Open brief aan Jan Fabre

Door Matthieu Goeury, op Sun Apr 03 2016 19:23:29 GMT+0000

In februari werd Jan Fabre door Grieks cultuurminister Aristides Baltes (Syriza) benoemd tot artistiek directeur van het Festival van Athene, van 2016 tot 2019. Afgelopen vrijdag nam hij alweer ontslag. Hoe is Fabre erin geslaagd om het in minder dan twee maand te verknoeien? Daar heb ik een paar vragen over.

Click here to read this letter in English

Fabre presenteerde zijn plannen afgelopen dinsdag op een dramatische persconferentie in Athene, waar hij meedeelde dat hij niet zou fungeren als directeur, maar als curator, dat de naam van het festival zou veranderen in het ‘Athens and Epidaurus International Festival’, dat hij niet bekend was met het Griekse kunstenveld, en dat zijn eerste festivaleditie daarom overwegend Belgo-Belgisch zou kleuren. Als top of the bill werd aangekondigd dat slechts een beperkte schare Griekse artiesten (een quotum, zeg maar) in het programma opgenomen zou worden.

Daarop verzamelde de Griekse kunstenwereld zich op 1 april in het Sfendoni Theater, wat resulteerde in een open brief waarin Baltes’ ontslag werd geëist en Jan Fabre uitgeroepen werd tot persona non grata. Eén dag later, op 2 april, gaf Fabre er in een korte mededeling zelf de brui aan. ‘Ik wens de Griekse kunstenaars veel geluk met hun werk en hun festival.’ Wat een goed gevonden 1 april grap had kunnen zijn, draaide uit op een pijnlijke episode voor de veerkrachtige Griekse kunstensector. Zelf schreef Jan Fabre zijn ontslag toe aan ‘het vijandige artistieke klimaat waar ik met open geest en open hart ben ingestapt’. Zou het zo simpel zijn?

Beste Jan Fabre,

Als lid van de Belgische artistieke gemeenschap, met een internationale praktijk, wil ik deze brief beginnen met mijn diepe waardering uit te spreken voor je artistieke oeuvre. Als curator heb ik zelf de kans gehad om zowel jouw werk te presenteren, als de organisaties die je hebt opgericht. Misschien is het juist daarom dat ik me zo beschaamd voelde na het lezen van je inhoudelijke plannen voor het Athens Festival. Was je dan verwonderd dat ze niet onthaald werden op een staande ovatie? Zoals ik het Griekse artistieke klimaat ken, is vijandigheid er geen natuurlijke karaktertrek van. ‘Vijandigheid’ – ik gebruik jouw woord – is altijd ergens een reactie op. Wat dat geweest kan zijn?

Zag je dan niet dat je je op glad ijs begaf?

Op 29 maart stelde je je plannen voor in Athene. Volgens de persmap ‘hoopte je bruggen te bouwen en de dialoog te versterken’. Daar sta ik volledig achter, ik hoop dat we die dialoog echt kunnen starten. Met ‘we’ bedoel ik niet noodzakelijk jij en ik, wel de internationale gemeenschap van kunstenaars, curatoren, artistiek leiders, producenten, publiekswerkers, enzovoort. Dat is de reden waarom ik deze brief met iedereen wil delen. Ik blijf met zoveel vragen zitten…

Vooreerst, hoe krijg je zoveel jobs gecombineerd? Ik beschouw mezelf als een harde werker, maar mij zou het nooit lukken om tegelijk een internationale artistieke carrière, een theatergezelschap, een zaal, een productiehuis voor beeldende kunst én dan ook nog eens een groot internationaal festival te runnen, en dat vier jaar lang. Hoe doe je dat toch? Dat geheim moeten jij en Johan Simons ons toch ooit eens verklappen. Maar serieus, waar zou je de tijd gevonden hebben om een festival heruit te vinden dat, in je eigen woorden, ‘de wereld spiegelt’? Vreesde je niet dat je plannen voor het Athens Festival enkel jouw eigen wereld zouden spiegelen? Had je je niet kunnen voorstellen dat je gebrekkige inzicht in de Griekse context als een boemerang in je gezicht zou terugkeren? Waarom had je die aanstelling überhaupt aanvaard, terwijl het momenteel volstrekt onduidelijk is waar het Griekse cultuurbeleid heen wil? Zag je dan niet dat je je op glad ijs begaf?

70_goeury_Jan Fabre plant de Belgische vlag in het Odeon van Herodes Atticus_0.jpgHet Athens Festival werd eerder geleid door Giourgos Loukos. Hij was in december ontslagen toen een onderzoek uitwees dat het festival met een put zat van meer dan 2,7 miljoen euro. Is er vers geld gekomen en draait het festival nu op een evenwichtig budget? En mocht dat zo zijn, waarom wachten meerdere Griekse kunstenaars dan nog altijd op hun geld voor hun bijdrage aan de vorige editie? Droeg de Vlaamse Gemeenschap financieel bij aan het Belgische programma dat je voorstelde? Dat is geen onzinnige vraag, wanneer de meeste Vlaamse kunstenaars hun publieke steun jaar na jaar zien slinken. Bref, je snapt mijn punt. Waar moest het geld voor zo’n operatie vandaan komen? Dinsdag op de persconferentie verklaarde je dat ‘geld er niet zo toe doet’. Nou, voor de meeste mensen wel.

Vele Griekse kunstenaars produceren en presenteren hun werk op het internationale forum. Zonder het Athens Festival, en zonder meerdere andere Griekse festivals en theaterhuizen, zouden namen als Blitz Theatre Group, Lenio Kaklea, Argyro Chioti en Vasistas, Dimitris Karantzas, Euripides Laskaridis, Iris Karayan, Prodromos Tsinikoris, Anestis Azas, Dimitris Papaianou – om er maar een paar te noemen – nooit de kans krijgen om hun werk uit te voeren naar het buitenland. Stond je er niet bij stil dat je met je geplande focus op België eigenlijk voorstelde om hún ontwikkeling en dynamiek af te blokken? Je had je toch wel kunnen voorstellen dat vele Griekse kunstenaars zich bang en gerevolteerd zouden voelen door je artistieke plannen? Hoe zag je jouw verantwoordelijkheid tegenover hen? Hoe kon je hun expertise over hun eigen veld zo negeren en toch verwachten dat alles goed zou komen?

Oh dierbaar België?

Zo kom ik tot de kern van wat mij aan deze hele affaire nog het meest verbijsterd heeft: je eerbetoon aan België. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van je land, ik koos veertien jaar geleden zelf om me hier te vestigen. Maar serieus, zat Athene echt te wachten op een best of van Belgische kunstenaars? Ok, je kwam tijd te kort om het festival van 2016 terdege te cureren. Fair enough. Maar als je België dan toch zo’n belangrijk thema vond, zou het dan niet spannender geweest zijn om een team van Griekse curatoren naar ons Heilig Land uit te nodigen en hen hier zelf te laten rondkijken? Had je je echt niet kunnen voorstellen dat jouw intrede in Athene, vergezeld van een armada van Belgische medewerkers, zoveel agitatie zou opwekken?

70_goeury_Jan Fabre legt zijn plannen voor in Athene, 29 maart 2016 (c) Nick Paleologos : SOOC.jpgEerlijk gezegd, je persconferentie deed je heel neokoloniaal en arrogant klinken. Je vermeldde de Rode Duivels als een mooi voorbeeld van diversiteit. Ze zijn echter ook een symbool van nationalisme. In België zijn een hele reeks cultuur- en sociaal werkers dagelijks bezig met (super)diversiteit, ze hadden je veel kunnen bijbrengen. En hoe kon je onze Belgische samenleving, amper één week na de terreuraanslagen in Brussel, een toonbeeld noemen van  ‘hyperdiversiteit en multi-culturaliteit’? Dat kan ik moeilijk vatten. Werd ons land niet uiteengereten door drie jongeren die liever zichzelf de dood injoegen dan die ‘Belgische spirit’ te omarmen? Symboliseren ze niet veeleer het failliet van het Belgische en Europese migratiebeleid? Waarom linkten jouw festivalplannen zich niet tot het migratiethema en de massale vluchtelingenstroom? Was het festival geen fantastische aanleiding geweest om samen te werken met de artistieke gemeenschap in ballingschap? Juist omdat deze thema’s ook zo cruciaal zijn voor ons dierbaar België, had je ze niet zomaar opzij moeten schuiven.

Samenvattend: ik schrijf je deze brief omdat ik me als lid van de artistieke gemeenschap zorgen maak. Het baart me zorgen dat ik aan internationale collega’s en kunstenaars nog maar eens zal moeten uitleggen dat westerse blanke mannen, een groep waar ik zelf toe behoor, zich wel degelijk scherp bewust zijn van hun privilegies en hun verantwoordelijkheden tegenover de rest van de wereld. Het baart me zorgen dat de eerlijke verhouding die ikzelf en vele anderen proberen te creëren met internationale partners, aangetast zou kunnen worden door het latente koloniale cultuurimperialisme onder deze hele affaire.

Geef anderen alstublieft niet de schuld voor het vuur waarvan je zelf de lont aanstak.

In je ontslagmededeling schreef je dat je niet kan werken in een vijandig klimaat dat je artistieke keuzes geen totale vrijheid biedt. Ik vind dat beledigend en kwetsend. Het was jouw persconferentie die deze vijandige gevoelens aanstak. Jouw artistieke plannen waren de vonk. Geef anderen alstublieft niet de schuld voor het vuur waarvan je zelf de lont aanstak. Allemaal moeten we onze geprivilegieerde positie als deelgenoot van dit sterke en relatief goed ondersteunde Belgische kunstenveld overdenken en zelfs herdenken. En als een van de peetvaders van die gemeenschap hebben we ook jou nodig om deze task force te vervoegen.

Matthieu Goeury