Het geheugenpaleis. Over Mike Kelleys ‘Educational Complex’
Door Maarten Van Den Driessche , op Tue Nov 25 2025 08:57:00 GMT+0000Mike Kelleys beroemde maquette Educational Complex kan je zien als een geheugenpaleis. Voor de constructie van zijn schoolcomplex in miniatuurvorm put de kunstenaar uit eigen herinneringen, die tegelijk appelleren aan het collectieve geheugen. In tijden van anonieme datacenters, prompts en AI-gestuurde algoritmes oogt Kelleys werk opvallend anachronistisch, schrijft architectuurwetenschapper Maarten Van Den Driessche. Toch blijven schoolgebouwen als lieux de mémoire tot de verbeelding spreken. ‘Ondanks het volatiele onderwijsbeleid vindt het schoolgebeuren nog steeds “ergens” plaats.’
Educational Complex (1995) is een maquette van 122 x 975.5 x 91,5 cm, van de neoavant-gardistische kunstenaar Mike Kelley, die in 2012 overleed. Het schaalmodel brengt in een regelmatig orthogonaal raster verschillende miniatuurgebouwen bij elkaar. Het werk, dat op een schraagtafel staat, is samengesteld uit onderdelen van Kelleys ouderlijk huis en alle instellingen waar de kunstenaar ooit school heeft gelopen: een kleuterschool, een lagere school onder de kerktoren, een junior high school, een voorbereidende kunstschool, en ook verschillende gebouwen van het legendarische CalArts (California Institute of the Arts), waar Kelley zijn opleiding als kunstenaar voltooide en lange tijd lesgaf. In dit architecturale project en het oeuvre dat in de marge ervan is ontstaan, verwerkt en analyseert de kunstenaar herinneringen aan zijn eigen schooltijd. Tegelijk speelt hij met culturele gemeenplaatsen of verwachtingen omtrent het schoolgebeuren.
De titel van het werk verwijst naar de dubbele betekenis van de notie ‘complex’. Enerzijds doelt de term op een verzameling gebouwen die institutioneel en functioneel verwant zijn en door een stedenbouwkundig plan worden samengehouden, hoewel ze historisch en stilistisch − qua maat, schaal en vorm − zeer verschillend kunnen zijn. Anderzijds verwijst ‘complex’ ook psychoanalytisch naar het geheel van onbewuste gedachten, herinneringen en stoornissen die menselijk gedrag sturen.
Critici zoals Anthony Vidler, John Miller en ook Kelley zelf hebben veelvuldig verwezen naar denkbeelden die als inspiratie dienden voor het werk: het romantische bildungsideaal, overgangsrituelen, de klassieke mnemotechniek en inzichten uit de gestalttheorie. In dit essay belicht ik vooral de relatie tussen pedagogische opvattingen, architectuur en herinnering. Educational Complex verbindt immers op een impliciete manier verschillende historische onderwijsparadigma’s en zet hiermee ook pedagogische verschuivingen onder spanning.
Een gemodelleerde coming of age
Samen vormen de verschillende onderwijsinstellingen die in de maquette van Educational Complex verzameld worden een architecturale coming of age. De plekken appelleren aan de collectieve verbeelding: het ouderlijk huis, de katholieke lagere school onder de kerktoren, het college met gymzaal en internaat. De chronologie van het schoolgebeuren volgt een bildungsverhaal: fysieke plekken verbinden zich met momenten in een levensloop die iedereen herkent. Er is de zorgeloze kleutertijd in een Kindergarten, de broeierige overgangsperiode van de adolescentie, die we kennen uit talloze romans en highschoolfilms, maar ook de latere levensfase waarop men als volwassene een zekere maturiteit bereikt en zich losmaakt uit het schoolse systeem − of er juist deel van wordt. Op school krijgen die overgangsmomenten tussen kindertijd en volwassenheid een materieel en institutioneel kader.
De plekken in Educational Complex appelleren aan de collectieve verbeelding: het ouderlijk huis, de katholieke lagere school onder de kerktoren, het college met gymzaal en internaat.
Kelley biedt in teksten en lucide bijschriften vaak een eerste interpretatie van zijn oeuvre. Hij is ad rem, mild ironisch en soms mystificerend, maar steeds erudiet en eloquent. In zijn commentaren en verhalen vermengt hij hoge en lage cultuur, artistieke en volkse referenties. Hij toont zich als een connaisseur van de architectuurgeschiedenis en citeert zowel Sigmund Freud, Gaston Bachelard als Rudolf Steiner. Maar de kunstenaar vermeldt evenzeer erg alledaagse onderdelen van het schoolgebeuren zoals het uniform, vlaggen of de rol van de conciërge. Ook superhelden, punkmuziek, strips en andere uitingen van jongerencultuur hebben zijn artistieke praktijk mee gevormd. Via dit maquettelandschap – de instellingen die er via de architectuur worden vertegenwoordigd, maar ook het werk dat in de marge van Educational Complex is ontstaan – dissecteert en monteert de kunstenaar zijn artistieke autobiografie.
Banale gebouwen
Op het eerste gezicht lijken vooral de begeleidende teksten en het andere werk rondom de maquette de interpretatie van Educational Complex te sturen. Er valt immers niet veel te vertellen over de verzameling gebouwen an sich. Het model toont het ouderlijke huis als een anonieme witte bungalow met garage. Bij de katholieke St. Mary’s School overschaduwt een industriële schouw de bescheiden klokkentoren van het kerkgebouw. De legendarische kunstinstelling CalArts in Californië toont zich dan weer als een brutalistisch conglomeraat. Het strenge ritme van anonieme, geprefabriceerde betonnen panelen wordt er afgewisseld met koepels en schaaldaken die zich in het maquettelandschap aftekenen. De maquette van Educational Complex is wit en abstract, en daardoor op een bepaalde manier ‘weinigzeggend’.
Desalniettemin presenteren de miniatuurgebouwen zich als een serie lieux de mémoire – plekken van herinnering. De historicus Pierre Nora ijkte de term om de geschiedenis van Frankrijk te beschrijven. Volgens Nora worden in moderne samenlevingen het levende geheugen en mondelinge tradities steeds meer vervangen door geconstrueerde herinneringen: via monumenten, musea en ceremoniële herdenkingen. Representatieve publieke gebouwen, vlaggen of nationale monumenten zouden een gevoel van identiteit en continuïteit scheppen. Ook in schoolgebouwen (en hun attributen, zoals een portret van het koningspaar) kristalliseert zich collectieve identiteit.
De gebouwen zijn eerder banaal, of beter: generisch-modernistisch en daardoor heel herkenbaar.
Hoewel de omvang van sommige gebouwen in Educational Complex monumentaal is, is de architectuur zelden spectaculair. De gebouwen zelf zijn eerder banaal, of beter: generisch-modernistisch en daardoor heel herkenbaar. De verschillende componenten van de maquette representeren de relatief generieke – destijds sprak men over ‘universele’ – naoorlogse infrastructuur van de welvaartstaat. Die toont zich in universiteitscampussen aan de Westkust van de Verenigde Staten, maar evengoed in België, Zuid-Afrika of Australië.
Compositietechniek als trigger
Als we nauwkeuriger naar het schaalmodel kijken, vallen al snel talloze ongerijmdheden op. Vanwaar de ontoegankelijke, massieve gesloten blokken? Waarom zijn bepaalde delen meer uitgewerkt dan andere? Waarom zweeft de dakplaat op schijnbaar willekeurige plaatsen boven het model, zodat we er nu eens wel en dan weer niet kunnen binnenkijken? Waarom zijn bepaalde lokalen en raampartijen niet uitgelijnd en krijgen we inkijk in twee klassen, terwijl andere ruimtes worden afgedekt?
In de bijgevoegde tekst stelt Kelley dat hij bij het maken van de maquette de Push & Pull-techniek heeft gebruikt. Het is een grafische techniek die werd beschreven door de neo-expressionistische kunstschilder Hans Hofmann, wiens onderwijs- en kleurexperimenten door de gestaltpsychologie werden beïnvloed. Door de vorm, de contouren en inkleuring van beeldvlakken te manipuleren, treden bepaalde delen van een schilderij op de voorgrond (pull), terwijl andere delen terugwijken (push). Neuro-esthetisch onderzoek leert immers dat het brein herkenbare maar onvolledige figuren verder aanvult en dat we onbewust hoofd- van bijzaken onderscheiden. Het waarnemingsvermogen herkent visuele patronen in de werkelijkheid. De schilder kan deze vooronderstellingen ook strategisch manipuleren om illusies op te wekken, de geest te misleiden en de lezing van een beeld te sturen. Kelley paste deze grafische technieken toe op zijn architectuurmodel. Door hun verruimtelijking krijgen ze echter een andere, meer narratieve betekenisdimensie.
De lege blokken verleiden het publiek tot psychologiseren: Wat heeft de kunstenaar verdrongen? Waarom laat hij precies deze interieurruimtes zien en andere niet?
In On Longing (1993) wijdt de Amerikaanse dichter en literatuurcriticus Susan Stewart een hoofdstuk aan de miniatuur: aan abstrahering door verkleining. Haar boek gaat over de rol van het vertellen, de taal, het freudiaanse verlangen, over speelgoed en knuffelberen, souvenirs en verzamelingen – tal van thema’s die in Kelleys werk centraal staan. Concreet verwijst Stewart ook naar het verband tussen de miniatuur en de psychologie van het poppenhuis. Door de verkleining ontstaat afstand, waardoor het spelende kind een toeschouwer van het tafereel wordt. Het miniatuurhuis wordt een scène en een decor, waar het spelende kind als regisseur het gebeuren in het poppenhuis animeert.
In Educational Complex heeft de toegepaste Push & Pull-techniek een gelijkaardig effect. Door Kelleys expliciete verwijzing naar het Repressed Memory Syndrome – het principe waarbij trauma’s uit de kindertijd worden verdrongen en uit het geheugen worden geweerd – eisen de open delen en lege blokken de aandacht van de toeschouwer op. Ze verleiden het publiek, haast als Rorschachvlekken, tot psychologiseren: Wat heeft de kunstenaar verdrongen? Waarom laat hij precies deze interieurruimtes zien en andere niet? Als een sporenzoeker wordt de toeschouwer uitgedaagd stil te staan bij het raadselachtige karakter van de maquette; die kan haast niet anders dan eigen verhalen en fantasieën op het artefact projecteren.
Mnemonische architectuur
Verschillende ruwe schetsen die op basis van herinneringen zijn gemaakt, vormen de fundering van Kelleys maquette. Zo is er de reeks Architecture Site Drawings from Memory (1994), die aan de bouw van de maquette voorafging, en de ongedateerde reeks van 46 tekeningen Schematic Architecture. De serie Repressed Spatial Relationships Rendered as Fluid (2002) is even onaf, maar werd na de bouw van het model vervaardigd en mogelijks door de maquette beïnvloed. Het menselijke geheugen is notoir onbetrouwbaar; ook dat is een thema in dit werk.
De titels van deze schetsen zinspelen op de meest enigmatische referentie van Educational Complex: de ars memoria en de mnemonische architectuur. Geheugentechnieken zijn essentieel voor orale verteltradities en vormen een vast onderdeel van het retorica-onderwijs en de scholastiek. In haar boek The Art of Memory (1966) onderzoekt de Britse historica Frances Yates hoe klassieke en renaissance-denkers het geheugen niet alleen als een kunst beschouwden, maar ook expliciet met architectuur verbonden. In plaats van het menselijke brein als een gesloten black box te zien, beschrijft Yates hoe de redenaar het geheugen actief kan trainen door het vorm te geven als een gebouw. Zo beschrijft de Romeinse retoricus en pedagoog Marcus Fabius Quintillianus in zijn Institutio Oratoria hoe een redenaar die een lang en complex verhaal moet onthouden, een imaginair geheugenpaleis kan fabriceren, dat deels op de werkelijkheid is gebaseerd en deels in de verbeelding bestaat. De architecturale constructie moet een zekere orde en regelmaat bezitten, terwijl de verschillende ruimtes toch voldoende variatie vertonen. Als je je iets probeert te herinneren, volstaat het om het geheugenpaleis in gedachten te doorlopen om de opgeslagen herinneringen opnieuw op te roepen.
Educational Complex is een gelaagd artistiek project dat laat zien hoezeer de materiële setting en de architecturale vorm, de affectieve en sensoriële ervaring van concrete plekken en de herinnering aan het schoolgebeuren op elkaar betrokken zijn.
Het mnemonisch vermogen heeft vandaag onmiskenbaar aan belang ingeboet. Anonieme datacenters, prompts en AI-gestuurde algoritmes hebben de rol van het menselijke geheugen overgenomen. Met programmeertaal, rekenkracht en de juiste instructies kunnen we in een mum van tijd informatie ophalen uit talloze bibliotheken en online encyclopedieën. Retorische technieken, mnemotechnische trucs of fysieke architectuur lijken in deze tijden dan ook overbodig geworden. Kelleys werk oogt vanuit dat perspectief anachronistisch. En toch, als herinneringsplekken blijven schoolgebouwen tot de verbeelding spreken. Ondanks de impact van digitalisering of het volatiele onderwijsbeleid vindt het schoolgebeuren nog steeds ‘ergens’ plaats; doorgaans in gebouwen die sterk lijken op die in Kelleys model.
Educational Complex is een gelaagd artistiek project dat laat zien hoezeer de materiële setting en de architecturale vorm, de affectieve en sensoriële ervaring van concrete plekken en de herinnering aan het schoolgebeuren op elkaar betrokken zijn. Dit toont aan hoezeer de fysieke schoolomgeving ook een kwestie is van architectonische vormgeving en esthetiek. De maquette van Educational Complex kan retroactief als een geheugenpaleis worden beschouwd. De gebouwen corresponderen met etappes in het leven. Als materiële setting vormen ze de achtergrond van talloze vluchtige handelingen en gebeurtenissen. De maquette is, zoals Quintillianus voorschreef, een goed geordende en tastbare architectuur die regelmatige patronen vertoont en toch ook veel variatie biedt. Het is een architectuur die zowel generisch als particulier is – en net daarom later nog kan worden herinnerd.
De maquette toont ook dat men het schoolgebouw niet louter als een (technocratische of didactische) leeromgeving hoeft te beschouwen, maar ook als een leefomgeving, een eigenaardige en veelvormige habitat. Dé school is geen eenduidige realiteit, geen monolithisch gegeven, maar het geheel aan omstandigheden waarin levens en dus ook herinneringen worden gevormd.