Under construction: een nieuw verhaal voor Palestina?

Door Lieven Van den Weghe, op Tue Feb 20 2018 23:00:00 GMT+0000

In Gent loopt tot komend weekend het eenmalige kunstenfestival Under Construction, Vlaams én Palestijns. Die dubbele noemer spreekt tot de verbeelding, maar gaat veel verder dan een samenwerking tussen alleen deze beide regio’s. Meer dan een uitgelezen selectie artistieke producties, toont Under Construction een nieuw verhaal over Palestijns bezet gebied.

De vroegste herinneringen van de Palestijnse schrijfster Dalia Taha hangen samen met haar aankomst in het Palestijnse Ramallah, toen haar gezin er in 1991 naar terugkeerde vanuit Berlijn. De wereld die de vijfjarige Taha er aantrof, leek in niets op wat ze daarvoor had gezien. Het straatbeeld leek volledig overschilderd met woekerende graffiti en gefascineerd begon ze de tags te kopiëren.

Er is een nieuwe generatie die niet alleen maar vanuit de nationalistische bril wil kijken.

Taha noemt het haar eerste echte schrijfervaring. Hoewel ze niet begreep wat er geschreven stond, oefende ze zich voor het eerst in de handeling van het schrijven. Nog vóór er sprake is van betekenis, is er de vorm. En daarin zit voor Taha de kracht van de ontmoeting: ondoordringbaar bij aanvang, maar rijk aan nieuwe en oude relaties, die reeds verdwijnen terwijl ze ontstaan. ‘An image in the presence of disappearance. Something that has the power to force reality to flee.’

Taha is een van de Palestijnse artiesten die sinds 2007 de kans krijgen om hun werk te ontwikkelen onder de vleugels van een samenwerking tussen KVS, Les Ballets C de la B en A.M. Qattan Foundation. Dat resulteerde onder meer in Taha’s voorstelling Keffiyeh/Made in China en de dansvoorstelling Badke. Sinds het vertrek van dramaturg Hildegard De Vuyst en artistiek leider Jan Goossens bij de KVS (in 2015) werd de samenwerking met Palestina bestendigd onder een nieuwe paraplu, de vzw Connexion.

Dalia Taha (c) The Guardian

Voorbij het nationalisme

Under Construction ontstond op vraag van Vlaams minister-president Geert Bourgeois. Die contacteerde Connexion in 2016 om een uitwisseling tussen Vlaanderen en Palestina uit te werken. Daarmee komt de Vlaamse regering tegemoet aan een vraag van de Palestijnse vertegenwoordiging in Brussel. Hoewel zijn partij zowel warm als koud blaast ten aanzien van de Israëlische bezetting, is Bourgeois van nature gevoelig voor het natiestreven van de Palestijnen.

De Vuyst en Paul Kerstens, die ten tijde van het KVS-project instond voor het Congo-traject, wilden echter niet weten van een festival dat zomaar hulde brengt aan een onderbelichte cultuur. Ze wilden bestaande projecten valoriseren en pleiten voor een nog meer diepgaande uitwisseling en samenwerking. ‘Het Palestijnse project heeft in die tien jaar een groot verschil gemaakt voor artiesten ter plekke. Het is een nieuwe generatie die niet alleen maar vanuit die nationalistische bril wil kijken, maar ook allianties wil aangaan met de rest van de wereld.’

Het programma van Under Construction bulkt van die samenwerkingen. De Palestijnse acteur Ahmed Tobasi toont met een danser uit Burkina Faso, Adonis Nébié, de voorstelling Blood/Brothers, en focust op het belang van broederschap, tegen een gedeelde achtergrond van kolonisatie en verdrukking. De Palestijnse danser Barges Smahneh kwam ten tijde van Badke de Congolese gitaarvirtuoos Kojack Kossakamvwe tegen en maakte samen met hem een krachtig en tegelijkertijd intiem stuk, Kicking against the Cage.

In andere gevallen is de dialoog alleen waarneembaar in de herinnering. Zo schrijft de Portugese theatermaakster Sofia Dinger in haar solo Still Life, One Song over ballingschap in relatie tot Rimah Jabr, een Palestijnse theatermaakster en schrijfster die is uitgeweken naar Toronto. Als lijn tussen beiden fungeren de geschriften van Palestijns denker en migrant Edward Said.

Ook scenograaf Jozef Wouters ging de dialoog met Jabr aan. Met Infini #5 toont hij een van zijn vele ‘onderhandelingen’ met ruimte in het theater. Hij vroeg Jabr naar haar fascinatie voor de tunnelruimte die de grenzen van Palestina in Gaza ondergraaft. Haar antwoorden en de decors van Wouters’ decoratelier creëren een confronterende liminale plek, zo efemeer als de tunnels zelf.

Een eigen stem

Performance opent stilaan een deur om in minder geformatteerde vormen na te denken

De tien jaren die KVS investeerde in Palestina, hebben vrucht afgeworpen. Zeker op het vlak van de performatieve kunsten. Hildegard De Vuyst vat samen: ‘Palestijnse makers hebben een eigen stem gevonden, weg van het klassieke Europese theater en losgezongen van het forumtheater in de lijn van Augusto Boal. In de plaats daarvan is bijvoorbeeld het Palestijns Circus gekomen, een vorm van fysiek, beeldend en muzikaal theater.’

Ook Radio No Frequency vindt De Vuyst een mooi voorbeeld: een soort online radioprogramma waarvoor elke maand een episode van een half uur wordt gemaakt, kritisch en online. ‘Ik vroeg Zina Zarour, een van de bedenkers, die al sinds 2008 in diverse projecten meewerkt, hoe er een live format van gemaakt kon worden. In Gent wordt samengewerkt met Tommigun-leden Kaat Arnaert en Thomas Devos. Ondertussen zijn die performances in Palestina heel populair aan het worden. Performance opent er stilaan een deur voor mensen om in minder geformatteerde vormen na te denken over iets op scène brengen.’

Radio No Frequency

Under Construction trekt niet één kaart, maar legt er vele op tafel. Naast een stevige brok performancekunst, een debat, lezingen, slam poetry en documentaires, trekken ook enkele tentoonstellingen de aandacht. Het werk van Nida Sinnokrot is letterlijk en figuurlijk een echte eye-opener. In de beslotenheid van de kleine exporuimte Kiosk in het KASK legt hij de bezoeker een wandeling in het duister op. Vijf installaties tonen samen Sinnokrots obsessie met de mechaniek van het beeld. Zijn strategie is er een van deconstructie, om te tonen hoe dominante verhalen worden verteld en andere verloren raken.

Zo laat hij de werking van het Maltezer kruis, dat de roulatie van een filmprojectie stuurt, interageren met de voetstappen van de toeschouwer in de ruimte. Het geweld dat in de manipulatieve reproductie van gemedieerde beelden zit, ligt volgens hem al besloten in de machinerie van de camera die het beeld produceert. Door in te grijpen in deze mechaniek manipuleert hij op zijn beurt de productie en receptie van een beeld. Een andere installatie laat met behulp van ventilatoren en micro’s de bladen van een onbeschreven boek driftig opwaaien, als een verhaal dat door geweld wordt gemanipuleerd en uitgeveegd.

Panter in Palestina

De meeste Palestijnen geloven niet langer in een Palestijnse staat.

Vele producties zijn letterlijk in progress, ‘under construction’. Hildegard De Vuyst noemt het ‘fragiel werk, in verschillende stadia van afwerking: soms toonmomenten, soms ook helemaal klaar’. Daarrond werd een basis van partnerschappen gelegd. De weelde van culturele spelers in Gent ziet zich weerspiegeld in het programma. Kunstencentrum Vooruit, kunstacademie KASK en Minard nemen het leeuwendeel van de programmatie op zich.

Maar evengoed kun je terecht in de huiskamer van verhalenverteller Frank Ostyn. Hij bracht een persoonlijke selectie van de Palestijnse diaspora in kaart door de wereld af te reizen op zoek naar Palestijnen ‘in het buitenland’. Op verschillende verdiepingen krijg je hun getuigenissen, die een volstrekt eigenzinnige kijk op de ‘kwestie’ geven. Niet alleen leer je dat er ondertussen meer Palestijnen buiten de Bezette Gebieden wonen dan erin, maar ook dat de meesten van hen niet langer geloven in een Palestijnse staat.

Dat defaitisme tegenover een Palestijnse staat is aan de winnende hand, bevestigt De Vuyst. ‘Niemand gelooft nog in een tweestatenoplossing. Het idee is veeleer dat er sowieso één staat komt, waarin Palestijnen zullen moeten vechten voor gelijke rechten.’ Die overtuiging lijkt ook de insteek van Eye On Palestine, een festival dat sinds 2010 de beeldvorming over Palestina en de Palestijnen voor het voetlicht brengt.

'George Jackson in the Sun of Palestine'

Op Under Construction krijgt Eye On Palestine drie dagen toebedeeld en kiest het voor de baseline 'towards convergence', waarin het de internationale solidariteit tussen burgerrechtenbewegingen, activisten en kunstenaars in de verf zet. Zo krijg je aan de hand van de literaire nalatenschap van Black Panther George Jackson een inkijk in de parallellen tussen de geschiedenis van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging en de historische strijd van de Palestijnen.

Daarmee krijgt de affiche ook een activistisch luik. Dat plaatst de beeldvorming over de Palestijnse zaak in een breder perspectief dan doorgaans het geval is in de westerse mainstream media. De Vuyst: ‘Palestijnen worden gezien als terroristen of slachtoffers, afhankelijk van het narratief waartoe ze behoren, maar op een bepaald moment heb je ook wel behoefte om jezelf op een andere manier gerepresenteerd te zien en iets anders te delen met de wereld.’

Een shift in narratief

Representatief vindt De Vuyst de solo van de choreograaf Yazan Ewidat, Running Away. ‘Hij is geëmigreerd en woont in Brussel – maar ‘weglopen’ is het ergste wat je kunt doen, de ergste vorm van verraad ten opzichte van je volk, dat in de eerste plaats eenheid wil en eist dat je blijft tot je erbij neervalt. Het staat je niet toe om je eigen leven vorm te geven. Zo slaagt Israël dus wonderwel in zijn opzet om de Palestijnse bevolking uit elkaar te spelen.’

'Running Away', Yazan Ewidat

‘Er is, zoals Dalia Taha zegt, een continu geweld dat de Palestijnen uit verband speelt en het sociale weefsel in hun gemeenschap volledig kapot maakt. Daardoor plooien mensen terug op bijvoorbeeld het kerngezin – wat volgens haar geen basis is voor een maatschappij. Daarnaast komt er nog eens een gigantisch wild kapitalisme binnen, dat individualisme extra bevestigt. Iedereen koopt een auto om zich dan gezamenlijk vast te rijden in het centrum van Ramallah. In zo’n maatschappij neemt een ongebreideld individualisme het over van de sociale verbanden, waardoor het sommigen niet meer aantrekt om daar te blijven leven. Mensen emigreren. Hun vlucht maakt deel uit van die etnische zuivering – ik parafraseer de Israëlische historicus Ilan Pappe – die in 1948 is ingezet en die tot op vandaag onverminderd doorgaat.’

Veel Palestijnen verlaten nog liever de Bezette Gebieden dan ervoor te blijven strijden.

Veel Palestijnen raken gedesillusioneerd door de uitzichtloosheid van de situatie en verlaten nog liever de Bezette Gebieden dan ervoor te blijven strijden. Tegenover de nationalistische kramp die menig land in de tang houdt, duikt echter ook steeds meer een ander narratief op: dat van de meervoudige identiteit, die inzet op de eigen kracht en de strijd wisselt voor een nieuw verhaal, buiten de traditionele verhoudingen om. Zoals een Chileense Palestijn in het verhalenproject van Frank Ostyn het verwoordt: ‘Ik denk dat de diaspora iets te zeggen heeft over het probleem en dat de Palestijnse Autoriteit ook naar ons moet luisteren. Ik denk dat de diaspora een deel van de oplossing voor het conflict kan zijn.’

Het narratief in de media en van de traditionele actoren in oppositie – de Palestijnse Autoriteit en de Israëlische overheid en bezettingspolitiek – is verstard. Door aan te sturen op deze Vlaams-Palestijnse samenwerking en ze ook te ondersteunen, lijken ook politieke vertegenwoordigers onbewust toe te geven dat de klassieke aanpak en communicatie stilaan uitverteld geraken.