Beste Susanne Langer
Door Marlies De Munck, op Thu Sep 05 2024 15:10:00 GMT+0000Dat muziek emotie is, is een riedeltje dat we intussen kennen. Maar het ‘gevoel’ waar filosofe Susanne Langer het over heeft, beschrijft veeleer een gewaarwording, die een gediversifieerde kijk biedt op de werkelijkheid. Zo kan muziek ook weerwerk bieden tegen populistische denkbeelden, schrijft Marlies De Munck in een brief.
Beste Susanne Langer
Ken je dat opwindende gevoel, dat je bij een eerste kennismaking onmiddellijk je weg vindt in iemands hoofd? Dat andermans gedachtesprongen je als volkomen logisch voorkomen omdat je de einder achter die sprongen herkent? Dat je diep vanbinnen juicht en popelt bij elke nieuwe wending in een gedachtegang? Wel, dat heerlijke gevoel viel mij te beurt bij mijn eerste kennismaking met jou. Enfin, met jouw boek Philosophy in a New Key dat je publiceerde in 1942 en dat ik twintig jaar geleden toevallig in handen kreeg via een vriend. Ik had nog nooit van je gehoord en het vergeelde, ietwat muffe boek zag er niet uitnodigend uit. Geen idee waarom ik toch ben beginnen lezen. Soms doe je gewoon dingen in je leven waarvan je achteraf voelt dat het zo moest zijn.
Ik weet nog precies waar ik zat, in een blauwe tuinstoel onder een milde herfstzon, toen ik je boek voor het eerst opensloeg. Je woorden overvielen me als bliksemschichten: voor mijn geestesoog deden ze het ene na het andere nieuwe denkbeeld oplichten, kort en krachtig. Spannend ook. In de eerste pagina’s al – de lezer weet nog niet eens waarover je het zal hebben – vlieg je doorheen de geschiedenis van de westerse filosofie, om dan droogjes aan te stippen dat overijverige academische bedrijvigheid altijd een veeg teken aan de wand is. Telkens wanneer doctrines de bovenhand krijgen, is het einde van een intellectueel tijdsgewricht nabij. Dat was ook het geval toen jij je boek schreef, zo meende je. Steeds meer ‘ismes’, een overvloed aan congressen en symposia, een opeenstapeling van tekstkritieken en overzichtsstudies: je zag er de symptomen van intellectuele bloedarmoede in.
Je wilde je niet klemzetten in de filosofische loopgraven waar je je dogmatisch moest bekennen tot het ene of andere kamp.
Jij wilde jezelf niet klemzetten in de filosofische loopgraven waar je je dogmatisch moest bekennen tot het ene of andere kamp. Analytisch of continentaal? Het werd de hamvraag voor filosofen in jouw tijd, maar jij was beide tegelijk. Bovenal wilde je het speelveld zelf hertekenen. En dus moduleerde je con brio naar een nieuwe toonaard, a new key. Met meer dan een half miljoen verkochte exemplaren werd je boek een bestseller van formaat. Maar je succes bij het grote publiek bleek geen garantie op een roemrijke universitaire carrière. De poorten van de academische wereld stonden slechts op een kier voor een deeltijdse aanstelling hier en een tijdelijke post daar. Je was al bijna zestig toen je voor het eerst een vaste positie als professor kon bemachtigen, en dan nog ‘slechts’ aan een college for women.
Ik heb zelf in de afgelopen twintig jaar veel met jou aan de schrijftafel gezeten, Susanne. Jouw ideeën waren de achtergrondmuziek bij mijn eigen eerste stappen in de filosofie. Je had me overtuigd dat de mens in essentie een symbolisch wezen is dat de wereld voortdurend van betekenis probeert te voorzien. Al in de vroege kindertijd proberen we met onze eerste gebrabbelde woorden de stroom van indrukken en gevoelens symbolisch te transformeren tot een betekenisvol geheel. Niet ons fysiek overleven, maar de voortdurende zoektocht naar betekenis is wat ons drijft. Vanuit dit basale antropologische inzicht wilde je het toepassingsdomein van de logica uitbreiden. Je legde je niet neer bij Wittgensteins strenge verdikt. Er is helemaal niets waarover we moeten zwijgen, zo leek je te zeggen, we moeten alleen de juiste taal vinden. Ook mythes, religie, rituelen en bovenal de kunsten golden voor jou als bron van inzicht in de werking van de menselijke geest. En als er één kunst is waaruit dat duidelijk blijkt, dan was het wel de muziek.
Muziek is een symbool van het gevoelsleven: het klinkt als een platitude, maar je truc bestond erin om die notie van ‘symbool’ rijker te maken, meer dynamisch en ambigu. Een symbool is voor jou niet zomaar een teken dat naar iets verwijst, het is de toegangspoort tot het innerlijke leven. Symbolen laten toe om los te komen van het hier en nu en dingen te ervaren die enkel als gedachte kunnen bestaan. De muziek toont bovendien dat ons denken niet enkel verloopt via starre concepten. In haar dynamische vormen presenteert muziek de eindeloos complexe manieren waarop gevoelens zich in de tijd kunnen ontvouwen. Ze versnellen en vertragen, anticiperen, bouwen spanning op, komen tot een climax of ebben weg. Daarmee geef je meteen een eigen antwoord op de eeuwenoude vraag naar de betekenis van muziek: muziek draait volgens jou helemaal niet om een persoonlijke gevoelsexpressie, maar om de articulatie van de vorm van emoties.
In haar dynamische vormen presenteert muziek de eindeloos complexe manieren waarop gevoelens zich in de tijd kunnen ontvouwen.
Die visie maakt dat muziek voor jou bovenal een bron is van inzicht in het innerlijke leven van de mens. In muziek kunnen we zelfs kennismaken met emoties die we zelf nooit eerder hebben gevoeld. Daarbij is muziek voor jou ook steeds een ‘ongeconsummeerd symbool’: ze is van nature onaf. In elke uitvoering, elke beluistering krijgt ze een nieuwe betekenis. Het is precies dat onstabiele, vluchtige karakter van muziek dat haar tot zo’n aantrekkelijk symbool maakt. Het maakte van jou ook een fervent voorstander van absolute muziek: muziek zonder tekst of begeleidend programma. Achter dat standpunt kon men misschien een enigszins elitaire muzieksnob vermoeden – je had als celliste en pianiste een grondige muziekopleiding genoten – maar eigenlijk wilde je vooral de expressieve kracht van muziek als zuiver klankmedium vrijwaren. De afwezigheid van woorden zorgt ervoor dat de betekenis niet vaststaat, zodat we willen luisteren, telkens opnieuw.
Hoe komt het dat je vandaag maar zo weinig bekendheid geniet? Was het misschien de nadruk op gevoel die jou de das omdeed? Die het gemakkelijk maakte jou in het stereotyperende hoekje te duwen van de ‘teerhartige vrouwen’ en hun eeuwige neiging om met de helder-strakke grenzen van de objectieve wetenschap te knoeien? Ik vermoed dat je fel zou protesteren tegen zo’n domme categorisering. Meer dan de meesten van je collega-filosofen wist je wat er speelde in de exacte wetenschappen van je tijd. ‘Gevoel’ heeft voor jou meer te maken met biologie en evolutieleer dan met romantisch sentiment. Je deed veel moeite om die term helder te krijgen, omdat hij voor jou erg ruim dient te worden begrepen. In een brief aan een criticus benadruk je dat gevoel niet zozeer gaat om ‘emoties’, maar om de voortdurende, bewuste en onbewuste gewaarwording van de manier waarop ons organisme reageert op prikkels en zich aanpast aan de omgeving. Het zegt veel dat je met die ruime interpretatie vandaag wel erkenning geniet binnen de neurowetenschappen, waar vermaarde onderzoekers als Antonio Damasio verwijzen naar jouw inzichten.
‘Gevoel’ heeft voor jou meer te maken met biologie en evolutieleer dan met romantisch sentiment.
Ondanks het onbegrip waarop je bij veel van je academische lezers stuitte, werden jouw filosofische ideeën over muziek wel gretig gekopieerd, meestal zonder je de eer van de vermelding te gunnen. Losgezongen van jouw bredere filosofische raamwerk verloren die ideeën echter hun nuance en diepgang. Gevoel werd in de muziekfilosofie een verzameling van huis-, tuin- en keukenemoties. Precies het soort reductie waartegen jij je zo sterk had verzet: alsof muziek niet meer kan uitdrukken dan voorverpakte affecten als ‘bang’, ‘droevig’ of ‘blij’. Wat een verarming!
Maar, beste Susanne, niet getreurd: ik schrijf je om je te vertellen dat de tijd rijp is voor jouw revival! Eindelijk begint er immers begrip en appreciatie te komen voor wat enigszins ongelukkig ‘vrouwelijke wetenschap' is gaan heten. Dat wil zeggen: een wetenschap die een gediversifieerde kijk biedt op de werkelijkheid als een dynamisch, cultuurhistorisch proces. Zo’n wetenschap sluit zich niet op in zuiverheidsfantasmen, maar ziet net de verwevenheid van de dingen en de rijkdom daarvan. Bij deze nieuwe kijk op kennis en wetenschap hebben eindelijk ook de kunsten een rol te spelen, precies zoals jij dat zestig jaar geleden al verkondigde.
We hebben je inzichten meer dan ooit nodig, Susanne. Jouw waarschuwing dat de moderne westerse mens lijdt aan ‘symbolische verarming’ wordt vandaag de dag pijnlijk bewaarheid. Volgens jou was dat een gevolg van de moderne processen van secularisering, industrialisering en globalisering, waardoor niet alleen religieuze rituelen verdwenen maar ook volksverhalen, lokale dialecten, traditionele klederdracht, en zoveel andere symbolen die betekenisvolle verbindingen creëerden tussen mensen. Betekenis wordt daardoor steeds meer gereduceerd tot enkel datgene wat je in taal kan uitdrukken. Je waarschuwde ook dat het verlies aan een rijke symbolische cultuur paradoxaal genoeg kan leiden tot een fanatiek vastklampen aan de paar schrale, meestal nationalistische symbolen die dan nog overblijven. Dat is niet zonder gevaar, wist jij. Het was het denkkader van waaruit jij het succes van de vlaggenzwaaiers in jouw tijd probeerde te begrijpen, en de totale destructie die ze veroorzaakten.
Betekenis wordt vandaag steeds meer gereduceerd tot enkel datgene wat je in taal kan uitdrukken.
Ook de 21ste-eeuwse mens is een symbolisch wezen met een diepe nood aan verbindende betekenissen. Velen bezwijken voor de verleidingen van het populisme en zijn identitaire symbolen. Wie jouw werk kent, ziet meteen het probleem: het naïeve geloof dat symbolen objectieve, vaststaande waarheden vertegenwoordigen. Dat botst met jouw inzicht dat de meeste symbolen niet te benaderen zijn vanuit een rigide juist-of-fout-logica. Symbolische betekenissen reiken veel verder en grijpen diep in in het leven. Ze geven vorm aan wie je bent en zijn precies om die reden ook altijd potentieel gevaarlijk. Wanneer je ze als emblemen van waarheid uitdraagt, als iets dat je ofwel gelooft ofwel niet, doen ze het denken én het samenleven verstarren. Jouw boeken tonen een uitweg uit dat verschraalde landschap van goedkope symboliek. Ze doordringen ons met het besef dat symbolen de werkelijkheid ook altijd vervormen en versluieren. Dat we steeds opnieuw moeten kijken en luisteren om nieuwe betekenissen toe te laten, en dat de kunsten ons daarin kunnen trainen.
Susanne, ik hoop dat we gauw leren zingen in jouw toonaard.
Met vriendelijke groet
Marlies De Munck