Optimistische tafeltrauma’s

Door Dulce Mendonça, op Fri Nov 14 2025 10:15:00 GMT+0000

Wat is er nodig om deel uit te maken van een familie? Volstaat een bloedverwantschap of kiezen we zelf wie we ‘onze familie’ noemen? Op welke manier verandert onze verhouding tot elkaar doorheen de tijd? Wat is familie überhaupt? De zorgvuldig in elkaar gestoken tekstvoorstelling Family geeft geen letterlijk antwoord op deze vragen, maar zet ons wel aan het denken. Vijf generaties worden bij elkaar gebracht. Geen familie, wel vijf met elkaar verweven geschiedenissen die uiteindelijk ook de speler-makers van deze voorstelling met elkaar verbinden.

Sommige verhalen maken het moeiteloos tot in onze herinneringen. Andere worden vergeten. Nog andere worden te pas en ten onpas ingezet als vermakelijk verhaalelement op familiefeesten. In Family krijgen we het allemaal. Er wordt ons een reeks aan gefragmenteerde herinneringen gepresenteerd, op iets wat lijkt op een soort ongemakkelijke familiereünie.

Wat we aan decor zien heeft echter allesbehalve het karakter van een gezellig familiefeest: een aangenaam sobere opstelling van drie stoelen en een massief houten tafel tegen een zwarte achtergrond. Als publiek kijk je mee over de tafelrand. Het is een statisch decor. Wanneer de tafel aan het einde wordt gedekt komt er even meer beweging, maar ook meer herkenbaarheid in.

Ook kenmerkend is hoe deze familie – bestaande uit Louis Janssens, Maureen Teeuwen, Francis Geeraert, Peter Seynaeve en Mourad Baaiz – in schuifjes binnensijpelt, als op een feest waar iedereen op een eigen uur komt binnenvallen en met een eigen verhaal van wal steekt. Aanvankelijk gebeurt dat eerder parallel naast elkaar dan in gesprek mét elkaar. Doorheen de voorstelling groeien de spelers in tekst en in gebaren toch naar elkaar toe.

Autoreferentiële trekjes

Ze vertellen beurtelings over het moment waarop ze ‘het’ te weten kwamen of voor het eerst vertelden. Ze vertellen over huizen en kamers, oud worden, ziekte en dood, stadstuintjes, over drama en melancholie. Ze vertellen over hoe hun familie reageerde. De herinneringen volgen elkaar in sneltempo op, alsof er zich telkens een nieuw verhaal aanzet. In de praktijk glijdt de voorstelling van onderwerp naar onderwerp, wat haar verdere verloop vanaf het begin nogal voorspelbaar maakt. Het is wachten op een hoogtepunt.

Wie op zoek is naar dubbele bodems of intertekstuele referenties, blijft op diens honger zitten.

Ook door de directe taal is Family weinig suggestief. Janssens lijkt geen interpretatie aan het toeval over te laten. Dat maakt de voorstelling wel erg toegankelijk, maar wie op zoek is naar dubbele bodems of intertekstuele referenties, blijft op diens honger zitten. Het geheel heeft als het ware autoreferentiële trekjes: een politiek of sociaal beladen context blijft uit en dat lijkt een bewuste keuze. Wat we te zien krijgen, wekt geen spanningen op, zorgt niet voor merkbare commotie.

Voorstellingsfoto uit Louis Janssens' FAMILY

Is er tegenwoordig nog plek voor theater in een vacuüm? Of hebben makers in hun voorstellingen als het ware de verplichting zich expliciet te verhouden tot de rest van de wereld?

Gefragmenteerde herinneringen

Family gaat hoofdzakelijk over familie, al dan niet zelfgekozen, maar lijkt door het spel met emoties en door de troost die de spelers bij elkaar zoeken ook te draaien rond het helen van een gebroken relatie met het verleden. Het gaat over de angst alleen te zijn, het verlangen naar verbinding. Alsof ze door het gezamenlijk oprakelen van gefragmenteerde herinneringen aan stukjes familiegeschiedenis een collectief trauma willen overkomen.

Family is een niet provocerende voorstelling, sober en prikkelarm.

We sloten aan bij een familie waar de tafel wordt gezien als plek van overleg, samenkomen en begrip, nooit als een plek waar het negatieve domineert. De voorstelling is, naar eventuele analogie met het familiefeest, geen strijd om het beste verhaal.

Family is een niet provocerende voorstelling, sober en prikkelarm. Maar door de veelvuldige herhaling en het gebrek aan gelaagdheid vind ik ze soms net te weinig prikkelend. Hoewel ik me aanvankelijk vragen stelde bij aspecten als het gebrek aan ‘binnenlaten van de wereld’, lijken alle keuzes bewuste keuzes. ‘Nee’, lijkt Janssens ons te willen zeggen, ‘nee, de kunstenaar heeft geen verplichtingen.’