Angela Washko's Point of View: een ode aan liefde

Door Celien Mertens, op Tue Apr 06 2021 07:00:00 GMT+0000

Celien Mertens speelde het online spel 'The Game: The Game' tijdens Angela Washko's expo 'Point of View' in STUK. Het zette haar aan tot dit wervelende en eigenzinnige essay.

1.

Toen er een slot werd gezet op perspectieven en nabijheid van anderen, verdween mijn tot dan toe aardig ontwikkeld vermogen om acht uur achtereenvolgens te slapen. Of er een causaliteitsrelatie bestaat, hier, en ooit, weet ik niet, maar ik constateer deze twee zaken gelijktijdig en een lezend brein koppelt daar een lijn van oorzaak tot gevolg aan. Lijnen maken het hele zaakje een pak begrijpelijker, en of lijnen trekken nu een goed idee is of niet, slapeloosheid is nu een flink jaar mijn metgezel. Rond twee uur willen mijn ogen al eens opengaan, denkend dat ze recht van kijken hebben. En aangezien het pittig moeilijk is om te slapen met open ogen, volgt mijn lichaam met tegenzin, tot de beide het tegen zes uur zowat gehad hebben en ik weer in slaap val.

Soms vraag ik me af of dat recht van kijken wel een ding is. Mijn moeder leerde me om uit bed te komen en wat anders te doen – de familiale traditie om een glas porto te drinken, zoals mijn grootmoeder haar had geleerd, liet ik na een goede week schieten, omdat ik denk dat het nooit een familiale droom was om een resem alcoholisten voort te brengen, maar ook dat kan je natuurlijk niet zeker weten. Ik begrijp moeilijk hoe je een warme hoop dekens kan verlaten, als het niet voor porto is, maar mijn moeder heeft vaker gelijk dan ik wil toegeven dus doe ik meestal toch maar wat anders. Mijn compensatiedrang leidt dan wel eens tot een eindeloos scrollen op nieuwssites – de nacht is duidelijk niet op de hoogte van mijn mantra ‘ik word ongelukkig van nieuws dus ik lees geen nieuws’ – en tot het besef dat veel nieuws niets nieuws is. Over het gebruik van fel wit licht en het effect op mijn arrogante ogen zal vermoedelijk ook heel wat te zeggen zijn, maar ik moet leren om trots te zijn op mezelf en ik drink geen porto.

Ik vind het op zich merkwaardig dat je dat kan zeggen, dat iets gaat over feminisme.

Een nieuw Europees onderzoek zou aantonen dat meer dan 80% van de jonge vrouwen bepaalde buurten mijdt uit angst om lastiggevallen te worden, aldus De Morgen. De auteur van het rapport vond deze cijfers ‘frappant’. De auteur van het rapport is een witte man die al tientallen jaren schrijft over geweld tegen vrouwen. En dus – ik las de zin een aantal keer omdat ik niet zeker was of ik heel erg moest lachen of koken – vond de auteur van het rapport deze cijfers ‘frappant’. Nu, ik ben nogal een sucker for taal en ik koester een wisselende maar aanwezige liefde voor het woord ‘frappant’. Woorden met veel a’s en startend met een fr, vind ik eigenlijk maar niets – ik ben jarenlang uitgelachen omdat ik mijn toekomstige kind Frauke wilde noemen, misschien doet dat ook wat – maar er zit iets eigenaardigs in de asymmetrische spiegelrelatie die p-p, a-a, r-n, f-t creëert. Nu, hoe dan ook, ‘frappant’ is in deze context eigenaardiger dan de naam ‘Frauke’ en ik denk dat elke vrouw met die naam dat zal beamen.

2.

Ik koester een geloof in toeval en horoscopen omdat ze lijnen trekken die de dingen begrijpelijk maken in een wereld waarin causaliteit een groter taboe is dan het bespreekbaar maken van patriarchale patronen van macht en lichamelijke onderdrukking. Of het ene voor het andere zorgde, en of het ene ooit voor het andere zorgt, weet ik niet, maar de middag na het lezen van dit artikel bezocht ik een tentoonstelling over feminisme van kunstenares Angela Washko. (Ik vind het op zich merkwaardig dat je dat kan zeggen, dat iets gaat over feminisme. Ik denk niet dat het een aan-uit knop is, of dat een feminisme-detector zou bliepen bij het benaderen van een verdacht object. Ik denk dat we dat misschien soms hopen, dat feminisme dat is. Dat het niet elk aspect van ons bestaan doordrenkt tot we kletsnat op de stoep staan terwijl de lucht kurkdroog is. Dat de vragende blik van de man niet die van verbazing is, maar die van damn-hoe-lossen-we-dit-op. Structureel, bedoel ik dan.)

3.

Angela Washko groeit op in games. Ik vind dat cool, en ik vermoed dat dat zo is omdat ik er zelf weinig van begrijp en mijn virtuele spelverslaving zich beperkt tot Freddi Fish en RollerCoaster Tycoon 2. Opgroeien betekent groeiend groot worden, zoek ik op in Van Dale. Soms sta ik versteld van de evidentie die zaken kunnen uitstralen. Je wordt dus groot en ondertussen groei je. Maar ik voel me per slot van rekening een vrouw en dat wil kennelijk zeggen dat ik de dingen overdenk en dus overdenk ik het ding. Groot worden, en groeien. Ik probeer me in te beelden hoe dat juist in z’n werk gaat.

Er is enerzijds de wereld die indrukken nalaat. Gesprekken, teksten en aanrakingen accumuleren terwijl je groot wordt, en die beelden, sensaties en woorden voeden je. Er is anderzijds de optie om die voeding weer uit te braken. Groeien zou de wisselwerking tussen beide kunnen zijn; jij bepaalt wat in en uit gaat.
Dit idee van groeien zegt mooi dat je kan worden wat en wie je wil. Maar, het zegt mooi niets over een sociale realiteit die stuurt welke beelden, sensaties en woorden je strot bereiken. En, het zegt mooi niets over hoe de moed om dingen weer los te laten en in vraag te stellen soms gebukt gaat onder een irrationele angst voor braken.

Ik stel me vragen bij de weergave van vrouwen als afhankelijke, zwakke, seksuele en vreselijk emotioneel overdrijvende wezens in de wereld waarin wij opgroeien.

Washko stelt zich in haar video-installatie Heroines With Baggage vragen bij de weergave van vrouwen als afhankelijke, zwakke, seksuele en vreselijk romantisch stervende wezens in de games waarin ze opgroeit. Ik sta mezelf toe het motto ‘het leven is een spel’ te gebruiken (voor één keer, en dan liever nooit meer).
Ik stel me namelijk vragen bij de weergave van vrouwen als afhankelijke, zwakke, seksuele en vreselijk emotioneel overdrijvende wezens in de wereld waarin ik, waarin wij, opgroeien. En zo kwam het dat ik daar stond te kijken, en te groeien zonder groot te worden, bij een video die schreeuwt om een verder debat rond nature en nurture - en rond de voeding die een strot bereikt.

Ik moest denken aan een academische studie uit 1991 van antropologe Emily Martin, met de dijk van een titel: The Egg and the Sperm: How Science Has Constructed a Romance Based on Stereotypical Male-Female Roles. Ze onderzoekt hoe taalgebruik in zogenaamd objectieve beschrijvingen van de voortplanting de man-vrouw rollen en verwachtingen kleurt zonder dat een lezer de wenkbrauwen fronst. Hoe de nuances van taal het narratief over zaad- en eicellen, over man en vrouw, sturen. De man als actieve, onvermoeibaar producerende held, en de vrouw als passief, aftakelend wezen.

‘Whereas the female sheds only a single gamete each month, the seminiferous tubules produce hundreds of millions of sperm each day.’ […] 'the male who continuously produces, and the female who has stockpiled germ cells by birth and is faced with their degeneration.’

En terwijl ik daar stond, fantaseerde ik hoe beschrijvingen uit de medische artikels in dialoog kunnen gaan met de helden op het scherm. Hoe wetenschap en games een gemeenschappelijke noemer kunnen vinden in taal en nuances. ‘Once released from the supportive environment of the ovary, an egg will die within hours unless rescued by a sperm.’ …’You … saved me?’
De titel van de studie zou alleszins niet misstaan als beschrijving voor het werk van Washko. Heroines With Baggage: How Games Have Constructed a Romance Based on Stereotypical Male-Female Roles.

4.

Toen iemand me onlangs vroeg hoe ik denk over polarisatie, moest ik denken aan hoe ik pas een man zag sterven. ‘Ik ga niet op de details ingaan’, zei ik, ‘maar terwijl het lichaam tegen wil en dank kouder werd, kon ik enkel warmte voelen.’ Ik weet niet hoe ik het gevoel best kan omschrijven, maar ik denk dat het een ontdooien was. Of hij dat snapte? Ik hoorde dat hij het niet helemaal begreep, wat was mijn punt, dus ging ik verder: ‘We zweten, en zonder dat we het weten vormt het verdampte water een laag die ons lichaam inkapselt als een blok ijs. Hoe meer een situatie ons doet zweten, hoe meer ijs.’ De laag kan ons beschermen en isoleren, en ik bedacht me dat deze metafoor toch wel thermodynamische vraagtekens opwekt met een ingenieur aan de lijn. ‘Ik denk over polarisatie als over de vorming van zweetijs’, zei ik. Ieder van ons zijn laagje.

Er moet toch wat van aan zijn als mannen die al jaren over intimidatie en geweld tegenover vrouwen schrijven er toch weer versteld van staan dat vrouwen de openbare ruimte niet op dezelfde manier kunnen gebruiken.

En soms kruipen we dichter tegen mekaar aan. We staan toe dat een ander dat laagje binnendringt, en wat rest is een laag die ons samen inkapselt. Ik denk dat de wereld soms zo voelt, als een vlakte van ijs met hier en daar eilandjes die warmte verraden. Nu, ik ben zelf geen al te beste schaatser en misschien schaatsen we met z’n allen wat te weinig. Misschien moeten we ons wat vaker op glad ijs begeven. Er moet toch wat van aan zijn als mannen die al jaren over intimidatie en geweld tegenover vrouwen schrijven er toch weer versteld van staan dat vrouwen de openbare ruimte niet op dezelfde manier kunnen gebruiken. Er moet toch wat van aan zijn als mijn vrienden toch weer versteld staan wanneer ik vertel hoe een man me een week eerder vanop de trein in Gent-Sint-Pieters tot aan mijn tramhalte bij Brussel-Zuid achtervolgde, ondanks het feit dat ik hem drie keer aansprak en vroeg of er een probleem was en waarom hij me op deze manier benaderde. Frauke zou het vervelend vinden voor me, maar, versteld staan zou ze niet.

5.

Er bestaat een fragment van De Wereld Draait Door waarin Thierry Baudet me uitlegt dat wanneer een vrouw ‘nee’ zegt, een man lekker moet aandringen met ‘Schatje, we gaan nog even wat drinken’, omdat ze eigenlijk wél wil.

Nu, ik weet niet of extreme meningen en uitlatingen me wat doen. Of, ik denk toch dat ik het niet weet. Ik weet wel dat de lucht errond me zorgen baart. Thierry verplaatste lucht, net zoals Thierry nogal graag lucht verplaatst. En ik dacht aan die vlinder. Ik dacht aan de manier waarop we lijnen trekken tussen oorzaak en gevolg en hoe een vlinder, zomaar, door te bestaan, de schuld kan krijgen van een tornado als we de boutade van de chaostheorie wat te letterlijk nemen. Ik dacht aan de manier waarop een kleine zucht lucht kan uitmonden in grotere, en, ik geloof dat dat me wat doet, dat dat me bang maakt. De verstrengeling tussen macht en lucht maakt bang. Bang. ‘Break her down and bang her.’

Ik vraag me af hoe de wereld eruit zou zien als de openbare ruimte zich niet had vertaald naar de vrouwelijke kleerkast.

En daar, in de achterste ruimte van de tentoonstelling, wel, daar dacht ik weer aan die vlinder. BANGED toonde me het resultaat van een zoektocht naar vrouwen die in contact kwamen met Roosh V, een zelfverklaarde pick-up artist, bekroond tot de meest beruchte vrouwenhater op het web. Ik probeerde me voor te stellen op welk moment het een geniaal idee lijkt om toevlucht te zoeken tot een zelfhulpboek om vrouwen in IJsland of Litouwen in bed te krijgen. Misschien heeft Roosh wel een gat in de markt gevonden, en deelt hij mijn zachte maar pertinente aversie tegenover klassieke reisgidsen. (Ik heb geen enkele behoefte aan het weetje dat de eerste steen van de Sagrada Família gelegd werd in het jaar 1882 en ik heb eveneens geen enkel voornemen om dat in mijn overdenkende hoofd onder te brengen.) Of, misschien is Roosh gewoon megalomaan.

In ieder geval denk ik niet dat Roosh kan schaatsen of dat hij daar enige ambitie toe heeft, hoewel ik hem dat toch zou kunnen aanraden aangezien hij naar Rusland verhuisde omdat vrouwen daar tenminste flink zijn en na de seks het bed proper maken terwijl hij doucht. Het is daar best koud.

6.

(DISCLAIMER) Deze lijst bevat enkel de situaties waarin sprake is van verbale of fysieke intimidatie. Deze lijst bevat niet de blikken die een lichaam over zich voelt glijden en die reëel zijn, ongeacht de gebruikelijke minimalisatie ervan. Deze lijst werd opgesteld in een periode waarin buitenkomen geen frequente activiteit was. Deze lijst werd opgesteld gedurende een week. De titel van het eerder aangehaalde artikel liet horen dat er weinig klachten zijn over intimidatie bij de politie.

za 20 feb // Leuven, Naamsestraat // 16:44 // man klampt me fysiek aan, volgt me, klampt me opnieuw fysiek aan // za 20 feb // Leuven, Naamsestraat // 18:02 // man staart me indringend aan, lacht en lacht me uit wanneer ik niet reageer // zo 21 feb // Brussel, Slachthuislaan // 12:46 // man staart me indringend aan, komt naast me lopen tot hij het beu is // zo 21 feb // Brussel, Anderlechtsesteenweg // 12:48 // man maakt kusgeluiden, roept ‘bonjour’, is geschoffeerd wanneer ik niet reageer // di 23 feb // Brussel, Artoisstraat // 9:46 // man staart me indringend aan, blijft staren om ongemak uit te lokken, lacht me uit wanneer ik niet reageer // di 23 feb // Brussel, Artoisstraat // 9:47 // twee mannen roepen me na, lopen een stuk mee, noemen me een hoer wanneer ik niet reageer // di 23 feb // Brussel, Lemonnier // 9:49 // groep mannen roept ‘belle gosse’, loopt tien meter mee en vraagt of ik een lief heb // woe 24 feb // Brussel, Anderlechtsepoort // 12:23 // man benadert me, brengt zijn gezicht tot twintig centimeter van het mijne en roept hijgend ‘bonjour, ma fille’ // woe 24 feb // Leuven, Naamsestraat // 17:30 // man staart me indringend aan, knikt en rolt zuchtend met zijn ogen wanneer ik vragend kijk // woe 24 feb // Brussel, Zuidstation // 18:38 // man staart me uitdagend aan en roept me na wanneer ik niet reageer // woe 24 feb // Brussel, Anderlechtsepoort // 18:53 // ‘bonjour chérie, tu vas où?’ // do 25 feb // Brussel, Nijverheidskaai // 13:19 // man in voorbijrijdende auto claxonneert meermaals en roept uitdagend wanneer ik niet reageer // do 25 feb // Brussel, Nijverheidskaai // 13:22 // rokende man verspert opzettelijk de weg van een smal padje waar ik moet passeren en staart me uitdagend aan // zo 28 feb // Brussel, Lemonnier // 11:53 // twee mannen staren me indringend aan en roepen me sissend na // zo 28 feb // Brussel, Zuidstation // 11:58 // man kijkt me uitdagend aan, zegt ‘bonjour, vous êtes très charmante mademoiselle’ en scheldt me uit wanneer ik niet reageer //

De lijn van oorzaak tot gevolg start nogal vaak in de vagina.

Ik had hier kunnen neerschrijven wat ik aanhad. Ik had hier kunnen zeggen hoe een oversized hemd, een veel te grote trainingsbroek en plompe wandelschoenen niet per se in de categorie ‘sexy’ worden ondergebracht. Ik had ook kunnen zeggen dat dit de hele situatie frappant maakt. Maar dat doe ik liever niet. De lijn van oorzaak tot gevolg start nogal vaak in de vagina. Borsten en hun bedekkingsgraad blameren is populair en ik vraag me af hoe de wereld eruit zou zien als de openbare ruimte zich niet had vertaald naar de vrouwelijke kleerkast, als sexy en gevaar niet zo nauw verweven waren voor een lichaam dat al lang niet meer aanvoelt als het mijne.

7.

Ik ben geen opgever. Alleszins, dat is wat anderen me vertellen, maar zelf heb ik daar toch serieuze twijfels bij. ‘Je bijt je vast in de dingen, en laat ze pas los wanneer je er klaar mee bent’, zei iemand me gisteren nog, terwijl ik knikkend dacht aan hoe ik me het liefst van al vastbijt in kaneelrollen. Nu, dat ik iets pas loslaat wanneer ik er klaar mee ben, bevat ook wel een greintje waarheid, want ik ben nu eenmaal met veel dingen klaar. ‘Let go of that which no longer serves you’, fluistert Adriene, en daar lig ik dan, klaar te wezen met de wereld, op mijn yogamat.

Zo zat ik daar ook, twee weken geleden, klaar te wezen met een spel dat maar geen einde leek te hebben. Nu, spel vind ik geen juist woord, gezien het een vorm van plezier impliceert, en dat was er niet. Ik had net minstens vijftig keer een keuze gemaakt tussen vier mogelijke reacties op de vervelende en uiterst doorzichtige avances van een virtuele en uiterst (onterecht) zelfzekere verleider. Ik dacht de hele tijd ‘IK HEB HIER NIET OM GEVRAAGD’ en ik bedenk me nu dat ik niet zeker weet of ik mentaal schreeuwde als de vrouw in of naast het spel.

En zo stonden we daar, klaar te wezen met de wereld waarop de ene al dubbel zo lang rondliep als de andere.

Toen ik enkele dagen later de expo van Washko opnieuw bezocht, liet ik The Game: The Game links liggen. Als ik me niet vastbijt, hoef ik ook niet los te laten, bedacht ik, in een poging om mijn eigen klaar-zijn met de dingen en de wereld en dat ‘spel’ goed te praten. Angela anticipeerde. Terwijl ik keek naar de best-of compilatie van de vervelende en uiterst doorzichtige avances van enkele virtuele en uiterst (onterecht) zelfzekere verleiders, en de keuzes die de speler in mijn plaats maakte, voegde een nieuw gemompel zich toe aan de soundscape. ‘Maar enfin, what the fuck, djeezes, meent die da nu?’ Ik voelde een drang de vrouw aan te spreken, maar ik wilde haar continue woordenstroom niet onderbreken. Ik denk dat ik haar op dat moment misschien zelfs beter begreep dan ik mezelf ooit zal kennen. Het leken mijn woorden. Het leken mijn mislukte pogingen om vat te krijgen op een lichaam dat niet aan mij toebehoort. ‘Het is de herkenbaarheid, hè, die dit zo heavy maakt?’

Ik denk dat ik ijs voelde smelten.

En zo stonden we daar, klaar te wezen met de wereld waarop de ene al dubbel zo lang rondliep als de andere.

8.

‘Liefde is warm vanbinnen’, zegt Jaap Fischer me op een sombere avond, en ik knik. Laat dit, en alles, een ode zijn aan liefde.