Lieve Neal Leemput

Door Emma Lesuis, op Thu Jan 03 2019 23:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week richt Emma Lesuis zich tot Neal Leemput, de non-binaire theatermaker en schrijver die de eerste Secretary of Queer Affairs wordt bij DEStudio in Antwerpen.

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week richt Emma Lesuis zich tot Neal Leemput, de non-binaire theatermaker en schrijver die de eerste Secretary of Queer Affairs wordt bij DEStudio in Antwerpen.

Proficiat met je aanstelling als Secretary of Queer Affairs! 2018 liet zien dat je nodig bent. Het was het jaar waarin Trump transpersonen wilde verbieden in het leger, Brazilië koos voor een homofobe president, Hongarije genderstudies afschafte en paus Benedictus ons vertelde dat homoseksualiteit een mode-dingetje is.

Ook dichter bij huis wappert de regenboogvlag nog lang niet naar behoren: er zijn nog steeds te veel gevallen van anti-homogeweld, onder transpersonen blijft het zelfmoordcijfer schrikbarend hoog en ‘mietje’, ‘gay’ en ‘homo’ zullen (zeker op het voetbalveld) weer meegaan als scheldwoorden in 2019. Gelukkig was er ook goed nieuws: Bert en Ernie bleken al een jaren een stel.

Het is niet gek dat DEStudio jou koos als curator op kunstzinnig queer-gebied, want je viel afgelopen jaar op als artivist met straffe opiniestukken in onder andere De Standaard en Knack. Je maakte gehakt van het woord ‘heteronormativiteit’ en liet (cis-)mensen kennis maken met een – voor velen – nieuw queervocabulaire. Van genderfluïde tot non-binair.

Vol verwondering keek je naar de travestiet die eens in de zoveel tijd voor grote hilariteit zorgde in het café.

Wellicht heeft het te maken met de plek waar je opgroeide: het weinig exotische Boutersem. Baatsem, voor de locals. Ik stel me voor hoe je aan de toog zat van het dorpscafé dat werd uitgebaat door je vader. Als de gesprekken over voetbal en tieten gingen, hield jij je mond en luisterde je stilletjes mee. Jij zat immers bij een toneelclubje.

Vol verwondering keek je naar de travestiet die eens in de zoveel tijd voor grote hilariteit zorgde in het café en hoorde je grapjes over zwarten en janetten aan. Het kriebelde. In je broek, aan je huid. Maar je wist het niet zeker. Wat je was. Wie je mocht zijn. Je verzonk in de wereld van de literatuur.

Een typische heteroseksuele vraag zou zijn wanneer je wist dat je liever de lippen zoende van een jongen dan van een meisje. Een vraag die ik je, besef ik ineens, gelukkig nooit stelde. Ik weet dat je Boutersemse familie zich even achter de oren krabde, maar ‘onze Neal blijft onze Neal’ en dat was dat.

Toen Vlaanderens populairste politicus Theo Francken naar aanleiding van mannenlingerie-reclame een achteloze Facebookpost schreef waarin hij pleitte voor ‘de gewone man’, waren jouw rapen gaar. Nooit, schreef je, zou je meer in het m/v-hokje terugstappen en als het kon was je het liefst in gouden badpak uit de kast gekomen.

Het is pas sinds kort dat je dat badpak en hoge hakken durft aan te trekken, dat je een krullerige pruik met felle lippenstift durft op te doen. Althans, binnen de veiligheid van het theater, de vrijplaats waar je kan en durft zijn wie je zou willen. Daarbuiten lopen er zoals Francken helaas nog te veel wolven in – en ook zonder – schaapskleren rond.

Het zijn de kunsten waardoor mensen niet zozeer queer, maar wel queer-minded kunnen worden.

Gelukkig zijn er de kunsten waarin je herkenning kunt vinden. ‘Dat ben ik!’ gierde je meermaals uit als je naar de Australische serie Please like me keek, die op jouw lijf geschreven leek te zijn. Alles herkende je in Josh Thomas, die de serie schreef en er zelf in acteerde. Daarnaast zag je ter inspiratie voor je theaterkostuums alle afleveringen van RuPauls Dragrace. Als je ziek was, zag je ze opnieuw (ook als je niet ziek was overigens).

Het zijn de kunsten waardoor mensen niet zozeer queer, maar wel queer-minded kunnen worden. Daarvoor was 2018, gelukkig, wel een topjaar. Het was het jaar waarin de pijnlijk eerlijke comedyshow Nanette, van de Nieuw-Zeelandse Hannah Gadsby, een Netflix-hit werd. Waarin de film Call Me By Your Name prijs na prijs won en het standaard-hetero-Hollywood-stelletje wederom buitenspel werd gezet.

In de lage landen kreeg het Nederlandse theater een groot cadeau met de muzikale ‘identiteitsrevue’ Showponies van Alex Klaassen, waarin ‘de norm’ 2,5 uur smakelijk op de hak wordt genomen. En de Belgische parel was uiteraard de film Girl van Lukas Dhont.

Er was (een) hoop, maar nog niet genoeg. Want hoezeer de woorden herkenning en erkenning op elkaar lijken, ze staan nog mijlenver van elkaar vandaan, als het gaat om de gelijkheidsstrijd van gender en seksualiteit.

Dat besefte ik maar al te goed toen we samen keken naar de Canvas-serie Voor de mannen van Xavier Taveirne: een reportage met oudere homoseksuele mannen over hoe het is om die strijd je leven lang te voeren, vanuit de hunkering naar acceptatie. ‘Dit is voor mij zo belangrijk', zei je, toen Will Ferdy vertelde dat hij op jonge leeftijd uit de kast kwam. De tranen rolden over je wangen. Je excuseerde je. Alweer. Nog steeds.

De kunsten zijn, zoals je zelf zegt, ‘een ontsnapping uit de realiteit om een wereld te creëren vol empathie die we onderweg verloren lijken te zijn.’

De tranen werken als munitie voor de pen. Voor het LGTBQ-magazine ZiZo schreef je een brief aan de Franse bestsellerschrijver en activist Édouard Louis. ‘Jij bent vandaag voor mij het rolmodel waar ik als kind naar snakte, en waar ik vandaag als theatermaker inspiratie, troost en hoop uit put.' En je verbeterde het woord 'rolmodel' daarbij meteen in ‘representant’, want ‘we willen onszelf gerepresenteerd zien, omdat we dan pas het gevoel hebben dat we bestaan.’

Aankomend jaar kan je als Secretary of Queer Affairs door jouw keuzes, werk en woorden, net als Édouard Louis, Xavier Dolan, Victor Polster en ga zo verder, die representant zijn.

Wie weet is er een kleine jongen in een dorp als Boutersem die jou leest of naar jou kijkt op het toneel. Die ook uit wil gieren: ‘Dat ben ik!’. Ik hoop dat je door je nieuwe functie meer representanten naar voren kan schuiven. Want de kunsten zijn, zoals je zelf zegt, ‘een ontsnapping uit de realiteit om een wereld te creëren vol empathie die we onderweg verloren lijken te zijn’.

’What can an artist do?’ Die vraag stelde Édouard Louis een aantal maanden terug hardop in een uitverkocht Paradiso, en de volgende dag in een uitverkochte Bozar. Geef net als Louis een stem aan de stemlozen en breng de onzichtbaren in beeld. Stel je die vraag elke dag opnieuw als eerste Secretary. Opdat er meer mogen volgen.

Een strijdlustig 2019 gewenst, filled with queerlove.

Veel succes en liefs
Emma

P.S.: Tips vanuit Nederland: Boys won’t be boys is vanaf september te zien in de theaters en Showponies II komt eraan.