Over radicale relationaliteit en artistieke creatie

Door Sofie De Schryver, Evelien Leyseele, op Thu Jul 22 2021 00:00:00 GMT+0000

Sofie en haar ondersteuner Evelien geven een inkijk in hun creatieproces aan de kunstacademie.

Sinds een aantal jaren volg ik, Sofie, niet enkel Moraalwetenschappen aan de Universiteit Gent, maar ook een opleiding Ruimtelijke Vormgeving in het deeltijds kunstonderwijs. Om voluit te kunnen deelnemen en creëren, heb ik vanwege mijn beperking nood aan ondersteuning. Daarom gaat er altijd een PAB-assistent met me mee. Die assistent of ondersteuner is dan de brug tussen mij en de materie, maar ook tussen mij en de anderen. Daarnaast maak ik gebruik van ondersteunde communicatie; specifiek wil dat zeggen dat ik mijn kijkrichting gebruikt om woorden te selecteren in mijn communicatieboek. Zonder die ondersteuning kan creëren niet. Naar de academie gaan is voor mij meer dan een ‘hobby’ of een ‘activiteit’ om de dag te vullen. Ik uit via beelden mijn visie op maatschappelijke thema’s.

Omdat ik altijd naar de kunstacademie ga met een assistent, schreef ik ook deze bijdrage samen met een assistent.

In deze bijdrage wil ik vooral een inkijk geven in mijn ervaringen aan de kunstacademie. Wat betekent kunst maken voor mij? Wat betekent het om deel uit te maken van een atelier in een kunstacademie? Welke specifieke ondersteuning heb ik daarbij nodig? En welke rol kan de kunstacademie en de specifieke docent daarbij opnemen?

Omdat ik altijd naar de kunstacademie ga met een assistent, schreef ik ook deze bijdrage samen met een assistent. Deze tekst is dus meteen ook een voorbeeld van de radicale relationaliteit tussen mij en mijn ondersteuner, Evelien Leyseele. We demonstreren hoe we samen communiceren en nadenken.

Breken wij de regels, Sofie? Misschien, in zekere zin. Want zoveel studenten met een hoge ondersteuningsnood zien we niet in de academie.

Om onze ervaringen en bovenstaande vragen te kunnen uitwerken, vertrokken we vanuit de visietekst van onze eigen kunstdocent in het atelier ruimtelijke vormgeving én vanuit Ten Rules for Students, Teachers and the Creative Life van Sister Corita Kent en John Cage. Uit deze beide teksten selecteerde ik, Sofie, citaten die me helpen iets te vertellen over mijn ervaringen. Ik zocht er ook foto’s bij. Evelien Leyseele interpreteerde dan vanuit wat ik selecteerde wat ik precies wil uiten en gaf er context bij. Ze koppelt daarbij steevast naar mij terug, waardoor je als lezer ook de indruk krijgt dat je een dialoog leest tussen ons.

Mijn stem staat links, Eveliens stem rechts.

Ruimte laten

Rule 10

We’re breaking all the rules. Even our own rules. And how do we do that? By leaving plenty of room for x quantities.

De uitzondering bepaalt de regel. En welke regels zijn er? Traditioneel gezien erg veel. Wees welkom om ze allemaal te overtreden.

Breken wij de regels, Sofie?
Door je voor deze opleiding in te schrijven?
Misschien, in zekere zin.
Want zoveel studenten met een hoge ondersteuningsnood zien we niet in de academie.

Breken we regels door in het atelier te zoeken naar hoe jij je creatief kan uiten, ook al heb jij voor elke stap in het artistieke proces je assistent nodig?

Breken we nu niet onze eigen regels,
door er een stuk over te schrijven?
Maakt dat het niet te ‘bijzonder’?
Terwijl jij gewoon je ding wil doen,
je wil ontplooien, je wil amuseren?

Omdat het atelier ruimte laat om te ontdekken en te doen, voelt het niet als regels breken.
Geen strijd, je gewoon welkom voelen, tijd en ruimte krijgen om te ontdekken.


Een kunstacademie en een atelier moeten aanvoelen als een vrijplaats. het is een plaats waar vertrouwensbanden worden opgebouwd, persoonlijke projecten vorm krijgen en tot volle ontwikkeling komen. creatief bezig zijn betekent ook een specifieke taal spreken. Het kan functioneren als een uitlaatklep. Het kan voldoening geven, maar ook goesting en energie.

Ik zie je ja knikken als ik dit stuk uit de visietekst voorlees.

Je toont zo wat binnen de academie belangrijk is voor jou, he, Sofie.
Jij hebt steeds een persoonlijk assistent mee.
Of ondersteuner, zo noemen we dat liefst.
De ondersteuner gaat mee op zaterdag,
en ook tijdens de week is die betrokken bij wat je doet.
Anders werkt het niet, he, Sofie?

Want wat je doet in de academie,
is een verlengde van wie je bent.
Je ondersteuner moet jou kennen om je te ondersteunen om iets te maken.
Tegelijk is samen iets maken de dankbaarste ingang om je te leren kennen en om samen
verdiepend te werken rond thema’s.

We leerden ook loskomen van eindproducten in het atelier. De focus verschoof heel sterk naar het artistiek proces.
Naar experiment.

Inderdaad. En als ondersteuner van jou was ik het vooral gewoon om te focussen op product: op het finale product, het finale woord, de finale zin in jouw hoofd, he, Sofie. Als ondersteuner leerde ik immers om steevast te zoeken naar wat jij, Sofie, wou. Dat eindproduct was altijd zo belangrijk geweest om goede zorg te geven, maar ook om aan anderen te tonen dat Sofie meer kon dan anderen dachten. En nu moesten we daar plots van loskomen. Vooral niet denken aan wat er in je hoofd zat, maar kijken naar wat er gebeurde als we samen met het materiaal dat ons werd aangereikt aan de slag gingen.

De docent heeft dus ons beiden op sleeptouw genomen en ons veel bijgebracht.
Hij maakt ook echt plaats voor jou, voor ons,
in de academie.
Zodat de academie voor jou een plaats kan worden
waar je je amuseert,
waar je je goed voelt,
waar je kan creëren.

Leraar

Rule 03

General duties of a teacher – pull everything out of your students.

Door gesprekken en het verzamelen van documentatie gaan we kijken naar wat jou werkelijk drijft. Wat wil jij, als student in het atelier, vertellen en hoe kunnen we dat omzetten in vorm en beeld? Als leraar/ begeleider is het niet alleen de taak om concepten en ontwerpen technisch om te zetten, maar ook de student uit de comfortzone te halen en grenzen te overschrijden die leiden naar nieuw onderzoek en nieuwe creaties.

De docent is er om jou uit te dagen, dingen bij te leren, inspiratiebronnen aan te brengen.
En dat doet hij als geen ander!
Als assistent ben ik een brug tussen jou en de docent.
Ik toon hoe jij communiceert,
ik breng over welke ideeën en voorkeuren je hebt,
ik hou vast
welke feedback er komt,
en zoek met jou hoe je daarmee verder aan de slag wil.

Proces

Rule 08

Don’t try to create and analyze at the same time. They are different processes.

Net zoals er tijd is om te werken, zullen we ook samen stilstaan om te reflecteren en analyseren. Feedback is een middel om terug aan de slag te gaan, opnieuw te beginnen of een extra laag aan te brengen in je werk. De continue wisselwerking tussen werken en verwerken verdiept jouw verhaal met steeds meer hoofdstukken en plotwendingen. Daarnaast organiseren we workshops en/ of lezingen in het atelier en maken we regelmatig een round-up van de atelierwerking met alle studenten.

Jouw schetsboek is een verzameling van input van anderen: je assistenten, de docent, anderen in het atelier,
vrienden die een handje komen helpen …
Het schetsboek is een werkinstrument
waarmee jij keuzes maakt en richting geeft.
Het creëert momenten van reflectie samen.

Werken in het atelier neemt vele vormen aan:
soms kijk jij naar wat je assistent doet,
terwijl die jouw idee probeert vorm te geven.
Soms vervorm jij samen met een assistent materiaal.
Soms reikt een assistent je iets aan
en kan jij het manipuleren.

Deze manieren van werken wisselen elkaar af, vanuit jouw sturende keuzes.
Jij maakt ons duidelijk of iets goed of niet goed zit.
We sturen elkaar in dit proces.

Experiment

Rule 04

Consider everything an experiment.

Experimenteren betekent vrijheid, proberen, beginnen, aftoetsen, een schets maken, iets loslaten, het overlaten aan je handen oefenen, spelen, testen, onderzoeken. Het resultaat is onbekend, het doel staat voor ogen, de weg ernaartoe ligt nog wijd open. In de zoektocht naar een eigen beeldtaal in vorm en materie beschouwen we elk idee, elk concept en elke stap hiernaartoe als een experiment.

Sofie en assistent bevestigen papierpulp op een golfstructuur.

Experimenteren gaat over onze handen vuil maken, verschillende technieken en materialen uitproberen.
Samen kijken naar wat er gebeurt.
Jou laten kiezen wat we hernemen of welke andere manier verkend kan worden.

Het gaat ook over variëren
in de manier waarop ik als assistent werk met jou, Sofie.
Elk werk vraagt een andere aanpak,
andere handelingen van mij.
Ik probeer en kijk hoe het werkt voor jou, voor de anderen rondom ons en voor je werkstuk.

Respect

Rule 01

Find a place you trust, and then try trusting it for a while.

In het atelier maken we eerst en vooral een eigen persoonlijke werkplek met eigen meubilair, inspiratiemateriaal, documentatie en werkmiddelen. Dit persoonlijk laboratorium groeit mee met de student en wordt het hele jaar door zoveel als mogelijk behouden. Daarnaast is er het gezamenlijke atelier met plaats voor ontspanning, maar ook studie. Dit kan samen of alleen. Er zijn boeken en koffie. Daarbij hoort ook respect voor de plaats, materialen en werken van anderen. Een atelier waar iedereen alles vindt, is een plek waar alles plaats kan vinden.

Onze plek vinden… Dat bevat wel veel facetten voor ons.
Het atelier ademt openheid, er hangt een sfeer van respect.
Iedereen màg er zoeken.

Hoe kan jij zelf creëren, met ondersteuning? Hoe kan ik jou goed ondersteunen om jouw werk te maken?
Hoe kan jij met de docent en medecursisten
een band krijgen?
Hoe kan ik, als jouw ondersteuner, bruggen bouwen?
En tegelijk ook niet verstoppen wie ik zelf als persoon ben.

Samen gaan bewegen in de ruimte, mee kijken, luisteren, voelen. ‘Wat doen ze?’ ‘Wat ligt er hier?’ Daaraan blijft je blik haken. Je hand reikt uit. Ik hoor ook iets, naar daar? Ik ruik de koffie, dat trekt mij aan. Het is verdorie zaterdagochtend. ‘Ik pak u mee, Sofie, kom.’ Wat we opzoeken is dat anderen meespreken, aanreiken, voordoen, uitlenen en meebrengen.

Maar wel altijd terugkeren naar Sofie.

Blij, gelukkig

Rule 09

Be happy whenever you can manage it. Enjoy yourself. It is lighter than you think.

Elke keer dat een mal of oven wordt opengemaakt, telkens wanneer je resultaat ziet, is een moment van verrassing.

We hebben echt geleerd ook te zoeken naar momenten dat er gelachen wordt.
En om niet alleen-met-twee bezig te zijn.
Zelfs al ‘is’ de ondersteuner jouw paar handen bij momenten, soms is er meer nodig om licht werk te maken.

We nodigen mensen uit.
Om mee te helpen,
om iets te doen
dat wij niet kunnen,
om nadien het resultaat te bewonderen.
Het zorgt voor fun.

Je trekt je netwerk binnen in het atelier.
En zo staan ze ook weer dichter bij jou.
Het samenwerken geeft aan veel méér vorm
dan enkel het werkstuk.

Denken met je handen

Rule 07

The only rule is work. If you work it will lead to something. It’s the people who do all of the work all of the time who eventually catch on to things.

Samenwerken doet een flow ontstaan waarin nieuwe dingen groeien. Tegelijk is het werken met gips, hout, metaal, klei en alle andere materialen die aan bod komen, materialen die je doen denken met je handen. Het is door de handeling, door te doen, dat je project zich ontvouwt.

Sofie werkt met blauwe pulp.

We hebben al vele materialen aangeraakt doorheen de jaren:
weet je nog de was,
die we lieten smelten met de bunsenbrander tot je teken deed om te stoppen?
Klei is nooit je favoriet geweest.
Hoewel je door klei weg te gooien
heel interessante vormen kreeg …
De papierpulp was een leuke ontdekking, de repen gipsverband ook.

Vanuit een idee of concept,
vanuit je keuze voor een bepaald materiaal
dat je wil verkennen,
of geïnspireerd op het werk van een kunstenaar,
begint telkens de zoektocht.

Geheel

Rule 02

General duties of a student – pull everything out of your teacher; pull everything out of your fellow students.

In het atelier krijgt de student individuele begeleiding naargelang het project, zowel artistiek als technisch. Er worden ook gezamenlijke workshops gegeven om kennis en vaardigheden te verrijken. Daarnaast is een atelier ook een geheel van kennis en wetenschap.

Een medestudent helpt Sofie met het plooien van een metalen staaf.

Het vraagt soms wel wat durf,
om aan medestudenten hulp te vragen.
Als ondersteuner heb ik de neiging alles zelf te willen kunnen.
Maar bijna altijd was er bereidheid.
Want ons met iets helpen,
geeft ook de kans om ons te leren kennen:
mij of jou iets te vragen,
samen te lachen,
jouw nee of ja te leren interpreteren,
jouw gevoel te leren lezen …
Elkaar opzoeken, wij de medestudenten en zij ons, voor een babbel, inspiratie …
dat groeide doorheen de jaren!

Je eigen weg

Rule 05

Be self-disciplined: to be inspired is to follow in a good way. To be self-disciplined is to follow in a better way.

In het maken schuilt het vinden. Er is geen recept voor het maken van een beeld. Zelfonderzoek is het resultaat van de noodzaak tot uitspreken in beelden van wat ons bezighoudt. De enige weg die je kan volgen is je eigen weg. Daarom word je als student in het atelier opgeleid tot een creatief, nieuwsgierig maker die de eigen weg kan vinden.

Je eigen pad volgen, dat betekent ook op weg gaan
met wat je in het atelier maakt.
Want wat je er maakt, wat je er bijleert,
blijft niet binnen de muren van de academie.
Het wordt tastbaar in andere dingen die je onderneemt:
een opiniestuk dat je maakte over klimaat en individueel gedrag en verantwoordelijkheid,
je Golf als pronkstuk
op de Oxfam-geschenkenbeurs in je gemeente,
de Golf op een tentoonstelling in Zeebrugge …

Mislukken kan niet

Rule 06

Nothing is a mistake. There’s no win and no fail, there’s only make.

Elk misbaksel, elke glazuurfout, elke ingeklapte vorm beschouwen we als een deel van het proces dat je een eigen weg kan doen inslaan.

Het citaat dat je me hier voorlegt, Sofie, geldt voor zowel maker (jij) als ondersteuner, vind ik.
Mislukken bestaat niet, het kan wél lukken.
We moeten mogelijkheden zien.
Herken je dat niet, Sofie?

Jij kan iets in een richting sturen, soms komt dat precies ‘nergens’ uit.
Ik kan als ondersteuner foute dingen doen,
foute vragen stellen.
We kunnen onszelf en elkaar daarin frustreren,
we kunnen ons boos maken, we kunnen teleurgesteld zijn.
Maar het kan niet mislukken als we blijven voortdoen, toch?

Enfin, jawel, het mislukt als we niet op elkaar inspelen.
Ik moet wel naar jou kijken en luisteren,
ik moet wel nadenken over wat ik doe en wat ik zeg,
ik moet me laten doordringen door de docent, de medestudenten in het atelier,
ik moet onze taal opentrekken,
alle lagen en ervaringen opzoeken,
in gang zetten, al doende.