Gent (Bloemekenspark)

Door Nele Buyst, op Wed Mar 02 2022 23:00:00 GMT+0000

'Herashekkens bakenen het gebied af, maar dat laten niet alle soorten aan hun hart komen. De verstoorde ondergrond creëert haar eigen ecosysteem.' Nele Buyst bezingt de 'pioniers in restruimte' in het Bloemekenspark van Gent.

Plaats: Bloemekenspark, Nieuwevaart 210, 9000 Gent

De terreinen zijn hun oude functie verloren. Herashekkens bakenen het gebied af, maar dat laten niet alle soorten aan hun hart komen. De verstoorde ondergrond creëert haar eigen ecosysteem. Pioniersvegetatie grijpt haar kans en ziet het als haar taak om de bodem te bedekken, los te maken, voor te bereiden op de komst van andere, minder flexibele soorten. Generatieve en creatieve krachten, werkzaam in de ooghoeken van het georganiseerde leven, in weerwil van de omstandigheden: wat kunnen we van hen leren?

Kritiek raakt de vlinderstruik niet, zijn invasieve gedrag heeft hem alleen nog maar gediend.

Je ziet hem vaak op oude muren van fabriekspanden. De vlinderstruik of Buddleja davidii stelt weinig eisen aan de bodem, hij past zich gemakkelijk aan. De paarse bloemen trekken in de zomer vlinders en insecten aan. In onze contreien gedraagt hij zich als een invasieve soort, duwt de inheemse soorten weg. Het vele zaad verspreidt zich vlot via de wind en zorgt ervoor dat de vlinderstruik snel terrein wint. Kritiek raakt hem niet, zijn invasieve gedrag heeft hem alleen nog maar gediend: inheemse soorten spreken veel minder vlinders en insecten aan.

Stompjes op de omgevallen populierenstammen zijn alles wat nog rest. Al enkele jaren na elkaar groeit hier de oesterzwam of de Pleurotus ostreatus, hij voedt zich met het dode materiaal van de boom. In de Delhaize aan de overkant van de straat kan je hem kopen, maar hij wordt hier van de boom geplukt, waarschijnlijk door slimme mycofiele nieuwkomers, waarschijnlijk van Slavische afkomst. Het plukken van paddenstoelen zit in de Slavische cultuur verweven. Germanen en Kelten verbonden zwammen al in hun tijd aan duistere krachten. Dat hij geplukt wordt, verandert niks aan zijn levensvatbaarheid. Het mycelium heeft zich slim een weg gebaand door de dode boom. Als het weer het wil, verraden vruchtlichamen vlak voor de eerste vorst zijn bestaan, maar het mycelium zit overal in het dode hout en werkt het hele jaar door.

De kaardebol of Dipsacus komt typisch voor op ruderale terreinen, het verstoorde gebied. Zaadjes in de bol verspreiden zich gemakkelijk, worden opgegeten door distelvinken die vrolijk van kaardebol naar kaardebol foerageren. De bladeren in rozet, dicht bij de bodem om zich warm te houden, vangen water op en leiden het naar de penwortel, zodat de kaardebol krijgt wat die nodig heeft om te groeien. De tweejarige bloeier wordt een rijzige plant van wel 70 cm hoog, met een bloeiwijze die tegelijk naar boven en beneden trekt en het terrein siert.

In poelen en vijvers bij vervuild gebied ziet de lisdodde (Typha latifolia) het als haar werk om de vervuiling uit de grond te halen, in zich op te nemen. De plant is eetbaar en lekker, zowel sigaar als bladeren en wortel, maar op vele plaatsen is het niet slim om haar te eten. Ze verspreidt zich gemakkelijk via het pluiszaad waar de sigaar vol van zit, al is haar aanwezigheid in stedelijk gebied als dit atypisch.

De vogelwikke (Vicia cracca) voelt zich prima op overgangsgebieden, in de randen van velden en bossen, maar ook langs wegen, op bouwland, zoals hier. Herashekkens vormen een ideale partner voor planten die een structuur nodig hebben om te kunnen groeien. De violetachtige trosjes kunnen wel dertig bloemen dragen en verfraaien de ijzeren afrastering.

Vogelmuur (Stellaria media) groeit waar ze plaats vindt op lage muurtjes en bedekt met haar sierlijke stengels de bodem, vormt een dichte mat, vangt water en wind op en zorgt er zo voor dat de grond vochtig blijft. Haar kleine, sterachtige witte bloemen zijn niet interessant voor insecten. Waarschijnlijk is de plant zelfbestuivend. Vogels lusten haar des te meer. Ze eten de hele plant, van blad tot wortel, zaden inclusief: de waardevolle voedingsstoffen geven hun weerstand een duwtje in de rug.

Het kan toch, het is hier wel goed zijn.

Toegewijd, bezield, hoe jij deze vergeten plek inricht, er een esthetische ruimte van maakt ondanks het gebrek aan isolatie, haperende verwarming, slecht onderhouden sanitair, ondanks moedwillige nonchalance van huiseigenaars en desinteresse van voorbijgangers. Hier wil niemand wonen, maar jij legt er je ziel in uren, dagen, weken werk, in het vormgeven van een wereld die werkelijk te lelijk is om uit te houden, zodat, wanneer er opnieuw iemand langskomt, die de ogen opent en begrijpt: het kan toch, het is hier wel goed zijn. Wat kunnen wij van je leren.