Geachte minister-president Rutte

Door Anna Tilroe, op Fri Apr 24 2020 06:38:00 GMT+0000

Elke vrijdag pent een van onze vijf vaste online correspondenten een brief. In haar laatste brief wijst Anna Tilroe de Nederlandse minister-president Mark Rutte op een blinde vlek. ‘Merkwaardig dat u en uw regering volkomen voorbijgaan aan het feit dat het juist de cultuur is die de spirit hoog houdt.’

Ik wil u graag eens bijpraten over het belang van kunst en cultuur voor de samenleving. Want als er wel zeshonderd miljoen euro steun naar de sterk vervuilende sierbollenteelt kan en er met dunne lippen driehonderd miljoen euro wordt vrijgemaakt voor de hele kunst- en cultuursector, dan vrees ik dat er aan uw kant sprake is van een blinde vlek.

Ik weet, voor de Nederlandse regering geldt al decennia lang het primaat van de oneindige, markt gedreven economische groei, die zogenaamde ‘natuurwet’ die in tijden van crisis altijd weer ontmaskerd wordt als bedacht door rekenmeesters en modellenbouwers. We weten onderhand dat herstel van die telkens weer ontploffende economische orde grote offers vraagt van de samenleving en dat een zeer kleine groep daar het meeste van profiteert. Bekend is ook dat de natuur, het milieu en het klimaat telkens de grootste, permanente verliezers zijn.

Nu de natuur COVID-19 als een soort robot killer op ons loslaat, zien wij een andere werkelijkheid tot bloei komen: de menselijke maat.

Tot een paar maanden geleden was dat de cynische werkelijkheid waarin wij leefden. Maar nu de natuur COVID-19 als een soort robot killer op ons loslaat, iedereen neermaaiend die in zijn vizier komt, zien wij een andere werkelijkheid tot bloei komen. Iets wezenlijks dat er altijd al was maar in naam van de oneindige groei ver naar achter was gedrongen: de werkelijkheid van de menselijke maat.

Voor u, die uw beleid grotendeels baseert op het welzijn van exporthandel en multinationals, klinkt dat wellicht bescheiden. Maar de indrukwekkende omvang ervan zien we nu belicht door al die ‘onzichtbaren’ op wie iedere keer weer tot een nieuw uiterste is bezuinigd.

Die duizenden dapperen die nu hun eigen gezondheid en geluk in de waagschaal stellen om ons leven en dat van onze dierbaren te redden. Die vele plichtsgetrouwen die ervoor zorgen dat de kinderen kunnen leren, de schappen in de winkels gevuld blijven en de vuilnis wordt opgehaald. Die ontelbare barmhartigen die zich inzetten om waar nodig hulp en troost te bieden. Zij maken zichtbaar dat als het er werkelijk op aan komt – en wie zal ontkennen dat dat nu het geval is – wij geen zelfgerichte economische actoren zijn, maar wezens die belangeloos voor elkaar zorg willen dragen. En dat dit het grondbeginsel is voor ons overleven.

Ontelbare barmhartigen maken zichtbaar dat als het er werkelijk op aan komt we geen zelfgerichte economische actoren zijn, maar wezens die belangeloos voor elkaar zorg willen dragen.

Het is ook het grondbeginsel van cultuur. Want kijk hoe wij in onze gedwongen sociale onthouding elkaars beklemde gemoed opfleuren met beelden en verhalen over compassie, empathie en solidariteit. En hoe bot, asociaal gedrag nu wereldwijd als een helse ondeugd wordt belicht, gehekeld en bespot.

Misschien was u, die tijdens een vergadering over de Europese begroting demonstratief de voorkeur gaf aan een boek over Chopin, net als ik ontroerd door de filmpjes waarin heel gewone Italianen elkaar vanaf hun balkons in volbloed aria’s moed toezongen. Maar wist u ook dat dagelijks vele duizenden thuiszitters ademloos luisteren naar een ITA-acteur die een van de honderd verhalen vertelt uit de Decamerone, dat eeuwenoude, maar nog altijd springlevende boek dat Boccaccio in de 14e eeuw schreef tijdens de Pest?

Dat is cultuur, zoals ook de vele creatieve manieren waarop mensen uit alle lagen van de bevolking met volle inzet een sfeer van verbondenheid creëren dat is. Altijd zie je daarbij hoezeer zij zich bewust zijn van de helende werking daarvan.

U bent historicus. U weet dus dat cultuur de wijze is waarop wij uitdrukking geven aan een gevoel van gemeenschap en saamhorigheid, en dat mythen en verhalen daarbij fundamenteel zijn. Ze bepalen onze manier van denken, onze gedragingen en onze normen en waarden, ondersteund door tradities, rituelen en symbolen die ons verbinden met wie vóór ons leefden. Andere inzichten, veranderende leefomstandigheden en meer kennis, bijvoorbeeld van andere culturen, kunnen die verhalen andere wendingen geven of ze minder dominant maken ten gunste van nieuwe verhalen. Cultuur is dus geen vaststaand gegeven, zoals een bepaald type populisten propageert, maar een soort levend organisme, vatbaar voor de veranderingen in de tijd.

Die veranderingen hebben ons land door de eeuwen heen vaart gegeven en in onze tijd een rijk en gevarieerd scala aan cultuuruitingen opgeleverd. We kunnen trots zijn op de internationale faam van onze kunst, onze dans, onze muziek, ons theater, ons design, onze literatuur en onze innovatieve denkers. Zoals we ook trots kunnen zijn op de vele culturele activiteiten die mensen overal in het land ontwikkelen, vaak niet- of zwaar onderbetaald. Daar hebben wij dus nu als samenleving ongelofelijk veel baat bij.

Merkwaardig dat u en uw regering volkomen voorbijgaan aan het feit dat het juist de cultuur is die de spirit hoog houdt.

Het is mooi om u nu te zien optreden als de begripvolle en meedenkende leider van het land. U toont zich bewust van de mentale noden van de samenleving. Des te merkwaardiger is het dat u en uw regering volkomen voorbijgaan aan het feit dat het juist de cultuur is die de spirit hoog houdt. Marente de Moor heeft het zo prachtig in NRC beschreven: we verkeren met z’n allen in het ongewisse, en delen dat met elkaar. Niemand kan voorzien hoe groot en ingrijpend de veranderingen zullen zijn. We weten alleen zeker dát ze dat zullen zijn, en dat dit ons leven en onze leefwijzen diepgaand zal gaan beïnvloeden.

Dat vereist creatief denken. Nu al. Want hoe meer we er in slagen COVID-19 terug te dringen, hoe urgenter de vraag wordt of het wel zo’n goed idee is om de stukken van de oude werkelijkheid te willen lijmen. Willen we wel terug naar die sfeer van cynisme, hypocrisie en zelfgerichtheid? Terug naar die starre, geïnstitutionaliseerde manier van denken?

We zien nu heel concreet voor ons hoe zeventien miljoen mensen als een samenleving kunnen overleven: door mede-menselijkheid als maat te stellen. Als we de kracht die hierin schuilt willen inzetten om op de puinhopen van wat was een nieuwe werkelijkheid te creëren, een werkelijkheid waarin we dat wat we nu op onszelf veroverd hebben willen handhaven en overbrengen op onze relatie met andere levende wezens, de natuur en de totale leefomgeving, dan hebben we ideeën, dromen en visioenen nodig. Nieuwe verhalen over wie wij zijn en wie wij zouden willen of kunnen zijn.

Vergeet het als u denkt dat politici, ambtenaren of zakenlieden die nieuwe werkelijkheid kunnen maken. Daar zijn creatieve denkers en doeners voor nodig.

Vergeet het als u denkt dat politici, ambtenaren of zakenlieden die nieuwe werkelijkheid kunnen maken. Daar zijn creatieve denkers en doeners voor nodig. Kunstenaars uit alle disciplines, theatermakers, ontwerpers, schrijvers en al die honderdduizenden anderen die de creatieve sector vormen. Zij kunnen u helpen andere prioriteiten te stellen dan de belangen van CEO’s en aandeelhouders. Want het kan u toch niet zijn ontgaan: dat accepteren we niet meer. We leven nu weliswaar in het ongewisse, maar wat we zeker weten is dat we daar niet naar terug willen.

‘Het is tijd dat het tijd wordt. Het is tijd.’ schreef de dichter Paul Celan in zijn gedicht ‘Corona’. Dat was in 1952, en het geldt nu net zozeer.

Het is tijd, geachte minister president. Grijp uw kans.

Met de meeste hoogachting
Anna Tilroe