Niet vallen: Tuimelen als levensles

Door Felien Vandermotten, op Wed May 10 2023 22:00:00 GMT+0000

Wat zou ‘Niet vallen’ kunnen betekenen? Is het een waarschuwing om jezelf niet te bezeren? Een aansporing om vlot je doel te bereiken, zonder twijfelen of falen? En kunnen vrij spel en pure fantasie ondanks deze aanmaning toch zegevieren? Felien Vandermotten zag de gelijknamige kleutervoorstelling van het gezelschap tout petit. Haar recensie verscheen in het kader van de masterclass Leuven Kritiek.

Choreografen Ciska Vanhoyland en Lies Cuyvers werken al sinds 2012 samen. Met tout petit maken ze dansvoorstellingen voor een publiek vanaf drie jaar. In hun werk voegen ze vaak elementen uit andere kunstdisciplines samen, waardoor er een wisselwerking ontstaat tussen dans en andere expressievormen. Niet vallen is hun meest recente voorstelling en combineert dans met circus en video.

Op de bühne zien we grote kussens en een metalen constructie die doet denken aan een klimrek in een speeltuin. De drie dansers (Jacopo Buccino, Miriam Wascher en Anneleen Nickmans) bewegen zich op dit speelveld. Ze reageren op elkaar: ze springen over en naar elkaar en dagen elkaar speels uit. Hun acrobatische stunts beperken zich voornamelijk tot zweefsprongen en tuimelingen. Naarmate hun spel verdergaat, worden vliegen, zweven en springen ingeruild voor vallen – tot jolijt van het jonge publiek.

‘Niet vallen!’ is de goedbedoelde waarschuwing van een bezorgde ouder of leraar, die de verbeelding van de spelende kinderen niet doorziet.

Dat vallen begint zacht en komisch. De kussens breken de val. Later wordt er harder gevallen. De dansers lijken elkaar te bestoken, achterna te zitten en te doen struikelen. Wanneer een van hen wankelt, gaat een ander een stapje opzij om niet meegesleurd te worden. Nog later wisselt hun houding ten opzichte van elkaar opnieuw en vangen ze elkaar op. Zo sluipen er opnieuw zorg en hulpvaardigheid in hun gedrag.

Promobeeld 'Niet vallen' (c) Kurt Van der Elst

Een fantasiespel is voor een buitenstaander wel vaker een afgesloten wereld. Maar ook zonder duidelijke boodschap, brengt deze voorstelling mij terug naar de speeltijd op de lagere school. ‘Niet vallen!’ is de goedbedoelde waarschuwing van een bezorgde ouder of leraar, die de verbeelding van de spelende kinderen niet doorziet. Ze zijn zich immers niet bewust van de risico’s van hun uitdagend spel en voelen de pijn van het vallen niet. Zij buitelen en zweven.

tout petit integreert wel vaker een interactief moment, om de jonge hoofdjes bij de les te houden en een basis van theateretiquette mee te geven.

tout petit combineert in deze voorstelling dans met het gebruik van videofragmenten. Op de kussens die onder en op de speelconstructie liggen worden af en toe beelden geprojecteerd. Zo danst bijvoorbeeld een stroom papieren vliegtuigjes over het decor. Deze afwisseling tussen performance en projecties tilt de voorstelling naar een hoger niveau. In een van de videofragmenten zijn springende kinderen te zien. Hun bewegingen, in slow motion en tegen een achtergrond van blauwe lucht, zien er magisch uit. De stukjes film laten een glimp zien van pure speelsheid en zorgeloosheid. Alsof de tijd op pauze staat en de zachte zweefvlucht van de kinderen nooit zal ophouden. Dit in contrast met de bewegingen van de dansers, die wel vallen.

Promobeeld 'Niet vallen' (c) Kurt Van der Elst

Dit contrast tussen vallen en zweven komt in de voorstelling niet tot een eenduidig eindpunt. Wat zou het kunnen betekenen voor de jonge kinderen in de zaal, die de uitroep ‘Niet vallen!’ ongetwijfeld goed kennen, wanneer ze de spelers herhaaldelijk zien vallen? Wat is vallen? Mislukken? Of spelen?

Na afloop van de voorstelling worden de kinderen uit het publiek uitgenodigd om de speelvloer te betreden. tout petit integreert wel vaker een interactief moment bij hun voorstellingen, om de jonge hoofdjes bij de les te houden en een basis van theateretiquette mee te geven. Zo’n interactief moment leert jonge kinderen dat het podium geen enge plaats is en verbindt de theaterervaring met een beleving van zelfstandig spelen en ontdekken, wat tegemoet komt aan de gezonde impuls van kinderen om zelf iets te willen proberen.

Niet vallen roept nostalgische herinneringen op aan de onbezorgde speeltijd uit mijn jeugd.

Na Niet vallen mogen de jonge kijkers op het podium met kleine parachutes gooien en schommelen in doeken die aan de decorelementen worden gebonden. Hoewel de kleine acrobaten daar ongetwijfeld van genieten, is er weinig inhoudelijke verbinding tussen het speelmoment en de voorstelling – waarom bijvoorbeeld het spel van de kinderen niet linken aan de bewegingen van de dansers of de videofragmenten?

Niet vallen roept herinneringen op aan de onbezorgde speeltijd uit mijn jeugd. Zo herinnert tout petit me eraan dat vallen en opstaan onvermijdelijk zijn in het leven. Een les die iedereen af en toe opnieuw moet leren.