This is A Show Tune

Door Djuwa Mroivili, op Thu Nov 28 2024 13:22:00 GMT+0000

Toen klassiek pianist en performer Djuwa Mroivili auditie deed voor conservatoria, vlocht die voor het eerst hun haren in, bang dat hun afro als een statement zou worden gezien. Maar in een wereld die in brand staat, is stellingname noodzakelijk: ‘In de afwezigheid van stellingname hoor ik het geschuifel, het gekuch, het uitpakken van een pepermuntje, alles om het ongemak van een gesprek over kolonialisme en de doorwerking daarvan te vermijden.’

Carnegie Hall, New York, 1964. Nina Simone zit midden in haar set.

'The name of this tune is Mississippi Goddam
And I mean every word of it'

In september 1963 zag Nina Simone op televisie dat vier Zwarte meisjes waren vermoord bij een bomaanslag in Birmingham, Alabama, kort na de moord op burgerrechtenactivist Medgar Evers. Simones primaire reactie was een poging om een geweer te maken, maar haar echtgenoot Andrew Stroud belette haar daartoe. Hij herinnerde haar eraan dat ze muzikant was. Simone ging zitten, en schreef en schreef, tot het nummer ‘Mississippi Goddam’ af was.

'Alabama’s gotten me so upset
Tennessee made me lose my rest
And everybody knows about Mississippi, goddam!'

In tegenstelling tot Nina Simone was mij, als Zwart meisje, wél toegang verleend tot een conservatoriumopleiding tot klassiek pianist. In 2020 studeerde ik klassieke muziek aan het ArtEZ conservatorium in Zwolle en werkte aan mijn scriptie over verschillende vormen van politiek activisme van Zwarte vrouwen als Nina Simone en Beyoncé in de muziek. Terwijl ik die scriptie aan het afronden was, werd George Floyd vermoord.

'Alabama’s gotten me so upset
Tennessee made me lose my rest
And everybody knows about Mississippi, goddam!'

Op het conservatorium ging alles gewoon door alsof er niets was gebeurd. Ik voelde een totale vervreemding. In de weken na de moord publiceerden concertzalen en conservatoria online statements over hoe belangrijk ze inclusie en diversiteit vonden, en vooral over hoeveel stappen ze daarin al hadden gezet. Op straat waren er demonstraties. Ik vroeg me af hoe ik over veertig jaar zou terugkijken op deze tijd. Toonladders studeren leek me even totaal irrelevant. Ik besloot de klep van mijn piano te sluiten, de straat op te gaan, en mee te helpen met het organiseren van protesten. Toen ik na enkele maanden weer piano begon te spelen, speelde ik werk van Zwarte componistes als Florence Price en Margaret Bonds, over wie ik tijdens mijn opleiding nooit iets had gehoord.


'Can’t you see it, can’t you feel it
It’s all in the air
I can’t stand the pressure much longer
Somebody say a prayer'

Ik moet bekennen dat ik me nooit echt had beziggehouden met de geschiedenis van Palestina. De aanvallen van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 brachten daar verandering in. Ik besloot me in te lezen, en kwam erachter dat kolonisatie, gedwongen verplaatsing en grove schendingen van mensenrechten van Palestijnen door Israël ten grondslag liggen aan dit 'uitzichtloze conflict’. Israël reageerde op de aanvallen met bombardementen en een grondoffensief in Gaza. De voortdurende genocide escaleerde inmiddels tot bombardementen van Israël op gebieden buiten Palestina. Van de concertzalen en conservatoria die niet lang geleden statements maakten over dekolonisatie, horen we nu weinig. Ook klassieke musici houden zich stil. De weinige initiatieven die wel plaatsvinden in concertzalen, zoals de wereldwijde hernemingen van de Gaza Monologen, bestaand uit getuigenissen geschreven door Palestijnse jongeren na de oorlog in Gaza in 2010, komen vaak uit de theaterwereld.

'Alabama’s gotten me so upset
Tennessee made me lose my rest
And everybody knows about Mississippi, goddam!'

Na de moord op George Floyd besloot ik de klep van mijn piano te sluiten, de straat op te gaan, en mee te helpen met het organiseren van protesten.

De selectieve stilte van de klassiekemuziekwereld doet me soms denken aan de compositie 4’33’’ van John Cage, een compositie zonder noten, enkel rust. In 4’33’’ wordt stilte geherdefinieerd als de afwezigheid van intentioneel geluid. Cage: ‘There is no such thing as an empty space or an empty time. There is always something to see, something to hear. In fact, try as we may to make a silence, we cannot.’ De klassiekemuziekwereld houdt zich stil en denkt daarmee neutraal te zijn over de verschillende genocides in de wereld. Maar in de afwezigheid van stellingname hoor ik het geschuifel, het gekuch, het uitpakken van een pepermuntje, alles om het ongemak van een gesprek over kolonialisme en de doorwerking daarvan te vermijden. En deze ‘performancekunst’ van valse neutrale stilte is deel geworden van de klassiekemuziektraditie.

'This is a show tune, but the show hasn’t been written for it, yet'

Een tijd geleden werkte ik mee aan een productie rond het werk van Julius Eastman (1940–1990), een Zwarte queer pianist die soms zeer politiek geladen stukken schreef, met titels als Gay Guerrilla (1979) of Evil N***** (1979). In de voorstelling waren ook fragmenten van interviews met Eastman verwerkt, waarin hij onder andere spreekt over de bewondering die hij heeft voor de toewijding van de guerrillastrijders van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie. Op het voorstel om voorafgaand aan de voorstelling een statement voor te lezen over de genocide in Gaza, werd door een deel van de musici gereageerd met afkeer: ‘En de Israëliërs dan?’ ‘En de Oekraïense kinderen?’ Zelfs met een herzien statement waarin álle slachtoffers van actuele oorlogen werden benoemd, bleef het voornaamste tegenargument overeind: het moest gaan om de performance, niet om de politiek. Zelf zei ik dat ik vond dat het voorlezen van een statement over actueel onrecht de performance net kracht zou bijzetten, en de relevantie zou onderstrepen die Eastmans werk ook vandaag heeft. Uiteindelijk werd er geen statement voorgelezen.

'Hound dogs on my trail
School children sitting in jail
Black cat cross my path
I think every day’s gonna be my last'

In mei 2024 maakte het Concertgebouw in Amsterdam bekend dat het twee concerten van het Israëlische strijkkwartet Jerusalem Quartet annuleerde. In januari en februari hadden pro-Palestijnse demonstranten hun concerten in andere steden in Nederland verstoord omdat zij de musici zagen als belangrijke culturele ambassadeurs van de Israëlische staat. Het Concertgebouw liet via de pers weten dat zij de veiligheid van de medewerkers, bezoekers en muzikanten niet kon garanderen en daarom besloten had de concerten te schrappen. Het instituut had niet de tools om binnen de muren van de concertzaal met onvrede om te gaan. En het had blijkbaar ook geen wilskracht om die tools te ontwikkelen.

'Lord have mercy on this land of mine
We all gonna get it in due time
I don’t belong here, I don’t belong there
I’ve even stopped believing in prayer'

Wij, het publiek, zit hier comfortabel in het pluche. Wij zijn hier om geïnspireerd te worden, te ontspannen, even te ontsnappen aan de wereld. Wij willen publiek zijn, geen speler.

In 2022 onderbraken drie klimaatactivisten een uitvoering van Giuseppe Verdi’s Requiem in de grote zaal van het Concertgebouw. Er werd op hun slogans gereageerd met boegeroep, waarna een aantal concertgangers een van de activisten tegen de grond werkte en de zaal uit trok. Op die actie volgde applaus. Een concert is blijkbaar niet het moment voor politieke uitingen. Maar hoezo mochten activisten niet demonstreren voor het klimaat in een concertzaal die jarenlang gesponsord werd door Shell? En die met elk concert Shells culturele imago versterkte, totdat de oliemaatschappij in 2020 zélf de zakenrelatie beëindigde omdat die niet meer ‘bij hun portfolio paste’ (wat werd betreurd door de directeur van het Concertgebouw)?

'Don’t tell me, I’ll tell you
Me and my people just about due
I’ve been there so I know
They keep on saying: "Go slow"'

Wij, het publiek, zit hier comfortabel in het pluche. Wij zijn hier om geïnspireerd te worden, te ontspannen, even te ontsnappen aan de wereld. Wij willen best luisteren naar politiek geladen composities. Politieke ideeën vinden we fijn binnen een esthetische context. Zolang het maar niet gaat over wat het voor ons betekent om hier te zitten. Maar wij zijn als belastingbetalende burgers dikwijls medeplichtig aan vormen van onderdrukking en genocides. Wij, progressief cultuurminnend publiek, posten op onze sociale media berichten over deze o zo belangrijke voorstelling, om te laten zien hoe progressief en cultuurminnend we zijn, met onze smartphone gemaakt met kobalt uit Congo. Kobaltwinning die leidt tot gedwongen uitzettingen van complete gemeenschappen en ernstige mensenrechtenschendingen. Wij willen publiek zijn, geen speler.

'But that’s just the trouble (Too slow)
Washing the windows (Too slow)
Picking the cotton (Too slow)
You’re just plain rotten (Too slow)
You’re too damn lazy (Too slow)
The thinking’s crazy (Too slow)
Where am I going, what am I doing
I don’t know, I don’t know'

Wij willen geloven in de intrinsieke kracht van muziek. Wij willen geloven dat muziek een alles overstijgende, verbindende kracht heeft. Wij willen geloven dat die kracht zo sterk is dat het niet nodig is om uitgesproken activistisch te zijn, omdat dat afbreuk zou doen aan die verbindende kracht. Wij stimuleren jonge getalenteerde musici van kleur om gewoon extreem goed te worden. Zo goed dat niemand meer racistische opmerkingen over hen maakt. Zo goed dat ze de noodzaak tot activisme niet meer voelen. Zo goed dat wij ons niet ongemakkelijk hoeven te voelen.

'Just try to do your very best
Stand up, be counted with all the rest
For everybody knows about Mississippi, goddam!'

Nina Simone, ‘Mississippi Goddam’, hoes van de single, 1964

Burgerrechtenactivist Kwame Ture (ook wel bekend als Stokely Carmichael) (1941–1998) stelde dat er een verschil is tussen peace en liberation. In vredestijd kan onrecht zoals slavernij bestaan, dus is vrede niet de oplossing, wel: bevrijding. In de woorden van Ture: ‘“Peace” is the white man’s word, “liberation” is our word.’ Een afwezigheid van onrust in een concertzaal betekent niet dat er sprake is van gelijkwaardigheid in de wereld of daarbuiten. Zeker niet als die ‘stilte’ slechts bestaat door het weren of bestraffen van mensen die een status quo bekritiseren.

'I bet you thought I was kidding, didn’t you …

Picket lines, school boycotts
They try to say it’s a communist plot
All I want is equality
For my sister, my brother, my people, and me'

Toen ik als kind begon met pianospelen, was ik totaal niet bezig met mijn uiterlijk,of met de manier waarop ik werd gezien. Ik was simpelweg een Bach-nerd die obsessief toccata’s analyseerde. Toen ik klassieke concerten begon te bezoeken veranderde dat. Mensen zagen mijn haar in natuurlijke staat als een afleiding, een gevaar, en verzochten me ergens anders te gaan zitten of de zaal te verlaten. Toen ik auditie deed voor conservatoria, vlocht ik voor het eerst mijn haren in, uit angst dat mijn afro als statement zou worden gezien. Aan het conservatorium kreeg ik te maken met racisme van docenten, en bij concerten wordt mijn Afrikaanse naam meer dan eens geridiculiseerd door diegenen die me aankondigen. Mijn lichaam, mijn zijn, werd en wordt in klassieke concertzalen nooit gezien als neutraal, en daardoor mijn concerten evenmin.

'Yes, you lied to me all these years
You told me to wash and clean my ears
And talk real fine just like a lady
And you’d stop calling me Sister Sadie'

In de reguliere programmering is het publiek doorgaans wit, oud en welgesteld, maar dat mag niet benoemd worden – dat gesprek moet wachten tot de diversiteitsthemaweek.

Het structureel worden gezien en benoemd als uitzondering, gevaar of afleiding leidde ertoe dat ik pogingen ging doen om me aan te passen, me dommer voor te doen dan ik was, en mijn mond te houden. Alles om maar minder bedreigend over te komen. Maar al die pogingen leidden me net af van de muziek – zogenaamd datgene waar het allemaal om draaide. En zo bleef er weinig tijd en energie over om te doen wat er van me verwacht werd: simpelweg zo goed worden dat dat assimileren niet meer hoefde, gewoon zo goed worden dat mensen me wel moésten respecteren. Zowel aan het conservatorium als in de jaren daarna heb ik meermaals overwogen de klassiekemuziekwereld te verlaten.

'Oh but this whole country is full of lies
You’re all gonna die and die like flies
I don’t trust you anymore
You keep on saying: "Go slow!"
"Go slow!"'

Sinds mijn studie zat ik in flink wat panels en adviesraden over ‘diversiteit en inclusie’ en sprak ik met directeuren en programmatoren. Er werd vaak meewarig geknikt, maar weinig gedaan. Er werd meegewerkt aan een Black Achievement Month, er werden themapodcasts gemaakt, maar de reguliere programmering bleef hetzelfde. En in de reguliere programmering is het publiek doorgaans wit, oud en welgesteld, maar dat mag niet benoemd worden – dat gesprek moet wachten tot de diversiteitsthemaweek. Zo dient een extreem seksistische opera niet te worden onderbroken door feministen, ‘omdat er over drie seizoenen een feministische opera ten tonele zal worden gebracht’. En inderdaad, die ene online campagne heeft een aantal problematische verwoordingen, ‘maar er komt een inclusie- en diversiteitsadviseur en we werken aan onze marketing’. Vergeten wordt dat het dichttimmeren van de programmering voor drie seizoenen een keuze is, net zoals het een keuze is om te proberen verandering teweeg te brengen binnen de bestaande kaders. ‘The master’s tools will not dismantle the master’s house’, zou Audre Lorde zeggen.

'But that’s just the trouble (Too slow)
Desegregation (Too slow)
Mass participation (Too slow)
Reunification (Too slow)
Do things gradually (Too slow)
Will bring more tragedy (Too slow)
Why don’t you see it, why don’t you feel it,
I don’t know, I don’t know'

Zolang de angst voor ‘afleiding’ van de muziek groter blijft dan het ongemak over de vervreemding van de wereld buiten de concertzaal, zal de klassiekemuziekwereld geïsoleerd blijven en aan maatschappelijke relevantie inboeten. De concertzaal tot een toevluchtsoord maken, weg van het ongemak, is onmogelijk én onwenselijk. Het is heerlijk om te geloven in de verbindende kracht van muziek, in de idee dat we allemaal worden meegenomen in een prachtige uitvoering van een Mozartsonate, waarna we meer begrip hebben voor elkaar, en de kleur van de pianist op het podium er niet toe doet. Maar het maakt wél uit hoe die pianist op dat podium is gekomen, en welke obstakels die wel of niet heeft moeten overwinnen om serieus te worden genomen als pianist. Het maakt uit welke vlag er op het dak van de concertzaal wappert na geopolitieke ontwikkelingen, zoals de genocide in Palestina. Het maakt uit wat er in onze levens buiten de concertzaal gebeurt, en gebeurd is. Het maakt uit, omdat het bepaalt of en hoe we een concertzaal ingaan, en hoe we die verlaten.

'You don’t have to live next to me
Just give me my equality
Everybody knows about Mississippi
Everybody knows about Alabama
Everybody knows about Mississippi, goddam

That’s it!'

This article was published in the context of Come Together, a project funded by the European Union.