Tocht: een nieuwe visie voor Het TheaterFestival?

Door Redactie rekto:verso, op Wed Oct 25 2017 22:00:00 GMT+0000

Op uitnodiging van en in dialoog met Het TheaterFestival en Rekto:Verso onderzochten verschillende kunststudenten wat (de selectie van) Het TheaterFestival over het hedendaagse theaterlandschap leert. Waarvan is Het TheaterFestival een weerspiegeling en wat vinden zij daarvan? Met 'Tocht', een laboratorium voor performatieve reflectie en kritiek, zochten zij naar antwoorden. Lees en kijk hier hun grote einddebat.


JANA: Ok maar, het allereerste dat we moeten weten als we het TheaterFestival willen evalueren, is toch voor wie het bedoeld is?

JONATHAN: Hé, wat?

JANA: Je kan alleen weten of iets slaagt in zijn opzet als je weet voor wie of wat het is bedoeld.

MITCH: Voor wie is het dan bedoeld?

IRIS: Voor wie is wat bedoeld?

JONATHAN: Het TheaterFestival.

MITCH: Er wordt wel eens geklaagd.

IRIS: Waarover?

MITCH: Dat het alleen voor de sector zou zijn.

IRIS: Welke sector?

MITCH: De theatersector.

JANA: Kan iemand Martha binnenhalen? We gaan beginnen.

Martha wordt binnengehaald.

JANA: Je hebt tekst.

MARTHA: Ahja. Het begint al met klagen. Drie mensen die klagen.

JONATHAN: De states?

BAS: Ik vond nou niet dat dat zo klagerig was.

MARTHA: Jawel, 10 dagen klagen, over vanalles. Over geld. Over politiek. Over macht Over man. Over vrouw Over kleur. Over dat we niet genoeg. Of juist teveel. Of te grappig . Of te ironisch. Of te serieus.

BAS: Nu moet je niet zelf beginnen klagen.

JONATHAN: Waar gaat dit gesprek heen?

JANA: Nu moeten we niet gaan doen alsof we nog niet weten waar we naartoe willen.

MITCH: Maar dat is theater. Doen alsof je nog niet weet waar je naartoe gaat.

JONATHAN: Maar waar gaan we naartoe?

Iris leest laatste zin voor.

MITCH: Het TheaterFestival kan ook een plek zijn waar de sector zichzelf viert. Zich van zijn beste kant laat zien.

BAS: Toch zijn die States aan het begin niet altijd even lovend of optimistisch.

IRIS: Nee.

MITCH: Dat is misschien wel iets goeds. Dat het TheaterFestival bedoeld is voor de sector, om die te verbeteren. Dingen in vraag te stellen. En dan is het misschien niet zo heel erg dat we onszelf naar buiten toe vieren. We liggen naar buiten toe al zo onder vuur. Moeten onszelf voortdurend verantwoorden. We mogen onszelf er dan wel af en toe eens aan herinneren wat er zo mooi is aan theater. Onszelf bekritiseren en bejubelen. Naar binnen, naar buiten. Ook voor het publiek.

MARTHA: Maar waarom moet het altijd kritisch zijn? Het TheaterFestival is er voor het publiek. Het geeft de mogelijkheid om straf theater te zien of opnieuw te zien. Of het biedt de mogelijkheid om via een ‘best of’ zin te krijgen in meer. Nieuwe mensen naar de zalen.

JANA: Nieuwe mensen, nieuwe mensen, als je niet de nieuwsbrief krijgt of ‘vrienden bent van’ is alles al uitverkocht voor je er erg in hebt.

JONATHAN: Of voor je loon weer is gestort.

MARTHA: Maar waarom willen we nieuwe mensen in de zalen als ze al vol zitten zonder?

MITCH: Maar ze zitten ook alleen maar vol vanwege het festival. Doorheen het seizoen is dat natuurlijk niet het geval.

JANA Ja, maar het probleem is vooral dat het altijd dezelfde mensen zijn. En dat is hier op het festival ook zo.

JONATHAN: Ok, maar waarom hebben theatermensen de neiging iedereen te willen bereiken? Waarom zijn ze niet tevreden met theaterpubliek?

MENZO: Mijn buurman gaat naar de voetbal, ik naar het theater, en ik zou het maar vreemd vinden moest mijn buurman zich er zorgen over maken dat ik nooit naar de voetbal ga.

MITCH: Theater is anders dan sport.

MENZO: Waarom?

MITCH: Omdat theater een belangrijke maatschappelijke functie heeft.

MENZO: Welke?

IRIS: Het is een spel waarvan de regels niet duidelijk zijn afgebakend, waarvan het doel er deels uit bestaat om de regels te overtreden, te veranderen, op het spel te zetten, te bevragen. De regels van het theater, de regels van de samenleving.

BAS: Het spreekt. Het vertelt. En aangezien waarden en normen - moet ik dit echt zeggen?

MITCH Het is toch schoon?

BAS (ironisch): – aangezien waarden en normen alleen maar vertellingen zijn, kunnen nieuwe vertellingen de oude vervangen. Verbeteren.

JANA: Stop eens met die ironie. Theater kan echt een blik doen veranderen.

BAS: Maar dat doet het niet.

MITCH: Nee? Waarom niet?

BAS: Omdat het belangrijkste doel vandaag voor het festival ‘publieksvriendelijkheid’ is, en dat het daardoor alleen maar bevestigt wat het bestaande theaterpubliek graag ziet.

MARTHA: Maar dat is toch niet zo erg, als er een kritische stem zit in de contextprogrammatie.

JANA: Randprogrammatie.

MARTHA: Contextprogrammatie.

JANA: Nee, ze willen het wel zo noemen, maar context ligt onder alles, beïnvloedt alles. Onze kritiek mag de zalen niet betreden, we mogen op geen enkele manier de blik van het publiek op de voorstelling veranderen. De kritiek zit nu echt niet in de context, maar in de rand. Goede bedoelingen zijn er misschien wel, maar uiteindelijk zitten wij nog in de rand.

JONATHAN: Er is nauwelijks kritiek, en als ze er al is, zeker niet in de selectie. Hooguit in de rand.

MARTHA: Waarom is het zo erg dat de selectie in de eerste plaats publieksvriendelijk is? Als het TheaterFestival al geen ‘best of’ mag zijn, welk festival kan die functie dan wel hebben?

JONATHAN: Maar is die functie wenselijk?

JANA: Is die functie mogelijk?

MARTHA: Genereus zijn naar een publiek? Ja, dat is mogelijk.

MITCH: Maar welk publiek. Het bestaande publiek. Een hele hoop mensen worden niet eens als mogelijk publiek gezien. Als je aan de overkant van het kanaal de weg vraagt naar het kaaitheater dan weten ze niet eens wat dat is.

MENZO: Ja, en genereus betekent voor mij niet hetzelfde als voor iemand anders.

MARTHA: En dan komen we terug bij: is dat erg? Moet iedereen de theaterzalen worden binnengehaald?

IRIS: Wel. We hadden het over de verschillende mogelijke functies van een Festival over Theater: Mensen de kans geven heel goede voorstellingen -opnieuw- te bekijken. Mensen die niet vaak naar het theater gaan warm maken voor theater door ze naar een ‘best of’ te laten gaan kijken.

JONATHAN: Een ‘best-of’, een soort snoepjeswinkel waar je mag proeven, een wijnproeverijcursus, een…

IRIS: Is het belangrijk om mensen die niet vaak naar het theater gaan warm te maken voor het theater? Nee? Dan moeten we ons geen zorgen maken over publieksvriendelijkheid. Behalve financieel. Ja? Ja, als we geloven in de emancipatorische kracht van theater. Of de pedagogische. De maatschappelijk relevante. Maar dan moet er in het theater wel duidelijk een verhouding zijn tot de maatschappij.

BAS: En zeker in Het TheaterFestival. Want als we theater al belangwekkend noemen, wat dan met het Festival, dat zichzelf onder de noemer meest belangwekkende steekt?

MARTHA: Het festival noemt zichzelf niet het meest belangwekkende.

JANA: Maar dat is precies het probleem! Is het festival een verzameling van belangwekkend theater? Of een belangwekkende verzameling theater?

MENZO: Wacht, wat?

JONATHAN: Gelijk in onze enquête, een verzameling van belangwekkend theater, of een belangwekkende verzameling theater, dat weet je toch?

MENZO: Ik moest toch zorgen dat je het even herhaalde, wij weten wel waarover we het hebben, maar het publiek...

IRIS: Het stond toch in die enquête.

MENZO: Denk je dat iedereen die enquête heeft gezien?

JANA: Ok, dus. Geven we opnieuw aandacht aan dingen die tijdens het jaar veel aandacht kregen? Of geven we aandacht aan dingen die wij belangrijk vinden maar die te weinig aandacht hebben gehad? Of zijn er belangrijke dingen die moeten gebeuren, die wij HIER en NU in dit festival aandacht geven?

JONATHAN: Nu is het dat eerste.

JANA: En wat zou het moeten zijn?

JONATHAN: Volgens mij?

JANA: Ja.

JONATHAN: Dat laatste.

MARTHA: Vinden we dat allemaal?

MENZO staat op. Hebben we die enquête hier ergens liggen?

MARTHA: Je kan ook naar de pareltjes kijken.

MITCH legt aan het publiek uit wat de enquêtes zijn. IRIS deelt enquêtes uit.

MENZO: Ok, het is fifty-fifty tussen ‘verzameling van belangwekkend theater’ en ‘belangwekkende verzameling theater’.

JANA: Ja, maar wij hebben wel allemaal ‘belangwekkende verzameling theater’ aangeduid. Toch?

Iedereen stemt in.

JANA: Waarom? Wijst naar MITCH.

MARTHA: Volgens mij?

BAS: Ja.

MARTHA: Omdat ‘Festival’ me een mooie gelegenheid lijkt om boven ‘Theater’ uit te stijgen. Om voorbij ‘Theater’ te gaan.

BAS: En wat betekent dat dan? Wat doen we dan, in dat uitstijgen?

IRIS: Dat betekent dat we onderzoeken wat theater betekent. Kan betekenen. Zou kunnen betekenen. Moet betekenen. Bijvoorbeeld. De meeste theatermensen zijn nogal gevoelig voor bepaalde maatschappelijke onderwerpen. De meeste theatermensen zijn het over bepaalde maatschappelijke onderwerpen wel eens.

JONATHAN (naar publiek): Roep als je niet akkoord bent: Diversiteit moet worden omarmd. Niet alles moet worden uitgedacht in termen van economisch rendement. Trump is verschrikkelijk. Oorlog is stom. Vluchtelingen zijn best welkom. Klimaatopwarming bestaat. Er moet iets worden gedaan aan klimaatopwarming. Kunst is belangrijk. Cultuur is belangrijk. Onderwijs is belangrijk. Zorg is belangrijk.

IRIS: De mensen in het theater verhouden zich buiten het theater tot die bepaalde maatschappelijke onderwerpen. De mensen in het theater verhouden zich vaak niet in hun theater tot die bepaalde maatschappelijke onderwerpen.

JANA: Neem bijvoorbeeld heel die hetze rond Risjaar Drei en vrouwonvriendelijkheid, om maar iets te noemen he. Alle makers en spelers ervan zijn het er waarschijnlijk wel over eens dat mannen en vrouwen gelijk zijn, maar dat blijkt totaal niet uit de voorstelling.

IRIS: Ik verstond echt niets van die voorstelling, Jana zei dat ze af en toe keek naar de Franse boventiteling, maar daar kan ik natuurlijk helemaal niets mee.

MARTHA: Maar is het nodig dat theater politiek is? Kunst is een bemiddelde vorm. Kunst hoeft juist niet direct te gaan over de wereld. Hoeft geen representatie te zijn van de wereld. Staat recht. En juist dáárin schuilt haar reflectieve kracht.

JONATHAN: Het is onmogelijk om apolitiek te zijn.

JANA: We zijn het er toch al lang over eens dat theater niet niet-politiek kan zijn. Al is het maar omdat de keuze om niet-politiek te zijn er één is die je alleen kan maken als je zelf de norm bent. Een zwarte Hamlet is politiek. Een vrouwelijke Hamlet is politiek. En daarom is een witte mannelijke Hamlet ook politiek. Want je kan niet als enige niet-politiek zijn.

MITCH: Ik ben een blanke man, en omdat ik het mij als enige kan permitteren apolitiek te zijn, kan ik het mij niet permitteren.

JONATHAN: Die zin hadden we eruit gehaald.

MITCH: Ja, maar ik wou hem toch zeggen. Iemand zei dat laatst tegen mij. En ik ben daar nog kei lang aan blijven denken. Ik kan wel gemakkelijk praten, ik heb hier alle voordelen. Ik voel mij in een hoekje geduwd. Ik wil geen blanke man van middelbare leeftijd worden.

MENZO: En dat is precies waarom er zoveel boze blanke mannen van middelbare leeftijd zijn.

JANA: Maar we hebben het over theater. He, even terug naar de zaak. Politiek theater.

MITCH: Ja maar zeg, dat is wat in mijn tekst staat. (Naar publiek.) Dat staat er ook in.

MARTHA: Ja, maar er is wel een verschil tussen politiek zijn omdat het niet mogelijk is dat niet te zijn, of duidelijk en bewust een politieke agenda hebben.

SARAH: Ja

Iedereen kijkt haar even aan.

SARAH (twijfelachtig): Er kan best theater zijn zonder politieke bedoelingen.

IRIS: Goed, maar gaat het om de bedoelingen? Gaat het om de bedoeling van Shakespeare om politiek te zijn, gaat het om de bedoeling van Olympique Dramatique om politiek te zijn? Of gaat het om de bedoeling -

MENZO: L’auteur est mort.

IRIS: - of de bedoeling van het Theaterfestival om te tonen hoe goed Jan Decleir acteert?

BAS: Nee, het gaat niet om bedoelingen.

MARTHA: Wanneer gaat het niet over bedoelingen?

Even stilte.

JANA: Ik begrijp niet wat je bedoelt.

MARTHA: Ik bedoel, we spreken over ‘maar gaat het over bedoeling’. Maar, eh, waar, wanneer, of wacht, wanneer zou het waarover moeten gaan?

JONATHAN: Ik snap er niets van.

SARAH: De vraag is: we hebben het over wel of geen politieke bedoeling, maar bedoeld voor wie?

BAS: Voor een TheaterFestival.

JANA Voor HET TheaterFestival.

MENZO: Een TheaterFestival is politiek want theater is politiek en of dat nu wel of niet bedoeld is maakt helemaal niets uit. Daar ging het over.

MARTHA: Ok, ik ben weer mee.

JONATHAN: Ik niet. Hoe zijn we hier ook weer geraakt?

IRIS: Wel, wij vonden allemaal dat het theaterfestival een belangwekkend festival moet zijn. Méér dan een verzameling ‘goed theater’, wat dat dan ook mag zijn. Maar het festival ziet zichzelf eerder als een staalkaart van het theatraal landschap. Als een spiegel.

SARAH: En de reflectie moet in de rand.

MITCH: Ben ik nu de enige die dat heeft gehoord?

MARTHA: Wat?

MITCH: Het festival moet spiegelen. Maar de reflectie gebeurt in de rand.

Onbegrip.

MITCH: Is dit serieus? Spiegelen, reflectie?

Stilte.

MITCH: Moet ik hem uitleggen?

JANA: Maar wacht. Een spiegel weerkaatst enkel dat waarnaar hij wordt gericht. En er bestaat geen spiegel die groot genoeg is voor de hele wereld. Misschien moeten we dan maar eens een keertje kiezen waarnaar de spiegel wordt gericht.

MENZO: Zullen we eens ophouden met die spiegel-metafoor?

JANA: Het is geen metafoor...

MITCH: Natuurlijk is het wel een metafoor.

JANA: ...als we doen alsof we een simpele spiegel zijn, een staalkaart, een ‘best of’...

JONATHAN: Een snoepjeswinkel.

JANA: ...een objectieve algemene alles in achting nemende selectie, dan claimen we een neutraliteit die niet bestaat. Publieksvriendelijkheid is ook een statement.

IRIS: Dus je moet ook niet doen alsof je neutraal kan zijn in de selectie en daarin niets zegt over de wereld.

MARTHA: Ik begrijp niet waarom je nu weer over publieksvriendelijkheid begint. We hadden het toch over het richten van de spiegel?

BAS: Ja, maar ‘publieksvriendelijkheid’ heeft ook een richting. Want wélk publiek? Het bestaande?

SARAH: Dus eigenlijk is de vraag: Kan je én een spiegel zijn én belangwekkend?

MARTHA: Hoezo?

IEDEREEN (gemompel): Ik ben niet meer helemaal mee. Ik snap er niks meer van. Wat voor tekst is dit eigenlijk? Wie heeft dit geschreven? Wil iemand nog wat water?

SARAH: Kunnen we eindelijk eens stoppen met al dat metagedoe? Dat metatheater kennen we nu wel. Dat is ook niet meer vernieuwend.

JONATHAN: Vernieuwing wordt nog altijd veel te vormelijk begrepen.

MARTHA: Meen je dat echt?

JONATHAN: Nee, Wouter Hillaert heeft dat gezegd.

JANA: Deze tekst bestaat uit allemaal dingen die andere mensen zeiden in interviews. Allez ja, en ook onze eigen gedachten ertussen.

MENZO: Ja, vernieuwing, misschien is dit een goed moment om het daarover te hebben.

MITCH: Snel. Nee, da’s straks pas.

MENZO: Ok. Dus. Binnen de theaterwereld zoals hij nu is, zijn er vooral witte mensen, en als je blijft bij wat die mensen belangwekkend vinden, heb je maar een heel kleine spiegel die enkel weerkaatst wat kleine, niet-gevarieerde groepen belangwekkend vinden. Als je vernieuwend wil zijn, een ‘historische gebeurtenis’, dan kan je niet alleen blijven doen wat de mensen die komen goed vinden. Als je publieksvriendelijk bent, kan je niet vernieuwend zijn. Dus, als je de sector wil veranderen, vernieuwen, is het nodig om mensen binnen te halen die er nu niet of weinig zijn. Buiten de norm stappen. Dat is een logische gevolgtrekking.

MITCH: Ah, ‘t is toch al nu over die vernieuwing.

SARAH: Wat je doet is het begrip ‘vernieuwing’ oprekken.

JANA: En ook het begrip ‘kwaliteit’.

BAS: Wat?

JANA: Kwaliteit wordt op dezelfde manier beperkt. “Risjaar Drei is misschien vrouwonvriendelijk, maar dat doet geen afbreuk aan de kwaliteit van het stuk.” Hoe kan je iets dat vrouwonvriendelijk is nog kwaliteitsvol noemen? Moet kwaliteit niet méér betekenen dan de technische uitvoering?

BAS: Wat dan?

JANA: Een... ik weet het niet... boodschap? Dat is een beetje een platte formulering.

IRIS: Dat het ergens over gaat. Ook ideologisch gezien. Een bijdrage die we elders in de wereld niet vinden.

SARAH: Maar is die bijdrage niet juist een esthetische ervaring? De schoonheid die ik kan vinden in theater, of muziek bijvoorbeeld, kan ik nergens anders in de wereld vinden. Ik ga naar een concert van Lukáš Vondrácek omwille van de virtuositeit van zijn pianospel.

IRIS: Misschien.

MARTHA: Maar. Zijn we het er al niet lang over eens dat een theatervoorstelling, en a fortiori een festival dat zich de selectie van meest belangwekkende theater noemt, de verantwoordelijkheid draagt méér te zijn dan een verzameling ‘beste esthetische genot’?

JANA: Theater zet iets op een podium waarnaar mensen zouden moeten kijken. En daardoor kan het de blik van mensen op de dingen veranderen.

MITCH: Een kunstwerk is geen gebruiksvoorwerp. We proberen niet zomaar de perfecte vorm te vinden voor wat nodig is, als theater een spiegel is van de wereld, dan moet je erin zien dat de wereld verandert, en moet het dus mee veranderen.

JONATHAN: Ja. Esthetische ervaringen zijn niet los te koppelen van de structuur van de wereld. En daarom kan theater niet apolitiek zijn. Jij bent bijvoorbeeld een witte jonge man, jouw esthetische ervaring van een dansvoorstelling zal heel anders zijn als ze wordt gedanst door Vlaamse jongemannen van een jaar of twintig, dan als ze wordt gedanst door Marokkaanse vrouwen van rond de zestig. Ook al is de vorm dus precies hetzelfde.

JANA: En bovendien hebben verschillende culturen of achtergronden verschillende esthetische gewoontes. Het is een illusie dat kwalitatief theater enkel bepaald zou kunnen worden door een ‘zuiver esthetische’ ervaring, want het is een illusie dat een zuiver esthetische ervaring bestaat.

JONATHAN: Dus, als je een spiegel wil zijn, zoals een theaterstuk, of een festival, als je iets wil reflecteren, heb je de verantwoordelijkheid om te kijken hoe je je spiegel richt en wat die dan reflecteert en wat niet, en de kwaliteit van je spiegel, van een theaterstuk dus, gaat ook om wat te zien is in de spiegel en wat niet en wat daar de effecten van zijn.

MITCH: Ik snap het niet.

JONATHAN: Ja, bijvoorbeeld, Race. Je kan wel zeggen, dat kaart inhoudelijk het probleem van discriminatie met betrekking tot kleur, of ook wel geslacht, aan, maar ondertussen heeft Romana Vrede wel weer een heel stereotiep sexy dansje staan doen op een podium. En dat soort dingen zou mee kunnen worden gerekend in een beoordeling van kwaliteit.

JANA: Een ‘structurele kwaliteit’.

MARTHA: Structureel? Als in, de structuur van het stuk?

JANA: Nee, structuralisme, de Saussure, Foucault, je weet wel. Ik bedoel, we zijn allemaal linkse intellectuelen hier, ken je klassiekers.

MARTHA: Ahja.

BAS: Maar is het niet hoogmoedig en dom van theater te denken dat een bepaald theaterstuk dingen heel hard gaat veranderen?

JANA: Ja, ok, maar als je de structuren van het theater, of van het festival, verandert, de acteurs, de makers, de organisatie, de jury..., dan verander je concreet iets voor mensen hun leven, en dan zal de inhoud van de stukken automatisch mee veranderen. De stukken zullen de realiteit beïnvloeden en de realiteit zal de stukken dan beïnvloeden.

BAS: Maar het is toch moeilijk om te zeggen wat de kunstenaar dan moet doen. De implicatie van wat je zegt is dat de kunstenaar ervoor zou moeten zorgen dat de cast bijvoorbeeld divers is. En dan heb je een extern moreel oordeel dat iets zegt over esthetische keuzes.

JONATHAN: Ja, maar staat esthetiek los van moraliteit en van de maatschappij? Bepalen onze morele en maatschappelijke normen niet onze esthetiek? Wat we gewoon zijn te zien, vinden we goed?

Iris heeft ondertussen even opgezocht wat ‘kwaliteit’ eigenlijk betekent.

IRIS: ‘Kwaliteit’ volgens Google: “De mate waarin datgene goed is of aan bepaalde normen voldoet.” Bepaalde normen.

MITCH: En echte vernieuwing zit nu dus misschien in kwaliteit mee laten bepalen door maatschappelijke normen en waarden. Zoals vrouwvriendelijkheid. En inclusiviteit, diversiteit. ‘Kwaliteitsvol vlees’ is vandaag niet langer alleen lekker, maar ook geproduceerd onder verantwoorde omstandigheden.

JANA: ‘Kwaliteitsvol vlees’ bestaat niet, da’s hetzelfde als zeggen dat een kwaliteitsvol vrouwonvriendelijk stuk bestaat.

MITCH: Maar je snapt wel wat ik bedoel. Ik had evengoed koffie kunnen zeggen. Of schoenen. Of bloemkool. Het punt is dat de kwaliteit van theater ook gaat over de structuur waarbinnen ze geproduceerd wordt. Wie kan er theater maken en wie mag het niet. Dat is het punt.

BAS: Misschien, maar dan vind ik het nog steeds moeilijk dat een externe instantie, bijvoorbeeld aan de hand van quota, ervoor zou zorgen dat een kunstenaar zich moet bezighouden met de diversiteit van zijn cast.

IRIS: Waarom?

BAS: Omdat het juist verder stigmatiseert, de problemen misschien ook verergert. Als je op zoek gaat naar goede makers,spelers,... dan zou het toch heel denigrerend zijn om daar een gekleurde, invalide vrouw bij te nemen, die misschien minder goed speelt?

MARTHA: Maar het hele punt is toch juist dat ons idee van wat ‘goed’ of ‘kwalitatief’ is, mee wordt bepaald door de normaliteit? Door de norm. In dit geval dus door Mitch.

MITCH: Wow maar ik kijk niet zoals de norm. Ik ben niet conservatief. Ik wil de norm mee veranderen.

JANA: Ja maar het gaat niet over wat jij denkt of voelt of ziet. Het gaat enkel en alleen om de positie die je inneemt in de structuur van de maatschappij.

SARAH: Moeten we dat veranderen?

MENZO: Ja, eigenlijk zouden wij hier niet moeten zitten.

IRIS: Meen je dat nu echt? Of is het gewoon een denkoefening?

MENZO: Ja ik meen het. Want de norm moet worden veranderd. Zodat de normaliteit verandert. En de ideeën van wat kwaliteit is mee veranderen. En dan ben je vernieuwend, belangwekkend.

MARTHA: Wacht even, waarom moeten we ook alweer vernieuwend zijn, of belangwekkend?

JANA: Ik weet even niet waarom.

BAS: Ik ook niet.

MITCH: Dat lijkt zo vanzelfsprekend.

MARTHA: Misschien moeten we stoppen met nadenken, mijn hersenen ontploffen, en gewoon eens iets doen.

MENZO: Ja. Als we de normaliteit alleen kunnen veranderen als we de structuren die de normaliteit bepalen veranderen, dan moeten we de organisatie van Het Theaterfestival veranderen. De jury, bijvoorbeeld. En de makers, de spelers, de technici. En dan komen we automatisch bij nieuwe vormelijk en inhoudelijke normen en waarden.

MARTHA: Ja. Doen.

SARAH: Maar het festival is een spiegel van het veld. Dus het veld moet dingen veranderen. En het TheaterFestival zal die dan reflecteren. Het Festival produceert niets.

JANA: Maar het Festival reproduceert. En dat is ook produceren. Opnieuw produceren, zelfs.

JONATHAN: Bevestigend produceren. Da’s nog veel erger.

BAS: Maar moeten wij iets doen? Wij zijn hier als gast op een festival. Hebben wij dan die verantwoordelijkheid?

JANA: Niemand heeft geen verantwoordelijkheid. Dan veronderstel je de mogelijkheid om apolitiek te zijn. Of asociaal. En dat kan niet, daar waren we het al lang over eens.

IRIS: Zijn we het daar allemaal al lang over eens?

JANA: Ok, is iemand het er niet mee eens? Op een toon dat niemand ‘nee’ durft zeggen, agressief.

SARAH (sussend): Ok. Laten we eens nadenken.

MARTHA: Ik dacht dat we eens iets gingen doen.

SARAH: Ja luister. Wij zitten in de rand. Wij kunnen radicale voorstellen doen. Wij lopen daarbij niet het risico dat we onze positie verliezen en daardoor helemaal niets meer kunnen doen. Laten we dus een radicaal voorstel doen.

MENZO: Moet radicaliteit in de rand blijven? We waren het er toch juist ook al over eens dat ook de selectie radicaal moet zijn? Dat de selectie niet moet doen alsof ze nergens voor kiest, neutraal is?

IEDEREEN: Ja, dat is waar.

MARTHA: Maar wij kunnen iets radicaals voorstellen, en dan hoeft de organisatie het alleen maar, stukje bij beetje desnoods, te doen.

IRIS: Maar wat is de zinvolheid van een radicaal voorstel als wij nu al begrijpen dat het nooit doorgevoerd kan worden omdat de revolutie van de organisatie zich toch traag moet voltrekken?

MITCH: Bovendien, het probleem met een gestage verandering is, als er bijvoorbeeld één iemand nieuw zou komen in de jury, die wel een andere richting uit wil met de spiegel, dat die in de minderheid is, en zich, zo gaat dat met mensen, zal aanpassen aan zijn omgeving. En dan behouden we alsnog de status quo.

JONATHAN: Obama was een zwarte president, maar voerde een heel wit beleid.

MARTHA: Ok, ok, ok, maar wij blijven nu maar denken en denken, en wij zijn als kritisch-radicaal randprogramma wel in staat om tien dagen te freewheelen, maar een groot deel van onze kritiek was toch ook dat er eindelijk eens moet worden GEDAAN? Zullen we dus maar gewoon een voorstel DOEN? Een plan uittekenen?

SARAH: Ok. Dus. Een plan. Radicaal en doen.

MITCH: Er zijn impliciete voorwaarden en omstandigheden die de richting van de spiegel die het Festival richt bepalen. Wow dat vind ik echt een ingewikkelde zin.

JONATHAN: Maar het is wel waar. Er zijn voorwaarden en omstandigheden die bepalen hoe het festival kijkt. Witte voorwaarden en omstandigheden, bijvoorbeeld.

MARTHA: We zouden expliciet nieuwe voorwaarden kunnen opstellen die een radicaal andere richting van die spiegel met zich mee zullen brengen.

MITCH: Nieuwe voorwaarden voor het TheaterFestival? Of een nieuw festival? Dat dan expliciet iets politieks op de kaart zet? En dan kan het TheaterFestival blijven zoals het is.

JANA: Voor het TheaterFestival. Anders doen we weer alsof je apolitiek kan zijn.

MARTHA: En voor HET TheaterFestival lijkt het me DE verantwoordelijkheid om DE maatschappij te reflecteren. En aangezien je met je spiegel toch nooit de hele maatschappij kan zien, moet je je bewust zijn van de richting die je kiest. En met die richting iets DOEN aan al die problemen waarover we al zo lang LEUTEREN.

SARAH: Ok. Dus. Niet meer leuteren. Een plan.

IRIS: Ja!

JANA: Structurele verandering.

IRIS: Ja!

JANA: Er is een structuur hier die ervoor zorgt dat er vooral witte mensen aanwezig zijn. Uit een bepaalde klasse. Terwijl er heel veel andere mensen in Brussel zijn. En zelfs theater maken.

IRIS: Ja!

JANA: Als we een volwaardige reflectie op de wereld willen zijn, en niet enkel op een bepaald deeltje ervan, moeten we structurele verandering aanbrengen.

IRIS: Ja!

MENZO: Dan komen we in de quota-kwestie.

IRIS: Ja…

MARTHA: Maar quota werken. We moeten iets doen dat onnatuurlijk aanvoelt. De status quo gaat nooit veranderen als we niet iets onnatuurlijks doen.

JANA: Quota werken. Ze gaan misschien tegen onze intuïties in, qua gelijkheid en eerlijkheid. Maar, als je twee lopers hebt, en één is vastgeketend, en je maakt na een tijdje de ketens los omdat het niet eerlijk is, heeft hij nog altijd een gigantische achterstand. Je maakt het pas eerlijk als je de tweede loper even voorsprong geeft.

JONATHAN: En wat stellen we dan voor? De hele jury laten bestaan uit zwarte lesbische vrouwen? En het volgende jaar uit arme gele mannen?

MITCH: Nee. Dat is niet duurzaam. Dan worden zwarte lesbische vrouwen opnieuw de uitzondering, dan is het opnieuw een uitzondering dat ze niet aan de rand staan, terwijl we dat dus juist normaal willen maken.

JONATHAN: Dus, wat dan?

MITCH: Quota die de samenstelling van de maatschappij reflecteren. Echt een spiegel zijn. Ook in de organisatie.

MENZO: En dan verandert de inhoud van het festival vanzelf wel, en ook wat ‘kwalitatief theater’ zal betekenen, en dan wordt het na een tijdje niet meer onnatuurlijk.

IRIS: Maar. Representativiteit is wel een waarde op zich, maar dat betekent niet dat de koers zal veranderen.

JONATHAN: Denk aan Obama.

IRIS: Ja.

JANA: Ik weet het niet meer.

MITCH: Ik ook niet.

SARAH: Zeg.

MARTHA: Wat?

SARAH: We spreken wel over hoe de spiegel van het festival niet neutraal is, dat er impliciete voorwaarden en omstandigheden zijn die de richting van de spiegel die het festival richt bepalen.

JANA: Ja.

SARAH: Maar die bepalen ook onze spiegel op het festival. Onze reflectie.

MITCH: Ja.

SARAH: Wij zijn een hoopje witte, hoogopgeleide, rijke mensen.

IRIS: En zoals ze zeggen, Nothing about us without us.

JONATHAN: Ja.

JANA: We hebben het geprobeerd.

BAS: Hebben we het geprobeerd?

JANA: Onze enige niet-witte vrienden hadden examens.

MENZO: Of zeiden dat ze blij waren dat wij het hier eens over hadden, dat zij dat eens niet moesten komen doen.

BAS: Maar is het dan beter dat wij erover zwijgen?

MENZO: Nee. Maar we kunnen wel foute conclusies trekken, want we kennen de ervaringen niet, dus dan missen we een groot deel.

JANA: Ja.

MITCH: We zijn gefaald. We hadden beter ons best kunnen doen om een betere spiegel samen te stellen voor onze reflectie.

JONATHAN: Maar in the meantime. We kunnen de focus verleggen naar het onderzoeken van onze eigen identiteit, in plaats van te spreken voor anderen. En over hoe we de structuren kunnen veranderen zodat andere identiteiten makkelijker de weg vinden naar het theater.

JANA: Ja, dat deden we.

JONATHAN: Ja.

MITCH: Het blijft wel jammer.

JANA: Verder zijn voor dit soort dingen echt professionele mensen nodig. Het is belachelijk, er is hierover al zoveel onderzocht, over wat werkt en wat niet, en wij blijven maar amateuristisch voortploeteren.

MITCH: Misschien zou er beter wat budget opzij gehouden worden voor een professionele aanpak van deze kwestie. In plaats van voor een hoopje kunststudenten.

MARTHA: Maar er is nog zoveel meer waarover wij het zouden kunnen hebben.

JONATHAN: Maar dit vinden we dus blijkbaar toch belangrijk.