HART reageert op “BelgianArtPrize 2020: de kunstenaars spreken”

Door Redactie HART Magazine, op Fri May 29 2020 05:53:00 GMT+0000

Op 24 mei 2020 zou in BOZAR de prestigieuze BelgianArtPrize uitgereikt worden bij de afloop van een expositie van de vijf genomineerde kunstenaars. In december 2019 werd de prijs plots geannuleerd. Wouter Hillaert interviewde de finalisten van de geannuleerde prijs voor rekto:verso en had het ook over betrokkenheid van het kunstmagazine HART. De redactie van HART reageerde om de gang van zaken verder te nuanceren.

Wat er zich het afgelopen jaar afspeelde achter de schermen van de BelgianArtPrize, en hoe we daar als kunstblad willens nillens in betrokken werden, vraagt om een genuanceerd verhaal. In het artikel BelgianArtPrize 2020: de kunstenaars spreken worden een aantal beschuldigingen aan het adres van HART geuit. Enkele minuten voor de publicatie van dit artikel, kregen wij een e-mail van de auteur, Wouter Hillaert: “Zo meteen verschijnt op rekto:verso een lang interview met vier van de vijf genomineerden van BAP 2020. Daarin staat ook één paragraaf over hun samenwerking met HART, zal je zien. Mochten jullie willen reageren op hun versie (wat ik gezien de interview-vorm raar vond om al meteen in het stuk zelf in te werken), dan kan dat altijd onderaan het artikel bij de reacties. Just so you know.” Omdat rekto:verso het niet de moeite vond om deze versie van de feiten te toetsen bij HART zelf alvorens het artikel te publiceren, wil de redactie van HART hieronder een aantal zaken in een ander perspectief plaatsen. Onze versie van de feiten kunnen we trouwens staven met de communicatie die in de periode oktober 2019 – januari 2020 gevoerd werd tussen de HART-redactie en alle betrokkenen.

Ongelukkige communicatie

Het mediapartnership tussen HART en de BelgianArtPrize (BAP) vertaalt zich in een – zoals dat gebruikelijk is – vermelding van ons logo in de communicatie van de BAP en het publiceren van een online banner van de BAP ter aankondiging van de expo in BOZAR op onze website. Van bij aanvang wordt – zoals dat eveneens gebruikelijk is – duidelijk afgesproken dat de redactie van HART op onafhankelijke wijze bericht over de BAP. De HART-redactie beslist om vijf maanden lang telkens zes à zeven pagina’s te wijden aan een van de genomineerden. Deze teksten worden geschreven door auteurs die de redactie vrij kiest en die op min of meer regelmatige basis bijdragen leveren aan het blad. HART engageert zich voor alle duidelijkheid niet om catalogus- of zaalteksten te schrijven, dat strookt immers niet met onze redactionele opdracht. Wel worden de door HART gepubliceerde teksten vrijblijvend ter beschikking gesteld aan de BAP. Deze afspraak wordt onduidelijk gecommuniceerd aan de kunstenaars, waardoor er verwarring ontstaat over de status van de teksten in HART. Dat is een spijtige zaak, want veel van wat volgt had anders kunnen lopen.

Over schrijvers en kunstenaars

Phillip Van den Bossche wordt aangezocht om een tekst te schrijven over Sammy Baloji, Colette Dubois over Jacqueline Mesmaeker. So far, so good. Tegelijkertijd wordt er gezocht naar een gepaste auteur voor de drie andere genomineerden. En hier loopt het mis. Kobe Matthys van Agentschap weigert in gesprek te gaan met onze schrijver omdat HART een advertentieovereenkomst heeft lopen met ING. Consequent, gezien de stelling die hij inneemt tegen ING als sponsor van de BAP. We bieden hem zeven pagina’s aan om zijn punt te maken, om aan te kaarten welk probleem zich hier juist stelt en waarom het problematisch is dat een instelling als ING zich opwerpt als mecenas van de kunsten. Tevergeefs. De weigering van Kobe Matthys brengt onze timing in gevaar. We zijn een maandblad en we hebben deadlines te respecteren. Maar we zijn flexibel en schuiven met de inhoud.

De redactie besluit om de opdracht over Saddie Choua te geven aan Pieter Vermeulen, die – in tegenstelling tot wat er in het hier gepubliceerde artikel gesuggereerd wordt – wel degelijk vertrouwd is met haar werk. We krijgen echter geen enkele respons op onze e-mails, sms’en en Facebookberichten, waardoor onze timing verder in het gedrang komt. We besluiten het artikel over Saddie uit te stellen en het te laten samenvallen met haar komende expo in Kunsthal Gent.

Ook voor Joëlle Tuerlinckx liggen de zaken moeilijk. Geen van de drie door ons aangezochte schrijvers blijkt bereid om een tekst te schrijven. We brengen de kunstenaar hiervan op de hoogte en vragen haar om zelf een schrijver voor te stellen. Op geen van onze mails of telefoons krijgen we ooit antwoord. Wel zal ze in het op haar vraag door Catherine Mayeur geschreven recht tot antwoord, op 2 januari in HART gepubliceerd, de vraag stellen waarom HART deze drie schrijvers nooit verzocht om een artikel te schrijven. De redactie geeft de opdracht uiteindelijk aan Hans Theys, die het werk van Tuerlinckx sinds de beginjaren volgt. Nog voor het desbetreffende artikel gepubliceerd wordt – nog voor het gelezen wordt om precies te zijn – wordt het door Joëlle Tuerlinckx afgebrand en weggezet als onjuist en problematisch. De halve kunstwereld wordt vervolgens aangeschreven over hoe schandelijk HART zich gedragen heeft. De BAP wordt bedreigd met terugtrekking van Tuerlinckx als genomineerde mocht HART het artikel publiceren. HART publiceerde, en Tuerlinckx trok haar nominatie niet in. Wie zelf wil oordelen over het artikel in kwestie, waarvan wij tot op heden nog steeds niet begrijpen waarom die door “alle finalisten wordt aangevoerd als een regelrechte aanval op het oeuvre” verwijzen wij graag door naar BelgianArtPrize: de genomineerden. Joëlle Tuerlinckx. Over de rekbaarheid van alle dingen, Hans Theys in HART 198.

Saddie Choua voelt zich ondertussen onheus behandeld want ze is niet blij met de keuze van de redactie om Pieter Vermeulen een tekst te laten schrijven over haar werk. Ze beschouwt de tekst als een catalogustekst – wat dus niet het geval is, dat laten we haar weten – en wil liever dat Petra Van Brabandt die schrijft. In tegenstelling tot Pieter Vermeulen is Van Brabandt geen vaste medewerker van HART. Maar we willen de reeds onnodig verhitte gemoederen niet verder oppoken. In de allereerste plaats is het ons te doen om een kwalitatieve tekst die inzicht geeft in het oeuvre en dus doen we water bij de wijn, ten tweeden male, want de tekst moet door al het heen-en-weer gepalaver uitgesteld worden naar een latere datum.

Die latere datum komt er uiteindelijk niet. De BAP besluit om de stekker eruit te trekken. Onze redactie overlegt. Wat nu? De hele goedbedoelde opzet, namelijk een inzichtelijke serie goed geïllustreerde redactionele teksten over de genomineerden van de BAP, is achter de schermen uitgedraaid op een kleine nachtmerrie. De HART-redactie beslist om de reeks af te voeren. Dat de laatste finalist in de reeks (Kobe Matthys) vraagt om zijn sluitstuk niet meer te publiceren, zoals in het artikel van rekto:verso wordt beweerd, klopt met andere woorden niet. Het stuk over Kobe Matthys werd, zoals reeds aangehaald, eerder afgevoerd omdat de kunstenaar weigerde onze schrijver te woord te staan. We besluiten om het elegant te houden. We sluiten de hele saga af met een beschouwend stuk van Pieter Vermeulen over kunstprijzen. Want er is natuurlijk meer aan de hand. Het rommelt niet alleen bij de BAP. Ook bij de Preis der Nationalgalerie en de Turner Prize loopt het de laatste jaren niet op rolletjes. Alleen slaagde men er hier wel in om tot een beschaafd overleg te komen. Op 27 december krijgt Pieter Vermeulen een persbericht toegestuurd van de kunstenaars met de vraag om dit integraal te publiceren op de website van HART. Dit laatste doen we nooit, dus ook nu niet. Wel worden de betrokken kunstenaars op 4 januari aangeschreven met de vraag om een interview, zodat hun standpunt kan verwerkt worden in de tekst die Pieter Vermeulen voorbereidt. Op geen van die mails ontvangt hij een antwoord.

De betrokken kunstenaars hebben zeer waardevolle ideeën over de BAP en die verdienen de nodige aandacht. HART is vragende partij om het debat te blijven voeren, in alle openheid, maar wel met alle partijen.

Kathleen Weyts
Directeur HART

Wie meer te weten wil komen over het werk van Saddie Choua verwijzen we graag naar: De Nieuwe Lichting: Saddie Choua, Alan Quireyns, het artikel dat over haar gepubliceerd werd in HART 191.