Lang leve de boss ladies… of toch niet?

Door Yousra Benfquih, op Wed Jun 27 2018 22:00:00 GMT+0000

De power woman: je ziet haar overal opduiken en ze wordt alom en met bijhorende hashtags geprezen. De succesvolle boss lady is sterk, werkt hard en heeft alles onder controle. Kortom: ze is onvermoeibaar. Maar wat zegt dat over de betekenis van succes? Zijn die tendensen zonder gevaar?

Ze staat op het dakterras van haar ouderlijk huis in Tanger en lijkt te dansen. Een hoge taillerok past haar als gegoten, een hoge zon valt zacht op haar glanzende haardos. Ze lijkt een filmster uit de jaren 1960 (voor mij is ze dat ook echt) en heeft een prachtige glimlach op haar gezicht.

Of ze die foto van mama nog ergens heeft liggen, vraag ik aan mijn jongere zus. Ik zou hem voor vrouwendag graag posten op Instagram met een leuk tekstje erbij. Zeker, zegt ze, en ze voegt eraan toe dat ze zelf ook wel wat zou willen posten, maar dat dat helaas alleen is weggelegd voor mensen die succesvol zijn. Emoticon met knipoog, gevolgd door emoticon met giga-colgate-smile. Het is een grapje. Ik stuur een lachende emoji terug. Maar echt lachen doe ik niet.

De patriarchale parameters van succes

Hoe onschuldig of ogenschijnlijk ludiek die opmerking van mijn zus ook bedoeld was, ze raakt een snaar, niet het minst omdat het vrouwendag is, een dag waarop iedereen aan de intrinsieke waardigheid van elke vrouw zou moeten worden herinnerd.

Helemaal uit de lucht vallen haar woorden evenwel niet. Op social media bombarderen we elkaar nu al geruime tijd massaal met vakkundig gefilterde snippets en samples van onze hard-working lives, steevast gepaard met de razend populaire hashtags ‘goals’, ‘power women’ en ‘boss ladies’. Emoticon vuistje. Als mannen het kunnen, wij ook! En beter. We poseren in sexy mantelpakjes, work our corporate asses off, en zijn er trots op.

We poseren in sexy mantelpakjes, work our corporate asses off, en zijn er trots op.

Terecht. Ondanks de geboekte vooruitgangen en euforie achter bewegingen als #MeToo en #TimesUp, is gendergelijkheid nog steeds verre van een realiteit en blijft de loonkloof ongegeneerd gapen. Daarom is het goed dat wij vrouwen onze professionele successen vieren.

Alleen lijken we daarbij, door de beperkte manier waarop we het begrip ‘succes’ invullen en framen, soms in de val te trappen van het systeem dat we net proberen te bevechten: een succesvolle boss lady is ‘strong’, ‘kick ass’, ‘hard-working’, ‘fierce’. De power woman gaat, gaat, blijft gaan, heeft alles onder controle, toont geen of weinig emotie; kortom, ze is de definitie van onvermoeibaarheid.

Die associatie van vrouwelijk succes met klassiek patriarchale (en dus: geconstrueerde) parameters van mannelijkheid doet me denken aan de campagne van pennenfabrikant BIC, die enkele jaren geleden naar aanleiding van de Zuid-Afrikaanse vrouwendag de mist inging met de ronduit seksistische slogan: ‘Zie eruit als een meisje, gedraag je als een dame, denk als een man en werk als een baas #GelukkigeVrouwendag’.

Bic reclame

Het verborgen verdriet van de super woman

In persoonlijke kring valt het me op dat de hashtags ‘boss lady’ en consoorten vaak worden gebruikt door vrouwen van kleur. Opnieuw, terecht. Wij worden, behalve met het glazen plafond en seksisme, van jongs af – maar evenzeer op de arbeidsmarkt en met een resem diploma’s op zak – bijkomend geconfronteerd met mechanismen van racisme, islamofobie en uitsluiting. Mechanismen die ons meer dan eens hebben doen twijfelen aan ons kunnen, en net daarom zijn we des te meer gedecideerd om het wél te maken, om te slagen, en al wie niet in ons geloofde met onze successen een poepje te laten ruiken. Hashtag take that.

In persoonlijke kring valt het me op dat de hashtags ‘boss lady’ en consoorten vaak worden gebruikt door vrouwen van kleur.

Zeker bij minderheidsgroepen vervullen succesvolle, self made vrouwen om die reden een sleutelfunctie als rolmodel. Op platformen waar voordien geen kleur te bekennen was, verschijnt steeds meer verscheidenheid. Dat is voor de volgende generatie van onschatbare waarde: door zichzelf weerspiegeld te zien en te herkennen in de literatuur, de wetenschappen, de bedrijfswereld, entertainment- en mode-industrie en allerlei andere sectoren, worden ze gesterkt in het geloof dat ook zij hun dromen kunnen waarmaken, wat die dromen ook mogen zijn.

Maar die slinger durft wel eens te ver doorslaan, de druk op rolmodellen te hoog worden. Dat doet me denken aan het zogenaamde superwoman-syndrome. Stel je fictionele maar veelzeggende figuren voor als Olivia Pope (Scandal) en Annalise Keating (How to Get Away with Murder): zij vertonen een bijna onmenselijke emotionele beheersing waar ze uiteindelijk zelf, zij het in alle stilte, het slachtoffer van worden.

Het ontstaan van de superwoman moet worden begrepen tegen de achtergrond van de geschiedenis van de Afro-Amerikaanse vrouw. In de onmenselijke omstandigheden van slavernij en ontheemding was het zich toemeten van bovenmenselijke eigenschappen, zoals een totale immuniteit tegen kwetsbaarheid, de enige manier om te overleven.

Ook vandaag blijft de superwoman een strijdstrategie die stereotypen als de ‘Mammy’, ‘Jezebel’ en de ‘angry black woman’ wil tegengaan en die ook door andere minderheidsvrouwen als coping mechanisme wordt gehanteerd... maar niet zonder prijskaartje.

De druk op rolmodellen wordt groot: het zogenaamde superwoman-syndrome.

Volgens onderzoek zou een te ver doorgedreven beeld van de superwoman nefaste gevolgen hebben voor de mentale gezondheid van zwarte en andere minderheidsvrouwen. Door de lagere socio-economische startposities van waaruit we vaak vertrekken, de pioniersrollen die we vervolgens vervullen, en de bagger en vooroordelen die we voortdurend over ons heen krijgen, kweken we een olifantenhuid, een niet mis te verstane don’t mess with me-attitude. Dat wij ook het recht hebben op uitschuivers, op dipjes, op een moe moment in de zetel, lijken we daarbij te vergeten… of te verbergen.

Olivia Pope (Kerry Washington) in 'Scandal'

De boss lady en de wegmoffelindustrie

Dat past in een veel bredere tendens: door succes heel restrictief en stereotiep masculien in te vullen, dat vervolgens onophoudelijk in de kijker te zetten en ons falen en aarzelen daarbij achter de schermen te laten, creëren we een klimaat dat niet alleen onszelf, maar ook het zelfbeeld van andere vrouwen schaadt.

Hoe zit het met al de onderbetaalde vrouwen (én mannen) die de carrières van ons gevierde boss ladies (én men) mogelijk maken?

Nochtans verrichten zij vaak minstens even benijdenswaardig en relevant werk. Mijn zusje bijvoorbeeld geeft les op een zogeheten concentratieschool: niet meteen de meest instagram-worthy, maar wel zowat de belangrijkste job in onze samenleving, als je ’t mij vraagt.

En hoe zit het met al de onderbetaalde vrouwen (én mannen) die de carrières van ons gevierde boss ladies (én men) mogelijk maken? Denken we aan onze poetsvrouwen en nannies – en hun gefnuikte pensioenrechten – wanneer we onze successen in de verf zetten? Vanaf wanneer verdient iemand die glimmende titel van boss lady eigenlijk? Zijn de labels die we gebruiken wel zo inclusief en emanciperend als ze op het eerste gezicht lijken?

Het vieren van imperfecte successen

Laat ons vooral doorgaan met vieren. Ballonnen, taart, hashtags (en nog meer taart, please). Maar laat ons ook stilstaan bij het feit dat onze notie en beleving van succes genderneutraal noch postraciaal zijn, en aan de hand van die bewustwording de definitie van succes opentrekken zodat het waarden als empathie, verbinding en kwetsbaarheid kan omsluiten. Laten we succes begrijpen als een collectieve emancipatie (in tegenstelling tot hoe de mannen het voor ons helaas deden: leunend op de laagbetaalde zorg en arbeid die anderen, vaak vrouwen, in alle onzichtbaarheid op zich namen).

En laat ons, nu en dan, ook eens wat posten als het niet zo van een leien dakje loopt. Laat ons het hebben over wat, naast de onnoemelijke bevrediging, ook de prijskaart is van al dat harde werken. Dat een boss lady niet noodzakelijk miljoenen volgers hoeft te hebben, geen drie bedrijven uit de grond moet hebben gestampt, en zich niet elke dag in nauw aansluitende mantelpakjes hoeft te rijgen. Dat een boss lady in eerste instantie een vrouw is die haar leven vormgeeft in functie van haar dromen, maar nooit ten koste van de waardigheid van anderen. Die daar keihard voor werkt, maar die evengoed op haar bek gaat. Die op tijd en stond ook wat gas terugneemt, en dat allemaal erkent als ongefilterde onderdelen van haar succes.

Laat ons het hebben over wat, naast de onnoemelijke bevrediging, ook de prijskaart is van al dat harde werken.

Terug naar vrouwendag. Die avond is er een event, gecureerd door juriste en schrijfster Rachida Lamrabet – over rolmodellen gesproken – in de Leuvense Stadsschouwburg. Ik wil dolgraag gaan, maar ben ook uitgeput. Vorige week was het de bruiloft van mijn neef, en Marokkaanse trouwerijen zijn reuzeleuk maar ook een heuse aanslag op je lijf (zeker als het jouwe bij tijden te wensen overlaat, maar toch houd ik ervan, want ook dat is sterk zijn: leren houden van je zwaktes, #goals).

Wat als ik nu beslis niet te gaan vanavond? Wat als ik in de plaats daarvan neerplof in de zetel, mogelijk met tranen, ongetwijfeld met warme kop thee (én taart, want feest blijft het vandaag in elk geval). Ben ik dan nog steeds een boss lady?