Brief aan iemand die mijn hand vasthield
Door Peter Aers, op Fri Dec 19 2025 10:00:00 GMT+0000Bij een motorongeval op een drukke steenweg wordt Peter Aers hard tegen het asfalt geslingerd, met een gebroken rug tot gevolg. Een vrouw knielt naast hem en houdt zijn hand vast. In een brief aan deze vrouw deelt de theatermaker enkele ervaringen van het ongeval en van in het ziekenhuis, via verschillende materialen en elementen die hij tegenkwam: water, staal, beton, titanium.
DROOM I
Een jaar voordat
we elkaar ontmoetten
had ik een droom.
Ik schreef hem als volgt op:
hit me with a car
lift me up in the
air and when I hit
the ground my body
is a lifeless soft bounce
on the concrete.
STAAL, BETON, TITANIUM
We ontmoetten elkaar
voor het eerst en laatst
op 9 juli 2022.
Ik kwam die dag
niet alleen jou maar
ook drie verschillende
materialen tegen.
Een zwarte
BMW X5
botste hard
met mijn motor.
De brutaliteit
van de manoeuvre
liet me versteld staan.
Een stalen blinkend
zwart linkerfront
– een obsidian mirror –
die me wegslingert.
Magic mirror on the wall,
tell me how far I will fall?
Naar verluidt
vloog ik hoog
vooraleer hard
te landen.
Jij was getuige.
Nog steeds proef ik
de smaak van staal
in mijn mond
als ik een dergelijke auto zie.
Na staal kwam het beton
van een vierbaansweg.
Ik kwam op het linkervak terecht.
Reflexmatig ging mijn blik
naar tegenliggers die
tijdig stopten.
Mijn handen grepen naar het beton
van de schurend warme steenweg,
toen een intense pijn in mijn rug
instant de overhand nam.
Ik wist niet zeker
of ik mijn benen nog
kon bewegen of voelen.
Ik wist wel zeker
dat ik niet zou kunnen opstaan.
De hitte in mijn rug
was ondraaglijk. Ik
riep naar omstaanders
om ijs te halen.
Jij knielde naast me
en hield mijn hand vast.
Ik kneep hard
om de pijn te verdragen.
Alsof mijn hand
een vuist wou worden,
waar jij je tegen verzette
en je me zo weerhield
om wraak te nemen
op het cliché van
een bmw slash niet pinkende slash u-turn slash gsm slash vrouw …
Mijn tenen en benen bewogen.
Wat later zonk ik weg
in een warme duisternis
met sirenes op de achtergrond.
En tijdens de operatie
werd, na staal en beton,
het derde element
van die dag, titanium,
in mijn lichaam ingebracht.
VINGER
Ik ben de beschuldigende vinger
wijzend naar haar
in de rechtbank.
Ik ben de vinger die zich richt naar een object,
waarvan de naam niet in me opkomt,
behalve ‘geef me de…’.
Ik ben de vinger die wijst naar een plek
in het landschap waar we naartoe kunnen gaan.
Ik ben de vinger die wijst naar de plek
waar ideeën ontstaan.
WATER
Nadat ik was geopereerd en ik langzaam weer op de been kwam, was de zwaartekracht een uitdaging. Hoewel de artsen me hadden geadviseerd de eerste maanden niet te zwemmen, verlangde ik ernaar om in het water te zijn, waar mijn lichaam zou worden ondersteund. Eerst trainde ik in het kinderbad om mijn adem zo lang mogelijk in te houden om vervolgens, onder water zwemmend, mijn rug minder te belasten. En na veel oefenen — waarbij ik probeerde de reflex om te ademen en het samentrekken van mijn middenrif te onderdrukken — ontstond er een innerlijke rust die ik nooit eerder had gekend. Ik had het gevoel dat mijn spieren en de zuurstof in mijn lichaam volledig op elkaar waren afgestemd. Op een gegeven moment besefte ik dat ook het denkproces zuurstof verbruikt, dus liet ik alle gedachten los. Ik begon het water op een andere manier te ervaren en ik kon het verlangen om water te worden niet van me afschudden.
DROOM II
In een terugkerende droom
zit ik in een lege bus
zonder chauffeur
die met hoge snelheid
het donkere water
van het kanaal inrijdt.
In elke droom stijgt het waterpeil
in de bus iets hoger,
totdat ik angstig wakker word.
In de laatste van deze
terugkerende dromen
verdrink ik.
DUISTERNIS
Als je naar het water in het kanaal kijkt,
kan je het donkerblauw zien
van een duisternis verzwakt door licht.
ZWEMMEN
Zwemmen stelde me in staat om op een droomachtige manier te denken en te bewegen. Mijn lichaam gleed door het zacht golvende water in een zwembad met het gebroken licht eronder. Mijn handen bewogen langs mijn gezicht, ze strekten zich uit en trokken. Toen er waterdruppels in mijn mond kwamen, herinnerde ik me de smaak van het koude staal. Ik dook dieper en draaide me op mijn rug om naar het houten plafond van het zwembad te kunnen kijken. In mijn lichaam beperkte titanium mijn bewegingen. Ik probeerde een evenwicht te vinden tussen woorden, beelden en aanraking, waar het ene beeld overging in het andere, waar het koude staal in mijn mond dorst werd.
ONTDEKKEN
Jij knielde naast me
en hield mijn hand vast.
Ik kneep hard
om de pijn te verdragen.
Ik wees met mijn andere hand naar mijn heuptas
maar kon de woorden niet vinden.
Ik vroeg om ijs.
Ik vroeg aan de politieagente
om iets te zingen, eender wat.
We lachten allebei.
Tot ik verdoofd wegzonk.
Ik kan onmogelijk iemand overtuigen
om deze weg te kiezen.
Onmogelijk iemand overtuigen
te willen ontdekken wie je zal worden.
Onmogelijk iemand overtuigen
door staal, beton en titanium,
het water in jezelf te vinden.
Peter