Lieve Inclusieve #3

Door Patricia Kaersenhout, Junior Mthombeni, op Sun Oct 11 2020 22:00:00 GMT+0000

Dekoloniseren van jezelf en anderen, kijken door een inclusieve bril én snappen welke gevoeligheden er bestaan in de kunsten waar de witte blik nog steeds leidinggevend is, leer je niet zomaar als je dat een leven lang niet hebt hoeven doen. Nan van Houte en Neske Beks geven in de derde editie van Lieve Inclusieve bij rekto:verso het woord aan Patricia Kaersenhout en Junior Mbthomben om hierover in gesprek te gaan.

Lieve Junior

De scène uit Dear Winnie, de voorstelling over Winnie Mandela die je samen met Fikry El Azzouzi en Cesar Janssens maakte, waar de witte man omringd wordt door zwarte vrouwen die hem aanklagen heeft mij tot tranen geroerd. Tranen die over mijn wangen stroomden en sporen maakten als striemen van zweepslagen. Het is lang geleden dat ik zo diep geraakt ben door theater.

Op de kunstacademie raakte ik bevriend met een witte queer vrouw uit Zuid-Afrika die met regelmaat haar antiracismeresumé aan mij verkondigde. Ze worstelde met haar bevoorrechte positie in Zuid-Afrika. Ze stamde uit een boerenfamilie die een groot stuk land bezat en ze groeide op met Zwarte mensen als bedienden. Zelf was ik verbonden aan een activistische gay gemeenschap in Amsterdam die mij hielp in mijn politieke bewustwording. Dus ik omarmde haar en dacht dat zij een volledige bondgenoot was. Want zij heeft Zuid-Afrika moeten ontvluchten vanwege haar seksuele geaardheid.

In mijn naïviteit dacht ik dat alle onderdrukten gelijk zijn, dus was ik gewoon solidair. Tot het moment waarop Winnie Mandela in opspraak kwam in de media over haar vermeende medeplichtigheid aan een moord. Ik begon erover en uitte mijn twijfels. Zij was keihard en volledig overtuigd van Winnies schuld. Ze zag haar kans schoon om haar schuldige witheid schoon te wassen. Ik was bleu en makkelijk te overdonderen door haar witte zelfverzekerdheid en nam het voor waar aan. Ik liet het links liggen en deed niet de moeite om zelf op onderzoek uit te gaan.

Mijn gehele leven heb ik gehoord dat er van alles niet deugt aan zwart zijn en vrouw zijn

Mijn gehele leven heb ik gehoord dat er van alles niet deugt aan zwart zijn en vrouw zijn en als andere Zwarte vrouwen niet deugen dan zal dat vast waar zijn. Want witheid is altijd de norm, waardoor dit zich altijd op zijn plek voelt en zichzelf nooit hoeft te bevragen in relatie tot Zwarte mensen. Zelfs niet als deze witte mensen gay zijn en dus ook gemarginaliseerd. Mijn tranen tijdens de voorstelling waren ook tranen van schaamte. Ik had Winnie in de steek gelaten. Laatst las ik een artikel van Nancy Jouwe in het blad One World over misogynoir, een term die ik tot dan toe nog niet kende. Het woord is een samentrekking van misogynie (de haat en afkeer tegen vrouwen) en noir (Frans voor zwart). De term werd voor het eerst gebruikt door de Afro-Amerikaanse feministe Moya Bailey.

Stemmen op een misogynist en een racist laat wederom duidelijk zien hoe witte vrouwen geen bondgenoten, maar eerder gevaarlijke vijanden van Zwarte vrouwen kunnen zijn.

Er is een vreemde relatie tussen witte feministen en Zwarte feministen. Nee, eigenlijk is er geen relatie, want ik ben telkens weer verbaasd over het gebrek aan solidariteit van witte vrouwen met Zwarte vrouwen. De laatste Amerikaanse verkiezingen lieten dat weer pijnlijk duidelijk zien. 0% van de Zwarte vrouwen heeft op Trump gestemd. 98% van de Zwarte vrouwen heeft op Hillary Clinton gestemd. 47% van de witte vrouwen stemde op Trump. Stemmen op een misogynist en een racist laat wederom duidelijk zien hoe witte vrouwen geen bondgenoten, maar eerder gevaarlijke vijanden van Zwarte vrouwen kunnen zijn.

Ooit was ik aanwezig bij een boekpresentatie van Het F-boek van Anja Meulenbelt, waaraan ook ik een bijdrage leverde. Een witte feminist van het eerste uur hield een toespraak en eindigde deze met de quote ‘Women are the N******* of the world’. Haar woorden kwamen als een harde stomp mijn onderbuik binnen. Trillend stak ik mijn hand op en voor een zaal gevuld met overwegend witte feministen uitte ik mijn ongenoegen over haar keuze voor de quote. Want welke positie gaf het mij als Zwarte vrouw? Ze wuifde het weg met een vanzelfsprekende arrogantie en rechtvaardigde zichzelf door te zeggen dat het een song van John Lennon was. Alsof ik dat niet wist. Er is nog geen goede vertaling in het Nederlands voor 'Entitlement Racism'.

Er is nog geen goede vertaling in het Nederlands voor Entitlement Racism.

De Vlaamse schilder Pieter Paul Rubens schildert in de Vier werelddelen de zwarte Nimf centraal op het doek. Zij vertegenwoordigt de rivier de Nijl. Alle vrouwen op het schilderij staan symbool voor vruchtbaarheid maar de zwarte nimf is het kostbaarste. Rubens laat hiermee zien dat de oorsprong van de mens in Afrika ligt. De verborgen bron van de Nijl staat voor mij symbool voor een derde dimensie waarbinnen het mysterie van ons bestaan zich schuilhoudt en die de Zwarte vrouw van generatie op generatie overdraagt aan haar nageslacht. Dat er pas rond 2013 onderzoek is gedaan naar de betekenis van de zwarte nimf op dit schilderij zegt genoeg.

De Afro-Amerikaanse wetenschapper en intersectioneel denker Patricia Hill Collins schrijft het volgende over de derde dimensie:

‘The ethic of caring is the third dimension of Black feminist theory which places the emphasis on individual uniqueness, appropriateness of emotions and the capacity for empathy. Rooted in a tradition of African Humanism, each individual is thought to be a unique expression of a common spirit, power or energy inherent in all life.’

De derde dimensie is tevens de lege ruimte waar Zwarte vrouwen zich in bevinden. Een ruimte waarin de marges van ras en sekse overlappen. Wij leven in een soort vacuüm van erasure en van tegenstrijdigheden die worden versterkt door de polarisatie in een wereld waarin Zwarte mannen aan de ene kant staan en witte mensen aan de andere kant. Wij Zwarte vrouwen zweven daar ergens tussen in. De Zwarte vrouw heeft historisch gezien een non-positie. Voor veel Zwarte mannen geeft een witte vrouw hem de kans op dezelfde patriarchale machtspositie als de witte man. Wanneer een witte vrouw kinderen krijgt met een Zwarte man dan wordt dit niet als een werkelijke bedreiging gezien van het witte patriarchaat. Andersom is dat wel het geval, omdat de kinderen van een Zwarte vrouw en een witte man zijn erfgenamen worden. Voor veel Zwarte mannen symboliseert de Zwarte vrouw onvrijheid, de witte vrouw vrijheid.

In 1866 schildert de Franse kunstenaar Gustave Courbet het provocerende schilderij L’origine du Monde, waarop heel expliciet de vulva van een witte vrouw te zien is. Wat mij betreft had de provocatie moeten gaan over de geschiedvervalsing. Gelukkig heeft de queer Afro-Amerikaanse kunstenaar Mickalene Thomas in 2012 een reactie op dit werk gemaakt, door haar eigen vulva in dezelfde compositie te schilderen. Alleen heeft ze haar eigen schaamhaar op het paneel geplakt en het geheel versierd met strass steentjes. De titel van het werk is Origin of the Universe. De beschouwer mag een kijkje nemen in haar universum, van waaruit alle creatie is ontstaan.

Atlas wordt gezien als de drager van de wereld, maar dat is slechts een mythe. De wereld wordt gedragen de door de Zwarte vrouw, zij is empathisch, kwetsbaar, uniek en imperfect net als veel andere mensen. Dat was Nomzamo Winifred Zanyiwe Madikizela Mandela. Zo wil ik zijn.


Shamisa Debroey

Dear Patricia

Nomzamo Winifred Zanyiwa Madikizela Mandela. Daarmee eindigt je prachtige brief. En daarmee wil ik beginnen.

Deze vrouw is jarenlang een voorbeeld geweest. Iemand naar wie ik altijd opkeek. Niet alleen ik, ook mijn ouders. Vooral mijn vader Maurice Mthombeni die als ANC-strijder een persoonlijke brief naar haar schreef. Deze werd onderschept door het apartheidsregime en zij gebruikten de brief om tweespalt te zaaien binnen het ANC.

Met mijn theatergezelschap jR cEsAr maken we voorstellingen over iconische figuren. Figuren die nog steeds met de tijdsgeest resoneren en ons nog altijd inspireren. We maakten voorstellingen over Malcolm X en Muhammad Ali: voor sommigen helden, voor anderen held én controversieel, voor nog anderen enkel controversieel.

Meer dan twintig jaar piekerde ik erover om een stuk te maken over Winnie Madikizela. Waarom het uiteindelijk zo lang heeft geduurd? Omdat ze een Zuid-Afrikaanse is? Was het de persoonlijke band van mijn vader en zijn kritische blik die ik in mijn rug voelde? Of was het omdat ze een vrouw is en het niet aan mij was om over haar te schrijven? Op een gegeven moment stelde ik mezelf deze vraag: wat houdt me nu echt tegen? Ik besefte dat het wellicht kwam omdat witte mensen al zo lang stukken maken over ons, zwarte mensen, waar we kwaad om worden. En ik dacht: doe ik dan niet hetzelfde als ik een stuk over een vrouw maak? Mansplaining...

Als mijn vader over Zuid-Afrika vertelde, ging het over zijn moeder, over zijn grootmoeder. Over mijn overleden zussen, over de nichten die slachtoffer werden van mannelijk geweld

Maar waarom zou een vrouw geen voorbeeldfiguur kunnen zijn voor een man? De vrouw als heldin, de vrouw als inspiratiebron? Ik vond het eigenlijk erger om Nelson te kiezen louter omdat ik een man ben. Want bij ons thuis, voor mijn vader, was Winnie belangrijker. Als mijn vader over Zuid-Afrika vertelde, ging het over zijn moeder, over zijn grootmoeder. Over mijn overleden zussen, over de nichten die slachtoffer werden van mannelijk geweld en zelfmoord.

De spirits van al die vrouwen zitten in de voorstelling die we gemaakt hebben… Gelukkig dacht ik dus fuck it, ik moet dit stuk gewoon maken. Ik had al een plan in mijn hoofd. Ik wilde het stuk maken met negen vrouwen in de hoofdrol. Negen zwarte vrouwen uit de Afrikaanse diaspora. Negen vrouwen die de erfenis van Winnie Madikizela konden weergeven.

Je kunt niet geloven hoe vaak ik werd gewaarschuwd, hoe het me zelfs werd afgeraden – ook vanuit activistische hoek.

Negen vrouwen samen, zou je dat wel doen? Negen zwarte vrouwen, zou ik dat ‘echt’ wel doen? Denk aan de intriges, de ruzies, ze zullen elkaar in de haren vliegen. Ik ben daar niet te veel op ingegaan, want als je overal op ingaat, raak je verkrampt.

Op dat moment ben ik met Ntando Cele gaan praten, en met Alexandra Seutin en Tutu Puoane en heb ik ze de opdracht gegeven om me op de vingers te tikken als ik teveel zou regisseren vanuit een mannelijk perspectief. Maar omdat de motivatie bleef dat ik het verhaal vanuit het perspectief van mijn vader wilde vertellen, bleef mijn mannelijke essentie ook in balans, te midden van deze immense vrouwelijke kracht.

Op het moment dat we begonnen kwam ik net uit een voorstelling met zes mannelijke acteurs. Elke dag was een gevecht. Een gevecht van ego’s; inclusief de onzekerheid, ruzies en intriges. Machogedrag, wie heeft hier de grootste piet? Het werd een toneelstuk in een toneelstuk. Uiteindelijk kwamen we toch tot een mooi resultaat waar ik erg fier op ben.

Maar op die manier wilde ik niet meer werken. Niet meer dat geknoei waar het ego te veel naar voor kwam. Wie heeft er gelijk? Wie heeft de meeste tekst? Maar uiteindelijk was het wel veilig omdat het een vriendengroep is… die net iets te lang heeft samen gezeten.

We begonnen dus met de repetities van Dear Winnie. Het werd een openbaring. Zoveel talent, zoveel volharding en open- en bereidheid om het verhaal van mijn vader met dat van Winnie en henzelf te mengen.

Als ik één ding mag zeggen, nee moet zeggen: die negen vrouwen hebben ons, het hele team – van techniekers, muzikanten tot de mensen achter de schermen en zeker ook Cesar, Fikry en mij – opgetild en meegenomen. Ik maak nu met mijn handen het gebaar dat daarbij hoort: ze droegen ons en tilden ons hoog de lucht in. Sommigen van ons werden door de vrouwen totaal uit hun comfortzone gedwongen: zo werden repetities levenslessen. De mannen in het gezelschap werden zich door het proces bewust van hun privilege.

Hoe dichter we bij de première kwamen, hoe intenser en meer gedreven het verhaal, de dans en de muziek in de voorstelling werden.

Het ging over hoe wij de dingen zeggen, onze vorm, hoe wij spreken, hoe wij zingen, hoe wij staan.

We konden het niet meer loslaten, daagden elkaar steeds meer uit. De verontwaardiging over al het onrecht dat Winnie Madikizela is aangedaan, werd steeds groter.
Haar pijn, haar lach, haar gevecht tegen ongelijkheid groeide.
Het leek alsof ze deel uitmaakte van het hele proces en goedkeurend toekeek en knikte.
De premières waren een succes, zowel in Groningen als in Brussel.

En hier, zit ik nu. Ik schrijf een brief.
Net als mijn vader die Winnie een brief schreef, schrijf ik nu een brief aan jou Patricia, en aan de vrouwen en de lezers hier.

Net als mijn vader die Winnie een brief schreef, schrijf ik nu een brief aan jou Patricia, en aan de vrouwen en de lezers hier.

Geen brief waarin ik om hulp vraag zoals destijds mijn vader deed, maar een brief waarin ik vooral dankbaar wil zijn. Dankbaar voor het maakproces dat we allemaal mochten doormaken in de aanloop naar de tournee van Dear Winnie. Dankbaar voor de gesmede banden tijdens die intense voorbereiding. Aan het einde van de dag is mijn conclusie vooral dat ik enorme chance had dat ik met negen van deze toptalenten heb mogen en kunnen samenwerken.

Wanneer ik de voorstelling zie en achteraf met het publiek praat en hun emoties voel, wel, dan kan ik me alleen gezegend voelen. De confrontatie met het verhaal van Winnie Mandela legt veel pijn bloot. Op het podium én in de zaal. Bij iedereen. Maar van pijn komt soms ook schoonheid.

En zo schrijven we in het theater onze eigen redemption songs.

Sincerely yours
Junior