Geachte Wim Crouwel (R.I.P.)

Door Anna Tilroe, op Thu Sep 26 2019 22:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. Deze week richt Anna Tilroe haar brief aan de onlangs gestorven grafisch ontwerper Wim Crouwel, de modernistische idealist die ooit een telefoonboek vormgaf waar de wereld nog niet klaar voor was. 'Wat is er uiteindelijk terechtgekomen van die ideale nieuwe wereld die het modernisme voorstond?'

De wereld van het Nederlandse design en grafisch ontwerp is met uw overlijden in rouw gedompeld. Alom wordt u geprezen als een ‘eigenzinnig en legendarisch ontwerper die als geen ander bijdroeg aan de vernieuwing, emancipatie en erkenning van het ontwerpvak.’

U was, zo voeg ik daar graag aan toe, bovendien een markante en aimabele persoonlijkheid die met een vanzelfsprekend, natuurlijk leiderschap de richting wees die we het beste konden gaan. Die richting stond voor u al vrij kort na de Tweede Wereldoorlog vast: we moesten de kant op van de vooruitgang, dat wil zeggen van groei, emancipatie en totale vernieuwing. En dat kon in uw ogen niet anders betekenen dan de kant op van het modernisme.

Rationeel, functioneel, sober en helder, zo moest de vooruitgang er volgens jou uit zien.

Rationeel, functioneel, sober en helder, zo moest de vooruitgang eruit zien. Weg dus met de onbetrouwbaarheid, irrationaliteit en anekdotiek van gevoelens en tradities, zoals die tot uitdrukking komen in grillige of onpraktische vormen, in zware mengkleuren, ornamentiek en symboliek. U stelde daar vol overtuiging het grid van het ruitjespapier tegenover en de primaire kleuren in verschillende tinten en variaties. Dat rationele en neutrale kader moest het mogelijk maken de wereld van de letters en de woorden zó te ontwerpen dat ze een nieuwe esthetische beeldtaal vormden. Een beeldtaal die in haar esthetiek en universele aspiraties perfect aansloot bij de ontwikkelingen in de naoorlogse abstracte kunst.

In ‘Wim Crouwel, modernist’, de documentaire die recent over u is gemaakt, laat een anekdote prachtig zien waarom ze u Mr Gridnik zijn gaan noemen. Ik moet bekennen dat ik zelden of nooit had nagedacht over de vormgeving van een boterham met kaas, maar dat is veranderd nu ik weet dat u tijdens de lunch bij Total Design, het fameuze bureau dat u in 1963 met enkele andere ontwerpers heeft opgericht, brood en kaas samen altijd tot een keurig, vierkant blokje sneed. Dan smaakte het eten u beter.

Dat klinkt misschien als een detail, maar details bestaan niet in het modernisme. Details staan voor hiërarchisch denken, terwijl voor de modernist alles van gelijke importantie is. Die gelijkheid is een democratisch beginsel, en vormgeving heeft tot taak dit beginsel tot in de haarvaten van het rommelige en gedachteloze dagelijks leven in te voeren. Als een ontwerp helder, ordelijk en overzichtelijk is, voldoet het aan zijn taak een autonome drager van de inhoud te zijn. Alles op zijn eigen niveau, dat is gelijkheid. Dat is gericht zijn op de toekomst. Zo dacht de modernist in u, en dat bent u alle jaren van uw lange leven blijven uitdragen. Ook tegen de verdrukking in.

Ik heb grote bewondering voor de standvastigheid waarmee u uw overtuiging bleef uitdragen. Want het moet hard aankomen als je, met dit idealisme voor ogen en nog maar een paar decennia na de oorlog, wordt uitgemaakt voor fascist. Het gebeurde in de jaren zeventig tijdens een debatavond in het Amsterdamse Paradiso, kort nadat het door u vormgegeven telefoonboek algemeen was geïntroduceerd. In het hele land regende het klachten over het strenge, schreefloze lettertype en het ontbreken van hoofdletters.

Wat u als ontwerper ook aanpakte, voegde altijd een stuk toe aan een beeldtaal die uitblonk in helderheid van kleur, precisie van vorm en een ingehouden, maar onmiskenbaar eigen présence.

Wat een praktisch boek voor iedereen moest zijn, werd ervaren als een onleesbaar en onoverzichtelijk stuk drukwerk. In een latere toelichting verklaarde u dat het weglaten van hoofdletters veel ruimtebesparing opleverde. Goed dus voor minder papiergebruik en een minder dik, dus beter hanteerbaar boek. Maar de kenners zagen natuurlijk direct dat onder al die getallen, letters en woorden onzichtbaar maar tot in alle hoeken uitgestrekt, het grid lag.

Ik zou heel wat meer wapenfeiten van u kunnen noemen, zoals de Gridnik-letter, ontworpen voor de elektrische schrijfmachines van Olivetti, de cijferpostzegels, de affiches (vooral die voor het Amsterdamse Stedelijk Museum zijn beroemd), de catalogi, folders, logo’s, productverpakkingen en tentoonstellingsinrichtingen. Maar een bespreking van uw omvangrijke oeuvre is niet de inzet van deze brief. Wat ik er wel over wil zeggen is dat wat u als ontwerper ook aanpakte, het altijd een stuk toevoegde aan een beeldtaal die uitblonk in helderheid van kleur, precisie van vorm en een ingehouden, maar onmiskenbaar eigen présence.

De invloed daarvan op het Nederlandse (grafisch) ontwerp is niet te onderschatten, net zo min als de internationale impact. Het zegt genoeg dat u in juli van dit jaar met de prestigieuze Amerikaanse Type Directors Club Medal bent uitgeroepen tot een van de meest inspirerende en invloedrijke typografen.

Mooi, natuurlijk. Maar er is ook iets wat mij in een sombere bui zeer bedrukt.

U laat dus een grote gift aan de samenleving na. En het grootst denkbare compliment is misschien wel dat deze zich daar amper nog van bewust lijkt te zijn. Je kunt je nu niet meer voorstellen dat uw ontwerpen ooit door een furieuze columniste werden gerekend tot ‘De nieuwe lelijkheid’. Waarmee ze alles bedoelde wat volgens modernistische principes was ontworpen en gebouwd. We zijn gewend geraakt aan de koele, nieuwe schoonheid die u zo hartstochtelijk voorstond en ook zelf creëerde. Zoals we ook gewend zijn geraakt aan de meer of minder beredeneerde esthetiek van de abstracte kunst.

Dat is mooi, natuurlijk. Hoe meer ideeën van schoonheid, hoe meer invalshoeken om het wonder van de wereld te zien. Maar er is ook iets wat mij in een sombere bui zeer bedrukt.

Want wat is er uiteindelijk terechtgekomen van die ideale nieuwe wereld die het modernisme voorstond? Een wereld waarin wetenschap en technologie samen met de kunsten een perfect functionerende leefomgeving zouden creëren, voor een mens die daar volledig mee in overeenstemming zou zijn? Leefwereld en mens versmolten tot één geheel. Een geheel voortgedreven door ‘een geest van constructie en synthese’, zoals Le Corbusier het in 1920 formuleerde, efficiënt en soepel draaiend als een machine. Te veel eigenlijk, als ik eerlijk ben.

Het is misschien wel het lot van iedere idealist te moeten toezien hoe alles altijd anders, en meestal slechter, verloopt dan gedroomd, gedacht en gepland.

Dat stralend heldere toekomstbeeld van het modernisme bracht minachting of op z’n minst onverschilligheid mee voor het verleden, voor volkscultuur, tradities en gebruiken, voor het irrationele en donkere dat nu eenmaal onuitroeibaar in ons schuilt, kortom voor alles wat je ‘de menselijke maat’ zou kunnen noemen. Dat paste niet bij het radicale, grootse denken, bij het idee van een universele cultuur, het streven naar ordening, meetbaarheid en efficiëntie, en al helemaal niet bij het beeld van een eeuwig jeugdige, energieke en doelgerichte mens.

Het bleek wél uitstekend samen te gaan met politieke systemen die mensen bundelen tot anonieme, dienstbare massa’s, en met een globaal economisch systeem dat als enig toekomstbeeld een immer groeiende productiviteit heeft, onverschillig voor de wereldwijde catastrofes die daar het gevolg van zijn. Deze tijd wordt nu getekend door de heftige reacties op dit alles.

Geachte Wim Crouwel, ik weet zeker dat ook u met ontzetting heeft gekeken naar deze wending die een groots ideaal heeft genomen. Het is misschien wel het lot van iedere idealist te moeten toezien hoe alles altijd anders, en meestal slechter, verloopt dan gedroomd, gedacht en gepland. Dat laat onverlet dat wij idealisten nodig hebben, nu misschien meer dan ooit tevoren. Wat mij betreft blijft de betiteling ‘Wim Crouwel, modernist’, dan ook voor altijd een eretitel.

Met de meeste hoogachting,
Anna Tilroe