Op weg naar een charter fair practices
Door Leen Laconte, op Wed Aug 28 2019 22:00:00 GMT+0000We zijn het eens, eigenlijk. Of we nu kunstenaar zijn, of in een organisatie werken, of in een beoordelingscommissie zetelen. We willen een loon krijgen dat ons werk naar waarde schat. We willen de mensen die onze artistieke projecten waarmaken, correct vergoeden. We willen een kunstenveld dat professioneel en ethisch verantwoord werkt.
En toch. Toch belanden we telkens weer in die situaties. Nemen we werk aan onder de prijs. Maken we inconsequente keuzes met onze schamele fondsen. Kennen we projectsubsidies toe waarvan we weten dat ze nooit alle kosten zullen dekken. We deden het voor onze carrière. Voor onze collega’s. Voor onze organisatie. Voor een vriend. Voor die ene keer. Voor de kunst. Terwijl we er alleen maar onszelf mee treffen. En ons al zo vaak voorgenomen hebben om het beter te doen: zakelijke afspraken niet meer uitstellen tot het moment dat we zo gelukkig worden van wat we maken, dat we denken dat we het louter met dat geluk wel zullen trekken.
We hebben besloten dat we dat niet langer willen: onszelf, onze collega’s, onze sector de das omdoen.
Bij Overleg Kunstenorganisaties (oKo), de belangenbehartiger, sectorfederatie en netwerkorganisatie van 220 kunstenorganisaties uit heel Vlaanderen en Brussel, hebben we besloten dat we dat niet langer willen: onszelf, onze collega’s, onze sector de das omdoen. Of we nu freelancen, tewerkstellen of adviseren. We willen dat organisaties en kunstwerkers fair behandeld worden: door volwaardige subsidiëring, correcte betaling, goede arbeidsomstandigheden, transparante samenwerking. Daarom lanceren we een charter fair practices. Eind dit jaar moet het klaar zijn.
Scope
Ons charter fair practices definieert heldere en eerlijke principes en praktijken, en dat voor podiumkunsten en muziek, van pop tot klassiek, én voor beeldende en audiovisuele kunsten. Iedereen die creëert, speelt, tentoonstelt, cureert en resideert zal ermee aan de slag kunnen. Opdrachtgevers dus, maar ook opdrachtnemers. Producenten en coproducenten. Presentatieplekken en bespelers.
Voor al die partijen moet duidelijk worden wat dat is, een correct kunstenaarshonorarium, of een juiste uitbetaling van rechten. En hoe fair practices kunnen verschillen al naargelang de context – zonder daarbij ooit de juridische en solidaire basisprincipes ter discussie te stellen. Aan de basis van al dat werk ligt een sterk besef van verantwoord ondernemerschap en van de sociale verantwoordelijkheid die organisaties hebben ten aanzien van de individuen die ze tewerkstellen.
Het charter zal bestaan uit twee onderdelen. Het eerste deel is een richtinggevend kader met algemene principes. Het tweede is een toolbox met instrumenten waar iedereen in de sector mee aan de slag kan.
Principieel kader
Het eerste deel van ons charter bevat vier richtinggevende principes, die iedereen kan onderschrijven. We verwachten alleszins dat al onze 220 leden dat zullen doen. Bovendien willen we aan de overheid vragen om ons charter te erkennen en te belonen wie ernaar handelt. Dit zijn de principes:
- Solidariteit: Wie mensen aan het werk zet, heeft een sociale verantwoordelijkheid, of dat nu in een eenmalige experimentele context is of in het kader van een lange tewerkstelling in een gevestigd huis. Kunstenaars en kunstwerkers moeten kunnen rekenen op een correcte vergoeding en een veilige werkomgeving. Daarbij moet er vooral aandacht gaan naar de groeiende groep freelancers.
- Transparantie: We moeten weten waarover we spreken. Letterlijk dan. Alle partijen moeten geïnformeerd aan de onderhandelingstafel kunnen komen, zodat er geen semantische discussies ontstaan over begrippen als ‘uitkoopsom’ en ‘coproductie’. We zijn dus transparant over wat we verwachten in welke context. Maar ook over onze middelen: niet alleen naar elkaar, maar ook naar de overheid toe.
- Duurzaamheid: We moeten elkaar ondersteunen om duurzame loopbanen uit te bouwen en verder te professionaliseren. Om aan kennis- en ervaringsopbouw te doen. Dat kan alleen als tewerkstelling gebeurt binnen de geldende kaders en onder correcte voorwaarden.
- Verantwoordelijkheid: Artistieke samenwerkingen zijn precies dat: samenwerkingen. Ze ontstaan in gedeelde verantwoordelijkheid en vanuit een wederzijds vertrouwen. Uiteindelijk trekken we allemaal aan hetzelfde zeel. En dat kan enkel als alle betrokkenen de nodige inspanningen leveren. Daarom is het belangrijk dat we de andere partij leren kennen en zijn of haar inzet, risico en engagement op alle niveaus waarderen.
Toolbox
Het tweede onderdeel van het charter fair practices, de toolbox, is er om de principes naar de praktijk te vertalen. Want een manifest onderschrijven is prima, maar het dreigt discours te blijven als kunstwerkers, kunstenaars en organisaties niet over de juiste handvatten beschikken om ze in de praktijk om te zetten. De toolbox omvat verschillende aspecten van een samenwerking op artistiek, productioneel, technisch en financieel vlak. Zodat iedereen op basis van een gelijkwaardig partnerschap en met kennis van de regelgevende kaders in een samenwerking kan stappen.
Een manifest dreigt discours te blijven als kunstwerkers, kunstenaars en organisaties niet over de juiste handvatten beschikken.
Wat er in die toolbox zit? Checklists (voor onderhandelingen, uitkoopsommen, toelagetrekkers), FAQ’s (over auteursrechten, kunstenaarsstatuut, taakloon), berekeningstools (voor tournees, zelfstandigen, SBK’s), heldere omschrijvingen (van coproducties, residenties) en modelcontracten (voor artiesten, zelfstandigen, coproducenten). Maar ook een concrete set aan richtlijnen: afspraken die we onderschrijven, waaraan we ons willen houden en die als houvast kunnen dienen in contexten die minder scherp afgelijnd zijn. We zijn ervan overtuigd dat we met zulke toegankelijke instrumenten alle betrokkenen kunnen empoweren om geïnformeerd aan een artistieke samenwerking te beginnen.
Campagne
We beseffen dat zo’n charter met algemene principes en met bijbehorende tools enkel ingang zullen vinden in de praktijk als ze breed gedragen zijn. Bij de ontwikkeling ervan zijn we dan ook niet over één nacht ijs gegaan. De eerste steen van het charter werd gelegd in 2015. De afgelopen jaren werd het gevoed door inzichten en instrumenten die op scherp gesteld zijn door heel wat organisaties, kunstenaars en oKo-partners die middenin het veld staan. De algemene principes en tools worden besproken in de oKo-werkgroepen. Bovendien zal een groep freelancers zich buigen over de haalbaarheid en volledigheid ervan. Met andere woorden: de eerste kiemen van het charter ontspruiten vandaag al.
OKo wil er nu vooral voor zorgen dat het stevig geworteld geraakt. Dat doen we als belangenbehartiger natuurlijk ook op beleidsniveau: we blijven pleiten voor de verhoging van het budget voor projecten en beurzen, een volwaardige financiering van projecten en organisaties en de optimalisatie van het kunstenaarsstatuut, dat geen statuut voor werklozen maar voor werkenden moet zijn. En we nemen onze verantwoordelijkheid op ten aanzien van de sector. Daarom vragen we onze leden eind dit jaar officieel om hun zegen te geven over het charter.
Vanaf 2020 zetten we in op een brede campagne. Binnen het oKo-netwerk, natuurlijk, maar ook daarbuiten. We stellen de principes en de tools ter beschikking van iedereen, zodat de principes van fair practice sectorbreed kunnen wortelen. En we op ooghoogte kunnen samenwerken: solidair, transparant, duurzaam en in wederzijds vertrouwen.