‘Thank you, European Union, for everything’

Door Lennert De Vroey , op Wed Jul 13 2022 22:00:00 GMT+0000

Van de Europese Unie heb ik, na een studie Politieke Wetenschappen, vooral onthouden dat ze veel meer impact heeft dan haar inwoners beseffen. Ook in de kunsten wil de EU een rol spelen: onder de vlag Creative Europe investeert ze in toenemende mate in culturele Europese projecten. Een daarvan, Centriphery, nodigde me uit om daarover te berichten. Zo hoopte ik in het Finse Espoo een stukje van de Europese sluier op te lichten.

Eerst een bekentenis: ondanks dat studeren moest ik opzoeken of ik in Finland met euro’s zou kunnen betalen. Ik wist dat het land bij Schengen hoort, maar de EU? Roamingtarieven? De uitzondering waarnaar ik zocht – er was er een! – bleek de NAVO, waarbij Finland net als Zweden niet is aangesloten. Maar kijk: net op de dag dat ik in Espoo aankwam, dienden beide landen hun aanvraag in tot lidmaatschap.

Creative Europe wil Europese culturele en linguïstische diversiteit en erfgoed promoten, en de creatieve sector binnen de EU competitiever maken.

De afwijking interesseerde me, omdat het Espoo City Theater een van de partners is in Centriphery, dat een centrale stem wil geven aan ‘the citizens of the so-called “periphery” (...) in exploration and transformation of local myths and empower them to participate in the re-creation of local identities and European narratives’. En dus vroeg ik me af hoe een plek op tien minuten van Helsinki in dat plaatje paste.

rekto:verso had net een Periferie-dossier uit, waardoor zulke vragen nogal resoneerden. En het leek dus ook een kans om Europese samenwerking in de praktijk te zien.

Creative Europe

Ik wil niet veronderstellen hoeveel lezers al voor fondsen van Creative Europe appliceerden, of weet hebben van het bestaan ervan. Maar wellicht zijn het er minder dan het aantal dat de halfjaarlijkse deadlines voor dossiers in Vlaanderen uit het hoofd kent.

Centriphery (c) Darina Rodionova

Creative Europe heeft tot doel Europese culturele en linguïstische diversiteit en erfgoed te promoten, en de creatieve sector binnen de EU competitiever te maken. Kernbegrippen zijn culturele uitwisseling en Europese identiteit. Voor het bouwen aan die utopie zijn echter ook reële middelen voorzien, die bovendien groeien. Het budget voor 2014-2020 was 1.47 miljard euro; voor 2021-2027 is dat opgetrokken tot 2.44 miljard.

Relatief gezien blijft het EU-budget niet meer dan een aanvulling. Tegelijk is dat bedrag wel ruim twee keer het Vlaams budget.

Ter vergelijking: Creative Europe voorziet in 2022 385 miljoen euro voor een EU-bevolking van 447,7 miljoen. Het Vlaams Kunstendecreet trekt 153 miljoen euro uit voor 6,65 miljoen inwoners. Relatief gezien blijft dat EU-budget dus niet meer dan een aanvulling. Tegelijk is dat bedrag wel ruim twee keer het Vlaams budget, of vijftien keer de ‘extra’ 25 miljoen die Jambon uiteindelijk voor de sector vond voor 2023.

Waarde hangt daarnaast natuurlijk af van hoe en waar dat EU-geld terechtkomt. Enerzijds zijn er signalen van overvloed: het zijn eigen indrukken, maar een festival in Palermo (Between land and sea, 2021) is wellicht een goed voorbeeld. Aanwezig waren o.a. een installatie van Decoratelier, buitenlandse panelgasten én simultaanvertaling, wat boeiende talks opleverde – maar gemiddeld wel slechts voor zo’n tien toeschouwers. Anderzijds worden die middelen net ingezet op plekken (buiten West-Europa) waar lokale, regionale of nationale besturen nauwelijks tot geen budgetten uittrekken voor (bepaalde vormen van) kunst en cultuur. Zo kan Europese financiering wel zijn rol spelen om iets mogelijk te maken – als er mensen zijn die er de weg naar vinden.

Centriphery (c) Darina Rodionova

Centriphery loopt sinds 2018 en eindigt in oktober. Airan Berg, bezieler van Festival der Regionen in Opper-Oostenrijk, kwam met het idee om organisaties uit gedecentraliseerde regio’s en internationale kunstenaars samen te brengen. Iedere organisatie (de acht andere zijn Espoo City Theater (Fin), Nova Kultura (Bul), Dansehallerne (Den), La Manufacture Collectif Contemporain (Fr), Cultura Nova Festival (Ned), Walk & Talk (Por), Prin Banat (Roe) en Rijeka 2020 (Kro)) selecteerde twee artiesten; die nemen deel aan één project in eigen land en één bij een partner. De focus ligt op dialoog, participatieve (kunst)vormen en inclusie.

De belangrijkste effecten zijn dan niet meetbaar bij afloop van het project, maar liggen – misschien – in de toekomst.

Covid-19 liet zich gelden, waardoor ik in Espoo mee een agenda overloop die nog eivol festivals en presentaties zit. Het minst van harte gaat het plannen van het slotevenement in het Europees Parlement; feit is echter dat het moet gebeuren, het is een van de deliverables, zoals iemand het uitdrukt (en zoals ikzelf en dit stuk, moet ik daarop denken, dat ook zijn). Uiteraard komt ook EU-geld met strikte voorwaarden omtrent output en verantwoording.

Practice en policy

De vraag is wat die output is – ook voorbij de meetbare indicatoren.

Ik hoor over dorpen waar bewoners zeer actief met residenten hebben samengewerkt, maar ook over meer klassieke processen. In Espoo gaat de voorstelling BIASED in première. De coherentie van het resultaat is er meer ondanks dan dankzij Centriphery, met een Kroatische acteur en Franse muzikant die na een lang traject van aftasten en sporadische ontmoetingen, het eigenlijke maakproces van het stuk pas zeer laat hebben vervoegd; intussen had de Finse kern de voorstelling min of meer af. Elders heeft de botsende ontmoeting tussen kunstenaars tot work in progress of collage-output geleid.

BIASED (c) Darina Rodionova

Het wijst erop dat de winst evenzeer bij de artiesten ligt (die kunnen leren van de samenwerking/moeilijkheden) als bij het publiek (dat na een ‘klassiek’ proces misschien een ‘beter’ resultaat te zien krijgt; omgekeerd krijg ik na BIASED inderdaad de indruk van tevreden toeschouwers maar minder tevreden artiesten.)

De belangrijkste effecten zijn dan niet meetbaar bij afloop van het project, maar liggen – misschien – in de toekomst: effecten van inspiratie en uitwisseling, en verdere samenwerking tussen zowel kunstenaars als organisaties.

Martin Fritz (Festival der Regionen) formuleert het anders: de indirecte winst is er, maar policy komt veelal na praktijk. Meestal is er eerst al laterale samenwerking, pas daarna ontstaat er een structuur op Europees niveau.

Het ons-kent-ons functioneert op Europees niveau tamelijk gelijkaardig als in het Vlaamse kunstenveld.

Op dat Europees niveau zijn er vervolgens actoren die er goed weten te manoeuvreren. Een kwestie van natuurlijke specialisatie: het kost immers tijd om de spelregels te leren en een netwerk op te bouwen. En dus functioneert het ons-kent-ons op Europees niveau tamelijk gelijkaardig als in het Vlaamse kunstenveld. De samenstelling van Centriphery is een direct gevolg van de connecties die initiator Berg na jaren bij projecten als European Capital of Culture heeft opgebouwd.

Het is begrijpelijk op het niveau van partners, minder bij de keuze van artiesten. De organisaties selecteerden ze meestal op basis van hetzelfde criterium: connecties. Wellicht was het interessant geweest om via open call te werken (en zo eventueel nog meer regio’s en culturen te betrekken). Temeer omdat de huidige procedure niet tot de meest diverse groep geleid heeft – the ‘so-called periphery’ omvat naast geografische immers ook sociologische en etnische factoren.

Centrum en periferie

Ik zit aan tafel met coördinatoren van projecten in Opper-Oostenrijk, Saint-Chamand, Espoo, noordwest-Bulgarije, de Azoren en Heerlen. Toch praten ze over ‘thuis’ in Wenen, Montpellier, Helsinki, Sofia, Lissabon en Antwerpen.

Binnen Centriphery betekent het begrip periferie niet voor iedere partner hetzelfde.

Dat is een vaststelling, geen kritiek. Vaak lijken zulke brugprofielen nodig om Europese projecten in de ‘periferie’ te faciliteren. Omdat de afstand groter is van Brussel naar een dorp dichtbij dan naar een verre (hoofd)stad. (Zo bestaat ook de groep achter Between land and sea vooral uit inwijkelingen, die Sicilië als woonplaats met bv. Rome combineren. Als platformorganisatie ontsluiten ze tegelijk wel Europese middelen voor lokale artiesten die er zelf geen toegang toe vinden.)

Een plek kan, met andere woorden, conceptueel interessant zijn, en ook voor wie er niet woont inhoudelijk aantrekkelijk worden. Dat gaat ook op voor ‘perifere’ plaatsen. Binnen Centriphery betekent het begrip periferie niet voor iedere partner hetzelfde.

Mariana Assenova stichtte in 2003 Nova Kultura in Gorna Bela Rechka. Het dorp ligt in een van de armste regio’s van de EU, twee uur ten noorden van Sofia maar niet geconnecteerd met openbaar vervoer. Ze merkt geregeld op dat dat periferie is. Gemeenschappelijke of optionele uitgaven zijn niet voor iedere partner even vanzelfsprekend (de ‘keuze’ tot het al dan niet vertalen van een Engelstalige publicatie, stuit op protest uit Roemenië en Bulgarije). Toch vindt Assenova precies die verscheidenheid de rijkdom van het samenwerken – anders viel er weinig bij te leren.

BIASED (c) Darina Rodionova

Ook de projecten benaderen de vraag naar een perifere status op verschillende manieren: werken met lokale gemeenschappen is een strategie (podium geven, mensen raadplegen die anders maar weinig worden gehoord), elders denkt men vanuit bezit (wie maakt aanspraak op een gebied?) of erfgoed. In Espoo, de tweede stad van Finland, is het ook een ‘genuine question’: zijn we centrum of periferie? ‘For people from Espoo, Helsinki is very close. But for people in Helsinki, Espoo is very far away.’

Onderstroom

Het is vreemd om hierbij te zijn, en tegelijk banaal en herkenbaar. Wat leert deze reis? Ze bevestigt vooral veel. Er wordt vergaderd, aan tafel en op een videoscherm. Er zijn workshops rond dezelfde thema’s als in België. In de seizoensbrochure staat een Estse Bartlebabe, zoals er bij ons pas een te zien was én in Zweden. Er wordt genetwerkt en gedronken, en de directeur doet me wel erg denken aan de directeur van een theater in Vlaanderen – is er dan echt zoiets als Europese identiteit, een Europese onderstroom?

Er is weinig reden om meer te vrezen van een Europees keurslijf dan van een Vlaamse of Brusselse commissie.

Bureaucratie, (onnodig) reizen, onduidelijke resultaten: het zijn de percepties die rond de EU hangen. Tegelijk is er de realiteit van concreet werk, onwaarschijnlijke ontmoetingen en gesprekken over grenzen heen. Als je de output bekijkt van Creative Europe, of de (voorwaarden voor) beschikbare fondsen, is er veel mogelijk. En is er dus weinig reden om meer te vrezen van een Europees keurslijf dan van een Vlaamse of Brusselse commissie.

Na een panelgesprek over future narratives neemt artistiek directeur Erik Söderblom de microfoon om de tweedaagse neer te leggen. Bedankt aan alle medewerkers, en ‘thank you, European Union, for everything’.

Hij zegt het lachend, speels, maar niet per se ironisch. Ik ben geneigd om ook op die manier te eindigen.