Jan Fabre in Israël: zeven open brieven over culturele boycot
Door Lieven De Cauter, op Thu Jun 02 2016 04:05:26 GMT+0000Op 9 juni speelt Jan Fabre zijn 24-uurse performance Mount Olympus in Jeruzalem, op het Israel Festival. ‘Blijf liever thuis!’, zo betoogt cultuurfilosoof en activist Lieven De Cauter. Het werd het begin van een geanimeerde mailcorrespondentie met niet alleen Jan Fabre zelf, maar ook auteur Jeroen Olyslaegers, dramaturg Freddy Decreus en choreograaf Alain Platel. De Griekse klassieken opvoeren in Israël: collaboratie of wake-up call?
1) Ga niet naar Israël!
Van: Lieven De Cauter
Aan: Jan Fabre en vele anderen.
Donderdag 28 april 2016
Beste Jan,
In naam van de 665 ondertekenaars van de Belgische oproep tot academische en culturele boycot van Israël (BACBI), moet ik u met aandrang vragen af te zien van deelname aan het Israel Festival met Mount Olympus en te bedanken voor de eer ‘master artist’ van deze editie te zijn. Het heeft geen pas om Israëlische instituties te helpen om het blazoen van Israël internationaal hoog te houden en op te poetsen. Het Israël Festival is zo’n evenement: wie daaraan deelneemt, draagt bij tot de legitimering van Israël.
Naast de recente excessen van geweld van kolonisten op Palestijnen, zijn er de Muur, de steeds verdere uitbreiding van de nederzettingen, de land grab, de checkpoints, de bantoestanisering van de Westbank, de massale opsluitingen, ook van kinderen, de vernietiging van huizen en olijfboomgaarden, de discriminatie van Palestijnse studenten, enzovoort – allemaal in strijd met het internationaal recht.
Wij hopen dat je alsnog van deelname afziet. Maar in elk geval hopen wij dat je zeker in de toekomst afziet van structurele, institutionele samenwerking met Israëlische culturele instituties (samenwerking met individuen valt niet onder de boycot). De tijd is rijp om zich van de gewelddadige apartheidspolitiek van Israël te distantiëren.
Hartelijk dank bij voorbaat,
Lieven De Cauter, namens de Bacbi-stuurgroep
PS: Tot zover het officiële deel van mijn schrijven, nu even onder ons. Als je toch gaat, ga dan kijken naar Hebron, hoe die stad gewurgd wordt, ga kijken naar Qalandia Checkpoint, ga naar Deheisheh Camp, ga kijken hoe kolonisten zelfs in Jeruzalem van bovenaf vuilnis gooien naar Palestijnen, zodat men netten moet spannen over straten. Laat de talloze racistische slogans die op de muren staan voor je vertalen. Ga kijken naar de _bypass-_wegen voor kolonisten en zie hoe het hele landschap in het teken staat van bezetting, tot zelfs de bomen toe: de coniferen die op de hellingen staan, vergiftigen de valleien. Ga kijken, Jan.
Dan ben ik zeker dat dit de laatste keer was dat je deelnam aan een officieel, institutioneel initiatief in Israël. Heel zeker. Je kan het je niet voorstellen. Dat is het probleem voor de meeste mensen: dat ze zich niet kunnen voorstellen hoe erg het is. Niet alleen in Gaza – alle Palestijnen leven eigenlijk in openluchtgevangenissen. Ja, van de Westelijke Jordaanoever blijven alleen enclaves over. Ik ken er mensen. Ze snakken naar adem, en zijn blij als ze er even uit kunnen.
En dat is natuurlijk de bedoeling: dat ze weg gaan. De etnische zuivering van Palestina, de Nakba van 1948, gaat op alle mogelijke en onmogelijke manieren door. En dat noemen wij dan de enige democratie in het Midden-Oosten en daarmee bakt Europa zoete broodjes door een speciaal partnerschap! Israël is zowat de 29ste staat van de Europese Unie, doet mee aan Eurosong, voetbal en ook aan Europees wetenschappelijk onderzoek, met aan het leger gelieerde universiteiten en bedrijven. Het is hoog tijd voor een institutionele academische en culturele boycot!
Ik weet dat je lef hebt, Jan. Ik hoop met man en macht dat je ook moed hebt. Maar, wat je ook doet, dat zeg ik er meteen bij, ook en vooral tegen de weldenkende journalisten die klaar staan, geef me alsjeblief niet dat kleffe refrein dat kunst in het teken staat van dialoog.
Met alle respect voor uw werk en sympathie voor uw persoon, hartelijk,
Lieven
voor de oproep tot culturele boycot
voor de culturele ondertekenaars
voor de academische ondertekenaars
2) Spreken over de wonde van de wereld
Van: Jan Fabre / Troubleyn
Aan: Lieven De Cauter and vele anderen
Vrijdag 29 april 2016 om 17u17
Dag Lieven,
Allereerst wil ik je danken voor je heldere brief: het doet me oprecht deugd dat wij in een land leven waar een discussie over de rol van kunst in de wereld van vandaag niet uit de weg wordt gegaan en waar intellectuelen zoals jij de moeite doen om hun engagement te communiceren.
Ook ik veroordeel brutaliteit, onmenselijkheid, onevenredig geweld, geweld tout court. In Palestina, Israël en waar ook ter wereld. De beslissing om de theatervoorstelling Mount Olympus, to glorify the cult of tragedy (a 24 hour performance) in Jeruzalem te tonen is daarmee niet in tegenspraak. Integendeel. Ons antwoord zit in het kunstwerk vervat:
_Mount Olympus _is een statement over de tragedie, over het tragisch verkeer van mensen, over mannen en vrouwen die in cirkels van bloedvergieten gevangen zitten. Het is een voorstelling over het geweld van de goden en het geweld van de mensen. Het is een voorstelling over de cyclus van wraak die altijd nieuwe slachtoffers maakt. Het is een statement over de hybris van wie zich almachtig waant. Het is een jammerklacht die de mensheid beweent, net als haar brutale wanstaltige vertoning, al eeuwenlang, nog eeuwenlang. De voorstelling is opgebouwd als een rite, een eerbetoon. Ze brengt in herinnering, ze appelleert om niet te vergeten en om blijvend in gedachten te houden wie we zijn en waar we vandaan komen.
De voorstelling vraagt om gespeeld te worden op plekken waar de wonde van de mensheid elke dag nog brutaal zichtbaar is. Jeruzalem is zo’n plek. De voorstelling kan de wonde niet helen, maar wel voelbaar maken via de unieke weg van het kunstwerk.
Het enige geloof dat ik aanhang, is het geloof in de kunst. In de helende kracht van de verbeelding die de kwetsbaarheid verdedigt_._ Kunst kan de wereld niet redden, maar kan wel een individu, een toeschouwer raken op zijn meest kwetsbare plek – in zijn hart en geweten – en daar iets teweeg brengen. Ik wil dat individu kunnen opzoeken, ook in Jeruzalem, omdat ik ervan overtuigd ben dat ik via Mount Olympus iets te vertellen heb over wat het betekent om in die open wonde van de mensheid te leven. Ik geloof dus niet in het machtsmiddel van een culturele boycot. Integendeel, want zo ontneem je de mogelijkheid om over de wonde van de wereld te spreken. Midden in de wonde.
Hartelijk,
Jan Fabre & Troubleyn
3) Ik ben een kunstenaar
Van: Jeroen Olyslaegers, schrijver van Mount Olympus
Aan: Lieven De Cauter
Vrijdag 29 april 2016 om 17u17
Ik ben een kunstenaar die in zijn werk en op sociale media altijd open communiceert en niemand uitsluit. Voor een culturele boycot als politiek wapen heb ik begrip en respect. Alleen is het niet mijn wapen en kan ik het niet in overeenstemming brengen met mijn persoonlijk geweten. Ik heb nog nooit deelgenomen aan een boycot en zal dat ook niet doen.
De boycot van BACBI geldt voor instellingen. Mijn theaterwerk heeft in de kern geen uitstaans met instellingen. Iedereen werkt uiteraard in een bepaalde context, niemand is daar naïef over, maar mij gaat het om de individuele toeschouwer. Ik schrijf mijn theaterteksten voor hem en haar en voor hem en haar alleen. Ik schrijf niet voor of tegen instituten of landen, ik schrijf voor mensen, waar ze zich ook bevinden op deze planeet.
Met Mount Olympus heb ik getracht om naar de kern te gaan van de Griekse tragedie, de kern die ik ooit verwoord heb als: ‘er staat een rekening open en die moet worden betaald’.
De mensen die voorstander zijn van de boycot zullen daar ongetwijfeld oor naar hebben, meer nog: dat is net wat ze beogen, het bewustzijn waar ze op mikken. Ze vragen beleefd om net die boodschap niet te brengen in een van de meest gecontesteerde steden ter wereld, een stad die we met enige zin voor overdrijving kunnen beschrijven als de plek waar het patriarchaal denken is ontstaan. Voor mij is dat paradoxaal.
Het zou betekenen dat ik meer zeg door niets meer te zeggen op een plek waar er historisch gezien juist veel moet worden uitgesproken. Het gaat hiermee rechtstreeks in tegen waar ik als schrijver voor sta. Vanuit mijn perspectief is het een vraag om even op te houden schrijver te zijn. Het is een onmogelijke vraag.
Warme groet,
Jeroen Olyslaegers, auteur van Mount Olympus
4) Drop je bom achter de vijandelijke linies
Van: Freddy Decreus, dramaturg van Mount Olympus
Aan: Jan Fabre
Vrijdag 29 april 2016 om 17u17
Dag Jan,
Ik lees net de open brief ‘Ga niet naar Israël!’ Ik deel de walg die de ondertekenaars voelen voor dit soort regime, ik schaam mij diep voor de internationale politiek die dergelijke schendingen van het internationale recht toedekt, ik betreur het vaak mens te moeten zijn in zo'n schijnheilige wereld.
Maar toch wel gedurfd van de organisator in Jeruzalem, denk ik dan, die na het zien van de première van Mount Olympus in Berlijn, deze voorstelling dadelijk wilde programmeren: niet in Tel Aviv, maar of all places, in Jeruzalem_,_ een van de zwaarst beladen ideologische plekken ter wereld, wetende dat het een tijdbom is die zich ook tegen hem kan keren. Ik ken natuurlijk nog wel honderden andere plaatsen in Oost en West waar een boycot even gepast zou zijn, maar ik zou in deze discussie willen terugkeren naar het kunstwerk zelf en zijn vermogen om indoctrinatie en fundamentalisme aan te klagen.
Jouw _Mount Olympus _is geen doetje en wellicht hebben nog te weinig mensen deze marathon gezien. Het is een aanklacht tegen hele reeksen uitsluitingen à la Foucault (lichamelijkheid, seksualiteit, de vrouw, goden, subjectiviteit, verblind ego, arrogantie van de macht, narcisme...) en niet toevallig speelt Dionysus hier de hoofdrol: de god die in het Westen zogenaamd vergeten/verloren/verboden was tot Nietzsche hem weer invoerde en pas vanaf toen ernstig is genomen in zijn oppositionele rol. 'Take the power back and imagine something new', laat jij hem op scène uitroepen. Zo laat hij elk mens inzien hoe je slachtoffer kan worden van religieus en politiek fanatisme. Ik moet dan denken aan de extreme voorzichtigheid die de Joodse psychoanalytica en kunstenares Bracha Ettinger al haar hele leven in acht heeft moeten nemen om het fallisch en monotheïstisch discours aldaar te doorbreken.
En ja, ook jouw werk provoceert stellingen over Cultuur en Verlichting, niet langer ‘the Best of the West’. Mount Olympus toont aan dat de Verlichting nog lang niet verlicht genoeg is geweest en dat Cultuur steeds, principieel en overal, een diepe schaamte moet koesteren ‘for perhaps not being sufficiently culture’, zoals Hamacher dit formuleerde, omdat cultuur nu eenmaal nooit een verworven bezit is van iets of iemand, nooit afgewerkt en volledig is, altijd een verwijt moet inhouden tegenover zichzelf.
Ik zou dus zeggen: ga toch spelen, drop je bom achter de vijandelijke linies, en zie of men durft ingaan op je herschrijving van westerse tragiek. Dit is een voorstelling die maskers afrukt en ons allen confronteert met de clichés die we zo gemakkelijk als verworven cultuur beschouwen. Ga en doe hen inderdaad nadenken over de secularisatie van het goddelijke, de afwezigheid van een alles reddende moraal en de wolken van duisternis die elke Griekse held(in) omringen. Maar ga ook, wetende dat Lévinas een Joodse filosoof was die alle vormen van 'Egologie' wou ontkrachten ten voordele van die kwetsbare dagdagelijkse Andere die we allen ontmoeten: die Andere die nu door zijn fellow citizens in het grote Thuisland gruwelijk vernederd wordt, elke dag opnieuw. Ga en ondermijn, en nodig iedereen uit, waar je ook gaat met je Mount Olympus, om een langdurige blik te werpen in de donkerste spiegel van zijn/haar ziel.
Em. Prof. Freddy Decreus, gastdramaturg bij Mount Olympus
5) Zoeken naar een derde weg
Van: Alain Platel, choreograaf en artistiek leider van les ballets C de la B
Aan: Jan Fabre en Jeroen Olyslaegers
_Cc: Lieven De Cauter en vele anderen _
Zaterdag 30 april 2016, 9u34
Beste Jan en Jeroen,
Het zal jullie wellicht niet verwonderen dat ik mij in deze discussie meng: met les ballets C de la B steunen wij de Academische en Culturele boycot van Israël al jaren wél. Om te beginnen raad ik niemand aan om voor die weg te kiezen voor zijn of haar plezier of vanuit één of ander naïef politiek idealisme. Je wordt daar niet voor beloond. Je wordt er daarentegen keihard voor aangepakt. Zo kan ik jullie garanderen dat, als jullie de boycot zouden steunen, jullie op een aantal plekken in de wereld niet meer zullen mogen spelen. Een nieuwigheid is ook dat er de laatste tijd álles aan wordt gedaan om de boycotbeweging monddood te maken, te verbieden of zélfs strafbaar te maken.
En toch blijven wij in dit verhaal pleiten voor deze duidelijke, geweldloze actie. Ze spreekt veel meer het geweten aan en zorgt ter plekke vooral voor behoorlijk wat nervositeit, dan dat ze effectieve resultaten oplevert.
Jullie argumenten om deel te nemen aan het Jeruzalem Festival zijn terecht en ik lees in jullie betoog eigenlijk ook en vooral dat wij eenzelfde passie delen voor de kunsten. We verschillen in mening over hoe we die kunnen of willen inzetten. Jullie Mount Olympus is een groots kunstwerk dat het verdient om door zoveel mogelijk mensen te worden gezien en beleefd. Ook in Jeruzalem. Maar dan misschien ook in Ramallah, of in Hebron en ook Gaza stad?
Ik hoor en lees van de artiesten die willen gaan, telkens opnieuw hetzelfde argument: dat hun werk perfect geschikt is om de mensen ter plekke aan het denken te zetten of te confronteren met de gruwel en de absurditeit van ‘the situation’. Ik vrees echter dat het publiek van het Jeruzalem Festival niet bepaald bestaat uit mensen die daar nog van overtuigd moeten worden.
Veel moeilijker heeft dat publiek het met het feit dat er buitenlandse artiesten zijn die weigeren om in hun festival te staan. Of erger nog, die pas erg laat beslissen om zich uit het festival terug te trekken. Dat begrijp ik volkomen. Welk effect zou het op mij hebben als artiesten waarvan ik hou, zouden weigeren hier op te treden omwille van een politieke situatie? Dat zou mij uiteraard diep treffen. Maar dan denk ik aan het moedige antwoord dat ik de Israëlische filmmaker Avi Mograbi ooit hoorde geven op de vraag ‘Steunt u de culturele boycot van uw land?’. Hij zei: ‘Anything that comes from abroad and that can put our government under pressure is welcome, even a boycott.’
De discussie bij ons over zin en onzin van een boycot, komt de plaatselijke autoriteiten ondertussen goed uit. Het geeft zelfs argumenten en voedt langzaam de overtuiging om die boycotbeweging in diskrediet te brengen en illegaal te maken.
Maar ik betreur het vooral dat hier niet echt wordt gezocht naar een eventuele derde weg. Tot nu toe blijft de discussie verzanden in ‘gaan of niet gaan’. Wij delen echter dezelfde fundamentele bezorgdheid: dat de bezetting in Israël niet alleen verwerpelijk is, maar ook al meer dan 60 jaar verantwoordelijk is voor onbeschrijfelijke ellende bij een groot deel van de bevolking (aan beide zijden). Wij kennen ondertussen elkaars argumenten. De vraag blijft echter wat we sámen kunnen doen als we zijn geweest of thuis zijn gebleven.
Door de keuze die we bij les ballets C de la B hebben gemaakt, worden we verplicht om elke dag met de zaak bezig te zijn. Niettegenstaande het feit dat wij al meer dan 15 jaar niet (meer) spelen in Israël, is ons werk daar wél behoorlijk gekend, danktij internet. Het belet vele Israëlische dansers niet om bij ons auditie te komen doen en de laatste 20 jaar werken wij bij zowat élke productie ook steeds samen met Joods/Israëlische dansers. Het blijft bijzonder en erg boeiend (maar ook delicaat en zeker niet makkelijk!) om met hen de dialoog over ‘the situation’ hier en in de context van een creatie te voeren. Verder ondersteunen wij de productie BADKE (gecreëerd door een groep Palestijnse dansers samen met Hildegard Devuyst, Koen Augustijnen en Rosalba Torres) die ondertussen al jaren over de hele wereld toert en heel wat mensen confronteert met een andere kant van het Palestijnse verzet: dat via een artistieke daad. Tenslotte is het ook zo dat mijn reizen en verblijven uit het verleden, in de Bezette Gebieden, mij geen andere keuze laten dan te blijven zoeken naar manieren om de stem van hen die ik daar heb leren kennen, hier hoorbaar te maken.
Beste Jan en Jeroen, ik respecteer jullie beslissing en het zal mij er ook niet van weerhouden om jullie werk blijvend te waarderen en te bewonderen. Ik geloof echter, net als jullie, dat het goed is om het gesprek over deze en vele andere delicate zaken (en onze wereld loopt er op dit ogenblik weer van over!) te blijven voeren.
Warme groeten,
Alain Platel
6) Je geloof in de kunst deel ik niet
Van: Lieven De Cauter
Aan: Jan fabre en alle anderen
Maandag 2 mei 2016, 17u09
Beste Jan,
Ja, laat ons de discussie voeren over de rol van kunst in de wereld in het algemeen en in problematische regimes in het bijzonder. Legitimatie is de eerste rol van kunst en zeker van festivals die de naam dragen van een land. Dat is natuurlijk duidelijk: het festival van Vlaanderen moet Vlaanderen promoten. Hoe erger het gesteld is met het blazoen van het land, hoe belangrijker die functie wordt: dus het Israël Festival moet Israël legitimeren en al de rest is ‘hasbara’, de blablabla die verteld wordt om, ondanks alle kritiek, Israël te legitimeren.
Hoe kan het antwoord op apartheid in een kunstwerk vervat zitten? Zou jij in eer en geweten je werk getoond hebben in Johannesburg onder de apartheid, of om het nog duidelijker te maken: in het Berlijn van de nazi’s of het Moskou van Stalin? Awel, bon chance. Eén: ik geloof van niet. En twee: het zou je niet in dank zijn afgenomen. Maar ja, om de een of andere duistere reden staat Israël staat boven de wet, boven verdenking.
De situatie in Israël is niet tragisch. Tragisch is het noodlot, iets waar je niets aan kan doen. Oedipus weet niet dat de man die hij doodt bij een stomme schermutseling op een kruispunt, zijn vader is, en dat de vrouw die hem te beurt valt omdat hij een stom raadsel oplost, zijn moeder is. Maar de Israëli’s die niet weten dat hun land gebouwd is op een etnische zuivering die tot op heden doorgaat, liegen tegen zichzelf en de wereld. Dat is erger dan tragisch. Dat is crimineel, een misdaad tegen de mensheid, die doorgaat en waar wij met z’n allen van wegkijken door business as usual te spelen. Want dat is the bottom line: the show must go on. Nochtans kan de cyclus van de wraak gestopt worden: door regimes, zoals in Zuid-Afrika, op betere gedachten te brengen. En dat kan lukken door een internationale boycot.
En natuurlijk is de geschiedenis een geschiedenis van verschrikking, is de wereld een tranendal, is de mensheid een open wonde, Maar het vereeuwigen van politieke problemen tot condition humaine is die problemen depolitiseren, en zelfs in zekere zin: esthetiseren. Zo van: jammer, maar Israël kan er niets aan doen. Shit happens. De wonde van de mensheid is niet zichtbaar of voelbaar in het Israel Festival. Ze is zichtbaar aan de checkpoints aan en achter de muur, in Hebron, in Nabloes, in de kampen, daar waar de Israeli’s niet komen, niet mogen en niet willen komen. 24 uur zwelgen in eeuwige tragiek is een doekje voor het bloeden en geeft eerder een gerust geweten. Het is gewoon opium voor culturati, vrees ik.
Je geloof in de kunst deel ik niet. Kunst is niet gemaakt om in te geloven, kunst is geen religie, niet meer, en gelukkig. Kunst is de esthetische weergave van de complexitiet en dubbelzinnigheid van het bestaan, daarom moet ze zich ver houden van legitimaties van verwerpelijke regimes. In Jeruzalem spelen is niet de individuele toeschouwer opzoeken, maar hem geruststellen dat hij een normaal systeem leeft, waar kunst hem het onmenselijke toont, dat hij zodoende niet aan het systeem moet toeschrijven.
Je gelooft niet in het machtsmiddel van de culturele boycot, zeg je? Wel, de Israëlische politiek en de internationale pro-Israel lobby kennelijk wel. Vandaar dat het in Israël en in Frankrijk al verboden is om op te roepen tot boycot (door een absurde gelijkstelling van anti-zionisme met anti-semitisme).
Het ‘machstmiddel’ van de academische en culturele boycot (zoals jij het noemt) komt er op vraag van Palestijnse intellectuelen (de PACBI oproep van 2005), omdat het de enige geweldloze uitweg is die zij nog zien. Je wil geen kant kiezen, maar je kiest een kant door naar het Israel Festival te trekken en daar Master Artist te gaan spelen. Je kan, denk ik, echt wel spreken over de wonde van de wereld zonder naar Israel te gaan. Echt wel. Door juist naar Jeruzalem te gaan spelen in een festival dat het Israel Festival heet, legitimeer je de claim van Israël op die stad (een claim die ingaat tegen VN-resoluties!).
Net kreeg ik nog een mail van een Israëlisch academicus die als gewetenbezwaarde van het Israëlische leger in België op tournee kwam om te getuigen over de wantoestanden van de bezetting en nu geen job meer kan krijgen in Israël… Ja, daar geloven ze kennelijk wel in het ‘machtsmiddel van de boycot’… Zie je, hoe pijnlijk het is als jij daar schoon weer gaat spelen met je stuk over de eeuwige cyclus van de wraak en de open wonde van de mensheid? Dat is een schijnvertoning tegen deze achtergrond: hoe meer kritische kunst, hoe meer ze kan functioneren als legitimatie. Kritiek en kritische kunst zijn de meest perfecte vorm van Hasbara, zo van: ‘kijk eens hoe tolerant en democratisch en open van geest wij zijn dat we zulke kritische kunst en kritische intellectuelen steunen’. Tot ze natuurlijk echt kritisch worden, zoals die man die kwam getuigen. Zie daarover ook mijn open brief aan David Grossman.
Maar goed, morgen antwoord ik op de brief van Jeroen. Zo lang er leven is, is er hoop.
Groeten,
Lieven
7) _Business as usual _is echt geen oplossing
Van: Lieven De Cauter
Aan: Jeroen Olyslaegers, Jan Fabre, Alain Platel en alle anderen
Dinsdag 3 mei 2016, 22u49
Beste Jeroen,
Ik ben geen kunstenaar, tot nader order. Maar dat het bij je theaterwerk alleen om de individuele toeschouwer gaat, is – zo al geen nonsens – dan toch een erg zware reductie. Je kan gewoon geen abstractie maken van de context zonder jezelf voor te liegen. Om een concreet voorbeeld te geven: natuurlijk geef ik les aan studenten, maar toch ook aan de betrokken instellingen (in casu the Royal Institute for Theatre Cinema and Sound, beter bekend als RITCS en het departement architectuur van de KULeuven). Doen alsof die instellingen mij en mijn lesgeven op geen enkele manier ‘implikeren’, is niet alleen naïef, maar ook onverantwoord. Als de KULeuven iemand van mijn departement ten onrechte ontslaat om politieke redenen (ook een soort boycot), dan moet ik daartegen optreden (ik heb het natuurlijk over de aardappeloorlog en de zaak Barbara Van Dyck). In dit geval moet je bijvoorbeeld de optocht van de togati in toga gaan boycotten (nu, ja verstoren, ontsieren door protest).
Je bent tegen boycot, ook de boycot van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime? Lijkt me sterk. Er was niets paradoxaals aan de vraag om het apartheidsregime te boycotten. Het is de internationale boycot die Johannesburg op de knieën heeft gekregen. Zo kan ook alleen een internationale boycot Tel Aviv nog op betere gedachten brengen. Intern verzet is alleen een alibi voor steeds hardere maatregelen en verdere bantoestanisering.
Je weet toch dat tot de boycot is opgeroepen door Palestijnen? De internationale oproep is een antwoord op een vraag van binnenuit, een vraag die ook gesteund wordt door verscheidene (ook Israëlische) intellectuelen en kunstenaars en ook joodse organisaties (o.a. The Jewish Voice for Peace).
Let wel, ik ben niet onvoorwaardelijk gewonnen voor boycot als zodanig, natuurlijk niet, eerder integendeel: een boycot kan ook rampzalig zijn, zoals de sancties tegen Irak in de jaren negentig, die tot de dood van 500.000 kinderen leidde. Maar het geval Israël is toch wel even anders. Alleen de internationale gemeenschap kan Israël nog op betere gedachten brengen. En dat Israël daar bang van is, bewijst het feit dat men de boycotbeweging letterlijk tot staatsvijand nummer één heeft uitgeroepen en internationaal ijvert om de beweging te verbieden en te criminaliseren (zoals gezegd: meestal door de absurde associatie met antisemitisme). Dus ik snap wel dat je het geen sympathiek drukkingsmiddel vindt, maar heb je iets beters? _Business as usual_is echt geen oplossing. Dat legitimeert Israel. Daarom: the show should not go on. Ook die van jullie niet.
Ik ben en blijf er dus van overtuigd dat je veel meer zou zeggen als je in Jeruzalem zou zwijgen. Nu zal de Mount Olympus geofferd worden op het altaar van de hasbara, de blablabla die erop uit is om Israel uiteindelijk goed te praten. Maar ophouden schrijver te zijn vragen we je niet, dat zou ik ook niet kunnen. We zouden hen (na vertaling natuurlijk) deze correspondentie kunnen sturen. Wedden dat ze ruime aandacht zou krijgen? Misschien als proloog? Op 24 uur kan er toch wel voor een halfuurtje worden overwogen of de voorstelling een goed idee is? Het leuke zou zijn dat de mensen in de zaal tot op het moment dat de voorstelling begint, in het ongewisse zouden blijven of de voorstelling nu wel of niet doorgaat. En in elk geval verplicht zouden worden om anders, wellicht scherper naar de voorstelling te kijken. Lijkt jullie dat iets?
Lieven
PS. Ik wilde voor de volledigheid en ook een beetje uit beleefdheid nog antwoorden op Prof Em. Decreus, maar het meeste is nu wel gezegd, denk ik. En zeven brieven is misschien net goed als reeks. Hoewel ik de pleuris krijg van het argument dat er ook andere staten kunnen worden geboycot (doen zou ik zeggen) en de rittepetitten van namedropping en gedweep met Levinas en zo, houden we het op zeven. Jan schreef me een persoonlijke mail om elkaar eens te zien. Hij wil dat na de voorstelling, ik wou liever vooraf, maar goed, als het er maar van komt… Hij beloofde me alle plekken te bezoeken die ik in mijn eerste brief opsomde, ik ben benieuwd.