Topical Dancer: artistieke zorgeloosheid, sociale zorg

Door Tijl Nuyts, op Mon Nov 28 2022 23:00:00 GMT+0000

Kan (mag?) serieuze maatschappijkritiek ook dansbaar zijn? Charlotte Adigéry en Bolis Pupul lijken er met hun debuutalbum Topical Dancer alleszins op te mikken. In een gepolariseerd debatklimaat waarbij aanhangers van de 'vrije meningsuiting' en 'moraalridders' elkaar voortdurend de maat nemen, klinkt hun geluid zonder meer verfrissend.

Op het coverbeeld van Topical Dancer (2022) lijken Charlotte Adigéry en Bolis Pupul met handen en voeten gebonden. Letterlijk aan elkaar, door middel van surrealistisch aandoende, langgerekte en versmolten ledematen, maar figuurlijk misschien ook wel door de op het eerste gezicht beperkende invalshoek van het album. In zowat elk interview geeft het Gentse duo aan dat het zich expliciet tot doel stelde uitsluitend actuele onderwerpen te behandelen. Van racisme en misogynie tot politieke correctheid en (post)kolonialisme, van zelfzorg en seksuele vrijheid tot cancelcultuur en culturele commodificatie: ze passeren allemaal de revue. Maar de albumtitel en het coverbeeld geven eveneens aan dat Adigéry en Pupul die thema’s op zo’n speelse manier willen behandelen dat de luisteraar onvermijdelijk aan het dansen slaat.

Adigéry en Pupul lijken zich tegelijk in the schrijven in én te onttrekken aan een tendens die zich de laatste jaren in de kunsten laat gelden. Zoals de Amerikaanse auteur Maggie Nelson vaststelt in On Freedom: Four Songs of Care and Constraint (2021), heeft een aesthetics of shock – die het publiek met choquerende kunstwerken wilde verrassen, verstoren en finaal bevrijden – recent plaats geruimd voor een aesthetics of care – die erop gericht is om het publiek bij te staan in een maatschappelijk helingsproces, rekening houdend met de gevoeligheden en trauma’s van kijkers, luisteraars en lezers. Dergelijke zorgzame kunst laat schandaal en polemiek links liggen en wil mensen samenbrengen in een veilige ruimte waar mentaal welzijn, wederzijds begrip en zingeving centraal staan. Maar wordt kunst – die, zoals Nelson stelt, toch van oudsher bekend staat als ‘a place to engage in open-ended experiments with extremity, wildness, satire, defiance, taboo, beauty and absurdity’ – op die manier niet al te voorzichtig en voorspelbaar? Dwingt ze zichzelf in een dwangbuis door het welzijn van het publiek voorop te stellen? Is ze nog wel vrij?

Albumcover Topical Dancer

Door de focus op zorg lijkt Topical Dancer aan te haken bij recente Belgische muziekprojecten zoals Stromae’s Multitude (2022) en IKRAAAN’s Geestelijke gezondheidszorg (2022). Maar waar Stromae laat verstaan dat hij experimenteerdrift liever uit de weg gaat (‘L’experimental, c’est pas trop ma tasse de thé’) en de muziek van IKRAAAN (voorlopig nog) voornamelijk in een Nederlandstalige niche wordt gesavoureerd, brengen Adigéry en Pupul op Topical Dancer een ‘open-ended experiment’ in de praktijk dat ook een internationaal publiek weet te bekoren.

Humor als gespreksopener

‘I just really appreciate how you engage with colonialism and race with this unsparing wit.’ Tijdens een optreden in Seattle op de Amerikaanse radio KEXP toonde host Larry Mizell Jr. zich gecharmeerd: ‘That really is what gets it through. Race is like our original sin in the States; we talk about it all the time – but not always in a way that feels as witty as you guys engage with it. It really touches my heart.’ Dat hun werk zo’n gevoelige snaar zou raken in de Verenigde Staten hadden Adigéry en Pupul niet verwacht; aanvankelijk vreesden ze dat hun satirische houding niet gewaardeerd zou worden in een land waar het publieke debat zo verkokerd is. Toch bleken hun nummers danig op de lachspieren van het publiek te werken.

Adigéry en Pupul lijken zich tegelijk in te schrijven in én te onttrekken aan een tendens die zich de laatste jaren in de kunsten laat gelden.

De humoristische insteek van het duo laat zich onder meer voelen in het refrein van het nummer ‘Blenda’, de tweede single van de plaat. Daarin laat Adigéry het gebod 'Go back to your country where you belong’ – een equivalent van de in Vlaanderen vaak gehoorde slagzin ‘Ga terug naar uw land!’ – meteen volgen door een vraag aan Apple’s spraakassistent: ‘Siri, can you tell me where I belong?’ Dit is humor die schuurt. De verwijzing naar een door heel wat Belgen gedeelde traumatische ervaring – ook door Adigéry en Pupul, met hun respectievelijk Caraïbische en Chinees-Belgische roots – is op zich al pijnlijk. Het catchy refrein wringt nog meer omdat het erom vráágt meegezongen te worden. Wanneer je de twee regels meelipt, neem je onvermijdelijk twee perspectieven in: dat van de xenofobe roeper en van het beoogde mikpunt. Dat brengt een schok teweeg bij de meezingende luisteraar of concertganger. Toen een journaliste tijdens een interview aangaf dat ze het ongemakkelijk vond om op het refrein te dansen, reageerde Adigéry: ‘Het is niet erg dat het soms wat raar is. Het is iets waar we door moeten. Misschien kan het er juist voor zorgen dat de dingen voorgoed veranderen.’

Uit ‘Blenda’ blijkt dat het gesprek dat Adigéry en Pupul op gang willen brengen iedereen aanbelangt. In de backing vocals maakt Adigéry duidelijk dat haar aanwezigheid op een plek waar ze zogenaamd niet thuishoort te wijten is aan de erfenis van het kolonialisme:‘I am here/‘cause you were here’. Een diepgaand en maatschappijbreed gesprek over hoe we vandaag de dag willen samenleven dringt zich op. Op het nummer ‘Esperanto’ laten Adigéry en Pupul alvast op hilarische wijze zien hoe dat gesprek niet moet worden gevoerd. Geïnspireerd door het essay ‘The Problem with Cancel Culture’ van de Nigeriaans-Britse cultuurcritica Ayishat Akanbi dicteert Adigéry de luisteraar wat die vandaag de dag al dan niet hoort te zeggen:

Don’t say ‘But where are you really from?’
Say ‘I don’t see colour’
Don’t say ‘Nice pair’
Say ‘I love the symmetry of you’
Don’t say ‘But I’m allowed to say that because I grew up in a black neighbourhood’
Say ‘My n...eighbour’
Don’t say ‘You speak my language surprisingly well’
Say ‘Do you speak Esperanto?’
Don’t say ‘Only a man is fit for this job’
Say ‘At least you tried, Karen’
Don’t say ‘I would like a black Americano’
Say ‘I’ll have an African American please’
Don’t say ‘White people can’t dance’
Say ‘Tom marches to the beat of a different drum’
Don’t say ‘So you’re from China, do you know my friend Hiro?'
Say ‘You must be blind not to see the difference’
Don’t say ‘We need to build a wall'
Say ‘I’m a world citizen, I don’t believe in borders’

Op een speelse manier legt deze strofe de ambiguïteit van bepaalde politiek correcte omgangsvormen bloot. Net als het Esperanto, de kunsttaal die eind 19de eeuw werd ontworpen om mensen uit verschillende culturen op gelijke voet met elkaar te helpen communiceren, schieten die soms hun doel voorbij. Dergelijke puur vormelijke codes verhullen de ‘empty empathy’ van bepaalde gesprekspartners, zo fluistert Adigéry in de bridge, en dienen vaak als façade: ‘Are you as open-minded behind closed doors?’ Volgens Adigéry maken al te rigide spreekinstructies het gesprek onmogelijk. In navolging van muzikanten als Tierra Whack, Busta Rhymes en Missy Elliot zien Adigéry en Pupul humor als een meer geschikte gespreksopener.

Een open gesprek voeren is niet alleen het doel van Topical Dancer, het ligt er ook aan ten grondslag. Het maakproces van het album wortelt in dagelijkse conversaties waarin Adigéry en Pupul hun eigen welzijn en dat van hun omgeving met elkaar bespraken. Dat dergelijke gesprekken als de ruggengraat van het album fungeren, is wellicht het duidelijkst zichtbaar in het nummer ‘Ich Mwen’. Daarin gaat het duo in dialoog met Adigéry’s moeder Christiane, een in Martinique geboren muzikante. In gespiegelde refreinen stellen beide Adigéry’s elkaar indringende vragen:

[Christiane:] Être enfant pour toi
Ça veut dire quoi? Ça veut dire quoi?
[Charlotte:] J’utilise les outils
Que tu m’as transmis
[Christiane:] Être femme pour toi
Ça veut dire quoi?
[Charlotte:] Suivre ma voie, V.O.I.E
Suivre ma voix, V.O.I.X
[Charlotte:] Être mère pour toi
Ça veut dire quoi?
[Christiane:] Tiens, je n’y avais jamais pensé
J’ai simplement fait
[Charlotte:] Être femme pour toi
Ça veut dire quoi?
[Christiane:] Suivre ma voie, V.O.I.E
Suivre ma voix, V.O.I.X

In het lied geven moeder en dochter elkaar levensadvies, inclusief creools gezongen aanbevelingen als ‘Enmen kow kon ou enmen tout moun’ (‘Hou van jezelf zoals je van iedereen houdt’) en ‘Fè sa ou ka senti ki bon baw' (‘Doe dat waar je je goed bij voelt’). De song eindigt met een interventie van Pupul, die Christiane voorzichtig vraagt of ze iets positiefs over zichzelf kan vertellen, gevolgd door haar krachtige repliek: ‘De positif de moi-même?/ Putain, mais j’ai des couilles, hein!’ Door dergelijke uitwisselingen bieden Adigéry en Pupul een muzikaal model voor hoe we vandaag de dag een open gesprek kunnen aangaan. De uitdaging is dan om de vertaalslag te maken van een intieme intergenerationele uitwisseling tussen familieleden en vrienden naar een breder maatschappelijk gesprek.

Muzikale speeltuin meets maatschappelijk sérieux

De Q&A tussen moeder en kind die in ‘Ich Mwen’ wordt uitgerold, laat mooi zien hoe Adigéry en Pupul op Topical Dancer te werk gaan: in elke song bakenen ze voor zichzelf een speeltuin af waarbinnen ze als kinderen losgehen. Rond die speeltuin bouwen Adigéry en Pupul echter ook een omheining, want tijdens het schrijfproces leggen ze zichzelf creative constraints op: formele beperkingen die hun verbeeldingskracht triggeren. Juist door de muzikale mogelijkheden te begrenzen, kan een eigen geluid ontstaan.

Zo is het housenummer ‘Haha’ volledig gebaseerd op een lachsample van Adigéry. De door Pupul digitaal gemanipuleerde lach nodigt de luisteraar uit om de glijdende schaal tussen uitzinnige vrolijkheid en diepe tristesse te verkennen, waarbij het geschater geleidelijk overgaat in een snotterige huilbui. Binnen de grenzen van één lach ontvouwt zich een arsenaal aan mogelijke emoties. Het door een pompende baslijn ondersteunde ‘Ceci n’est pas un cliché’ is dan weer volledig opgebouwd uit belegen popclichés: het brouwt een hilarische collage met tekstuele ready-mades als ‘You’re cold as ice/I wanna make you feel real nice’ en ‘Let’s dance thе night away/We’ll be cruising on the highway’. Samen met de video, die een reeks van korrelige vignetten vol voorgekauwde camerahoeken en kostuums serveert, nodigt de song uit tot reflectie over het gebruik van muzikale stereotypen in de muziekindustrie. Toen Adigéry en Pupul aan hun eclectische project begonnen, identificeerden bepaalde journalisten hun stijl gemakshalve als ‘neosoul’, een genrecategorie die wel vaker wordt bovengehaald voor muziek van zwarte vrouwen. Die classificatie is echter net zo absurd als de clichés die Adigéry en Pupul met een verwijzing naar de Belgische surrealist René Magritte laten weerklinken.

Dat Adigéry en Pupul dergelijk surrealisme met invoelbaarheid weten te combineren, komt misschien wel het mooist tot uiting in ‘Making Sense Stop’. Met een knipoog naar de concertfilm Stop Making Sense van Talking Heads verknipt Adigéry de woorden van de eerste strofe tot nieuwe verzen vol vrolijke nonsens:

Time to say goodbye
And let the words flow
Embrace the silence
It’s all said and done
You need to welcome your intuition
Make room for your own subconscious mind
The liberty of saying nothing
But also really meaning it
Words are my refuge
Silence is scary
But it is time to stop making sense
Welcome your words and your intuition
To own thе silence and say goodbye
My room for rеfuge is really scary
But also meaning to embrace time
Is liberty the voice of nothing?
Done saying words
Make silence flow
Said the subconscious
And let it need you
So it is time to stop making sense
Nothing is conscious, your need for refuge
Sublet your room
To your scary voice
The words go by to done
Said the silence
Let time say embrace
And the and all
The off but le-li say all meaning
My is is king, buring so ning
(Ning bur so ning)
Time let the done to
Your in for voice it
Decision it is: stop making sense

‘Making Sense Stop’ werd geboren uit een writer’s block van Adigéry, die verlamd raakte door de zwaarte van de maatschappelijke thema’s die ze op Topical Dancer verkende. De cut-uptechniek van de Amerikaanse beatschrijver William Burroughs bood een uitweg om intuïtiever met het songschrijven om te springen. Onder het adagium ‘Make room for your subconscious voice’ praktiseert het duo een popversie van de zoektocht naar de vrijheid van het onderbewuste zoals surrealistische kunstenaars die vanaf de jaren 1920 met gelijkaardige technieken ondernamen.

Onbevangenheid versus bewustzijn

Kinderlijke zorgeloosheid en zorgzaamheid gaan hand in hand op Topical Dancer. De muziek van het nummer ‘It hit me’ is het resultaat van kinderlijk spelplezier, zo verklapte Bolis Pupul aan De Standaard; de aanstekelijke electrobeat kwam voort uit ‘twintig minuten draaien aan de knopjes van een drumcomputer’. Tekstueel belicht ‘It hit me’ echter een heel andere kant van de kindertijd. Het coming of age-nummer focust op de manier waarop Adigéry en Pupul hun jeugdige onschuld verloren. Waar die beleving in Pupuls strofen – zijn seksueel ontwaken werd getriggerd door een liefdesbrief – iets schattigs heeft, blijkt Adigéry’s ervaring een stuk ingrijpender. Met een high-pitched kinderstem vertelt ze hoe ze als kortgerokte dertienjarige aanvankelijk niet begreep waarom ze door mannen werd nagefloten aan de bushalte: ‘They looked hungry and proud/ A combination I just didn’t comprehend/ Until suddenly/ It hit me/ Hit me/ Suddenly/ It hit me’. Die bewustwording gaat gepaard met een verandering in Adigéry’s stem: de hoge stem zakt enkele octaven wanneer ze beseft dat mannen haar niet langer zien als een kind, maar als een vrouwelijk lustobject waarop ze hun fantasieën kunnen projecteren.

Als je het catchy refrein van 'Blenda' meelipt, neem je onvermijdelijk twee perspectieven in: dat van de xenofobe roeper en van het beoogde mikpunt.

Elders op de plaat eist Adigéry de ongebreidelde onbevangenheid terug op die haar als kind werd ontnomen. Op het nummer ‘Reappropriate’ linkt ze haar ervaringen aan die van andere meisjes en vrouwen: ‘Reappropriate your sexuality/ Accept and celebrate your sensuality/ The broken child in you, celebrate your sensuality/ The broken child in you, you set her free/Reclaim your womanhood by saying what you need’. Het muzikale project van Adigéry en Pupul maakt ook ruimte voor andere vormen van toe-eigening. Zo baseerde Bolis Pupul, die als Boris Zeebroek werd geboren, de voornaam van zijn pseudoniem op een racistische grap – haha, Aziaten zeggen ‘l’ in plaats van ‘r’! – als een vorm van zelfrelativering. (De familienaam ‘Pupul’ was dan weer een koosnaam die zijn vader, cartoonist en comedian Luc Zeebroek a.k.a. Kamagurka, hem toebedeelde). Met Topical Dancer schenken Pupul en Adigéry zichzelf en anderen een vrijplaats waar alle lichamen opnieuw als kinderen kunnen dansen, onbekommerd, maar zich desondanks sterk bewust van maatschappelijke uitdagingen.

Die dubbelheid laat zich ook voelen in de controle over het metadiscours dat Adigéry en Pupul rond hun album ontwikkelen. In zowat elk interview benadrukken ze dat ze hun luisteraars niet met de vinger willen wijzen, maar door humor willen doen nadenken. De speels-satirische grondtoon van Topical Dancer bevestigt dat voornemen, maar de nadruk op het niet-moraliserende karakter van hun muziekproject lijkt Adigéry en Pupul toch ook te moeten vrijwaren van een statuut als killjoys. Hoewel ze zowel live als op de plaat erg vrij lijken, voelen ze blijkbaar toch de nood om hun werk te verantwoorden. Dat vertelt minder over hun artistieke positionering dan over het verkrampte maatschappelijk-cultureel klimaat waarin ze opereren.

Hoop voor de toekomst

In de teksten van Topical Dancer zijn ze nergens te bekennen, maar in videoclips en in het artwork van het album zijn ze all over the place; zwevend over het scherm of rustend in een nest, onaangeroerd in de schaal of lillend als dooiers in een bord: eieren vormen een prominent motief in het zorgende muziek- project van Adigéry en Pupul. Het duo ziet hun gehele plaat immers als een tijdscapsule in de vorm van een ei: ‘Een vehikel dat we helemaal volstoppen met allerlei thema’s en onderwerpen waar wij tegenwoordig mee begaan zijn.’ Dat ei, dat een broos beeld van de tijdsgeest biedt, vormt de creative constraint die het hele album omsluit. Als symbool van vruchtbaarheid, verrijzenis en transformatie draagt het de belofte in zich van een nieuw, beginnend leven. Hun boodschap aan toekomstige generaties wortelt in het 21ste-eeuwse heden, maar ook in het verleden dat vandaag nog steeds zijn sporen nalaat, zoals de erfenis van de kolonisatie van Congo. Met hun album slaan Adigéry en Pupul niet alleen een wig in het collectieve geheugen, maar bouwen ze ook een ruimte waar plaats is om het heden te helen en te zorgen voor de toekomst.

Zowel op het album als live bedrijven Adigéry en Pupul een vorm van wat je muzikale maieutiek zou kunnen noemen.

Dat maakt Adigéry heel concreet door hoogzwanger te poseren op de albumcover en door zich tijdens de promocampagne van Topical Dancer te laten interviewen met baby Rocco – die kort voor de release van het album geboren werd – op schoot. Het kind staat voor hoop. In interviews geeft Adigéry aan dat ze ervan overtuigd is dat haar zoon een jeugd zal beleven waarin het racisme dat op de plaat aan de kaak wordt gesteld een minder prominente factor zal zijn: ‘I think the generation of my son will be completely different already.’ Die verwijzingen naar intergenerationele zorg vormen een constante. Zowel op het album als live bedrijven Adigéry en Pupul een vorm van wat je muzikale maieutiek zou kunnen noemen: als verloskundigen proberen ze via hun songs een moeilijk gesprek op gang brengen dat de belofte op maatschappelijk herstel in zich draagt.

In Freedom: Four Songs of Care and Constraint noteert Maggie Nelson: ‘When we make art (as when we mother), we often don’t know what we are doing.’ Zolang we geen vat hebben op wat we precies aan het doen zijn, kunnen we hoopvol blijven dansen binnen de contouren van de speeltuin die Adigéry en Pupul hebben uitgetekend. Binnen het muzikale en maatschappelijk omarmende kader dat ze met hun album bieden, is misschien niet alles, maar wel heel veel mogelijk. Op hun debuutplaat laten Charlotte Adigéry en Bolis Pupul zien dat kunst vandaag een zorgzame vrijplaats kan zijn waar zowel maatschap- pelijke heling en hechting als artistieke ontregeling en onrust vaste waarden vormen. Topical Dancer biedt een bevrijdende luisterervaring die uitnodigt om complexe maatschappelijke gesprekken op een andere manier te voeren: vrolijker, minder verkrampt, meer vanuit de heupen.