Hoe Grindr de homogemeenschap uit elkaar speelt
Door Nicolas Terrie, op Thu Jul 08 2021 18:30:00 GMT+0000Een architectuur bepaalt welke ontmoetingen of bewegingen wel en niet kunnen plaatsvinden. Nicolas Terrie leest de datingapp Grindr als een problematische digitale architectuur, die gemeenschappelijke belangen in de kiem smoort. Daarom is de app is geen stap vooruit maar achteruit voor de homogemeenschap.
Op een avond in maart opende David Polfliet de datingapp Grindr en maakte een afspraakje in een park in Beveren. De dag erna werd zijn lichaam teruggevonden in een greppel. De meeste nieuwskanalen, zeker van hun stuk, hadden het over de eerste fatale gaybashing in Vlaanderen, over een zeldzame moord bedreven door een groepje homofobe tieners. In feite bleken de tieners gewoonweg uit op easy money. Hun Grindr-profiel, een 15-jarige ‘nieuwsgierige jongen’, deed dienst als lokaas. We kunnen een pedofiel makkelijk bestelen, zo redeneerden ze, aangezien hij niet naar de politie zal stappen. Het is misschien geen waterdicht plan, maar van homohaat was er in elk geval geen sprake.
Grindr toont hoe een kapitalistische structuur de homogemeenschap niet toelaat een gemeenschap te zijn.
Toch stond Vlaanderen paraat om uit te pakken met een groot verhaal over het slachtofferschap van holebi’s. Elk verhaal over geweld wordt, in het publieke discours, steevast verteld in termen van individuele slachtoffers en schuldigen. Terwijl de moord op David Polfliet aanleiding had moeten geven tot een doorgedreven kritiek op het digitale medium dat de hele moord überhaupt heeft mogelijk gemaakt, Grindr, hielden we het bij een makkelijk te verpakken spektakel. Op die manier, met de centrale rol die Grindr speelt in de homogemeenschap (dagelijks zo’n 5 miljoen gebruikers), raakt een aanzienlijk structureel probleem vast ‘in de kast’. Grindr toont namelijk hoe een kapitalistische structuur de homogemeenschap niet toelaat een gemeenschap te zijn, en dit op twee manieren.
Beperkende architectuur
De eerste heeft te maken met de rol van Grindr als een ontmoetingsplek voor homomannen. Waarom werd deze technologie eigenlijk ontwikkeld? Joe Simkhai, de oprichter van Grindr, formuleert het als volgt:
‘My story is the story of every gay man. We’re a hidden minority in some ways, and we’re always looking to meet. The services out there just weren’t that great. I’m an introvert, so I don’t do very well at bars. I don’t do very well at meeting someone right away. It’s not what I’m good at. So online has always been my comfort zone. Before the smartphone you’d have to stay home and be on the computer, and I didn’t want that. I wanted something that was more natural, more spontaneous and I think that’s what we got with Grindr.’
Simkhai had ongetwijfeld goede intenties, maar zijn oplossing is een eigen leven gaan leiden. Een nieuwe technologie, zoals de smartphone, kan inderdaad een remedie zijn: Grindr, en datingapps in het algemeen, bieden nieuwe manieren om elkaar te ontmoeten. Voor introverte mensen biedt zo’n technologie bijvoorbeeld een ongezien voordeel. Maar het geneesmiddel is tegelijk een vergif: elke nieuwe (technologische) oplossing brengt nieuwe problemen met zich mee. Zoals antibiotica ons immuun maakte voor een aantal bacteriën maar die bacteriën ook immuun maakte voor antibiotica, zo zorgt Grindr voor nieuwe ontmoetingen maar ook voor een nieuwe vorm van eenzaamheid.
Ontmoetingen via Grindr worden geneutraliseerd door de digitale architectuur van de app.
Met Grindr op zak weet je altijd wat te verwachten van je potentiële ontmoeting: hoe groot hij is, hoeveel hij weegt, welke huidskleur hij heeft, wat hij graag doet in bed, wat hij graag wil dat jij doet in bed. Maar kunnen we een ontmoeting zonder the element of surprise nog wel een ‘ontmoeting’ noemen? Nee, de ontmoetingen zijn vooraf geneutraliseerd binnen de digitale architectuur van de app. Beeld je even in. Je loopt in een fysieke ruimte van punt A naar B. Om naar punt B te geraken moet je echter bepaalde keuzes maken. Je moet een trap op, een deur openen, langs een hoek passeren. Het punt is dat die keuzes niet door jou gemaakt worden, maar door de vormgeving van de ruimte waarbinnen je je begeeft. En die vormgeving of architectuur wordt bepaald door de politiek van de vormgevers. Neem de viaducten over de parkways op Long Island, New York. De architect Robert Moses liet ze laag bouwen, zodat enkel auto’s er onderdoor raakten en geen bussen. En aangezien enkel witte mensen zich auto’s konden veroorloven, was dit een politieke keuze: de bedoeling was om zwarte mensen, die vaak het openbaar vervoer moesten nemen, ervan te weerhouden om buiten de stad te reizen, waar de mooiste plekjes waren.
Of het nu een fysieke ruimte of een digitale betreft, het is steeds de architectuur die bepaalt welke gedragingen mogelijk zijn en welke niet. De architectuur van Grindr is evenmin gespaard gebleven van politieke beslissingen. De app is er namelijk op gericht een welbepaalde omgangsvorm te faciliteren: hookups. Tijdens dit speculatief spel van wikken en wegen vragen de spelers zich af hoe ze zo efficiënt mogelijk seksueel bevredigd en bevestigd kunnen worden. Het is een manier om liefde te reduceren tot een perfecte competitie, tot het uitwisselen van de commodities die onze lichamen geworden zijn.
Het verlangen naar liefde en gemeenschap raakt hier echter lost in translation. In zijn artikel ‘The Epidemic of Gay Loneliness’ geeft Michael Hobbes ons een exemplarisch verhaal van een vriend:
‘He worked long hours. He would come home exhausted, smoke a little weed, pour a glass of red wine, then start scanning the hookup apps for someone to invite over. Sometimes it would be two or three guys in a row. "As soon as I closed the door on the last guy, I’d think, that didn’t hit the spot, then I’d find another one.”’
Hookups brengen weliswaar bevrediging, maar dan komt de eenzaamheid. Die de aanleiding vormt voor de volgende hookup.
De teleurstelling, de eenzaamheid die we voelen wanneer we een antwoord krijgen, that didn’t hit the spot, kan enkel geregistreerd worden als een nieuwe behoefte, then I’d find another one. De hookups brengen weliswaar bevrediging met zich mee, maar dan komt de eenzaamheid, die de aanleiding vormt voor de volgende hookup, enzovoort. Dat is bovendien precies wat Grindr voor ogen heeft. Elke tap en swipe is vormgegeven om je te doen blijven tappen en swipen. Of, beter, om je te doen willen blijven tappen en swipen. Deze aanzet tot het scheppen van behoeften die steeds opnieuw bevredigd moeten worden is de vicieuze logica van verslaving, die als een algoritme onze (on)mogelijke ontmoetingen bepaalt. Zo kan een gebruiker een andere slechts ontmoeten binnen het bereik van zijn potentiële behoeftebevrediging. Als dit de architectuur van de homogemeenschap uitmaakt, dan is er overigens maar één soort belang dat werkelijk geldingskracht heeft: het eigenbelang van de behoeftebevrediging.
In het geval van antibiotica was de immuniteit van de bacteriën een onverwacht en ongewenst gevolg. Aangezien Grindr slechts kan overleven als zijn winstmarge blijft toenemen, zien we hier dus dat precies het omgekeerde het geval is: het vergif, de eenzaamheid, is net een verwacht en gewenst gevolg van het geneesmiddel, de hookups.
De commons verdrongen
Grindr toont ons dus dat de enige mogelijke verhoudingen, binnen een kapitalistische architectuur, die van competitie en eigenbelang zijn. Maar er is ook een tweede reden waarom een homogemeenschap onmogelijk is geworden. Als Grindr ons de hegemonie van het eigenbelang toont, dan is ze ook het merkteken van een verdrongen belang: het gemeenschappelijke belang, het belang van de commons. Dat in de nasleep van de moord op David Polfliet de rol van Grindr daarin zelden geproblematiseerd werd, kan dit punt illustreren. Zo werd niet gevraagd hoe een tiener zomaar toegang kreeg tot een app voor hookups, noch hoe makkelijk deze andere gebruikers kon misleiden. We kennen allemaal de risico’s van catfishing, maar de risico’s eigen aan Grindr gaan een stuk verder. Zo maakte de Egyptische politie gebruik van Grindr om homomannen op te sporen en te arresteren. Vorig jaar werd Grindr aangeklaagd door Noorse autoriteiten voor het doorverkopen van persoonlijke data aan derden. De data in kwestie zijn dan ook een intieme zaak, aangezien ze bijvoorbeeld de HIV-status en de locatie van de gebruikers omvatten.
Nu heeft Grindr drie heteroseksuele mannen als CEO. Hun eerste zorg: de status van hun bedrijf in de aandelenbeurs.
Dergelijke gevaren zijn eigen aan de architectuur van de app. Grindr is nooit het collectieve eigendom geweest van de gemeenschap die zij meent te bedienen, maar vòòr 2016 was de CEO, Joe Simkhai, tenminste zelf een homoman. Daarna kwam de app in handen kwam van een Chinees bedrijf (Beijing Kunlun Tech), waarna het opnieuw werd overgenomen door Amerikaanse ondernemers. Nu heeft Grindr drie heteroseksuele mannen als CEO. Hun twitterfeed maakt duidelijk wat voor hen op de eerste plaats komt: niet de zorg voor de homogemeenschap maar de status van hun bedrijf in de aandelenbeurs.
We mogen er niet van uitgaan dat de zorg voor de gemeenschap eindigt bij de terechtstelling van individuele schuldigen, zoals het geval was in de discussies na de moord op David Polfliet. Evenzo komen we niet ver door louter de intenties van individuele vormgevers van de app te problematiseren. Zelfs mocht er een verlichte CEO optreden en de app overnemen, dan nog zouden we met een structureel probleem zitten: het feit dat de app slechts kan overleven door te participeren aan toxische marktmechanismen. Het is precies dit probleem, een probleem van architectuur, dat politiek ter sprake moet gebracht worden, in tegenstelling tot de huidige vorm van queer ‘politiek’. Deze legt de focus op de juridische erkenning van nieuwe seksuele identiteiten, voorgesteld door het eindeloze acroniem ‘LGBTQQIP2SAA’. Dit is uiteraard een belangrijke wettelijke stap maar het is niet genoeg. Met het toetreden tot de (wettelijke, maatschappelijke, educatieve) orde hebben we basic human decency bereikt maar geen politieke overwinning. Assimilatie en emancipatie zijn twee verschillende zaken.
Emancipatie begint bij de weigering om de speelbal te zijn van belangen die de homogemeenschap structureel verminken.
Een concreet voorbeeld van emancipatorisch werk vinden we aan het begin van de queer struggle, namelijk rond de Stonewall Riots van 1969. De inzet van de eerste opstand van holebi- en transgender personen was precies een gedeelde ruimte, de Stonewall Inn. Zoals veel gaybars in het toenmalige New York, was de Stonewall Inn het bezit van de maffia. Die zorgde voor bescherming tegen politierazzia’s, maar wel tegen een prijs: de ruimtes geraakten verloederd en hun gebruikers werden regelmatig gechanteerd. Toen de politie de bar toch binnenviel, braken er gewelddadige rellen uit. Op een bepaald moment staken de demonstranten de bar in brand, alsof ze daarmee wilden zeggen: als de bar niet de onze kan zijn, zal ze van niemand zijn. Emancipatie begint bij de weigering om de speelbal te zijn van belangen die de homogemeenschap als gemeenschap structureel verminken.
Grindr is dus het symptoom van een homogemeenschap die in het gedrang komt. Die wordt er immers vormgegeven vanuit destructieve belangen, en de politiek van deze vormgeving maakt de commons ondenkbaar. De strijd om onze ruimtes is dan wel onzichtbaar geworden, maar nog niet verdwenen. Hoog tijd om haar opnieuw uit de kast te halen.