Sorry, Ersan Mondtag

Door Evelyne Coussens, op Mon May 20 2019 22:00:00 GMT+0000

Vorige week schreef ik voor de tweede keer in korte tijd een erg negatieve recensie over het werk van Ersan Mondtag, de Duitse regisseur die het afgelopen seizoen twee keer in Gent te zien was. Na gastproductie DIE VERNICHTUNG (één ster) in februari ging nu De Living (twee sterren) in première, een coproductie met NTGent. Achteraf gezien schrik ik van de bitsigheid van mijn teksten – hun toon verraadt woede, en dat is nooit interessant voor een recensie. Ik heb dus een probleem.

Het is overigens niet zo dat Ersan Mondtag mijn goedkeuring nog nodig heeft – de man heeft een uitgebreide fanclub. Sinds 2015 lijkt heel theaterminded Duitsland in de ban van de 32-jarige scenograaf en regisseur, die op vier jaar tijd drie keer werd uitgenodigd voor het Berliner Theatertreffen, daar in maart voor DAS INTERNAT nog de 3sat-Preis binnenrijfde en door vakblad Theater Heute in 2016 werd uitgeroepen tot ‘Jonge regisseur van het jaar 2016’ en ’Toneel- en kostuumontwerper van het jaar’.

In de Duitse pers regent het termen als ‘theatervernieuwer’, ‘enfant terrible’, ‘Duits wonderkind’ en ‘visionair kunstenaar’.

Mijn blik was troebel, en dat is onvergeeflijk voor een professional.

Wanneer het regent in Berlijn, druppelt het in Gent. Milo Rau, artistiek leider van het Gentse stadstheater, haalde Mondtag dit seizoen twee keer naar NTGent en zijn reputatie snelde hem vooraf. Ik mocht voor De Morgen recenseren. Vooral mijn eerste kennismaking met Mondtags werk, DIE VERNICHTUNG, was een onaangename déja vu. In een kitscherige setting leveren vier jongeren zich over aan nihilistisch verbaal geweld.

In plaats van het mij beloofde ‘grensverleggende’ theater (dixit NTGent) zag ik oubollig postmodernisme, het soort theater dat vijftien jaar geleden al op zijn laatste benen liep. Dat was toch even reframen.

Over dat framen gaat het hier. Want na De Living, dat opnieuw een stuk minder ‘radicaal vernieuwend’ was dan ik had verwacht, merkte ik dat ik vanuit een kwaadheid aan mijn recensie begon te schrijven. Code red, want de vuistregel is dat kunstkritiek slechts bloeit op een onvoorwaardelijke liefde voor de kunsten, zelfs als die kunsten ‘falen’ – misschien bij uitstek wanneer ze falen.

DIE VERNICHTUNG, Ersan Mondtag

Woede of frustratie levert recensies op die meer vertellen over de auteur dan over het kunstwerk, en zo geschiedde, helaas. Uit de recensies spreekt vooral mijn teleurstelling over gap tussen de realiteit van het werk en het discours errond, wat iets anders is dan een eerlijke analyse van een voorstelling.

In de marketingmachine die vandaag rond next big things wordt opgezet, vliegen de hyperbolen je om de oren.

Dat is eerst en vooral mijn probleem: de verantwoordelijkheid voor het ‘eerlijk kijken’ en dito schrijven ligt bij mij. Ik hoop te kunnen beweren (of ik streef er toch naar) dat ik het werk van een ‘nieuwe stem’ altijd vol begerige nieuwsgierigheid tegemoet zie, en niet, zoals in dit geval, met een bril voorgevormd door marketing-talk.

Los van elke kwaliteitsdiscussie heb ik Mondtag wellicht harder aangepakt dan ik zou doen bij een andere, minder gehypte maker. DIE VERNICHTUNG en De Living hebben kortom geen eerlijke kans gekregen. Daarom, voor wat het waard is: sorry, Ersan Mondtag. Mijn blik was troebel, en dat is onvergeeflijk voor een professional.

Maar een kleine kanttekening – of toch een steelse vraag om verschoning – wil ik wel toevoegen. Is het echt alleen mijn probleem? In de marketingmachine die vandaag rond next big things wordt opgezet (en waarin naast de sector ook de pers soms graag een tandje bijsteekt) vliegen de hyperbolen je om de oren.

Van een recensent kunnen we eisen dat hij door de blurb zijn blik helder houdt, maar wat met het publiek?

Dat is geen vaststelling waarvan je steil achterover valt, maar het begint wel danig op de zenuwen te werken en de gevolgen zijn contraproductief. Datgene wat het marketingdiscours beoogt – het als waardevol en interessant framen van zijn artiest – gaat tegen de kunstenaar werken en dreigt zo te verkeren in zijn tegendeel.

En niet bij professionals alleen. Uit DIE VERNICHTUNG kwam ik buiten met een groep kunststudenten die elkaar wat ongemakkelijk aankeken. ‘Het was toch niet wat ik ervan verwacht had’, verbrak er eentje aarzelend de stilte.

De Living, Ersan Mondtag

Woensdagavond bij de première van De Living hoorde ik voor het doven van de lichten Milo Rau een stoeltje verderop tegen zijn stoelgenoot fluisteren: ‘It’s a masterpiece.’ Hopelijk vond zijn gezelschap dat achteraf ook. Van een recensent kunnen we eisen dat hij door de blurb zijn blik helder houdt, maar wat met het publiek?

Nieuwe namen dreigen verbrand te raken nog voor ze kunnen vlammen.

Of je nu een wasmachine, een smartphone of een kunstenaar in de markt zet: elke goede marketeer weet dat een ontgoochelde klant niet meer terugkeert. Het is dus in het belang van kunstenaars zelf dat sector en pers de toon rond next big things een beetje downtunen.

Zullen we samen afspreken dat we voortaan wat minder hyperbolen bezigen? Anders dreigen nieuwe namen – niet zelden nog vrij jonge en dus relatief kwetsbare kunstenaars – verbrand te raken nog voor ze kunnen vlammen. En dreig ik in de toekomst nog vaker excuses te moeten maken.