Tussen boekenwijsheid en geleefde ervaring
Door Dulce Mendonça, op Fri Dec 19 2025 08:00:00 GMT+0000Ik wil alles weten. En dat wil ik nu. Dagelijks struin ik het internet af op zoek naar informatie. Ik zoek naar een onderwerp om me langer dan tien minuten in vast te bijten. Om me een leven lang in te verdiepen. Maar ik kan me niet ontdoen van de gedachte dat ‘Hoe meer ik weet, hoe meer ik weet dat ik niets weet’. Ik wil nú alles weten en ik háát het dat dat niet mogelijk is.
Verlangen naar goddelijke kennis is één ding. Het daartoe op een akkoordje gooien met de duivel is een ander. ‘Het doel heiligt de middelen’, moet Faust hebben gedacht. Weinig heilig is nochtans de manier waarop theater arsenaal, DE MAAN en deCompagnie dit repertoire nieuw leven inblazen. Goethe zou de legende van Faust hebben leren kennen tijdens een poppenkastvoorstelling. Een eerste ontmoeting die zo’n grote indruk maakte dat het personage van Faust uiteindelijk de basis vormde voor Goethes levenswerk. Door Faust op het podium te brengen als komisch poppentheater maken de Vlaamse gezelschappen de cirkel rond.
Terwijl het publiek binnenstroomt, is de cast nog druk met elkaar in overleg onder een gedimd paars licht. Een ongedwongen, gezellige sfeer primeert. Het decor bestaat uit de ramen, muren en trappen van een huis, maar of we ons binnen of buiten bevinden is nog niet duidelijk. Een klein orkest vormt een van de muren, zo je wil.
De manier waarop Faust gebukt gaat onder haar drang naar kennis valt tussen prettig- en pijnlijk-herkenbaar, net als de onmogelijkheid om haar wens tot alles-weten te verwezenlijken.
We transformeren in vliegen op de muur tijdens een discussie tussen God (Greet Jacobs) en Mefistofeles (Joris Van den Brande), de duivel. Beiden willen hun gelijk halen wat betreft de menselijke capaciteit om goed en kwaad van elkaar te onderscheiden. Mefistofeles is er rotsvast van overtuigd Faust van het rechte pad af te kunnen halen, krijgt daartoe van God carte blanche en zakt af naar de aarde. Hier maken we kennis met een prachtige dokter Faust-pop. Ze heeft een poppenhoofd, poppenhanden en het mensenlichaam van Ariane van Vliet, die haar doorheen de voorstelling manipuleert.
De poppen komen en ze blijven komen. Overdaad schaadt, maar hier niet. Het brave Geertje (een verwijzing naar het onschuldige, naïeve personage Gretchen), diens familie en een student die op zijn eentje een fanclub vormt voor dokter Faust betreden allemaal het podium in een nieuwe en verrassende poppengedaante. Het absurdistische hoogtepunt – zonder enige link met de plot – komt wanneer Koen de Graeve in de gedaante van een twaalfvingerige darm mét gitaar het muzikale intermezzo van de show mag verzorgen.
Vapende duivel
De relevantie en luchtigheid waarmee het verhaal van Faust hier wordt gebracht blazen een frisse wind door de canon. Ik voel me aangesproken als Gen Z-er maar vooral als mens, en dat komt niet alleen door het integreren van een vapende duivel. De manier waarop Faust gebukt gaat onder haar drang naar kennis valt tussen prettig- en pijnlijk-herkenbaar, net als de onmogelijkheid om haar wens tot alles-weten te verwezenlijken.
Ik heb ‘t al gestudeerd,
maar ik ben nog steeds, arme dwaas,
zo wijs als in ’t begin helaas.
(...)
Waarom is er iets in plaats van niets
Welk geheim schuilt achter dit alles?
Welke logica zit achter deze waanzin?
Er hangt een dikke laag nevel rond de definitie van dat goede en dat kwade waar hel en hemel hun spelletje op baseren. Wanneer geponeerd wordt ‘Een mens, hoe stom ook, weet wat kwaad is en goed’, is dat buiten de toeschouwer van deze voorstelling gerekend. Toch slaan de makers de bal niet mis. Eerder dan om boekenwijsheid gaat het om levenservaring: om te weten te komen wat goed of slecht is, ben ik verplicht deels op mijn gevoel af te gaan. Misschien is het juist daar, in dat ongrijpbare, waar Faust, met al haar geleefde ervaring en boekenwijsheid, in tekortschiet.
Sommige vragen blijven eeuwig in de lucht hangen, behoeven geen antwoord of vervliegen tijdelijk om daarna in vol ornaat weer de kop op te steken, soms wanneer je het het minst verwacht. Dit wil ik vasthouden, maar wanneer de lichten uitgaan voel ik de hele voorstelling uit mijn handen glippen.
Alles wat is, gaat ook weer voorbij.
Alles wat is, gaat ook weer voorbij.
Alles wat is, gaat ook weer voorbij.