Schrijven aan een inclusieve ontwerpgeschiedenis

Door Vlaams Architectuurinstituut, op Tue Nov 09 2021 23:00:00 GMT+0000

Heel wat vrouwen droegen bij aan onze ontworpen omgeving, van architectuur en vormgeving tot mode en decoratieve kunsten. Toch bleven velen buiten het aandachtsveld van onderzoek en collectievorming. Het Vlaams Architectuurinstituut zette het afgelopen jaar samen met 27 partners zijn schouders onder het project Wiki Women Design. Met Wikipedia als instrument haalt vrouwen die hun stempel hebben gedrukt op het ontwerperfgoed in België uit de schaduw van de geschiedenis.

A gender-neutral industry – indeed, a gender-neutral built environment – if desired, cannot simply be willed into existence. It must be fought for. Invisibility is a sign that there is still much more work to do. Jane Hall, Breaking Ground: Architecture by Women (Phaidon, 2019)

Wat willen we bewaren voor toekomstige generaties? En welke tradities of stemmen nemen we mee in deze verhalen? Hoe we omspringen met ons verleden en erfgoed heeft directe impact op het heden en de toekomst. Een inclusievere ontwerpwereld begint daarom bij een inclusievere ontwerpgeschiedenis.

Veel vrouwelijke ontwerpers bleven onder de radar van onderzoekers, musea, archiefinstellingen, curators en verzamelaars. Er bestaan nauwelijks historische studies over vrouwelijke ontwerpers die actief waren in België. Dit heeft grotendeels te maken met de ondervertegenwoordiging van vrouwen in archieven en museumcollecties. Enkele cijfers illustreren dit onevenwicht. In de archiefgids Vormgevingserfgoed in Vlaanderen na 1945 gepubliceerd door het VAi in 2016, merkten de auteurs Ellen Van Impe en Eva Van Regenmortel reeds op dat meer dan 90% van de ontwerpersarchieven die bewaard worden in publieke instellingen een mannelijke archiefvormer heeft.

In de grootste designcollectie van Vlaanderen zijn slechts 606 objecten van de 23.000 geregistreerd onder de naam van een vrouwelijke ontwerper.

Niet enkel in archieven, maar ook in designcollecties valt deze flagrante genderkloof op. In de collectie van het Design Museum Gent – de grootste designcollectie van Vlaanderen – zijn slechts 606 objecten van de 23.000 geregistreerd onder de naam van een vrouwelijke ontwerper (ongeacht nationaliteit). De collectie bevat wel veel anonieme objecten die misschien na verdere studie kunnen toegewezen worden aan vrouwen. Onderzoek toont echter dat aan architectuur- en ontwerpscholen vrouwen ruim vertegenwoordigd waren in de richtingen vormgeving, interieurontwerp, mode en toegepaste kunsten. Ook in het domein van architectuur zijn de cijfers schokkend: in de archiefcollectie van het VAi zijn tot op vandaag slechts 4 van de 200 archieven gelinkt aan vrouwelijke architecten.

Het bewaarde erfgoed heeft een enorme impact op de canonvorming. Door de afwezigheid van bronnen over vrouwelijke ontwerpers in archieven, musea en bibliotheken is vandaag maar weinig geweten over de activiteiten van vrouwen, zelfs in de domeinen waarin ze erg actief waren. Architectuurhistoricus Despina Stratigakos vergelijkt dit vergeten van vrouwelijke ontwerpers met het antieke Romeinse begrip damnatio memoriae, het wissen van personen en hun nalatenschap uit het collectieve geheugen. Iedereen die meer te weten wil komen over het leven en werk van vrouwen moet dus op inventieve wijze bronnen zoeken.

Simone Guillissen-Hoa in haar kantoor Rue Langeveld, 1970 © Roularta Media Group NVSA, Femmes d'Aujourd'hui, Roland d'Ursel, Fonds S. Guillissen-Hoa, Archives J.P. Hoa II

De ondervertegenwoordiging van vrouwen in de architectuur- en designgeschiedenis zorgt ook voor het ontbreken van vrouwelijke rolmodellen voor toekomstige generaties ontwerpers. Stratigakos schrijft dat vrouwelijke architecten nog steeds nauwelijks verschijnen in syllabi van architectuur- en kunstgeschiedenisopleidingen, en dat velen nog steeds hun studies afmaken zonder ooit over een vrouw te hebben geleerd die voor 1970 actief was. Volgens Hilde Heynen, professor architectuurtheorie (KUL) zijn patriarchale verwachtingen en mannelijke waarden zeer diep geworteld in de (architecturale) cultuur. ‘Het zal daarom een bewuste en gedeelde inspanning van alle betrokkenen vergen om dit alles te veranderen en het seksisme achter zich te laten’, aldus Heynen.

Online matrimonium

Het Wiki Women Design-project probeert vrouwelijke ontwerpers online zichtbaar te maken. Google is voor velen, van geïnteresseerden tot studenten en onderzoekers, een belangrijke eerste bron van informatie. Aangezien Wikipedia de vijfde meest bezochte website ter wereld is, verschijnen deze artikels vaak als eerste resultaat bij een Google-zoekactie. Door het registreren en ontsluiten van data en kennis op Wikipedia worden deze vrouwen en hun ontwerpen beter vindbaar en krijgen ze als het ware een online ‘bestaan’. Bovendien is er vandaag nog een enorm onevenwicht in genderrepresentatie op Wikipedia, stelde Nicole Torres vast, zowel wat de inhoud van de artikels betreft, als bij de bewerkers van de encyclopedie.

Voor dit project plaatsen museale instellingen hun eigen collecties in een nieuw licht.

In samenwerking met diverse partners in het cultureel-erfgoedveld, het academisch veld, het ontwerpveld en de Wikipediagemeenschap wil het VAi deze genderkloof wegwerken door Wikipedia-schrijfsessies of edit-a-thons te organiseren. Op een edit-a-thon komen geïnteresseerden samen om een specifiek thema van de encyclopedie aan te vullen en te verbeteren. Hiermee treedt Wiki Women Design in de voetsporen van internationale succesvolle initiatieven zoals wikiD: Women, Wikipedia, Design, geïnitieerd door N-ails in Berlijn, ArchiteXX in New York en Parlour in Melbourne, en het Amerikaanse project Art + Feminism. Ook in België vonden al soortgelijke projecten plaats, zoals de Wikimatrimoine-schrijfsessies die georganiseerd worden door architect Apolline Vranken en activiste Manon Brulard tijdens de Journées du Matrimoine, en Just For The Record, geïnitieerd door grafisch ontwerper Loraine Furter.

Elisabeth De Saedeleer en twee zussen, 1923 © Archives of Contemporary Art, Royal Museums of Fine Arts of Belgium, Businarias

Partners en vrijwilligers gingen vaak op creatieve wijze aan de slag om geschiedenissen naar boven te spitten en deze te publiceren op Wikipedia. In het kader van dit project plaatsen museale instellingen hun eigen collecties in een nieuw licht, om het materiaal van en over vrouwen te (her)ontdekken, te documenteren en te ontsluiten. Zo organiseerden de Vlaamse modemusea van Hasselt en Antwerpen een schrijfsessie over Belgische modefiguren. Het Design Museum Gent focuste zich voor een van zijn sessies op 20ste-eeuwse vrouwelijke ontwerpers, terwijl het voor een tweede sessie samenwerkte met Flanders DC om over hedendaagse ontwerpers te publiceren op Wikipedia. Ook het Museum voor Kunst en Geschiedenis herbekeek hun collecties om vrouwen die actief waren in de toegepaste kunsten en kantwerk uit de schaduw te halen.

Met de hulp van 27 partnerorganisaties en meer dan 250 vrijwilligers zijn ondertussen ruim 220 Wikipedia-artikels geschreven, vertaald of geredigeerd.

Andere instellingen hebben hun regio als uitgangspunt genomen. Zo bundelde het architectuurcentrum AR-TUR de krachten met de erfgoedcellen van de Kempen om belangrijke vrouwen uit de regio aan het licht te brengen. Naast hun eigen onderzoek lanceerden ze hiervoor oproepen, wat tot erg interessante ontdekkingen en getuigenissen leidde. Verder werkte de UHasselt samen met cultuurhuis Z33 en Hogeschool PXL-MAD om vrouwen uit provincie Limburg te documenteren. Hiervoor klopten ze eveneens aan bij de Limburgse erfgoedcellen.

De samenwerking met universiteiten en hogescholen – KU Leuven, KASK, UAntwerpen, UGent, UHasselt en ULB – was een verrijkend experiment voor het gebruik van Wikipedia in een academische context. Dankzij studenten de Wikipedia-artikels redigeerden aan de hand van academische artikels konden we de webpagina’s verrijken met kennis die anders moeilijk toegankelijk zou blijven. De studenten van de KU Leuven en UAntwerpen focusten op hedendaagse architecten, ULB op historische figuren verbonden met La Cambre en de UGent op vrouwen die actief waren in de toegepaste kunsten in 19de-eeuwse salons.

Het resultaat? Met de hulp van 27 partnerorganisaties en meer dan 250 vrijwilligers zijn ondertussen ruim 220 artikels geschreven, vertaald of geredigeerd. Hopelijk is dit slechts een eerste aanzet tot het herschrijven van de design- en architectuurgeschiedenis in België en inspireert het ‘online’ bestaan van deze vrouwen ook om te werken aan een inclusievere ontwerpwereld vandaag.

Gedeelde zorg voor een betere representatie

Een belangrijk doel van Wiki Women Design is het opbouwen van een netwerk dat zorg opneemt rond architectuurgeschiedenis. Het gaat niet enkel om vergeten vrouwen maar evengoed om het erfgoed dat ze ons nalaten: geschriften, ontwerpen, gebouwen, objecten … Als we hun namen niet kennen, dan worden ook hun ontwerpen en documenten niet gewaardeerd en met zorg bewaard. Met Wiki Women Design proberen we deze cirkel te doorbreken zodat er zorg voor dit erfgoed kan worden opgenomen.

Steeds meer kennis wordt nu digitaal gemaakt en gedeeld. Zo ontstaan er alternatieve circuits van informatie en alternatieve archieven van kennis.

Aandacht voor het verleden werkt immers reflectie over het heden en de toekomst in de hand. Veel instellingen, die in hun collecties en archieven op zoek gingen naar vrouwelijke ontwerpers en vaststelden hoe klein hun aandeel was, kijken inmiddels ook anders naar hun huidige en toekomstige collectievorming. Ze herschrijven hun waarderingskaders, collectieprofielen, aanwinstenpolitiek met daarin meer aandacht voor diversiteit. Niet enkel voor vrouwen, maar ook voor andere groepen die lang onder de radar bleven.

Studenten toegepaste kunsten, klas van Albert Van Huffel aan La Cambre, ca. 1926. (c) Van Huffel Archief, Design Museum Gent

Steeds meer kennis wordt nu digitaal/online gemaakt en gedeeld. Zo ontstaan er alternatieve circuits van informatie en alternatieve archieven van kennis. Die kennis is ook makkelijker bereikbaar en wordt niet afgeschermd, gefilterd, geselecteerd door gevestigde instellingen. Digitaal geboren materiaal, of born digital material, biedt op die manier een opportuniteit voor het genereren, beheren, bewaren en delen van kennis in de toekomst. Op digitale media en platformen zoals Wikipedia kunnen alternatieve stemmen evenveel 'ruimte' innemen als gevestigde waarden. Laten we hopen dat er op die manier minder kans is dat ze verdwijnen tussen de plooien van de (architectuur)geschiedenis.