Lieve Inclusieve #2

Door Sabrine Ingabire, Seckou Ouologuem, op Tue Jul 14 2020 22:00:00 GMT+0000

Dekoloniseren van jezelf en anderen, kijken door een inclusieve bril én snappen welke gevoeligheden er bestaan in de kunsten waar de witte blik nog steeds leidinggevend is, leer je niet zomaar als je dat een leven lang niet hebt hoeven doen. Nan van Houte en Neske Beks geven in deze editie van Lieve Inclusieve het woord aan Antwerps stadsdichter Seckou Ouologuem en auteur Sabrine Ingabire om hierover in gesprek te gaan

Sabrine

Eindelijk eens de kans gedachten uit te wisselen. Wij hebben elkaar volgens mij alleen nog maar in strijdmodus gezien, al vrees ik dat dit deze keer niet anders gaat zijn. Een open, eerlijk gesprek houdt men best eerst achter gesloten deuren. Dat dit gepubliceerd en publiek bezit wordt, maakt dit weer de zoveelste noodzakelijke aanklacht. Toch geloof ik dat you're either part of the problem or part of the solution dus ik zal altijd klaar staan me uit te spreken. Ik stel voor dat we hierna eens afspreken en het hebben over waar we echt mee bezig zouden willen zijn zonder dit hordelopen. Ik zou het met jou graag eens niet hebben over ons levenslang commitment tegen HUN haat en leugens waar onze vrijheid en gezondheid tegenover staan.

Ik hoopte dat jij mij eerst zou sturen want dan kon ik verder op jouw positieve energie. Daaraan ontbreekt het me momenteel.

Ik heb vorige week mijn zak gepakt en ben beginnen wandelen. België uit, richting zo ver mogelijk, ergens in het zuiden waar het warm is. Als ik in Frankrijk als een buitenlander behandeld word, is dat omdat ik er een ben en niet omdat de gemiddelde Belg liever terug in de tijd zou gaan naar toen wij nog minder zelfbeschikking hadden. Een menselijke zoo is nu eenmaal goedkoper dan een gevangenis. Wat is genoeg, wat gebeurt er als ik mijn land opgeef zoals zij mij heeft opgegeven?

Wat gebeurt er als ik mijn land opgeef zoals zij mij heeft opgegeven?

Een zak van 10kg op mijn rug die me probeert te wurgen, mijn schouder hangt los, mijn voeten vol met bleinen maar ik voel me beter dan thuis. Thuis waar ik standaard een dozijn projecten draai, gewoon om rond te komen. Thuis waar ik positieve gedichten probeer te schrijven voor een bevolking waarvan 44% aangeeft mij niet te willen horen of zien. Thuis waar ik ten (on)gepaste tijden gefouilleerd en opgepakt kan worden en word omdat er al 12 jaar een opsporingsbericht op mijn naam staat. Ik vraag me af of het een nieuwe of een oude techniek van harassment is.

Moest ik de moed en kracht vinden dan zou ik doorlopen tot de Middellandse Zee en oversteken naar Burkina Faso waar ik ook een buitenlander ben. Daar zou ik eerst mijn respects aan mijn vader en aan mijn pasgeboren tweelingneefjes geven die vorige maand overleden aan iets dat hier perfect behandelbaar is. Daar ben ik de racist, de veelvraat uit Babylon die durft te klagen, en ze hebben gelijk. Hun dood is de prijs van mijn nieuwe iPhone, onze luxe is enkel mogelijk door hen uit te buiten.

Moest ik de moed en kracht vinden dan zou ik doorlopen tot de Middellandse Zee en oversteken naar Burkina Faso waar ik ook een buitenlander ben.

Wij zijn allemaal racisten doordat we in dit systeem leren functioneren. Wij zijn allen onderdrukkers. We gebruiken de term vooral voor echte slagers zoals Leopold II, Hitler, maar er zijn er ook bureaucratische. Mijn burgemeester en instituten zoals het politie/gerecht/ gevangenissysteem, de hedendaagse Heilige Drievuldigheid, zijn overduidelijk gestoeld op onderdrukking.

Ik spaar je de zielige verhalen. Wat ik wil zeggen is dat racisme, de westerse economische versie van onderdrukking, niet anders is als het mondiale economische seksisme. Extreme rijkdom gaat, zover ik weet, altijd al gepaard met onderdrukking. Hebben wij onszelf duizenden jaren geleden ook niet om economische redenen van de natuur afgescheurd? Hebben wij toen ook niet een onderdeel van onszelf zijnde de rest van moeder aarde haar rechten ontkend zodat we haar gewetenloos konden ontginnen? Dit is een gevecht met onszelf, de linker- tegen de rechterhand. Voor mij was de agriculturele revolutie die onze ‘beschaving’ zogezegd kick-startte ook een grootschalige vorm van economische onderdrukking. We stellen onze menselijkheid centraal als streefdoel, maar als je onze geschiedenis bekijkt is onze menselijkheid eerder een scheldwoord.

Erkenning eisen is een paradox. Ik ben een kunstenaar zonder diploma, mijn opleiding was in mijzelf geloven ondanks het dagelijkse onbegrip en de minachting. Nu wil ik hun erkenning niet meer, ik wil de jouwe. Als ik jou kan raken dan heeft mijn kunst zin. Zonder sarcasme, politiek of dat ik in anderen hun dromen word ingelijfd. Geen dossier waar ik me in 1000 bochten wring om te smeken voor kruimels. Niet 22 jaar lang op een deur kloppen tot ze op een kier staat en ik er niet meer door wil op deze manier, alleen.

Sabrine, tot waar maak jij compromissen? Moet jij ook kiezen tussen je geweten en een dak om onder te slapen?

Ik dacht als ik niet meedoe schaad ik niemand, als ik niet publiceer manipuleer ik niemand. Buddha was on to something. Anderzijds, als ik niet opeis en kader doet men het voor mij... Ik heb de figuur mc Seckou niet gemaakt. The crowd did, I was just ventilating.

Zuster, ik ben moe. Ik sta te brullen en betogen voor George Floyd, tegen het dodelijke racisme in de States terwijl ik zelf een familielid heb die zonder bewijs in den bak aan’t creperen is. Zijn woord tegen dat van een flik, go figure. Wie komt er op voor hem?

Ik weet wat juist is en herken wat goed is maar betrap mezelf op mijn gevoelloosheid. Het enige dat nog sterk lijkt door te komen is woede en zelfopoffering, zelfs verontwaardiging gaat aan me voorbij. Ik voel theater niet, teveel familietragedies, wie the fuck wil dat zien? Poëzie voel ik eigenlijk ook zelden, te semantisch en naast de kwestie. Kan het over nog minder gaan of is het dan officieel gebakken lucht?

Ook mijn raps en gedichten moeten dienen nu ze wat gewicht hebben, no more joking around on the mic in de cypher of de studio. Dat ben ik kwijt sinds ik er mijn job van maakte. Het is het waard, maar zolang ik geen POC-psycholoog vind best ook zwaar, ik ben de sax aan het leren spelen om een nieuwe uitlaatklep te vinden .

Misschien ben ik ook gewoon te oud geworden om nog rapper te zijn. Eerlijk. Als het aan mij lag dan was ik geen schrijver maar een boer: stront scheppen kan ik al. Ik droom over pure onafhankelijkheid maar ik kan niets behalve praten, schrijven en denken. Ik ben nutteloos in de revolutie waar ik zelf voor sta.

Ik ben nutteloos in de revolutie waar ik zelf voor sta.

Sabrine, mijn excuses voor al deze negativiteit maar de pijnlijke waarheid in de ogen staren is voor mij het enige dat nog echt sense maakt. Daarom dus dat ik verder op jouw energie wilde gaan, de mijne wil alles eerst platgooien.

Bedankt voor jouw oor, Sabrine. Ik geloof nog steeds hoor. Zoals we in Burkina zeggen ‘on est ensemble’. Laat weten als ik iets voor je kan betekenen.

Peace


Shamisa Debroey

Lieve Seckou

Het liefst zou ik willen dat we elkaar zouden ontmoeten op een feestje, of in een park, of aan die blauwe Middellandse Zee, zoals geprivilegieerde mensen dat doen, en we het zouden kunnen hebben over het leven, muziek, eten, onze lievelingskleuren, zonder dat het onmiddellijk, en enkel en alleen, over onderdrukking en pijn hoefde te gaan. Mijn lievelingskleuren zijn rood en zwart, hoewel zwart niet echt een kleur is. Welke zijn de jouwe?

Je vermoeidheid is heel herkenbaar en tegelijk pijnlijk. Ze herinnert mij eraan dat jij een zwarte man bent, en ik een zwarte vrouw. In een wereld waarin zwarte mannen zwarte vrouwen systematisch en systemisch onderdrukken, hangt mijn vrouw-zijn tussen ons. Ik wil het benoemen, maar er niet verder op ingaan: met witte vrouwen heb ik het ook niet over racisme. Zulke gesprekken hebben mij vermoeid, en ik heb de woorden niet meer – noch wil ik ze vinden – om deze pijn uit te drukken.

Ik ben ook moe, broer. Niet depressief, niet verslagen, niet suïcidaal, zoals ik dat vaker ben geweest. Uitgeput, is het woord. De laatste weken weegt de zwaarte van wat ik vroeger ‘mijn zwart-zijn’ noemde, maar dat eigenlijk niet is, heel hard. Het is de zwaarte van alles wat dit white supremacist heteropatriarchaat aan onze huidskleur en aan mijn gender heeft gekoppeld. Van wat de wereld aan zwarte en zwarte vrouwelijke lichamen oplegt. Van witte mensen die, sinds mei, voor de zoveelste keer herontdekken dat racisme bestaat. En wij worden verwacht geduldig en onderwijzend te zijn, terwijl we zelf rouwen.

Deze brief schrijven vind ik duizendmaal moeilijker dan mezelf verliezen in verslaggeving: hier moet ik de woorden halen op een plek waar ik het liefst weg van blijf.

Ik slaap al twee maanden nauwelijks. Ik heb geen energie meer om te koken. Zelfs huilen blijkt nu te veel. Niet het huilen zelf, maar de kracht die nodig zou zijn om op te houden. Ik mag niet te veel voelen. Genoeg om te kunnen schrijven en te produceren, zonder zoveel te voelen dat ik mijn bed niet meer uit kan. Deze brief schrijven vind ik duizendmaal moeilijker dan mezelf verliezen in verslaggeving: hier moet ik de woorden halen op een plek waar ik het liefst weg van blijf.

Ach.

Je vroeg me tot hoever ik compromissen maak. Is het leven dat we leiden als Afro-Europeanen niet sowieso één groot compromis? Zoals je zegt, we onderdrukken mee. Zoals ik vaak zeg, we worden onderdrukt. Weet je, na dagen waarop ik word geconfronteerd met meer racisme, seksisme, misogynoir dan gewoonlijk, laat ik een bad lopen om te ontspannen. Ik baad in liters water, met goed ruikende Rituals-producten, die onverantwoord duur en het toppunt van cultural appropriation zijn, terwijl ik berichtjes beantwoord op mijn waterproof Samsung S10 en naar series kijk op mijn dunne touchscreen laptop. En ik denk dan: dit verdien ik. De perversiteit van het systeem waarin we ons voortbewegen ligt in de globalisatie ervan: we moeten meedraaien om te overleven. En baden is voor mij een manier van overleven.

Ooit vertelde ik een rijke, oude witte man over hoe ik was gestopt met vlees te eten voor de planeet en de dieren, maar niet kan stoppen met baden, hoewel dat ook milieuonvriendelijk is. Hij luisterde naar mijn zee van morele dilemma’s, bleef even stil, en vroeg me toen: ‘Maar Sabrine… Ben je ooit gelukkig?’

De ene onderdrukker is duidelijk de andere niet. Ik wil geloven dat er gradaties zijn. Dat het probleem niet is dat ik soms een bad nodig heb, maar dat niet iedereen toegang heeft tot rust, zorg en water. Dat racisme, kapitalisme, seksisme, imperialisme, kolonialisme, validisme, de problemen zijn, niet de manieren die we vinden om die onderdrukkingsvormen te overleven.

De enige, en vaak ook de eerste, zwarte persoon zijn: het is een eindeloze, eenzame strijd.

Maar zal ik eerlijk zijn? Tussen jou en mij, en de honderden mensen die deze intieme gesprekken meelezen. Enkele jaren geleden wist ik zeker geen compromissen te willen maken, maar intussen is de vraag niet meer ‘of’ ik dat doe, maar inderdaad, ‘tot hoever’ ik ga. Ik had nooit gedacht een vaste baan te hebben bij een wit mainstream medium en columniste te zijn bij een ander.

De enige, en vaak ook de eerste, zwarte persoon zijn: het is een eindeloze, eenzame strijd. En de eerste of enige moeten zijn, in het bijzonder als zwarte vrouw, en in het bijzonder als uitgesproken zwarte vrouw, is heftig op een manier die alleen de weinige andere uitgesproken zwarte vrouwen die in vaste dienst in mainstream media hebben gewerkt of werken, kunnen begrijpen. Het is anders dan freelancen, om zich dagelijks te moeten voortbewegen in die instellingen, om daar echt onderdeel van uit te maken, en tegelijk ook niet echt een van hen te – kunnen – zijn.

Als je spreekt over opoffering voel ik dat diep in mijn hart. Ik heb het gevoel mijn levensenergie op te offeren met de – ijdele? – hoop dingen beter te maken, soms niet eens voor mezelf, maar voor zij die na mij komen. En tegelijk vraag ik me af of ik zij die na mij komen niet liever zou beschermen. Ik vrees dat ik, door witte instellingen te (proberen) dekoloniseren, ze aantrekkelijker maak voor meer mensen als jij en ik, waardoor zij net als ik zullen gaan werken in ruimtes die nog niet volledig gedekoloniseerd zijn en onveilig zijn. De woorden van Martin Luther King, Jr. weerklinken in mijn hoofd: ‘I fear I may have integrated my people into a burning house.’

Ik heb het gevoel dat ik als zwarte persoon de facto te veel doe dat niet in mijn werkbeschrijving is omschreven, en toch voel ik me soms schuldig. Alsof ik niet genoeg doe. Soms heb ik geen energie meer om de problematische dingen die ik in mijn werk tegenkom aan te kaarten. Is het voorbij laten gaan van problematische zaken niet hoe je opgeslorpt wordt door dat systeem dat je zo bekritiseert en waartegen je je afzet? Ik ben soms bang om me te verliezen in het comfort van witheid. Zou ik beter slapen als ik dat zou doen?

Ik ben soms bang om me te verliezen in het comfort van witheid. Zou ik beter slapen als ik dat zou doen?

Ik betwijfel het. Mijn geweten wordt rusteloos van onrecht, het begint te schreeuwen en wil dan onrechtvaardige dingen in brand steken. De keuze om zich uit te spreken tegen de systemische tekortkomingen van de witte instellingen waarvan je afhankelijk bent, is gevaarlijk: ze worden niet graag op hun tekortkomingen gewezen. We verstoren de rust. We zijn ondankbaar voor de kansen die uitgerekend wij hebben mogen ontvangen. We zullen worden bestraft. Door hen metaforisch in brand te steken, weten we dat de brand ons ook zal meepakken. Ik blijf mezelf branden, soms tegen wijze adviezen in, ondanks de heel reële gevolgen en pijn.

Misschien probeer ik je vooral dit te zeggen: bij het dekoloniseren van onszelf, onze maatschappij, en de wereld, moeten we aanvaarden dat één persoon niet de verantwoordelijkheid kan dragen voor alles wat onrechtvaardig is. The revolution shall be communal, toch? En als jij even niet gelooft in die revolutie, kunnen we ook die last samen dragen. Als conscious zwarte mensen in een witte wereld moeten we onszelf ook toelaten vreugde en vrede te voelen, naast de woede, zelfopoffering en uitputting. We didn’t invent this shit, and we couldn’t solve it even if we wanted to. We kunnen wel, waar en wanneer dat kan, witheid zo veel mogelijk in brand blijven steken. Ondanks de rook, zullen we, denk ik, toch de zuurstof beter inademen.

Zie ik je snel op een feestje, in een park, bij een blauwe zee?

I hope so.

Liefs,
Sabrine