De kracht van imperfectie? Zeker, maar voor wie?

Door Saddie Choua, op Fri Jun 29 2018 08:00:00 GMT+0000

Zolang de kunsten niet in staat zijn de ander als gelijke te beschouwen, gaat de kracht van imperfectie niet op. Dan gaat het om het consumeren van het kwetsbare, de kwetsbaarheid van de ander.

Een schrijver beleeft zijn leven tweemaal, zei Jeroen Brouwers. Eenmaal in het echt, eenmaal wanneer hij het neerschrijft. Dat geldt bij uitstek voor kunstenaars van vreemde origine. Het is het enige leven waar ze iets over mogen uiten. Als ze zelfs dat al zelf mogen doen. Meestal mag je je verhaal te leen geven aan anderen: aan journalisten, aan schrijvers, aan kunstenaars... Zij maken daar dan kwetsbaar werk mee, publiceren, stellen tentoon, winnen prijzen, krijgen recensies en komen op tv.

Een hele tijd geleden had ik een gesprek met een vriend. Hij zei: ‘Je moet van je zwakte je sterkte maken.’ Met zwakte bedoelde hij mijn migratieachtergrond. Je moet van je migratieachtergrond je sterkte maken, dus. Voor alle duidelijkheid: we hadden het over mijn werk.

Zo zag hij me dus. Als een half personage.

Ik vertelde hem hoe ik ervoer er nooit bij te mogen horen. Er werd veel beloofd. Er werd begrijpend geknikt. Er werd ‘identiteit’ gezegd. Vaak ook ‘Marokkaanse jongeren’, ‘de buurt’, iets met ‘talent’ en ‘je praat mooi’. Vervolgens werd er aangeraden om bijvoorbeeld naar Globe Aroma te stappen, er werd gevraagd lid te worden van hun raad van bestuur, je werd uitgenodigd om een workshop te volgen, mee te doen met een theaterstuk onder begeleiding van een echte professionele kunstenaar. Maar dat je zelf misschien ook kunst te brengen had? Neen, dat niet.

‘Alles van waarde is weerloos, Saddie’, repliceerde die vriend. ‘Zou je daar niet beter een werk mee maken?’ Ik hoorde hem erbij denken: ‘in plaats van steeds tegen ons door te bomen over je moeilijkheden en alle discriminatie in de kunsten.‘ Zijn voorstel had ik vaker gehoord. En ja, ik maakte er een werk mee. En nog een. Zo maakte ik werken en stelde me kwetsbaar op. Tot ik helemaal uitgeput was.

(c) Saddie Choua

‘Misschien is Patrick Modiano wel een hulp’, ging hij verder. ‘Of dan toch zijn boeken. Die lopen vol met halve personages.’ Halve personages? ‘Ja, personages die emotioneel verwaarloosd zijn. Die hun weg niet vinden.’ Zo zag hij me dus. Als een half personage.

‘Je moet dat onderweg zijn koesteren, meid. Dat doe ik ook altijd. Ik ben een nomade.’ Dat laatste had zijn ex-lief hem gezegd. Via sms, toen hij in een trein ergens in Zuid-Afrika. Ik moest even diep ademhalen en dacht aan Stuart Hall, die ‘de nomade’ bestempelde als de illusie dat je zonder banden en beperkingen kan rondzweven. Ik wilde helemaal niet onderweg zijn, ik wilde ergens aankomen. Ik probeerde mijn hele leven iets te bereiken. Ik wilde erbij zijn. Het viel me op dat de mensen die mij het onderweg zijn zo op het hart drukten, zelf best wel ergens geland waren.

Het romantiseren van de kwetsbaarheid kan toch maar enkel als je die luxe hebt?

Hoe doen ze dat toch, vroeg ik me af? Het romantiseren van de kwetsbaarheid kan toch maar enkel als je die luxe hebt? Vanuit die positie kan je gewoon kiezen welke kaart je trekt: je eigen kwetsbaarheid of die van de ander. Of je maakt gewoon kunst om de kunst. Verkies je het centrum van de kunsten of trek je een keer naar de rand om te kijken wat daar te rapen valt?

‘De kracht van imperfectie, heb je daar dan nooit van gehoord?’ Waarom hou je toch zo koppig vast aan een plaats in het centrum?’ De kracht van imperfectie? De schoonheid van het kwetsbare? Jazeker, maar voor wie? En wie beslist dat?

Zolang de kunsten niet in staat zijn de ander als gelijke te beschouwen, gaat de kracht van imperfectie niet op. Dan gaat het om het consumeren van het kwetsbare, de kwetsbaarheid van de ander. Kwetsbaarheid valt immers niet los te maken van het kader van witte overheersing. De witte meerderheid definieert wat kwetsbaar is en wie kwetsbaar mag zijn. Ruimte om te falen als persoon van kleur bestaat op dit moment niet. Dat maakt de ander veeleer dubbel kwetsbaar.