Ontwerper Tom Van Der Borght: ‘Mode is een embodied practice’
Door Charlotte Vandijck, op Thu Aug 12 2021 10:00:00 GMT+0000Weelderige vormen, uitdagende slogans en een fel kleurenpalet: de kleding van Tom Van Der Borght springt meteen in het oog. Maar de uitgesproken stijl herbergt – en thematiseert – ook zijn strijd met een erfelijke spierziekte, die zijn praktijk verregaand beïnvloedt. Een gesprek over inclusieve luxekleding, ontwerpen buiten de hokjes en communicatie met textiel.
Designer Tom Van Der Borght valt op door zijn onnavolgbare ontwerpen die zowel de schoonheid als de schaduwzijden van het leven weerspiegelen. Zijn kenmerkende stijl van psychedelische prints, opspringende texturen en felle kleuren is op zijn minst opvallend te noemen. Van Der Borght houdt ervan om het ongrijpbare draagbaar te maken en valt buiten elke categorisatie. ‘Mijn werk is eigenlijk te artistiek om mode te zijn, en te veel mode om kunst te zijn.’
Recent werd Van Der Borghts hybride aanpak nog sterk aangemoedigd. Zijn werk viel in 2020 in de prijzen op het prestigieuze International Festival of Fashion, Photography and Fashion Accessories. In het Franse Hyères, waar het festival jaarlijks plaatsvindt, won Van Der Borght twee prijzen: de Grand Prix du Jury (o.l.v. Jonathan Anderson) in de categorie mode en de publieksprijs.
Naaien als vingeroefening
Achter de complexe meerlagigheid in zijn werk schuilt een boeiend levensverhaal. Van Der Borghts passie voor mode was al uitgesproken aanwezig op zeer jonge leeftijd. ‘Mijn moeder was lerares patronen en naaien. Ik ben dus echt opgegroeid tussen de stofjes en wou van jongs af aan een artistieke richting uit. Mijn ouders waren hier echter niet voor te vinden, dus startte ik met een opleiding sociaal werk.’
‘Ik ben queer, heb dropvoeten en creëer modestukken die uit de band springen. Velen zouden mij speciaal noemen, maar ik voel me best normaal.’
Maar na zeven jaar in de sociale sector volgde een gebeurtenis die Van Der Borghts leven ingrijpend zou veranderen. Als prille twintiger werd bij hem de erfelijke neuropathische spierstoornis Charcot-Marie-Tooth (CMT) ontdekt. ‘Op mijn zevenentwintigste kreeg ik daarvan een zware opstoot, waardoor ik een hele periode moest platliggen. Naaien en ander handwerk waren de minutieuze vingeroefeningen die me toen hielpen om mijn stijver wordende vingers soepel te houden. Die abrupte wending deed me ook beseffen dat het tijd was om mijn kinderdroom na te jagen. Ik startte kort nadien met naailessen en volgde daarna de modeopleiding in Sint-Niklaas.’

De rest is een stukje modegeschiedenis. Vandaag werkt Tom Van Der Borght als freelance kunstenaar in zijn modestudio in Gent. Op enkele stagiairs na maakt hij de vele borduursels en het detailwerk helemaal eigenhandig, met zijn moeder als partner-in-crime. Zijn collecties werden al gepresenteerd tijdens de modeweken in Berlijn, Parijs, Londen en Panama. Ze worden verkocht in heel Europa, de Verenigde Staten en Japan.
Je porte donc je suis
De basis van dat mondiale succes in de modewereld is een continu zelfonderzoek, waarbij Van Der Borght aan de ontwerptafel exploreert hoe hij kan omgaan met zijn spierziekte, en breder, hoe de presentatie van het ongeziene, onconventionele lichaam normatieve constructies kan bevragen. ‘Ik ben queer, heb dropvoeten door mijn spierziekte en ik creëer modestukken die uit de band springen. Veel mensen zouden mij speciaal of anders noemen, maar ik voel mij eigenlijk best normaal. Ik ben gewoon wie ik ben.’
‘Ik maak graag ontwerpen die aan de drager vragen of die zich klaar voelt om hen te dragen.’
‘Als sociaal werker stond ik in contact met jongeren uit achtergestelde situaties. Ze krijgen door de maatschappij al snel een label opgeplakt omdat ze niet zouden voldoen aan de norm. Maar mijn ervaring was net dat ze heel erg zichzelf konden zijn. Voor mij is mode een embodied practice. Of je nu gekleed gaat als een fluo vogel of grijze muis, je geeft een boodschap mee.’

‘Mode is altijd een communicerende laag die tussen het individu en de maatschappij staat. Ik ben geïnteresseerd in die dubbele communicatie, waarbij een kledingstuk werkt in de beide richtingen. De drager kan zijn gemoed of persoonlijkheid laten doorschemeren via een kledingstuk terwijl dat zelf ook een uitdaging kan vormen voor degene die het aantrekt. Daarom vragen mijn ontwerpen aan hun dragers of ze zich klaar voelen om hen te dragen.’ In bepaalde ontwerpen verwerkt Van Der Borght een stellige slogan waartoe de drager zich moet verhouden. I am not a Monster. Of grappiger: Daarmee kan je niet naar de Delhaize.
'Mijn werk wordt vaak als happy gezien, maar de felle kleuren zijn eerder de discodip op het ijsje. Bij mij lopen vrolijkheid en duisternis door elkaar.'
Ook in zijn eigen kledingkeuze speelt Van Der Borght met dat tweerichtingsverkeer. ‘Door mijn dropvoeten lijk ik tijdens het stappen vaak te fladderen, zoals een eendje. Die loopstijl weekt uiteenlopende reacties los. Sommige mensen vinden net dat ik erg cool stap, terwijl anderen vragen of ik niet te veel gedronken heb. Sommige CMT-patiënten dragen beugels in hun schoenen om die flapbewegingen in toom te houden. Daar is absoluut niets mis mee, maar zelf zet ik die typerende stap liever in de verf door het dragen van designerschoenen, zolang mijn lichaam dat fysiek aankan.’
Pantser in discodip
Humor en zelfrelativering zijn krachtige wapens, vindt Van Der Borght. Hij toont ermee dat hij geen supermens is en ook zijn onzekerheden heeft. ‘Dat bewustzijn helpt mij om krachtig in het leven te staan.’ Toch voelt het uiten van kwetsbaarheid onwennig aan in de modeindustrie. De wereld van de fashionista’s heeft eerder de neiging om fysieke en mentale struggles toe te dekken.

‘Ook mijn werk wordt door modejournalisten dikwijls als happy bestempeld. Ik wil zeker geen duister werk maken, maar de felle kleuren zijn bij mij eerder de slagroom en de discodip op het ijsje. Bij mij lopen vrolijkheid en duisternis door elkaar. Ik heb zelf lastige periodes doorgemaakt, en ik wil die ook tonen, bijvoorbeeld door de volumes met stekels in mijn werk. Die ogen feestelijk, maar functioneren ook als een beklemmend en defensief pantser.’
'De manier waarop we zwarte modellen, plus-size modellen of modellen met een beperking inzetten is vaak clichébevestigend.'
Van Der Borght speelt met zijn exuberante beelden een spel dat zowel persoonlijk als universeel is. De ontwerper balanceert op de grenzen van bekeken worden en laten kijken. Hij daagt normen uit en gaat hokjesdenken duidelijk uit de weg. ‘Zelfs mensen die op het eerste gezicht in het ideale plaatje passen, worstelen soms met de lichaamsidealen van dé perfecte man of vrouw. Ik wil de idee uitdragen van de contemporary tribe, één grote community waar iedereen, abled of disabled, queer, wit of gekleurd, deel van uitmaakt. Ik droom van een wereld waar we al die verschillen kunnen afvlakken tot een ander, hoger niveau.’
Naar een nieuwe luxe
De vraag is natuurlijk hoe dat utopische denkbeeld zich laat vertalen naar de realiteit van de mode. Van Der Borght experimenteert bij voorkeur binnen de haute couture, die tak van de mode die vooral associaties oproept met luxe en exclusiviteit. ‘Via haute couture kan je jezelf met een outfit transponeren naar een nieuwe wereld. Haute couture is de meest imaginatieve kant van de mode omdat je de kijker en drager via een kledingstuk echt naar een andere wereld kan transponeren. Maar tegelijk is het ook de meest restrictieve, omdat er zoveel regels aan verbonden zijn. Niet alleen moet alles met de hand gemaakt worden, maar als haute couturier moet je bijvoorbeeld ook over een huis beschikken in Parijs.’

Binnen die strikte contouren probeert Van Der Borght de ideeën rond luxe te doorbreken, onder meer door het gebruik van onverwachte materialen. ‘Ik werk vaak met afval, of materiaal dat niet erg gewild is door andere mensen, zoals klimtouwen en plastic overschotten.’ Op die manier schept hij schoonheid in het verstotene en belicht hij ook hier een afwijkend ideaal in het wijde aanbod aan materialiteit.
'Mijn kleermakers-handleiding uit het fin de siècle leek niet uit te gaan van een "normaal” lichaam. Daarentegen is het lichaamsbeeld vandaag verarmd en gestandaardiseerd.'
Essentieel in zo’n duurzame praktijk is de omkering van een hiërarchische logica naar een horizontale verhouding tot de omgeving. ‘Duurzame mode doet ons anders kijken naar onze onderlinge relatie en die met de natuur. We hebben al genoeg materialen geproduceerd die belastend zijn voor de wereld en die onze dominante positie bevestigen. Leer produceren betekent bijvoorbeeld een centrale houding aannemen ten aanzien van dieren.’
Die omgang met het materiële reflecteert ook Van Der Borghts inhoudelijke visie op rijkdom en diversiteit: het afwijkende wordt er niet weggestoken, maar getoond. De nieuwe luxe die hij voorstaat, zit dan ook niet in elitaire hoek, maar in de bevrijding van het andere uit de nichesfeer. De exclusieve haute couture wordt er een instrument voor inclusiviteit, met een pak op ieders maat.
Zeemeermannen
Het maakt Van Der Borght tot een frisse verschijning in de modewereld, waar alles sterk gecategoriseerd wordt. ‘De manier waarop we zwarte modellen, plus-size modellen of modellen met een beperking inzetten is vaak clichébevestigend. Ook begrippen rond ableism worden vaak nog als “raar” weggezet.’ Het is vandaag allesbehalve evident geworden om de uniciteit van het uitzonderlijke recht te doen.
‘Tijdens mijn tweede jaar aan de modeacademie moesten we een historisch kostuum maken’, zegt Van Der Borght. ‘Ik was toen geïntrigeerd door het fin de siècle van Oscar Wilde. Ik vond een dikke kleermakershandleiding uit die periode waarin ze een broek, blazer en jas konden maken voor iemand met een bochel of één kortere en één langere arm. Het was alsof er in die handleiding niet werd uitgegaan van een “normaal” lichaam. Daarentegen kent de mode vandaag een sterk verarmd lichaamsbeeld, waarbij het gestandaardiseerde lichaam centraal staat.’
‘Via mijn werk probeer ik een alternatieve realiteit vorm te geven. Daarom ben ik ook kunstenaar geworden en geen politicus.’
In Van Der Borghts ontwerpen lezen we statements over ableism. ‘Ik breng dat thema in mijn praktijk bewust sterk naar voren. Dat zorgt voor een andere insteek dan wanneer er rechtstreeks wordt gesproken over de disabilities van mensen. Ik blijf bewust het contrast tussen de verschillen vieren. Afwijkende elementen in mijn werk, zoals de zeemeerminvorm in mannenkleding of de asymmetrische jassen met maar één mouw, worden vaak positief onthaald. Ik heb nog nooit gehoord dat mijn ontwerpen mooi of lelijk zijn, wel dat ze speciaal en anders zijn. Die reactie vormt vaak het uitgangspunt voor een gesprek.’
7 ways to be TVDB
Speciaal mag je de punky en flashy silhouetten, waarin Van Der Borght zijn onrust vat, zeker noemen. Zeker in ‘7 ways to be TVDB’, een meesterwerk uit 2019, zijn cruciale levensinzichten gebundeld. ‘Nu ik de veertig voorbij ben, kijk ik welke cycli aanwezig zijn geweest in mijn leven. Via zeven cruciale inzichten verbeeld ik hoe ik mijn weg in deze wereld gevonden heb.’ Ze kregen namen als Imagine your pony en Forget yourself; die eerste om aan te geven dat de ideale toekomst begint bij de verbeelding, die tweede bij wijze van zelfrelativering: ‘Soms moet je de verhalen die je jezelf vertelt en de dingen die je meemaakt in je leven loslaten voor je verder gaat.’

‘7 ways to be TVDB’ is een extreem zelfportret. Tijdens de modeshow dragen een aantal modellen maskers met het gezicht van Van Der Borght. Die duwen magazijnwagens voort, waarop statige figuren met bonte kledingcreaties ook blokschoenen dragen die omwonden zijn met fluoveters. Het tafereel doet denken aan een eigenzinnig afscheidsritueel van een vorig leven. Van Der Borght draagt zijn leed en tilt het via zijn werk naar een hoger niveau.
'Ook mensen met een handicap willen zich sexy voelen, Gucci dragen of trouwen in een prinsessenjurk.'
‘Via mijn werk probeer ik een alternatieve werkelijkheid vorm te geven. Dat is ook de reden waarom ik kunstenaar ben geworden en geen politicus. Nu geniet ik van de experimentele outsiderpositie die ik anders niet zou hebben. Ik heb spieren die langzaam afbreken, maar ik ben wel nog tot veel in staat. Daarom stap ik bewust de catwalk op zonder beugelschoenen aan. Ik geloof dat dat beeld, die werkelijkheid mensen kan inspireren om in zichzelf te blijven geloven.’
‘Ook mensen met een handicap willen zich sexy voelen, Gucci dragen of trouwen in een prinsessenjurk. Ik heb al veel ontwerpschetsen gemaakt voor personen die in een rolstoel zitten of een ledemaat missen. Maar een inclusief modebeeld scheppen vergt een continue evenwichtsoefening. Inclusiviteit is een zoektocht die nooit ophoudt.’