Loze tijd

Door Sulaiman Addonia, op Wed Sep 20 2017 22:00:00 GMT+0000

‘Tijd is als zuurstof’, zegt Mustafa. ‘Heb je er te veel van, dan ga je dood.’ Mustafa is een vijfentwintigjarige kamanja-speler, gevlucht uit Afghanistan. Terwijl hij moet wachten op een beslissing van hogerhand over zijn dossier, mag hij niet werken. Ik ontmoet hem samen met vier andere vluchtelingen-kunstenaars in het huis van Cinemaximiliaan. Hoe voelt tijd als ze loos lijkt?

Al komen deze vluchtelingen uit verschillende landen, ze hebben hun kunst gemeen. Allemaal wachten ze op een uitspraak over hun situatie. Allemaal kijken ze tegen een onzekere toekomst aan, een toekomst die in handen ligt van ambtenaren op de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik ben hier om te proberen te begrijpen hoe die overschot aan tijd, in afwachting van een oplossing, ingrijpt op hun kunst.

Cinemaximiliaan is een pop-upcinema die ooit begon toen Gwendolyn en haar partner Gawan, allebei filmmakers, spontaan films gingen projecteren in het geïmproviseerde vluchtelingenkamp in het Brusselse Maximiliaanpark. ‘We wilden nieuwkomers een gevoel van troost en veiligheid bieden tijdens hun lange donkere avonden’, legt Gwendolyn uit.

Roerei met tomaat

Zodra ik binnenkom in hun lichte en ruime loft in het hart van Molenbeek, volledig in het wit en ontworpen door een Marokkaans-Belgische architect, voelt dit als een gastvrije plek. Gwendolyn en Gawan trokken hier onlangs in, om er te wonen, te werken, films te vertonen en een bed te bieden aan vluchtelingen die na een late filmavond niet meer thuis raken of even geen verblijf meer hebben. ‘Sommigen blijven uiteindelijk meerdere dagen’, zegt Gwendolyn.

Hier wordt gezocht naar een beter begrip van tijd

Wat me vooral opvalt aan deze plek, is dat hier gezocht wordt naar een beter begrip van tijd – niet zozeer het tekort eraan, maar het teveel ervan. De druk die dat bij vluchtelingen geeft, wil hier verlicht worden. Zou er hier, zo vraag ik me af – in het hart van Molenbeek, volgens de media een broeinest van hangjongeren op de rand van illegale praktijken – misschien gewerkt worden aan oplossingen voor het gevoel van gevangenschap in ‘loze tijd’?

Gawan zet koffie voor mij, terwijl Mustafa en Ali, een schilder uit Irak, druk doende zijn met roerei met tomaat te bakken in de open keuken. Brood en oosterse lekkernijen vullen de lange ontbijttafel. Allerlei geuren zweven me tegemoet, terwijl het Belgische koppel met de nieuwkomers aan het keuvelen is. Er echoot gelach door de ruimte.

Mijn geest blijft alert. Toen ik in 1990 zelf als vluchteling terechtkwam in Groot-Brittannië, vielen me daar zowel vriendelijkheid als medelijden ten deel. Dat gebeurde welgemeend en met de beste bedoelingen, maar soms reduceerden al die reacties me tot een staat van loutere dankbaarheid. Levendig herinner ik me mijn indruk van bemoedering en zelfs paternalisme. Ik besloot om voortaan op mijn hoede te blijven. Slurpend van mijn koffie blik ik door het beregende raam.

Terwijl we nog wachten op het Afghaanse koppel Batul en Reza, allebei schilders, leidt Gwendolyn me rond in hun flat. Ze vertelt nogmaals dat ze hier met vluchtelingen willen werken aan films en documentaires. Ze willen hun groeiend aantal vrijwilligers, vooral uit de vluchtelingengemeenschap, iets om handen geven. ‘Het is tijd dat hun tijd meer gewaardeerd wordt’, zegt Gwendolyn. Samen met Gawan draait ze momenteel een film met een van de vluchtelingen, vertelt ze nog. Ik kijk ernaar uit om vluchtelingen hun eigen verhaal te horen vertellen, in plaats van er het onderwerp van te zijn.

Tijd is een zwaard

Als we terug in de keuken komen, gaat de bel. Iedereen is er nu. Gwendolyn stelt voor dat we boven in de living gaan zitten. Daar valt mijn oog op een rek vol boeken uit landen als Irak en Egypte. Ik wil aan Gwendolyn en Gawan zeggen dat wie zijn huis openstelt voor boeken van over de grenzen, ook klaar is om de wereld te ontvangen, in al zijn complexiteit en aangeboren eigenzinnigheid.

Lubnan, een vluchteling uit Irak, komt nog slaapdronken uit een van de gastenkamers. Het is bijna elf uur ’s morgens. Ik vraag me af waarom hij zo lang geslapen heeft. Eens je als vluchteling in Europa arriveert, valt alle tijdsdruk weg, denk ik. Ik herinner me mijn eigen situatie in Londen. Grenzeloos veel tijd voor je hebben, werkt zowel verlammend als dat het vreet aan je zelfwaarde. Van mijn eerste maanden in Groot-Brittannië ging er een groot deel op aan nietsdoen en wachten op een beslissing van het Home Office, het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken. En aangezien ik niet mocht werken, zwierf ik maar wat rond, vaak zonder enig idee van hoe laat het was. Er was tijd in overvloed, maar zonder betekenis. Ik wou dat ik er een beetje van kon afstaan aan al die Britten die steeds gehaast langs me schoten, op weg naar hun werk, naar school, naar de universiteit, de gym, de luchthaven.

En al zijn er intussen veel jaren verstreken en woon ik nu in een ander land, aan de situatie van vluchtelingen is er nog niets veranderd. ‘De tijd die aan mijn handen kleeft, grijpt me veel te hard aan’, zegt Ali in het Arabisch. Hij kwam in Europa aan op zijn eentje. Hij tikt tegen zijn hoofd om te tonen waar de impact het grootst is, en haalt diep adem. ‘Ik word gedwongen om af te wachten. Het voelt als in een gevangenis. Alsof ik een misdaad heb begaan. Wat wordt de uitkomst? Ik heb geen idee.’

Het voelt als in een gevangenis. Alsof ik een misdaad heb begaan.

En vanuit zijn open gevangenis in België, waarnaar Ali wist te ontsnappen uit een oorlog, slaat hij het allemaal gade, met handen en voeten gebonden aan de tijd. ‘Ik zie de uren voorbijglijden’, zegt hij, met zijn vingers cirkelend in wijzerszin. ‘En ik weet dat ik die uren nooit zal terugkrijgen.’ Ik denk aan het Arabische spreekwoord: ‘Tijd is als een zwaard: als jij het niet splijt, splijt het jou.’ Ali kruist zijn vingers. Er valt een stilte. ‘Ook bij mij deed het wachten het meeste pijn’, knik ik uit solidariteit, vluchtelingen onder elkaar. Ik ga niet verder.

Achterom kijken

Liever vraag ik aan de hele groep hoe ze in zo’n situatie hun kunst beoefenen. Mustafa antwoordt met een wijze metafoor. ‘Muziek maken helpt me navigeren. Vergelijk het met autorijden in de bergen van Afghanistan. Ik moet me wel focussen op de weg vóór mij, want als ik de hele tijd in de achteruitkijkspiegel zou blijven turen, was het met mij gedaan.’

Die fatalistische taal is niet overdreven. En het wordt nog pijnlijker wanneer Ali de reis en de route in herinnering brengt die hem naar het ‘veilige’ België brachten. Hij zucht en schudt zijn hoofd. ‘Zoals alle immigranten stak ik in een bootje over van Turkije naar Griekenland, en van daaruit trok ik door Macedonië, Servië, Hongarije en van Duitsland naar België.’ Even hachelijk als alle risico’s en gevaren die toen zijn pad kruisten, voelt vandaag het wachten. Zoals de dieptes van de Middellandse Zee, alleen minder zichtbaar. Vandaag zit het gevaar in zijn hoofd. ‘Ik zit in de val’, zegt Ali, met smart in zijn ogen. ‘We zijn in een vrij land, maar we zijn niet vrij.’

Terwijl Ali in zijn smartphone op zoek gaat naar een schilderij van hem dat die onvrijheid in beeld brengt, knikt Lubna instemmend. ‘In Irak kwam ik zelfs niet toe aan vakantie’, zegt hij in het Arabisch. ‘Daar was nooit tijd om te relaxen, hier heb ik er te veel. Al dat wachten is ook iets heel fysieks. Al doe ik eigenlijk bijna niets, ik voel me zo moe en uitgeput.’

Al doe ik eigenlijk bijna niets, ik voem e zo moe en uitgeput.

Ik vraag of Belgen even vrij zijn als wij denken. ‘Nee, misschien is tijd ook voor hen een gevangenis’, antwoordt Reza. Gwendolyn zet haar bril goed, kijkt de kring in de ogen. ‘Dat klopt’, zegt ze. ‘Vroeger vond ik tijd iets heel kostbaars. Ik had er te weinig. Ik was altijd gehaast. Ik vertelde iedereen die het kon horen dat ik geen tijd had, dat ik het druk had. Ik bewaakte mijn tijd als mijn privacy.’ Nu is het omgekeerd. Haar tijd en haar privacy zijn gedeeld goed geworden, iets om zoveel mogelijk van uit te delen. De meerwaarde van delen, zo leerde ze door haar deur open te stellen voor nieuwkomers, lijkt haar creativiteit juist te inspireren. Haar artistieke projecten vermenigvuldigen zich nu zo vlot dat, zoals Gwendolyn het uitdrukt, ‘ze wou dat ze meer tijd had’.

Zaden planten

Hoe kijken de anderen daarnaar? Wordt hun kunst beïnvloed door die overvloed aan tijd? De meningen verschillen. Batul zegt dat ze juist gebaat is bij veel tijd hebben. Anders was ze hier in België nooit beginnen te schilderen. Net dat overschot aan tijd stelt haar in staat om na te denken als kunstenaar. Het was de herinnering aan de mensen thuis die haar ertoe bracht om verf en borstel ter hand te nemen. ‘Ik wil verhalen vertellen over de vrouwen van mijn land’, zegt ze, haar haar achter haar oren strijkend. ‘Voor hen wil ik vechten.’ Voor Batul is kunst een taal die uit de beschikbare tijd zweert. Ze vindt al die tijd meer iets om te overwinnen dan om erdoor overweldigd te worden. Zelfs in het drukke en lawaaierige asielcentrum waar ze verblijft, wijdt ze zich aan schilderen. ‘Stilte is niet iets van de omgeving, maar iets in jezelf.’

Stilte is niet iets van de omgeving, maar iets in jezelf.

Ali is het daarmee eens. Hij laat op zijn telefoon het schilderij zien dat hij zocht. Het toont een muzikant die achter een net zijn bas bespeelt. Hij zou gevangen kunnen zitten, maar gaat toch door met zijn kunst, al blijft zijn aanblik gekweld. Gwendolyn glimlacht. Met iets van bewondering voor al wie hier bij zichzelf de inspiratie vindt om kunst te beoefenen, zegt ze: ‘Onze regering moet nieuwkomers juist motiveren, hen middelen geven.’

‘En ons als mensen behandelen’, valt Batul in. ‘Ik krijg in het asielcentrum zeven euro per week. Hoe kan ik daarvan leven, laat staan schildermateriaal kopen? Of ik nu wel of niet naar de taalklas ga, de docenten liggen daar niet wakker van.’ Niemand ligt er wakker van. Alleen de vluchtelingen zelf, die graag veel willen opsteken. ‘Het Westen gaat efficiënter om met de tijd’, benadrukt Reza. ‘Ik leer daarvan, om meer te doen op minder tijd.’

Organisaties als Cinemaximiliaan, van mensen die het zich wel aantrekken, staan klaar om een en ander op te vangen. ‘Deze plek helpt me erg’, bevestigt Lubnan, die intussen helemaal wakker is. ‘Gisteren werkte ik laat door. Hier leer ik tenminste iets, in plaats van tijd te verliezen met muizenissen over wat Vreemdelingenzaken van plan is met mijn toekomst.’

Mustafa gooit enkele wijsheden in het gesprek. ‘Wij planten zaden en doen die groeien met de tijd… Tijd is een gevangenis… Tijd is ook goud…’ Dat is wat ik versta van zijn gebroken Engels, maar de twinkel in zijn ogen verheldert wat hij wil zeggen. Hij strijdt niet langer met de tijd die door zijn vingers glipt. Hij ziet de tijd als grond – misschien wel uit Afghanistan, hier in Brussel – waarin hij met de hulp van Cinemaximiliaan nieuwe mogelijkheden plant.

Vrije lucht

En wanneer Gwendolyn me vertelt dat ze Lubnan aan het filmen is voor haar volgende documentaire, vraag ik niet hoe comfortabel hij zich daarbij voelt, om zijn verhaal verfilmd te zien. Zelf trok ik me altijd schuw terug als er camera’s in de buurt kwamen. Ik wou mijn verhaal zelf in handen houden. Toch hoop ik dat Cinemaximiliaan deze artiesten de skills helpt verwerven om op een dag hun eigen verhaal te vertellen. Met hun eigen stem, op hun eigen plek, in hun eigen tijd.

Ik voel hier een wederzijds respect, een gedeelde nood. Ook al zijn deze vluchtelingen afgesneden van hun bezittingen, hun huis, familie en vrienden, ze zijn niet afgesneden van hun basiswaarden. Zij geven, zo krijg ik de indruk, het Belgische koppel iets wat het niet heeft kunnen vinden in zijn eigen samenleving: mogen leven naar je volle menselijkheid. Voor hen allemaal is kunst als een nieuw land. Kunst brengt hen samen. Via kunst wordt er tijd verhandeld. De vluchtelingen geven het, in ruil voor vorming.

Via kunst wordt er tijd verhandeld. De vluchtelingen geven het, in ruil voor vorming.

Ik vertrek met het nieuws dat Cinemaximiliaan stages wil aanbieden voor vluchtelingen-kunstenaars. ‘Maar er moet meer gebeuren’, zeggen Ali en de anderen, bijna unisono. Zal de regering daar oor naar hebben? En zich rekenschap geven van de impact van al dat lange wachten? De mensen die ik hier sprak, zijn niet enkel vluchtelingen. Het zijn kunstenaars met ambities. Zij willen graag werken en gebruikmaken van de tijd die nu door hun vingers glipt, om dromen waar te maken die nu on hold staan. ‘Maar tijd stopt niet’, besluit Ali. ‘Zoals vogels verlangen naar de vrije lucht, zo blijf ik doorgaan. Ik zoek een nieuwe toekomst.’

Ik hoor achter mij gelach, wanneer ik de deur van de loft achter me dichttrek. Ik klap mijn paraplu open, perfect getimed met de regen die opnieuw begint te vallen.