bijvoorbeeld Raymond Van het Groenewoud, Daan, Slongs Dievanongs en Alain Platel present. Uit solidariteit, tegen de schending van de mensenrechten van de Palestijnen, tegen de jarenlange inbreuken van het internationaal recht en ook tegen de schone schijn waarmee Israël als racistische apartheidsstaat haar misdaden buiten beeld wil houden.

De kracht van de boycot

Maar een culturele bocyot werkt, zo valt te lezen in I Can’t Work Like This (2017), een bundel teksten over de verschillende recente boycots wereldwijd in de kunstwereld. De weigering om samen te werken is misschien meer nog dan de kunst zelf het machtigste, geweldloze wapen dat een artiest heeft. ‘I prefer not to’, zou Bartleby uit het verhaal van Melville zeggen.

De weigering om samen te werken is misschien het machtigste, geweldloze wapen dat een artiest heeft.

In het verleden bleek een culturele boycot ook effectief tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika, dat overigens net als Israël cultuur gebruikte om zich ondanks schendingen tegen de menselijkheid als ‘humaan merk’ in de markt te zetten. Het mag dan ook niet verbazen dat kunstenaars in zo’n context het recht opeisen om die politieke entertainmentshow te doorprikken. ‘Als machtige regeringen niet handelen, dan moeten gewone mensen het voorbeeld geven’, vatte filmmaker Ken Loach het samen.

Boycotten blijkt bovendien succesvol, afgaande op de paniekreacties van de Israëlische hardliners tegen de Boycot, Desinvesteer en Sanctie-beweging (BDS) die mondiaal aan kracht wint. Al Jazeera ging undercover en legde de anti-campagne van de zionistische lobby in de UK en de VS bloot in de spraakmakende documentaire ‘Lobby USA’, te zien op Electronic Intifada.

Aangezien het Israëlische apartheidsregime het morele debat al lang verloren heeft, kiest Israël voor smeercampagnes: om de boodschap te bestrijden, schiet men op de boodschapper. Die wordt zwart gemaakt als aanhanger van Hamas of als antisemiet. En daar verzetten ook Joodse organisaties en Israëlische kunstenaars zich tegen.

Zo roept filmmaker Eyal Sivan iedereen op BDS te steunen, omdat de progressieve Joden in Israël het niet halen van het extreemrechtse beleid. Hij herinnert er tevens aan dat de gruwel van Hitler doorslaggevend was in de formulering van het Universeel Verdrag van de Rechten van de Mens die nu onder druk staan door zijn land. Recent steunden ook een veertigtal overlevenden van de nazikampen de BDS-oproep.

Festival met dissonanten

In mei zullen de camera’s op het Eurovisionfestival in Tel Aviv gericht zijn, terwijl het zich voltrekt bovenop de ruïnes van verdwenen Palestijnse dorpen. Als het Eurosongfestival al een apolitiek imago beoogt, dan dient het hier als rookgordijn om onze blik aan schending van mensenrechten te onttrekken.

De Russische kandidaat werd in 2014 uitgejouwd door een publiek dat met holebivlaggen wapperde.

Maar dat kan ook anders uitdraaien. Schone liedjes werden op vorige edities wel vaker door een presentator met scherpe commentaar op het deelnemende land doorprikt. De Russische kandidaat werd in 2014 uitgejouwd door een publiek dat met holebivlaggen wapperde. Heel wat Arabische landen weigeren sowieso deelname omdat Israël al van de partij is.

Hoe zal de politieke realiteit dit jaar het kleurrijke feest van contrapunten voorzien? Slaagt de boycotactie erin om dit festival van eendracht en harmonie in mineur te toonzetten? Of tenminste enkele knetterende dissonanten te laten weerklinken om zo de aandacht te verleggen van de feelgoodglitter naar de akelige realiteit waarin dissidenten binnen het Israëlische regime en bovenal de Palestijnen vandaag gedwongen worden te leven?


Lees hier ook de open oproep van Ilse Roosens, curator van Mu.ZEE in Oostende, aan alle culturele operatoren in Vlaanderen: 'Ga alle samenwerkingen met het Israëlische regime uit de weg zolang het een onrechtvaardig beleid voert'.