Beste Anton Kusters

Door Gaea Schoeters, op Wed Nov 28 2018 23:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week richt Gaea Schoeters zich tot Anton Kusters, de visuele kunstenaar die met zijn fotografieproject The Blue Skies Project de tijd lam slaat.

Ik zou liegen als ik zeg dat ik je werk al jaren volg, want volgen impliceert een methodiek, doelmatigheid, een actief zoeken. Dat is er niet. Eerlijker is het te zeggen dat je werk me altijd weer diep raakt, telkens als ik er toevalligerwijs over struikel — in die mate zelfs dat ik je ooit heb gemaild om naar de prijs van je prints te informeren.

Afgelopen week kwam ik je opnieuw tegen: acht pagina’s lang vulden je foto’s van blauwe luchten een van de krantenbijlagen. Dat je erin geslaagd bent in deze tijden van haast, bondigheid en korte berichtgeving de tijd zo lam te slaan met beelden dat je de lezer mocht dwingen acht pagina’s lang naar een schijnbaar onbetekende abstracte variatie-op-thema te kijken, vind ik meesterlijk.

Acht pagina’s traagheid. Een langzaam omslaan van bladzijden om telkens bijna hetzelfde te zien, dat toch totaal anders is: een behoedzaam balanceren op de grens tussen serialiteit en uniciteit. Op pijnlijk zichtbare wijze bijna niets tonen. Abstractie als spiegel voor iets gruwelijk concreets. Want het zijn niet zomaar onschuldige zomerluchten. Elk van jouw hemels hangt boven een concentratiekamp, of juister, boven een plaats die er ooit één was. Die voorkennis verandert alles.

(Eerder deze week kocht ik Lee Miller’s War , een boek dat op elke wijze de tegenpool vormt van jouw werk. Simultaan. Concreet. Direct. En toch resoneert de ene reeks in het andere — jouw hemels keken neer op wat zij, net na D-Day, live fotografeerde. Ze zijn het reflexieve geheugen van haar verslaggeving aan het front. Onvermijdelijk, maar helaas vaag, vervaagd, herinner ik me nu een passage uit Mulisch’ De ontdekking van de hemel : is Max, wiens ouders in een concentratiekamp zijn gestorven, geen astronoom geworden omdat hij denkt tussen de sterren het verleden te kunnen zien?)

Achter de blauwe cirkels die je ons toont, onschuldige portretten van de hemel, schuilt een ander getal. Een dodental.

Natuurlijk heeft het feit dat die herhaling, die traagheid, die veelheid (veel van hetzelfde) je werd toegestaan alles te maken met je onderwerp. En met het feit dat precies die herhaling, die veelheid de essentie uitmaakt van je werk. Want achter de reeks blauwe cirkels die je ons toont, schuilt een ander getal. Een dodental. De numerieke neerslag van een massamoord. Een stille genocide, verteld door zacht gesis van gas. Zo onhoorbaar dat iedereen dacht te kunnen zeggen: Wir haben es nicht gewusst.

1078 blauwe luchten boven 1078 concentratiekampen fotografeerde je voor The Blue Skies Project (One Thousand and Seventy-eight Blue Skies.) Je presenteert het werk in een kale ruimte, in bakken die doen denken aan de vitrinekasten in Auschwitz waarin achtergelaten brillen, schoenen en andere voorwerpen op soort zijn gesorteerd, met als enige bedoeling tastbaar te maken wat ontastbaar is. De omvang van het drama, onwezenlijk in zijn getal.

In vijf jaar tijd legde je 177.828 kilometer af doorheen het voormalige Derde Rijk; al die tijd hield een teller op je website de afgelegde afstanden bij. Total distance driven staat er naast de kaart. Reed je echt?

In gedachten stel ik het me zo voor. Een fotograaf in een kleine auto, met naast je op de passagierszetel de boeken die je leest en je apparatuur. Verder niets. Stilte. Zo zal het wel niet zijn gegaan, meestal is de waarheid prozaïscher, en je zou de eerste niet zijn die na het bezoek aan een kamp nood heeft aan volstrekt ongepaste muziek om zijn adem terug te vinden.

Is de tijd die je doorbrengt met je onderwerp, levend of dood, concreet of abstract, geen essentieel deel van je werk?

Of werden de kampen nummers, namen die je af moest vinken op een lange lijst? Vloekte je, omdat je hieraan was begonnen? Misschien. Maar is de weg niet altijd inherent aan jouw projecten? De tijd die je doorbrengt met je onderwerp, levend of dood, concreet of abstract, geen essentieel deel van je werk? Dat wachten, dat meelopen, dat doorploegen liet zich al lezen in Yakuza, waarin uit elk beeld een vertrouwen spreekt dat alleen gewonnen kon worden door tijd. Soms is de weg zelfs het werk: A path of 269 steps: looking up.

(Nu, na het schrijven van dit stuk, lees ik ergens dat de trigger voor dit project persoonlijk was. Bijna was ik teleurgesteld, bang dat de anekdote toch nog de zuiverheid zou verstoren. Tot ik, een paragraaf lager, las dat je grootvader, geen Jood en geen verzetsstrijder, net niet gevangen werd genomen door de SS, maar wist te ontsnappen, en je op weg ging om uit te zoeken waaraan hij precies was ontsnapt. Te zien wat hij niet had gezien. Vast te leggen waarvan hij geen getuige was geweest. Een fotograaf die een niet-gebeurde gebeurtenis overdoet om jaren na datum vast te leggen wat een ander niet zag en wat intussen is verdwenen. Die dubbele negatie is niet alleen geniaal, ze heft ook moeiteloos elk risico op anekdotiek op.)

Hier, in deze reeks, resoneren in jouw afgelegde kilometers die andere kilometers. Van zij die wel weggevoerd werden. De getransporteerden. De gedeporteerden. De ontheemden. De eindeloze rijen wandelende Joden, koffer in de hand, op weg naar hun einde. De zorgvuldig georganiseerde, geautomatiseerde schoonmaak van Europa, een genocide die met boekhoudkundige precisie werd uitgevoerd. Feilloos georganiseerde troepenbewegingen van slachtoffers richting eindhalte. Vernietiging. Endlösung.

(Als tiener las ik die andere Mulisch, De zaak 40/61. Lang voor ik ooit van Hannah Arendt had gehoord staarde ik gefascineerd naar de in twee gedeelde foto van Eichmann, ‘de boekhouder van het kwaad’. Half mens, half monster. Er is iets onwezenlijks aan de afstandelijke precisie die haat kan aannemen. Aan de abstractie ervan.)

Net zoals de slachtoffers van die zorgvuldig gecureerde schoonmaak dragen ook jouw beelden nummers.

Net zoals de slachtoffers van die zorgvuldig gecureerde schoonmaak dragen ook jouw beelden nummers. Met een typemachine heb je de cijfers in de foto’s geramd, een stalen inslag die de luchten verankert in de werkelijkheid. Drie naakte getallen in de rechterbenedenhoek van elk beeld: het aantal slachtoffers, gevolgd door de gps-coördinaten van de plek. Zonder legende spreekt er geen wreedheid uit, zelfs geen betekenis: de cijfers zijn onschuldig. Herinneren vraagt context, met feiten alleen kunnen we niets.

Het naziregime maakte 17 miljoen doden. Getallen van die grootorde worden vanzelf abstract. Geschiedenis, ver van ons bed in tijd en ruimte, iets waartoe we ons nauwelijks verhouden. Toch is het niet Lee Miller die de gruwel opnieuw tastbaar maakt. Nu, met de afstand van de tijd, is het makkelijk wegdenken van haar haar zelfportret in Hitlers bad of haar foto van zijn piano; de voyeur in ons wint het van de contemplatie. Het zijn jouw hemels, blauw en vaag, die ons dwingen de tijd te nemen om te begrijpen wat we zien.

(James Turrell, denk ik, terwijl ik blader. In het lichtmuseum in Unna kan je plaatsnemen in Third Breath , een installatie die van de bezoeker verlangt dat hij of zij een half uur — misschien zelfs langer ­— bij zonsondergang naar de hemel kijkt. De ontluistering van de trompe-l’oeil waarmee de voorstelling afsluit is niets meer dan een eindpunt; de ware betekenis van het werk zit in het kijken. In de duur. En in de reflectie. Ook letterlijk, want de installatie fungeert tegelijkertijd als camera obscura; in de kelder projecteert het gebouw volcontinu een beeld van de hemel op de vloer. Een blauwe hemel. Op Turrells beeld waaien wolken langs, de tijd verglijdt.)

Net nu, nu Europa dreigt te vervallen in de herhaling van zijn fouten, houd jij ons de spiegel voor van ons eigen vergeten.

In jouw beelden staat de tijd stil. Je wachtte op blauwe hemels, bij voorkeur wolkenloos. Hoewel. Hier en nu, in dit ogenblik, lijken ze vast te staan, maar ook dat is schijn. Want het zijn polaroids, die met de tijd zullen vervagen en vergaan, zoals ook de herinnering aan de gruwel van 75 jaar geleden steeds meer vervaagt. Net nu, nu Europa dreigt te vervallen in de herhaling van zijn fouten, houd jij ons de spiegel voor van ons eigen vergeten.

Dank daarvoor.