Hoe duur is cultuur?

Door Lotte Bode, op Thu Apr 11 2019 22:00:00 GMT+0000

Hoeveel kost cultuur? Zijn de Vlaamse prijzen hoog of laag? Is een voorstelling goedkoper in de ene gemeente dan in de andere? Zijn muziekconcerten nog wel betaalbaar? Rekto:Verso ging een avondje uit en vroeg de rekening.

Meningen genoeg over de prijzen en toegankelijkheid van onze cultuurbeleving, maar hoe zit het met de cijfers? Een klein marktonderzoek.

Film

Voor wie een culturele avond wil, is cinema vaak de goedkoopste optie. Bij Kinepolis kost een kaartje meestal 11,30 euro, bij de UGC’s in Antwerpen of Brussel 10,90 euro. In hun filialen in Limburg, de Kempen of Mechelen liggen de prijzen een beetje lager. Stadsbioscopen of arthousecinema’s vragen steeds 8 of 9 euro.

In Limburg zijn enkele kleinere cinemazalen goedkoper dan gemiddeld: bij Cameo in Sint-Truiden en Walkino in Bree betaal je maar 6 euro voor een film. Volgens Alexander Kasim van Walkino heeft dat niets te maken met een minder kapitaalkrachtig publiek: ‘Ik wil dat mensen buitenkomen in plaats van dat ze thuis de films op Netflix kijken. Ik baat ook cinema’s uit in Waals-Brabant en daar hanteer ik dezelfde vaste prijs.’

Als je rekening houdt met de vertoningen van cultuurcentra of de reductietarieven op bepaalde tijden, kan cinema best voordelig zijn.

In Nederland is een bioscoopavond ongeveer even duur, zowel bij ketens als bij kleinere cinema’s. Het aandeel onafhankelijke filmhuizen is in Nederland wel aanzienlijk groter, omdat de gemeentes daar meer financiële steun bieden.

Echt goedkoop naar de film kan in Cinematek in Brussel, Cinema Zuid en Filmhuis Klappei in Antwerpen of de filmzalen van het Ritcs in Brussel en het Kask in Gent. Voor 4 of 5 euro vertonen ze films die buiten het reguliere circuit vallen. Ook de meeste cultuurcentra draaien regelmatig een film tegen 5 à 6 euro.

Wie toch voor minder geld nieuwe of populaire films wil zien, kan profiteren van een reductietarief op rustigere uren. UGC vraagt voor de middag maar 6,50 euro en bij Cartoon’s in Antwerpen of Lumière in Brugge krijg je korting tussen 17u en 18u. Als je rekening houdt met de vertoningen van cultuurcentra of de reductietarieven op bepaalde tijden, kan cinema best voordelig zijn.

Podiumkunsten

Cultuurhuizen geven kortingen aan studenten, werkzoekenden, senioren of minderjarigen. Verschillende prijscategorieën beantwoorden aan de noden van diverse doelgroepen. Door aan prijsdifferentiatie te doen, bereik je een zo groot mogelijk publiek. Theaterzalen hanteren ook verschillende prijscategorieën naargelang de zitplaats. Wie op de parterre wil zitten in een klassieke schouwburg, geeft meer uit dan wie vanop het balkon kijkt.

In opera speelt prijsdifferentiatie zeker een grote rol. De Munt in Brussel verkoopt kaartjes van 10 tot 169 euro: hoe goedkoper, hoe beperkter je zicht. Als je jonger dan 30 bent, betaal je 50 euro om op de eerste rij te zitten. Ook Opera Ballet Vlaanderen pakt uit met een scherpe jongerendeal: 10 euro als er een halfuur voor de voorstelling nog plaatsen vrij zijn. Een operavoorstelling wordt zo ongeveer even duur als een film in de bioscoop.

De drie grote stadstheaters hanteren elk heel andere standaardprijzen.

De prijzen van theatertickets lopen sterk uiteen. De drie grote stadstheaters hanteren elk heel andere standaardprijzen. NTGent rekent 26 euro, in Toneelhuis Antwerpen mag je voor 23 euro in het rode pluche en in KVS Brussel krijg je al voor 17 euro een plekje voor de bühne.

In de stadsschouwburg van Leuven, Brugge of Kortrijk kost een ticket doorgaans niet meer dan 20 euro. In vergelijking met de grote Nederlandse schouwburgen valt dat best mee: in Amsterdam of Rotterdam kunnen de prijzen oplopen tot 30 of 40 euro. The way she dies van tg Stan zie je voor 32 euro in Amsterdam, maar slechts voor 16 euro in Leuven. Ook in middelgrote steden als Groningen of ’s-Hertogenbosch kosten theatertickets gemiddeld wat meer dan in België.

De prijs van eenzelfde voorstelling kan doorheen Vlaanderen verschillen. Niet doen! van Bruno Vanden Broecke en Peter De Graef bijvoorbeeld kost 14 euro in het cultuurcentrum van Merksem en 22 euro in Ternat. Cultuurcentra bepalen hun ticketprijzen zelf en daarin speelt de uitkoopsom van een productie, maar ook de populariteit van de makers een rol. Door een hoger bedrag te vragen voor grote namen, kan het werk van debutanten aan een lagere prijs aangeboden worden. Humor doet het goed: een tour van comédienne Els De Schepper geraakt gemakkelijk uitverkocht aan 25 euro per ticket.

Commercieel theater wordt vaak als prijzig beschouwd, maar allerlei gesubsidieerde vormen van podiumkunsten kosten minstens evenveel.

In het commerciële theatercircuit liggen de prijzen hoger: de kaartjes voor een musical als 40/45 van Studio 100 gaan de deur uit voor 35 tot 70 euro. Aan de andere kant leg je ook 50 euro op tafel voor internationale theaterproducties in deSingel in Antwerpen. Voor dans geldt hetzelfde, het prijskaartje van een Russische opvoering van Het Zwanenmeer in Concertgebouw Brugge kost bijvoorbeeld minstens 42 euro.

Tickets voor opera, het genre dat de hoogste productiekosten kent maar ook de meeste subsidies krijgt, kunnen snel meer dan 100 euro bedragen. Commercieel theater wordt vaak als prijzig beschouwd, maar allerlei gesubsidieerde vormen van podiumkunsten kosten minstens evenveel.

Muziek

Opvallend genoeg lopen de prijzen van populaire Belgische artiesten ongeveer gelijk. Lost Frequencies in Vorst Nationaal, Bazart in de AB en Angèle in de Lotto Arena kosten allen tussen 31 en 39 euro. Ook het Schlagerfestival in de Ethias Arena in Hasselt behoorde tot dezelfde prijsklasse. Het prijsverschil met internationale muziekshows is niet buitengewoon groot. Voor 51 tot 90 euro zing je mee met Ariana Grande in het Sportpaleis.

Klassieke muziek hoeft niet duur te zijn.

Vier jaar geleden moest je 313 euro ophoesten om Madonna vanop de eerste rij te bewonderen. De queen of pop kreeg haar Sportpaleisshow toen al niet uitverkocht en onlangs nog schrapte rapper Drake één van zijn twee Antwerpse shows wegens te weinig interesse. Zijn woekerprijzen voor concerten straks verleden tijd?

Klassieke muziek hoeft niet duur te zijn. Tickets voor het concert van Die Rheinische van het Symfonieorkest Vlaanderen in Concertgebouw Brugge bedragen bijvoorbeeld 14 tot 37 euro. Ook de hippe clubconcerten van Antwerp Symphony Orchestra kosten nog geen 20 euro. Voor concerten van buitenlandse orkesten is dat een ander verhaal, daar kunnen de prijzen tot boven 100 euro gaan.

In Nederland kosten concerttickets vaak wat meer. Kaartjes voor bands als The Lumineers of Foals kosten in Nederland telkens vier à vijf euro meer dan in België. Om Nederlandse symfonische orkesten live bezig te zien, betaal je minstens 30 euro: opnieuw meer dan bij Vlaamse orkesten. Niet alleen theater, maar ook muziek is vaak duurder in Nederland.

Novastar speelt voor 32 tot 40 euro in het Casino van Knokke-Heist, maar slechts voor 25 euro in Het Depot in Leuven.

Naast de grote muziekhallen telt Vlaanderen tientallen kleinere concertzalen. Een optreden van de metalgroepen Pro Pain, Powerstroke en Peanut kost 20 euro in De Casino in Sint-Niklaas en de jazzmuziek van BeraadGeslagen beluister je voor 15 euro in Muziekodroom in Hasselt.

Zoals bij theater kan de tour van één artiest afwijken per muziekcentrum. Novastar speelt zo voor 32 tot 40 euro in het Casino van Knokke-Heist, maar slechts voor 25 euro in Het Depot in Leuven. Hoewel de vervoersonkosten vaak niet opwegen tegen het verschil in ticketprijs, kan het economisch interessant zijn om verder te kijken dan je eigen lokale cultuurcentrum.

Beeldende kunst & literatuur

Cultuur opsnuiven kan ook overdag. Vlaanderen telt tientallen musea voor beeldende kunsten en daar varieert de toegangsprijs voor individuele bezoekers meestal tussen 5 en 15 euro. Bozar in Brussel vraagt 16 euro voor zijn tentoonstelling rond Bernard van Orley en is daarmee aan de duurdere kant. In vergelijking met Nederlandse musea liggen de Vlaamse tarieven vrij laag. Het Kröller-Müllermuseum in Otterlo, het Rijksmuseum in Amsterdam of Museum Boijmans Van Beuningenin Rotterdam bezoek je voor 17 tot 20 euro.

Musea bieden opvallend veel acties en kortingen aan. Op elke dag van de maand zal je wel een tentoonstelling vinden waar je tegen een reductietarief binnenloopt. In het MuHKA in Antwerpen betaalt op donderdagavond iedereen 1 euro. ‘s Woensdags kunnen jongeren en werkzoekenden voor 2 euro expo’s in Bozar bezichtigen.

In vergelijking met Nederlandse musea liggen de Vlaamse tarieven vrij laag.

Nieuw sinds vorig jaar is de museumpas. In ruil voor 50 euro kan je een heel jaar binnen in de Belgische musea, 10 euro voor mensen met een kansenstatuut. Voor sommige tentoonstellingen moet je een meerprijs betalen. Het systeem is overgenomen van Nederland, daar kost de kaart 65 euro.

Verschilt de prijs van boeken ook over winkels heen? Vlaamse boekhandelaars zijn verplicht om nieuwe boeken tegen een vaste prijs te verkopen. De uitgever of importeur van een Nederlandstalig boek bepaalt de gereglementeerde boekenprijs en pas na zes maanden mogen boekverkopers daarvan afwijken. Wel mogen handelaars een korting van maximaal 10% geven, iets wat onafhankelijke boekenwinkels zich vaak niet kunnen permitteren.

In de praktijk blijft de boekenprijs ook na een halfjaar vaak nog gelijk. Eén jaar na publicatie kost Mensen als ik van Christophe Vekeman bijvoorbeeld nog steeds 18,50 euro bij de meeste kleine en grote boekhandelaars.

De slotsom

Laten we de rekening opmaken. In vergelijking met Nederland zijn de prijzen van theatervoorstellingen, muziekconcerten en tentoonstellingen in Vlaanderen niet zo duur. Kleine bioscopen vragen beduidend minder dan grote cinemaketens. Daarnaast verschillen de prijzen van theatertickets sterk doorheen Vlaanderen.

Cultuurcentra programmeren theater, maar ook film en muziek aan een zachte(re) prijs.

Een concertavond hoeft bovendien niet per se duurder te zijn dan een theatervoorstelling. En misschien wel de interessantste conclusie: cultuurcentra programmeren theater, maar ook film en muziek aan een zachte(re) prijs.

Met een budget van 30 euro kan je uit eten gaan, maar voor hetzelfde geld nuttig je een theatervoorstelling inclusief drankje achteraf. Voor 60 euro kan je kiezen voor de beste plaatsen op een thuiswedstrijd van Club Brugge ofwel voor die van Het Zwanenmeer in het Concertgebouw verderop.

Of cultuur duur is, hangt vooral af van de portemonnee waar de centen uit moeten komen, maar in een bioscoop, theaterzaal of museum word je niet per se armer dan in een voetbaltribune of een dierentuin.

Alles op een rijtje