Ho’s Before Bro’s. Queer/Femme Basic Fit

Door Nina Poels , Spring Leyssens , op Fri May 16 2025 14:11:00 GMT+0000

Bij de Brusselse Jezebel Studio groeit de paaldanscommunity als kool. Maar het gaat in deze paaldansschool om meer dan zwoele bewegingen rond een statisch object, schrijven begeleiders Spring Leyssens en Nina Poels. Samen met Mathilde Cominotto richtten ze twee jaar geleden de studio op. Wat mensen naar de paal trekt? Kracht. Voor veel queer en femme personen is het beklimmen van die paal een fysieke én mentale overwinning. Is dat dan sowieso empowerment?

‘Ik focus niet meer op de manier waarop mijn lichaam eruitziet, maar op wat het kan doen.’ Het is een uitspraak die je regelmatig hoort na een paar lessen paaldans. De eerste keer dat je je eigen gewicht omhoog trekt of die paal tot aan het plafond beklimt, voel je iets waarvan je niet wist dat je het zocht: een verlangen om sterker te worden en de euforie van het behalen van doelen die je altijd voor onmogelijk hield.

Paaldans is een discipline waarin je je eigen gewicht van de grond moet tillen, een fysieke uitdaging die veel vergelijkingen oproept met krachttraining. In die zin kun je de paal zien als een verticale versie van een barbell, een essentieel hulpmiddel in fitness, crossfit en bodybuilding. Waar je bij een barbell externe gewichten tilt, gaat het bij paaldansen juist om het moeiteloos dragen en verplaatsen van je eigen lichaamsgewicht in verticale richting. Maar wie mag kracht opbouwen en wie niet?

Krachttraining was altijd al gegenderd. In de eerste helft van de twintigste eeuw werden zweet en spieren als ‘onvrouwelijk’ gezien. Gelijktijdig met de tweede feministische golf en de opkomst van aerobics en joggen in de jaren 1970 en 1980 vonden witte vrouwen een bevrijdende gemeenschap in het samen sporten. Denk maar aan fitnessgoeroe Jane Fonda: haar eerste trainingsvideo Jane Fonda’s Workout, gemaakt voor huisvrouwen, werd de bestverkochte homevideo van die tijd. Nog steeds worden groepslessen in yoga, pilates en zumba omarmd als vrouwelijke sporten, terwijl gewichtheffen en krachttraining mannelijk terrein blijven.

Paaldans kan binaire hokjes ter discussie stellen en het kan daarbij inspiratie vinden in de geschiedenis van bodybuilding.

Die binaire hokjes laten queer en femme personen – mensen met een vrouwelijke genderpresentatie – links liggen. Paaldans kan dat ter discussie stellen, en het kan daarbij inspiratie vinden in de geschiedenis van bodybuilding. Spieren kweken is meer dan fitness: het is een manier om ons lichaam terug te claimen in een maatschappij die het altijd heeft willen controleren en inperken. Kracht wordt dan een middel om onszelf te herdefiniëren, los van de koloniale, patriarchale en heteronormatieve idealen die ons al eeuwenlang bepalen.

Dat brengt ook vragen met zich mee. Hoe vermijden we nieuwe vormen van onderdrukking in een cultuur waarin zelfoptimalisatie en maakbaarheid centraal staan? Hoe voorkomen we dat we vervallen in een obsessieve cyclus van ontevredenheid? En hoe zorgen we ervoor dat we binnen onze eigen groepen geen andere vormen van druk of uitsluiting creëren? Een mogelijk antwoord ligt in de feministische fitnessclub – een ruimte waar het niet alleen draait om spieren, maar om het creëren van een gezonde basis voor solidariteit, vrijheid, plezier en zelfliefde.

Queer bodybuilding als daad van verzet

Bodybuilding draait al lang niet meer alleen om de vraag wie de grootste biceps heeft of de strakste poses aanneemt. Kracht, identiteit en zelfexpressie ontmoeten elkaar in een arena vol obstakels, normen en verwachtingen. Waar het vroeger sterk geassocieerd werd met een hypermasculien ideaal – brede schouders, dikke spieren en een ‘man van staal’-imago – wordt bodybuilding tegenwoordig steeds diverser en inclusiever.

Voor queers heeft bodybuilding altijd al een gelaagde betekenis gehad. Vanaf de jaren 1940 gebruikten gay mannen spieren om hun geaardheid te camoufleren: mannelijkheid bood een vorm van bescherming in een homofobe wereld. Tegelijkertijd ontstonden muscle magazines – stiekeme uitingen van queer verlangen, verpakt als spierbundels. Achter de indrukwekkende lichamen school vaak meer dan alleen een verlangen naar fysieke kracht.

Vanaf de jaren 1940 gebruikten gay mannen spieren om hun geaardheid te camoufleren.

Bodybuilding kan vandaag wel gezien worden als een manier om traditionele ideeën over gender, seksualiteit en schoonheid uit te dagen, maar er gaan ook risico’s mee gepaard. Spierdysmorfie – de obsessieve drang om steeds gespierder te worden – is er een van. Voor transmannen kan bodybuilding een manier zijn om aan mannelijkheidsnormen te voldoen, maar dat brengt naast fysieke ook emotionele risico’s met zich mee. Een krachtig lichaam biedt dus niet alleen empowerment, maar verbergt ook kwetsbaarheid.

De recente film Love Lies Bleeding (2024) van Rose Glass werpt licht op die spanningen. Enerzijds toont de film hoe bodybuilding hokjes openbreekt en de mogelijkheid biedt om het lichaam zelf te cultiveren en te sculpteren. Het geconstrueerde lijf kan een veilige haven bieden in een wereld die lichamen controleert. Anderzijds gaat de film voorbij aan de complexe realiteit van bodybuilding. De generieke acceptatie van gespierde lichamen bij vrouwen en genderqueers die de film toont, negeert tegelijkertijd hoe vaak zij worden bekritiseerd of uitgesloten.

Het verschil tussen fictie en realiteit wordt pijnlijk duidelijk wanneer we kijken naar de manier waarop vrouwelijke bodybuilders werden – en worden – behandeld. Al in de jaren 1980 streed Bev Francis, een Australisch bodybuildingicoon, tegen seksistische schoonheidsnormen. In een interview in 2021 met ABC Australia vertelt ze hoe ze haar lichaam moest aanpassen om de jury tevreden te stellen: ‘I had to lose muscles every year’, anders zag ze er ‘te lesbisch’ uit en kon ze de kijker niet ‘pleasen’. Tot op de dag van vandaag achtervolgen diezelfde standaarden haar: ‘The debate about women’s femininity, it just goes on and on.’

Dit soort genderpolicing blijft dus een probleem, ook voor trans- en non-binaire bodybuilders. Hoewel zij kracht en controle vinden in de sport, botsen ze vaak op een wereld die lichamen buiten de norm afwijst. Transzwemster Lia Thomas ervoer dit recent toen ze niet mocht deelnemen aan de Olympische Spelen omdat ze pas na haar twaalfde van geslacht was veranderd. ‘Het is mentaal uitputtend,’ zei ze in een interview, ‘maar we moeten blijven vechten voor onze rechten.’

Fat Is a Feminist Issue

Queer bodybuilding is meer dan spieren kweken – het is een daad van verzet. Het is een discipline waarin mensen hun lichaam terugclaimen en herdefiniëren, ondanks de normen die hun worden opgelegd. Ook Simon(e) van Saarloos – Amerikaans-Nederlandse schrijver, filosoof en performer – benoemt die spanningen in het essay ‘Spier is een feminist issue’ (2019). Die schrijft hoe spieren symbool staan voor controle en discipline – maar ook hoe gender, etniciteit en seksualiteit bepalen wiens lichaam die kracht mag uitstralen. Van Saarloos verwijst naar bokskampioen Michele Aboro, die ondanks haar ongeslagen carrière vaak werd uitgesloten wegens seksisme en racisme. In een recent interview vertelt Aboro hoe ze moest liegen over haar geaardheid om in de gym binnen te geraken:

I used to have to lie because sometimes as a black woman you couldn’t go into these boxing gyms. They didn’t ask me if I was a boy or a girl because I had long dreadlocks. I would just go in a big baggy top and just start training, I could box quite well. So they didn’t question or ask and I would spar with the guys.’

Net als vet kunnen spieren een afweermechanisme zijn tegen de male gaze.

‘Spier is een feminist issue’ is een knipoog naar de feministische klassieker Fat is a Feminist Issue (Susie Orbach, 1997). Orbach schrijft dat vet een vorm van bescherming kan bieden doordat het afwijkt van de dominante schoonheidsidealen. In een maatschappij waarin slankheid wordt geassocieerd met aantrekkelijkheid en controleerbaarheid, kan vet er juist voor zorgen dat je kan ontsnappen aan de traditionele objectivering die lichamen reduceert tot consumptieobjecten. Net als vet kunnen spieren een afweermechanisme zijn tegen de male gaze. Maar zoals Van Saarloos stelt, is die strategie niet voor iedereen weggelegd. Ze kan vooral door witte vrouwen aangewend worden, zoals ook Orbach schrijft. Historisch gezien werden zwarte vrouwenlichamen op een extreme manier gemeten, bekeken en toegeëigend door een witte blik, waardoor ze sterker werden gereduceerd tot objecten. Dat is nog steeds het geval. Terwijl witte vrouwenlichamen al diverser worden gerepresenteerd, blijft die zichtbaarheid voor zwarte vrouwenlichamen beperkt.

Sociale media kunnen helpen om zulke grenzen te doorbreken. Jessamyn Stanley, een yogi die zichzelf profileert als dik, queer en zwart, heeft ondertussen bijna 600.000 volgers. Haar online community bestaat vooral uit mensen die zich niet welkom voelen in traditionele gyms vanwege hun uiterlijk. Dankzij profielen zoals die van Stanley, wordt het beeld van fitness eindelijk diverser. Ze toont hoe kracht en kwetsbaarheid hand in hand kunnen gaan. Stanley’s mantra:

‘Repeat after me: I deserve to exist. I deserve to take up space. I was made this way on purpose. I am not a mistake. I don’t have to make excuses for myself. I am not in the way. I deserve to be happy and enjoy my life whatever it takes to make that happen.’

Die diversiteit is echter niet vanzelfsprekend. Algoritmes bepalen wie die inhoud te zien krijgt, terwijl anderen worden overspoeld door virtuele work-outcoaches die onhaalbare schoonheidsidealen promoten. Bovendien zorgen ook shadowbans – waarbij accounts of posts onzichtbaar worden gemaakt zonder duidelijke reden – en de censuur van bepaalde lichaamsdelen of zelfs volledige lichamen vaak voor uitsluiting.

Survival of the hottest

Ook binnen paaldansen, met zijn combinatie van kracht en zachtheid en zijn vrouwelijke ontstaansgeschiedenis, groeit een kloof. Pole fitness probeert zich af te zetten tegen alles wat met vrouwelijkheid te maken heeft. Geen hoge hakken, geen strings, geen diepe decolletés. Haar altijd netjes in een dot of strakke staart. Recreatieve paaldansers van over de hele wereld plaatsen sinds 2016 content online met de hashtag #NotAStripper om de praktijk hardhandig los te koppelen van haar geschiedenis in de sekswerkindustrie.

In onze praktijk wordt de male gaze geïmiteerd, omgedraaid en zelfs bespeeld. Educatie en bewustwording spelen een sleutelrol in het kijken en bekeken worden.

Door uitsluitend de focus te leggen op sport en techniek ontkent pole fitness haar roots in de stripclubcultuur en haar queer, femme geschiedenis. Gelukkig claimen steeds meer paaldansers, sekswerkers en strippers die geschiedenis terug als verzet tegen patriarchale normen, in plaats van ze te reproduceren. Bij Jezebel studio nemen wij expliciet afstand van #NotAStripper. In onze praktijk wordt de male gaze geïmiteerd, omgedraaid en zelfs bespeeld. Educatie en bewustwording spelen een sleutelrol in het kijken en bekeken worden. Elkaar aanmoedigen en erotiseren op een niet-denigrerende noch competitieve manier is iets wat onderzocht wordt tijdens onze lessen.

Het aanmoedigen van vrouwen om hun lichamen dagelijks te erotiseren is een praktijk waar de Caraïbisch-Amerikaanse feministische, activistische schrijfster Audre Lorde op hamerde. In haar essay ‘Uses of the Erotic: The Erotic as Power’ (1984) schrijft ze:

‘When I speak of the erotic, then, I speak of it as an assertion of the life-force of women; of that creative energy empowered, the knowledge and use of which we are now reclaiming in our language, our history, our dancing, our loving, our work, our lives.’

We leven in een wereld die geobsedeerd is door seks, maar waarin erotiek een taboe blijft – vooral de idee dat vrouwen zelf hun sensualiteit en seksualiteit mogen eren. Maar niets is zo hot als een ruimte vol queers en femmes die naar zichzelf kijken en zichzelf sexy vinden. Zien en gezien worden, niet ter goedkeuring van een ander, maar omdat ze hun sensualiteit vieren voor zichzelf.

Pleasure before pressure

Illustratie: Mathilde Cominotto

‘Fitness’ betekent onder andere – en simpelweg – ‘gezondheid’. Het zou dus jammer zijn om de praktijk weg te zetten als iets dat normatief en uitsluitend is. Fitness is niet het probleem – het is de manier waarop we fitness beoefenen die herzien moet worden. Fitness zou mensen moeten verbinden, niet verdelen. Ook een paaldansstudio kan meer zijn dan alleen een sportlocatie waar mensen zich komen uitputten. Het kan een toevluchtsoord zijn, maar dat is de studio niet uit zichzelf.

Bij Jezebel Studio draait het om plaats maken – fysiek én mentaal. Een plek waar autoriteit wegvalt, waar niemand zich veroordeeld voelt en waar spel en experiment centraal staan. Het is een speelveld waar men mag proberen, falen en groeien. Het gaat over wat het lichaam wél kan in plaats van te focussen op ‘de beste’ te zijn. Begeleiders spelen een cruciale rol in het creëren van een veilige en inspirerende ruimte. Ze zetten speelsheid boven perfectie en heten iedereen welkom – ongeacht achtergrond, ervaring of uiterlijk. Uitsluitingsmechanismen en binaire systemen worden actief ter discussie gesteld in een introductie of een nagesprek.

De nadruk ligt op genot. Hoe voelt een beweging en niet: hoe ziet die eruit? ziet die eruit? Hoe vier je je lichaam zonder jezelf te vergelijken met anderen? Op die manier ontstaat een ruimte waarin mensen zichzelf kunnen zijn, hun grenzen durven te verkennen, en samen groeien in kracht en vrijheid.

Deze tekst is mede tot stand gekomen door de inbreng en het vertrouwen van Simon(e) van Saarloos.

This article was published in the context of Come Together, a project funded by the European Union.