Ine Meganck, ontwerper van de nieuwe rekto:verso

Door Redactie rekto:verso, op Wed Mar 17 2021 23:00:00 GMT+0000

Met het NEE-nummer heeft het grafisch ontwerp van rekto:verso een totale metamorfose ondergaan. Verantwoordelijk voor deze make-over is Ine Meganck. Maak kennis met de architect van onze nieuwe huisstijl.

Ine studeerde aan LUCA – School of Arts (Sint-Lucas, Gent) en Werkplaats Typografie in Arnhem, en werkt als docent aan de Koninlijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Ze heeft een multidisciplinaire praktijk (zo coördineert ze bv. met Valentijn Goethals het nomadische radiostation Phantom Radio), maar bovenal is ze een begenadigd grafisch ontwerper, die – vaak samen met compagnon-de-route Chloé D’hauwe – steeds het spanningsveld tussen het conceptuele en het visuele opzoekt. Ine speelt ook sterk met analoge technieken, van knip- en plakwerk tot prutsen met spaghettislierten om tot een logo te komen. Wat ons meteen bij enkele markante keuzes brengt in de nieuwe vormgeving van rekto:verso.

Het logo, dat twee zijden van eenzelfde blad toont, verwijst naar de letterlijke betekenis van ‘recto-verso’.

Hoe kwam je tot het nieuwe logo?

‘Eigenlijk is het uitgangspunt van het gehele ontwerp de letterlijke betekenis van ‘recto-verso’. Het logo speelt met het gelijktijdige tonen van voor- en achterkant. Voor mij staat rekto:verso immers voor meerstemmigheid en debat. Het logo, dat de twee zijden van eenzelfde blad toont, alludeert op die traditie van woord en weerwoord. Het is trouwens ontstaan door letters uit te knippen, te plooien, te krullen – en vervolgens terug in te scannen. Dat manuele manipuleren van vormen en tekens is een essentieel onderdeel van mijn ontwerppraktijk.’

Wat ook onmiddellijk opvalt, is de gridstructuur van het magazine.

‘Die heeft alles te maken met de keuze voor A4 als papierformaat. Het is een standaard formaat dat tegelijk heel wat plooibewegingen mogelijk maakt. Wanneer je een A4 horizontaal in twee plooit, krijg je een A5. Wanneer je een A4 verticaal in twee plooit, krijg je een interessant langwerpig formaat. Samen vormen deze twee plooien een kruis.’

Voor mij is het samenspel tussen ernst en frivoliteit, tussen diepgang en speelsheid karakteristiek voor rekto:verso.

‘Het ontwerp is eigenlijk gebaseerd op de mogelijkheden van deze basisindeling. De ruimtes kunnen afwisselend worden ingevuld door titels, beeldbijdragen, teksten, enzovoort. Elk artikel kan zo ook zijn eigen specifieke behandeling krijgen. Kortom, het grid kan op vele verschillende manieren worden ingevuld zonder – en dat is heel belangrijk voor mij – zijn samenhang te verliezen.’

Het gaat met andere woorden om een strakke structuur die je tegelijk heel wat speelruimte geeft.

‘Inderdaad. Voor mij is net het samenspel tussen ernst en frivoliteit, tussen diepgang en speelsheid zo karakteristiek voor rekto:verso. Dat probeer ik te reflecteren in mijn ontwerp. Die dualiteit zit overigens ook in het gebruik van twee heel diverse lettertypes. Enerzijds wordt AG Book gebruikt, anderzijds Self Modern, een nieuw font gemaakt door Lucas Le Bihan.’

Heeft die dualiteit ook je papierkeuze bepaald?

Vanaf 2021 werken we met één beeldbijdrager per nummer.

‘Zeker. Enerzijds is rekto:verso een gratis magazine, dat mensen graag willen meegraaien. Vandaar ook de glossy, in het oog springende cover en de keuze voor een licht en dun papier. Anderzijds moet het magazine ook een hebbeding zijn, dat zijn vaste plek in de boekenkast krijgt.’

In het NEE-nummer kan je ook niet naast de steeds weer opduikende voeten van kunstenaar en ontwerper Ines Cox kijken.

‘Ook hier ligt inderdaad een accentverschil. We hebben ervoor gekozen om vanaf 2021 met één beeldbijdrager per nummer te werken. We nodigen dus telkens één artiest uit om het centrale thema uit te spitten in een beeldenreeks die doorheen het nummer uitgespeeld wordt. Voor deze editie werkten we samen met Ines Cox: haar voeten leggen als het ware samen met de auteurs een via negativa af, een pad van elkaar versterkende, opheffende, tegensprekende NEE’s.’