'Stones Have Laws' en de meerstemmige documentaire

Door Astrid Korporaal, op Thu Jan 16 2020 09:00:00 GMT+0000

Houden westerse filmmakers rekening met de machtsverhoudingen van zichtbaarheid wanneer ze andere culturen portretteren? Stones Have Laws (Dee Sitonu a Weti), een film over de geschiedenis en het dagelijkse leven van de Surinaamse Marrons die momenteel in De Grote Suriname Tentoonstelling in Amsterdam te zien is, geeft een bijzonder antwoord op deze problematiek.

In het huidige mediatijdperk van ‘fake news’, gepolariseerde meningen en onafgebroken berichten over sociale, economische en ecologische crises, zet de documentaire zijn opgang voort. Over de hele wereld verschijnen nieuwe festivals, activisten zetten iphones en headcams in bij hun acties, en de impact van iconische films en series als Bowling for Columbine, An Inconvenient Truth, Planet Earth en Making a Murderer is af te lezen aan hun talloze navolgers.

De aantrekkingskracht van een medium dat de belofte doet een waarachtige voorstelling van de realiteit te geven, én die realiteit te kunnen veranderen, lijkt te zijn gestegen naarmate ons vertrouwen in democratische processen is gedaald.

Ook fictiefilms haken in op deze trend, door steeds vaker te werken met niet-professionele acteurs. Met name wanneer het gaat om de verhalen over minderheden. Denk aan de recente film Roma van Alfonso Cuarón, met in de hoofdrol de Miztec en Trique Yalitza Aparicio. Hij sleepte een Oscar-nominatie in de wacht.

Voor regisseurs is het opzoeken van de grens tussen fictie en realiteit ideaal om sociaal engagement op te wekken.

Voor regisseurs schijnt deze methode, waarbij de grens tussen fictie en realiteit wordt opgezocht, ideaal te zijn om sociaal engagement op te wekken. Maar levert dat ook werkelijk iets op voor de gemeenschappen zelf? Critici van Roma stelden dat de inheemse protagonisten overwegend als dienstbaar en machteloos werden geportretteerd. Brian Winston noemt dat de ‘traditie van het slachtoffer’. Luis Ospina en Carlos Mayolo spreken over ‘pornomiseria’ voor het spektakel van armoede dat steeds opnieuw werd afgebeeld in films over Colombia.

Vaak krijgen de gemeenschappen die gefilmd worden het eindproduct niet eens te zien. En documentaire reconstructies zoals Rory Kennedy’s Ghosts of Abu Graib, over de Amerikaanse martelpraktijken, en Joshua Oppenheimer’s The Act of Killing, over de Indonesische genocide, dreigen de betrokken families opnieuw te traumatiseren, terwijl de daders vrij blijven rondlopen. Kan het ook anders?

Stones Have Laws (Dee Sitonu a Weti) van Lonnie van Brummelen, Siebren de Haan en Tolin Erwin Alexand

Geschiedenis en geheimen

Voor de film Stones Have Laws werkte het Nederlandse kunstenaarsduo Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan vier jaar lang samen met verschillende gemeenschappen van Surinaamse Marrons. De film, gecoregisseerd met de Surinaamse theatermaker Tolin Alexander, vertelt het verhaal van de Afrikaanse voorouders van de Marrons, die zich hebben bevrijd van de koloniale plantages en van de inheemse bevolking geleerd hebben te overleven in het oerwoud.

Het landschap is een protagonist met een eigen, krachtige wil en wijsheid.

De film is opgedeeld in hoofdstukken waarin hedendaagse ontwikkelingen zoals de stijgende waterspiegel, en toenemende mijnbouw en houtkap, vervlochten worden met mythische vertellingen over geesten, goden, tradities, en de regels waarnaar de Marrons in harmonie proberen te leven. Zowel visueel als auditief wordt het landschap daarbij overweldigend naar voren geschoven als een protagonist met een eigen, krachtige wil en wijsheid.

In navolging van hun orale traditie voeren de Marrons de verhalen zelf op in de film, waarbij ze ook het filmproces zelf expliciet ter discussie stellen. Tijdens hun eerste bezoek aan het binnenland van Suriname botsten Van Brummelen en De Haan namelijk al op de machtsverhoudingen in de wisselwerking tussen kijken en bekeken worden, spreken en zwijgen. Is het verzoek aan een gemeenschap om zich beschikbaar te stellen voor een project van Nederlandse oorsprong, niet een herhaalde vorm van uitbuiting?

Momenten van culturele botsing worden onderdeel van de documentaire.

In een van de eerste gesprekken vertellen de filmmakers dat ze die vraag kregen: ‘Eerst hebben jullie ons ontvoerd en tot slaaf gemaakt, en nu moeten we jullie ook nog informeren? Hoe worden wij hier beter van?’ Maar toen Van Brummelen en De Haan uitlegden dat het de film van de Marrons zou zijn, en dat zij het samen konden vormgeven, was er juist heel veel participatie. De filmmakers verklaren: ‘Voor ons was het heel speciaal om aan een project te werken waarbij iedereen net zo hard investeerde in het eindproduct als wij zelf.’

De Marrons debatteren over de betrouwbaarheid van het concept ‘geschiedenis’.

Om dat te laten zien, zijn het onderlinge overleg en de momenten van culturele botsing onderdeel gemaakt van de documentaire. De Marrons debatteren bijvoorbeeld over de betrouwbaarheid van het concept ‘geschiedenis’, een woord dat wordt uitgesproken in de Nederlandse taal: de taal van de witte mensen. In hun verschillende eigen talen bediscussiëren ze de waarde van die westerse geschiedenis, die voor hen altijd gekenmerkt werd door bedrog en exploitatie.

Een terugkerend motief in de film is dan ook de vraag welke tradities gedeeld kunnen worden met de filmmakers en het publiek, en wat geheim moet blijven. De rituelen die de film wel (deels) laat zien, zoals een reiniging met rivierwater, en een vraag om te mogen verhuizen naar een nieuw deel van het oerwoud, zijn adembenemend mooi.

Ruimte voor meerstemmigheid

Hoe vallen neokoloniale patronen van exploitatie om te keren in solidariteit? Twee noodzakelijke voorwaarden zijn tijd en bescheidenheid. Om van een echte samenwerking te kunnen spreken, moeten de gebruikelijke productieprocessen en filmschema’s buigen voor lokale tradities. In de Marron cultuur wordt elk verhaal langzaam verteld, beetje bij beetje, onder beraad van de gemeenschap én de geesten die over haar waken. In deze samenleving heeft de waarde van een verhaal evenveel te maken met intenties als met feiten.

Zo ontwikkelden en redigeerden Van Brummelen, De Haan en Alexander het script voor de film samen met de Marrons. Wie er spreekt, en met welk doel, is cruciaal.

Voor de Marrons is de documentaire een manier om hun kennis over te brengen aan hun nakomelingen.

Die insteek begrijp je als toeschouwer beter wanneer je de verhalen hoort over verraders als Kwasi Mukamba, die ooit door plantagehouders werden ingezet om de gevluchte gemeenschappen binnen te dringen en hun geheimen te verklappen. Maar ook als je hoort dat de gebieden die uiteindelijk aan de Marron stammen toegewezen werden, nog steeds betwist worden door de Surinaamse overheid en bezet worden door multinationals en industriële extractiepraktijken.

Tegelijkertijd is gastvrijheid een kenmerk van de gedeelde cultuur van de stammen. ‘Marronage is een manier om zichzelf te bevrijden’, aldus coregisseur Tolin Alexander in de film, ‘maar ook om een gemeenschap te maken’.

Voor de Marrons wordt de documentaire een manier om hun kennis over te brengen aan hun nakomelingen, die uit de dorpen zijn weggetrokken naar de stad. En om degenen die het bos komen plunderen, te herinneren aan de wetten van de natuur. In deze film heeft individueel auteurschap plaatsgemaakt voor een rijke meerstemmigheid.

We zien het oerwoud als een plek van verstilde verwondering

Ook de gebruikelijke duidende voice-over heeft plaats geruimd voor zowel verschillende generaties en stammen, als de muziek en rituelen waarmee met niet-menselijke krachten wordt gecommuniceerd. De filmmakers vertalen niet alles en de plek die dit creëert voor geheimen en mysteries, roept bij de kijker bescheidenheid op. We zien het oerwoud van de Surinaamse binnenlanden als een plek van verstilde verwondering, een toevlucht voor vergeten wijsheid.

Gedeelde erfenis

De verhalen over de vlucht van de plantages, de gevechten met slavenhouders, de ontmoetingen met inheemse stammen en bosgeesten, en de gebroken beloftes van vrede, bieden nog altijd relevante lessen voor de binnenlandse gemeenschappen. Zij worden bedreigd door massale landroof, houtkap, en bauxiet- en goudexploitatie door multinationals. De ecologische gevolgen van deze extractiepraktijken zijn nu al voelbaar in het oerwoud, waardoor verschillende gemeenschappen gedwongen zijn om te verhuizen voor overstromingsgevaar of watervergiftiging.

Stones Have Laws (Dee Sitonu a Weti) van Lonnie van Brummelen, Siebren de Haan en Tolin Erwin Alexan

Een aangrijpend moment in de film is een bespreking van deze realiteit: een van de protagonisten stelt dat als het water nog verder rijst, niet alleen hun familieleden in de steden, maar ook andere ontheemden welkom zullen zijn in hun gemeenschap. Door de camera rechtstreeks aan te spreken neemt hij de kijker mee op in de kring van het overleg.

De documentaire fascinatie met inheemse en animistische culturen van co-existentie stelt deze gemeenschappen vaak voor als verdedigers van de natuur. Maar Stones Have Laws nodigt de westerse kijker uit om de verantwoordelijkheid voor de wereldwijde ecologische crisis te delen.

Het (koloniale) verleden leeft voort in de huidige kapitalistische exploitatie van Suriname.

Tegelijkertijd communiceert de film de creatieve kracht van het samenleven, zowel in de tradities van de Marrons, als in het dialogische proces van filmmaken. Zo maken de verhalen van de Marrons uiteindelijk duidelijk hoe sterk het (koloniale) verleden voortleeft in de huidige kapitalistische exploitatie van Suriname. Als beelden van de weelderig groene jungle omslaan naar het schrale terrein van de mijnen, wordt duidelijk dat de Amazone hier voor onze ogen verdwijnt.

Misschien houdt het onder ogen zien van het koloniale verleden in dat we ons ook de wetten van de natuur moeten herinneren. De onderliggende boodschap van Stones Have Laws is: we kunnen ons niet langer als afstandelijke toeschouwers opstellen tegenover de vernieling van de aarde. We kunnen geen grenzen stellen aan onze gastvrijheid, wanneer we ons herinneren dat de schaarste in de wereld direct verbonden is aan de hebzucht die de kapitalistische maatschappij nog steeds niet heeft verleerd.