Tax shelter 1: na het succes de dip?

Door Juliet Hoornaert, Wouter Hillaert, op Tue Oct 09 2018 22:00:00 GMT+0000

In maart 2017 mocht minister Gatz met de nodige bombarie de tax shelter voor de podiumkunsten presenteren, als nieuw instrument voor de aanvullende financiering van podiumproducties met privaat kapitaal. Met succes: één jaar later was er al 38,8 miljoen opgehaald voor 172 (commerciële en gesubsidieerde) podiumproducties. Vandaag blijkt die kapitaalstroom echter – minstens tijdelijk – alweer te stokken, zo geven betrokken bemiddelaars aan.

De tax shelter is geen nieuw idee: hij geldt al langer voor filmproducties. De afgelopen jaren werden daar bij private investeerders zoveel miljoenen mee opgehaald (volgens De Tijd zelfs een slordig miljard sinds 2013) dat de tax shelter in 2017 uitgebreid werd naar de podiumkunsten.

Die verruiming was een beslissing van de federale regering, maar kwam er wel op voorstel van Sven Gatz en zijn Franstalige collega voor cultuur Alda Greoli. ‘We halen het geld waar het te rapen valt’, aldus Gatz. In april maakte hij ook al gewag van een mogelijke tax shelter voor de gamingsector.

De tax shelter biedt private investeerders een rendement van ongeveer 10%.

Van alle vormen van aanvullende financiering die het huidige beleid stimuleert, lijkt de tax shelter wel het paradepaardje: hij biedt private investeerders een heel aantrekkelijk belastingsvoordeel en een rendement van ongeveer 10%, terwijl de kunstensector er aanzienlijke extra middelen mee kan binnenhalen.

Simpel gezegd werkt het systeem zoals giften storten aan goede doelen: je doet een financiële bijdrage en krijgt er fiscale vrijstelling voor in de plaats (in dit geval wel 356%, waardoor je meer terugkrijgt dan je uitgaf) – en zo zou iedereen aan zijn trekken komen.

Appeltje voor de dorst

Cijfers over de al opgehaalde gelden (tot maart 2018) ogen in elk geval niet min: van de bijna 39 miljoen aan aangevraagde investeringen na één jaar, ging 11 miljoen naar 19 gesubsidieerde podiumkunstenspelers, waarvan 2/3 naar drie Vlaamse Kunstinstellingen (Opera Ballet, Brussels Philharmonic en Antwerp Symphony Orchestra). Dat bedrag is ruim 10% van wat podiumkunsten en muziek jaarlijks aan werkingssubsidies ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap (ongeveer 100 miljoen, inclusief kunstinstellingen).

Volgens dezelfde cijfers van de minister haalden organisaties als Rosas of A Two Dogs Company via de tax shelter privaat kapitaal op dat 40% tot 45% van hun Vlaamse subsidies bedraagt. Voor Voetvolk van Lisbeth Gruwez en Eastman van Sidi Larbi Cherkaoui is dat zelfs 75% à 80%. Brussels Philharmonic heeft voor maar liefst 31 producties in totaal 1,7 miljoen gescoord, Kunsthuis Opera Ballet zelfs 4,6 miljoen.

De afnemende interesse voor de tax shelter heeft alles te maken met de nieuwe vennootschapsbelasting.

Zulke cijfers liegen niet: de tax shelter is voor meerdere dans- en theatergezelschappen, klassieke muziek-organisaties en andere podiumproducenten een aantrekkelijk alternatief, zeker omdat de sector al jarenlang naar adem hapt. Opeenvolgende besparingsrondes sinds 2009 zijn ondanks ministeriële beloftes nog niet ingehaald, de koopkracht van kunstorganisaties daalt, terwijl de prestatiedruk stijgt.

In die zin is de tax shelter een welkome extra piste voor producerende organisaties (eerder presenterende spelers als de meeste festivals en kunstencentra komen niet in aanmerking). Vandaag telt de lijst met erkende tax-shelter-spelers al bijna 30 structureel gesubsidieerde podiumkunstenorganisaties op ruim 100 productievennootschappen (een verdubbeling tegenover eind maart). Die erkenning betekent nog niet dat ze ook allemaal effectief zullen kunnen gaan tax shelteren, maar geeft in elk geval wel blijk van groeiende interesse.

Dipje in de markt

Groot was voor de zomer echter de verrassing bij verschillende gezelschappen, toen het bericht kwam dat de voorziene extra financiële injectie die ze via de tax shelter hadden begroot voor hun productie, ineens onzeker bleek.

‘Zo hadden wij vrij voorzichtig 50.000 euro aangevraagd voor De Meester en Margarita, maar deze zomer moesten we ons plots afvragen of we de voorziene live muziek zouden moeten schrappen, omdat dat tax shelter-geld uitbleef’, aldus Marc Maillard van Froe Froe. ‘Als structureel gesubsidieerd gezelschap hadden we dat gat wel kunnen opvangen, maar voor projectgezelschappen is dat natuurlijk anders.’ Uiteindelijk kwam het private geld er toch, maar voor verschillende gezelschappen was het toch even schrikken.

Terwijl het beschikbare kapitaal voor de tax shelter altijd groter was dan de vraag vanuit podium- en filmproducenten, lijkt nu het omgekeerde het geval. Isabelle Molhant van Casa Kafka – een van de gespecialiseerde bureaus die de matching organiseert tussen producenten en kapitaal – bevestigt dat bedrijven sinds enkele maanden minder makkelijk investeren. ‘We moeten nu actiever op zoek gaan naar nieuwe investeerders, zodat alle ingeschreven partijen hun plannen kunnen verderzetten, tot de markt zich stabiliseert.’

Is er dan een probleem met de markt? De afnemende interesse voor de tax shelter heeft alles te maken met de nieuwe vennootschapsbelasting die in januari 2018 in voege is getreden. De regering Michel verlaagde het basistarief van 33,99% op de winst naar 29,58% (en naar 25% vanaf 2020). En kmo’s betalen voortaan nog maar 20,40% op hun eerste schijf van 100.000 euro.

Zeker voor die kmo’s die genieten van het verlaagde belastingstarief, vervalt daardoor de meerwaarde van de tax shelter: het fiscale voordeel is nu kleiner, het rendement zelfs negatief. En zo dreigt de verlaagde vennootschapsbelasting de tax shelter minstens bij een deel bedrijven uit de markt te prijzen. Tegelijk daalde immers ook het maximale investeringsbedrag in film- en podiumproducties van 240.000 euro naar 210.000 euro. Via de tax shelter valt nu dus 13% minder winstkapitaal vrij te stellen van belastingen.

Mocht het tax shelter-investeerders te doen zijn om hun interesse in de kunsten, had die verlaagde vennootschapsbelasting misschien weinig verschil gemaakt. Maar het is hen nu eenmaal vooral om hun geld te doen. En dat gaat in deze context logischerwijs naar waar het meer opbrengt.

Tijdelijke (?) mismatch

Bovendien gelden nog enkele specifieke regels die remmend uitvallen voor de tax shelter podiumkunsten. Nieuwe randvoorwaarden over de kosten die je als producent kan inbrengen, versterken bijvoorbeeld de mismatch tussen het moment van financiering door investeerders en het moment van uitgaven bij producenten, legt Arne Ottoy van BNP Fortis Paribas Film Finance uit. ‘De periode waarin investeerders hun geld uitgeven, liefst op het einde van het boekjaar, sluit niet noodzakelijk aan op de timing van producenten. Die mismatch benadeelt vandaag podiumproducenten, omdat op dat vlak de voorwaarden voor filmfinanciering iets soepeler zijn.’

In de zomerperiode van 2019 zal het probleem nog groter worden.

Ottoy getuigt dat er in de zomer zo weinig geld te vinden was voor podiumproducties dat BNP Paribas Fortis Film Finance zelfs telefoontjes kreeg van concurrenten om bepaalde dossiers over te nemen. ‘En in de zomerperiode van 2019 zal het probleem nog groter worden, omdat dan ook de vraag gegroeid zal zijn. Er zit genoeg geld in de markt, maar door die mismatch krijg je het er momenteel niet uit.’

Volgens Ottoy valt deze kwestie relatief makkelijk op te lossen door het beleid. ‘Er zou al veel verholpen zijn als men ook van podiumproducties zou aanvaarden dat ze uitgaven kunnen doen tot zes maand vóór het afsluiten van hun raamovereenkomst (zoals in de audiovisuele sector). En als de fiscale administratie, met steun van het kabinet, de voorwaarden voor die zesmaandenregel minder strikt zou interpreteren. Anders vrees ik dat podium de dupe zal worden van de verlaagde vennootschapsbelasting. Na zo’n herziening komt er misschien zelfs genoeg geld vrij om ook de gamingsector te doen taxshelteren.’

Over die mogelijke aanpassingen voeren de bemiddelaars die gelinkt zijn aan banken momenteel al ‘heel constructieve gesprekken’ (aldus Ottoy) met het beleid.

Aan rekto:verso bevestigt minister Gatz: ‘Dat er nog pijnpunten zijn, erken ik. Dat is ook normaal. De tax shelter voor de podiumkunsten loopt nu iets langer dan een jaar, we moeten evalueren en kijken waar we kunnen bijsturen om hem beter te laten aansluiten en toegankelijk te maken voor iedereen, ook voor de kleine spelers. Ik plan hierover een gesprek met collega van Overtveldt, want de tax shelter regeling blijft een bevoegdheid van de federale overheid.’

Gatz blijft immers volledig overtuigd van de zin van deze regeling. ‘De vele aanvragen van grote en kleine cultuurorganisaties tonen aan dat de tax shelter podiumkunsten wel degelijk een instrument is dat voor meer financiële ademruimte zorgt naast de bestaande subsidies.’

De ene kraan open, de andere toe

Voor een voortijdige abortering van deze aanvullende financiering hoeft dus geen sprake te zijn, vindt ook Isabelle Molhant van Casa Kafka. ‘Alle producenten die al ingeschreven hebben, zijn intussen zonder uitzondering in hun noden voorzien.’ De tax shelter staat immers toe om gelden van verschillende bedrijven aan te wenden om de budgetten te halen. Maar dan moeten investeerders die wegvallen, op termijn wel gecompenseerd worden door andere geïnteresseerden.

Dat er in potentie genoeg geld in de pot zit, wil niet zeggen dat het er ook uit komt.

Als het beleid fiscale antwoorden vindt op deze onvoorziene neveneffecten, zal deze dip dus maar één van de tijdelijke kinderziekten van de tax shelter blijken. Maar het leert wel een en ander over het instrument zelf, zegt Leen Laconte van oKo, de werkgeversfederatie van de kunstensector. ‘Je blijft als producent volledig afhankelijk van het vertrouwen in de financiële markten. Zodra er één kraan wijder opengaat, gaat een andere kraan toe. De markt zal zich op termijn wel herstellen uit deze tijdelijke wachtmodus, maar hij blijft natuurlijk heel volatiel. Dat er in potentie genoeg geld in de pot zit, wil niet zeggen dat het er ook uit komt.’

Laconte blijft dan ook het aanvullende karakter van de tax shelter benadrukken, naast subsidies. ‘Dit gaat om projectfinanciering. Structurele financieringszekerheid zal de tax shelter niet brengen.’

Hoe heeft het podiumkunstenveld de invoering van de tax shelter zelf ervaren? Lees deel 2: ‘het sop en de kolen’.