Lumumba gedekoloniseerd

Door Heleen Debeuckelaere, Matthias De Groof, op Tue Jan 16 2018 23:00:00 GMT+0000

Vandaag is het 57 jaar geleden dat Patrice Lumumba vermoord werd in Congo met Belgische betrokkenheid. Net die moord staat centraal in Kuzikiliza, vanavond nog één keer te zien in De Kriekelaar in Schaarbeek. De voorstelling verenigt twee logo’s – Lumumba & dekolonisatie – en toont zo aan dat niet zozeer gisteren op het spel staat, maar wel vandaag en morgen.

Dekolonisatie is hip. Nog geen decennium geleden werden zij die deze term in de mond namen, door de goegemeente beschouwd als passé: als moraalridders die achter elke hoek een tropenhelm dachten waar te nemen, of als wereldverbeteraars die de huidige geopolitieke configuratie eenzijdig interpreteerden vanuit een obscuur anekdote van de geschiedenis: het vervlogen kolonialisme.

Dreigt de dekoloniseringstendens Lumumba uit te hollen tot een logo à la Ché?

Alsof dat nog niet genoeg was, probeerden ze het kolonialisme een hedendaagsheid toe te kennen als ofwel ‘neokolonialisme’ of als ‘blijvende spoken uit een onverwerkt verleden’. Voor deze grafdelvers was globalisering maar een eufemisme voor een virulent kolonialisme. Ook het ‘post-postkolonialisme’ vonden ze een zoveelste paradoxale ontkenning van wat de postkoloniale theorie probeert te duiden: hoe het koloniale voortwerkt in het heden.

Lumumba leeft

Maar nadat globalisering een boemerang bleek te zijn, en ‘blackness’ zijn laatste vermarkting vond in lifestyle Afropolitanism, ligt deze ooit zo stroeve term – dekolonisatie – plots lekker in de mond. Plots kunnen Spivak, Césaire en Lumumba in één zin genoemd worden, en krijgt de Lumumba-cocktail die op menige skipiste geconsumeerd wordt, een historische referentie. Hij die door Jan De Wilde bezongen werd als Lieve Loemoemba, is eigenlijk een held wiens dekoloniseringsproject onvoltooid bleef. Dreigt de dekoloniseringstendens de held nog meer uit te hollen, tot een logo à la Ché?

Meerdere pogingen worden vandaag ondernomen om Lumumba te thematiseren, precies omdat zijn figuur toont wat dekolonisatie op het spel zet: zichzelf en de toekomst van zijn land, maar ook – zo toont Kuzikiliza – het hier en nu. Lumumba dekoloniseerde eerst zichzelf, maar vond de dood zodra hij dat ook met zijn land probeerde.

Als transitiefiguur heeft de eerste premier van Congo de omwenteling van het kolonialisme naar een postkolonialisme in persoon en geest doorgemaakt. Hij evolueerde van iemand die in 1955 de assimilatiepolitiek goedkeurde als ‘évolué’, tot iemand die besefte dat het systeem hem toch nooit volledig zou assimileren.

Na zijn gevangenschap in 1957 verdedigde hij het volk tegen de belangen van zijn eigen klasse en groeide zijn status als verpersoonlijking van Congo. In 1958, na de Pan-Afrikaanse conferentie in Accra, wordt hij een onafhankelijkheidsstrijder, en in 1961 een martelaar. Zijn project bleef onvoltooid zoals zijn lichaam onbegraven bleef. Hij werd snel verheven tot een symbool van de (mislukte) dekolonisatie.

Lumumba's project bleef onvoltooid zoals zijn lichaam onbegraven bleef.

Als Patrice Lumumba vandaag weer leeft – als beeld – dan is dat omdat de noodzaak tot dekolonisatie nog leeft. Het is dus niet toevallig dat zijn historisch figuur opgaat in een denkbeeldig hiernamaals in kunst. Zijn afwezigheid, de onvoltooidheid van zijn project en de onmogelijkheid hem te begraven, werpen een spectrale schaduw op het heden.

En kunst biedt dan de mogelijkheid om te rouwen over wat had kunnen zijn – eerder dan te rouwen over wat geweest is. Ze geeft beide logo’s – dekolonisatie en Lumumba – soms meer diepte. Geen enkele kunstvorm ontsnapt eraan. Het ‘personage’ Lumumba werd toegeëigend in de schilderkunst, fotografie, cinema, poëzie, literatuur, muziek, beeldhouwen, cartoons… alsook in theater.

Pitcho Womba Konga in 'Kuzikiliza' (c) Stef Depover

Van 2D naar 3D

Kuzikiliza, een regie van Pitcho Womba Konga, is daar het jongste voorbeeld van. In een bonte mix van scènes – evenveel theater als stille dans als pompende muziek – spelen Pitcho zelf, beatboxer Joost Maaskant en danser Karim Kalonji met allerlei historische en hedendaagse associaties rond de figuur van Lumumba, met Congo en Europa als continue dubbelwerkelijkeid en niet zelden in directe wisselwerking met de zaal.

In de Brusselse KVS speelde het stuk bewust op dezelfde avond als Missie. Terwijl het startuur van beide stukken naderde, vulde het pleintje voor de KVS zich langzaam met publiek. Eén groep ging naar de Bol voor Missie, het gevierde stuk van David Van Reybrouck over een witte missionaris in Congo, dat ondertussen al tien jaar volle zalen trekt – de huidige KVS erfde het van het vorige team. Met oude tropen over ‘onze Congo’ verwarmt deze monoloog de harten van de hoge blanke middenklasse.

Kuzikiliza klaagt de ontkenning van de reikwijdte van kolonialisme aan

Tegelijk tekende een ander soort publiek present in de Box, voor een nieuw stuk, Kuzikiliza, dat net diezelfde tropen aanpakt zonder gêne. Het zal diezelfde middenklasse achterlaten met een gevoel van onbehagen.

Het eerste deel van Kuzikiliza, wat in het Swahili zoveel betekent als gehoord worden, is een auditie. Een ‘blanke’ kandidaat stelt zich voor als Joseph Boemaskanga. Achter ons in de zaal horen we Pitcho vol ongeloof vragen: ‘Boemaskanga?’ De kandidaat antwoordt: ‘Eigenlijk heet ik Joost Maaskant, maar ik heb een andere naam op mijn CV gezet om meer kans te maken, want ik zag in de oproep dat het stuk met Lumumba te maken had, dan heb ik het snel even gegoogeld, en zag ik dat er een link met Afrika was, en toen dacht ik, wel ja, nou, Maaskant klinkt niet echt zo …. “Afrikaans”, en heb ik het in iets exotisch veranderd.’

Joost Maaskant in 'Kuzikiliza' (c) Stef Depover

Waarom Maaskant zo dolgraag mee wil doen? ‘Wel, ik ben enorm geïnteresseerd in de cultuur van zwarte mensen. […] Ik ben hier voor jullie, voor jullie strijd. Ik ben tegen zwarte piet, ik heb allemaal zwarte vrienden, en ik weet gewoon dat “white privilege” echt bestaat. Ik wil jullie echt helpen hiermee.’ Als Pitcho hem vraagt wat hij dan bereid is te doen voor de zaak, antwoordt Joost: ‘Alles!’

  • Pitcho: Gratis spelen?
  • Joost: Ik ga echt niet gratis spelen… speel je zelf wel gratis?
  • Pitcho: Sinds de slavernij en de kolonisatie spelen we gratis.
  • Joost: Kolonisatie. WTF. Hoe lang ben jij hier al, Pitcho? Jij woont hier toch al 30 jaar, niet? … Volgens mij hoor jij hier, bij ons. En trouwens… in deze situatie ben jij de regisseur en ik de speler… dus wie zit er straks in een hogere loonschaal? Ik of jij?

Het stuk klaagt de ontkenning van de reikwijdte van kolonialisme aan en tracht Lumumba’s dekoloniale project terug op de agenda te zetten. Juist door de tweedimensionale clichés ‘dekolonisatie’ en ‘Lumumba’ over elkaar te schuiven, creëert de voorstelling een driedimensionaal beeld dat verbanden toont tussen het toen & daar en het hier & nu, uitlopend op het spil-moment: Lumumba’s memorabele onafhankelijkheidsrede.

Erkenning boven herstel

Voor Pitcho is Lumumba geen mascotte, maar een symbool dat zijn persoon overstijgt

In het album Les bras en l’air, le poing serré (2006) rapte Pitcho reeds: ‘Je continue le combat et toute la force est dans le courage de l’héritage de Lumumba.’ Naast andere rappers als Teddy L en Badi, werpt Pitcho een blik op het geheugen en het onverteerde lijden dat zich op Lumumba’s lichaam en de geschiedenis van Congo hebben ingeschreven. ‘Faudrait qu’on tourne la page, mais on n’a pas fini d’écrire. Ça sera pas fini tant que des cris viendront accompagner des pleurs.

Zoals hij een van de auteurs van deze bijdrage in 2016 in een gesprek vertelde, is Lumumba voor hem geen mascotte, maar een symbool dat zijn persoon overstijgt: een fundamentele erfenis die belangrijker is dan zijn historische aspecten.

  • 'Lumumba is iemand die vecht, het rechtvaardige gevecht voor de vrijheid, vooral de vrijheid van denken en de vrijheid om je toekomst te kiezen: hoe je je land wil leiden, hoe je je denkwijze en je kijk op de wereld wil vormgeven, hoe je de wereld kan hertekenen.'

Voor Pitcho, afkomstig uit de hiphop cultuur, zijn kunst en politiek niet echt gescheiden. Hoe van Lumumba, die uiteindelijk een politiek symbool is, een artistiek symbool maken?

  • 'Daarvoor moeten we aanvaarden dat Lumumba niet meer de Congolezen toebehoort. Hij behoort de wereld toe. En ik denk dat we die uitstraling aan Lumumba moeten toekennen zodat de Congolezen zich hem terug kunnen toe-eigenen. Lumumba’s gevecht wordt te vaak geminimaliseerd! De dekolonisatie is nog niet gedaan, omdat het lijden van een heel volk niet erkend wordt. Ook dat vertegenwoordigt Lumumba. (…) Die ongelijke verhoudingen bestaan nog steeds, maar worden ontkend. Als het over Congo gaat, wast men zijn handen in onschuld. Het gaat niet om herstel, maar om erkenning. Zolang die niet komt, van beide kanten, zal de malaise blijven doorgaan, zoals het racisme.’
De moord op Lumumba in 'Kuzikiliza' (c) Stef Depover

Kuzikiliza draait dus niet om de historische Lumumba, maar om de huidige relevantie van zijn (dekoloniale) boodschap en om de onvoltooidheid ervan. Nadat Lumumba op scène vermoord wordt, komt hij weer tot leven door zijn onafhankelijkheidsspeech op te eten. Wat hem voorheen deed zwijgen (Karim Kalonji krijgt bij de terechtstelling een papier in de mond gepropt), geeft nu kracht. Niet persé kracht aan Lumumba, maar aan hen die hem overleven: het volk wiens onafhankelijkheid in de kiem werd gesmoord.

Dat de dekolonisatie nog niet volbracht is, maakt Pitcho in de voorstelling duidelijk met scènes rond de figuur van Mobutu, het meelachen met racistische grappen, blank mimetisme, de ‘sapeurs’ in Congo en de lucratieve NGO charity-bussiness. Dat het koloniale in het heden voorleeft, wordt getoond door analogieën aan te duiden tussen kindsoldaten en koper, verkrachtingen en diamant, weeskinderen en coltan, lijken en kobalt…

Zelfkolonisatie

Kuzikiliza doet ons realiseren dat naast Congo ook België gekoloniseerd is.

Er is geen passieve amnesie van het koloniale verleden, maar afasie van het koloniale heden. Het kolonialisme schuilt in het hier en nu: eerder in een kop koffie dan in een monument dat men als een bok het museum wil injagen om onze eigen zonden te vergeten (wat niet wil zeggen dat ze niet getransformeerd moeten worden).

Door te verwijzen naar voorbeelden van hedendaagse kolonisatie, geeft Pitcho de toeschouwer de mogelijkheid om tijd om te buigen en om het verleden in het nu te trekken. In zijn wereld laven we ons niet aan een roemrijk Belgisch verleden en verheffen we Lumumba niet tot een gedepolitiseerd icoon zonder meer. Kuzikiliza doet ons realiseren dat naast Congo ook België gekoloniseerd is. En dat een besef van aanhoudende zelfkolonisatie de eerste stap is in de dekolonisering.

Bronnen

  • Lumumba’s Iconography. Representations of an Icon in the Arts, Matthias De Groof (ed.), Leuven University Press, 2019
  • Interview met Pitcho Womba Konga door Matthias De Groof op 4/8/16, KVS, Brussel