Creative in Solitude: creatieve jongeren in lockdown eisen hun stem op

Door Zoë Demoustier, op Thu Dec 17 2020 23:00:00 GMT+0000

Voor jongeren is de tweede lockdown een eenzame mentale en emotionele strijd. Choreograaf en theatermaker Zoë Demoustier werkt vaak met creatieve jongeren samen en vroeg hen een brief te schrijven over hun gevoelens. Vanaf 28 december worden hun stemmen gebundeld op de website en Instagram-pagina 'Creative in Solitude'. rekto:verso mag alvast een voorproefje geven.

Als choreograaf en theatermaker heb ik regelmatig contact met kinderen en jongeren. Na een zomer waarin we weer even konden repeteren, spelen en samen creëren, voelde de afstand van de voorbije weken extra groot. Via online lessen en repetities probeerde ik in gesprek te blijven met de jongeren, maar ik merk dat velen van hen de moed verliezen. Ze worden moe en zijn gefrustreerd omdat er niet of te weinig naar hen wordt geluisterd.

Ik vroeg aan de jongeren die ik de voorbije jaren ontmoette bij BRONKS, fABULEUS, het schooltoneel, OKAN, Passerelle, internationale projecten en danslessen, om hun gedachten en gevoelens over deze vreemde tijden te delen. Het resultaat zijn getuigenissen van jongeren over de impact van corona op hun mentale en creatieve ruimte - in combinatie met beelden en illustraties gemaakt door jonge kunstenaars als reflectie op die brieven.

Op die manier wil ik jonge mensen een platform geven om hun gevoel van eenzaamheid en verlies om te zetten in een beeld, een tekst, een creatie. Zo wil ik samen met hen een stem zoeken en de creatieve uitlaatkleppen herontdekken die we ook in deze tijden nog steeds kunnen gebruiken.

De teksten en illustraties worden gebundeld en verschijnen binnenkort op een website en een Instagram-pagina. Het idee is dat de verhalen en beelden de volgende maanden kunnen groeien tot een groot creatief netwerk van en voor jongeren. Zo kunnen ze weer in contact komen met elkaar, met volwassenen en met organisaties, waar ze terecht kunnen met hun verhaal. Later wordt het materiaal verwerkt tot een boek, als reflectie op deze tijd.

De volgende getuigenissen komen van Mette, Janneke en Enorah, elk op hun eigen manier creatief in eenzaamheid.

Zoë Demoustier, Coördinator vzw Platform In De Maak

Mette, 14 jaar, Brussel, BRONKS ateliers & Kunsthumaniora

We zijn poppen die niet in een poppentheater mogen spelen.
We zijn jongeren en kinderen die geen hoop en fantasie meer hebben.
Hoe ziet onze toekomst er dan uit? 
Ze mogen onze identiteit niet afpakken, 
ook al is het beestje onvoorspelbaar. 
Dit zijn wij!  
Wij zijn mensen die fantasie hebben en hoop. 
Maar daar is nu geen plek voor. 
We kunnen niet tonen wie we zijn. 
We mogen niet tonen wie we zijn. 
Ze mogen ons hoofd niet afpakken.
We zitten opgesloten in ons hoofd en lijf 
en weten niet hoe we weer kunnen opruimen. 
Vroeger wisten we dat wel, 
dan gingen we spelen voor een publiek, 
op een podium, met energie en geklap. 
Nu geven ze ons een klap in het gezicht. 
Vroeger creëerden we ruimte op een podium,  achter de camera, op papier, voor elkaar. 
En nu is die ruimte plots illegaal?
Hoe raar is dat?
We roepen ‘Help, het gaat niet meer’. 
Als alle wachtlijsten van psychologen vol zitten, 
kunnen we dan misschien de scène weer opendoen? 
Dat is onze psycholoog, de ruimte die alles op zijn plek zet.

Janneke, 15 jaar, Leuven, Thespikon schooltoneel

In het begin vond ik het wel leuk om thuis te blijven. In mijn ogen heb ik zo veel meer dingen geleerd over mezelf. Dat klinkt misschien wat raar, want je kent jezelf toch wel? Maar ik heb bijvoorbeeld ontdekt dat muziek voor mij een goeie uitlaatklep is.

Ik denk dat muziek me de eerste keer door de lockdown heeft gesleurd.

Wanneer alles wat te veel werd, wanneer ik me verstikt voelde of het gevoel had dat we precies in een hokje werden geduwd, dan klom ik via mijn raam op het dak en zette muziek aan. Dan droomde ik weg en vergat ik even alle problemen van de wereld: de lockdown, de mondmaskers, het 7-uurjournaal.

Ik kon me dan zo machtig voelen, alsof ik een eigen wereld had gecreëerd waar alleen ik naar kon ontsnappen. Ik zou het daar beter doen, andere maatregelen nemen, het systeem anders aanpakken. Daar was ik de baas en daar zou ik beslissen over mezelf.

Ik denk dat dat gevoel me de eerste keer door de lockdown heeft gesleurd.

(c) Tinzi Yada-min

Enorah, 17 jaar, Winksele, Kunsthumaniora

Het was grappig. Hoe we allemaal juichten toen we hoorden dat we tot de paasvakantie niet meer naar school hoefden. Maar de paasvakantie veranderde in mei. Mei veranderde in juni en juni veranderde in de zomervakantie. En van ons gejuich bleef enkel een echo over, af en toe zacht weergalmend tegen de wanden van onze huid.

Het virus bleek een draak te zijn. Zo onrealistisch, dat we dachten dat hij ons nooit zou bereiken. Maar dan verscheen hij, plotseling. Tijd om ons te weren tegen zijn vlammen hadden we niet. En elke keer wanneer we dachten zijn schade hersteld te hebben, verschroeide hij onze hoop met zijn hete adem.

In het begin verwachtte ik nog dat hij even plots weer zou verdwijnen. Dat we op een ochtend wakker zouden worden en dat er geen rook meer in de straten zou hangen. Dat we elkaar weer konden vastpakken.

Verbannen naar mijn slaapkamer lees ik mijn boeken opnieuw, op zoek naar nog onontdekte geheimen tussen hun letters.

Ondertussen zijn we tien maanden verder. We hebben ons bewapend met schilden voor ons gezicht en een dodelijke vloeistof in onze hand.

Ik mis mijn vrienden. Ik wil helemaal geen knuffelcontacten meer kiezen.
Ik mis mijn oma en opa. Ik wil me niet meer schuldig voelen als ik bij hen ben langs geweest.
Ik mis nieuwe dingen, nieuwe plekken, nieuwe mensen. Verbannen naar mijn slaapkamer lees ik mijn boeken opnieuw, op zoek naar nog onontdekte geheimen tussen hun letters.

Goed, ik ben de situatie kotsbeu. Ik word achttien volgende zomer (het voelde even vreemd om dat zo zwart op wit te zien staan). Mijn laatste jaar op de middelbare school glipt tussen mijn vingers door. Feestjes en jaarlijkse tradities worden een voor een afgelast. Maar ik wil niet alleen negatief zijn, dat brengt ons toch nergens.

Ik begon deze lockdown in de hoop een boek te schrijven. Dat heb ik nog niet helemaal voor elkaar gekregen, maar ik schreef wel een kort toneelstuk. Ook slaagde ik er in om op één week tijd zeven boeken te lezen, begon ik brieven te schrijven met pennenvrienden van over de hele wereld, liet ik zeven kerstomaten groeien in mijn slaapkamer, vond ik mezelf 39 keer heruit, ging ik betogen voor Black Lives Matter in Brussel en ben ik erin geslaagd zelfs eens studentenjob te strikken.

De draak veroverde onze wereld en drukte zo ook mijn leven even op pauze. Eigenlijk deed de vertraging me best goed. Ik kon weer ademen. Dus ik ben dankbaar, maar ook hopeloos op zoek naar de afstandsbediening. Het is tijd om weer op play te drukken.