Flobecq

Door S. W., op Mon Feb 28 2022 08:13:00 GMT+0000

'Hoewel ik mijn best doe om te integreren, blijf ik een vreemdeling voor de mensen hier, of ze nu Waals of Vlaams zijn; ik ben een buitenstaander die naar binnen kijkt.'

Er is een plaats met perfect onderhouden huizen, proper, opgeknapt, soms zelfs behoorlijk elegant. Het is een plaats waar de Vlamingen die iets van het goede leven weten, samenkomen om in harmonie met elkaar te leven, waar ze weinig hebben om over te klagen, behalve dan het weer. Alles op deze plaats is netjes en georganiseerd, de kinderen worden opgevangen in niet al te volle crèches en opgeleid in scholen van hoog niveau, de tuinen hebben kwadranten voor groenten en groen getrimd gras, de auto's hebben laadpalen, want rijden doet men er elektrisch. Het is er zo perfect dat zelfs de eerste minister van België het geschikt vindt om hier te wonen. Deze plaats heet Brakel. Je kan haast niet geloven dat zich net over de grens met Wallonië een heel ander soort plaats bevindt, een wilde plaats, een plaats waar zowat alles kan gebeuren. Denk aan heksen, wolven, jagers, miljonairs, feesten, zonneschijn op glooiende heuvels, wilde herten, reuzen, bossen en armoede. Ik woon in Flobecq, een plek die deel uitmaakt van het grote natuurpark Pays des Collines.

Het verhaal van Flobecq begint bij zijn vrouwen. De vrouwen van Flobecq en het naburige dorp Ellezelles zijn van een heel bijzonder slag. Ze vormen een vreemde mengelmoes van honkvaste locals en recenter ingeweken rijkere Vlaamse ‘dames’. Hoewel ze op het eerste gezicht heel erg verschillend lijken qua financiële en culturele status, zijn ze verwante geesten door hun onbetwistbare verbondenheid met de natuur, hun gevoeligheid voor het tijdloos etherische en hun flamboyante persoonlijkheid. Ja, je zou hen heksen kunnen noemen.

Hoe komt het dat de vrouwen hier een gemeenschappelijke kledingstijl en hobby's hebben? Mogelijk zit het in het water want allen drinken ze van een natuurlijke bron in het bos.

Flobecq heeft een lange geschiedenis van hekserij en ook ambachtelijkheid. Het staat bekend om zijn overvloed aan geneeskrachtige kruiden. Elk jaar houdt Ellezelles een herdenkingsfeest voor Quintine de la Glisserie, een heks die in 1610 samen met haar heksenkring op de brandstapel werd gezet. De ceremonie omvat een dans met de duivel, beloningen zijn er in de vorm van toverdrankjes. En bijzonder ondeugende heksen, die het aandurven te paren met de duivel, kunnen zich tot koningin van de sabbat kronen. Quintine is hier zo beroemd dat ze haar eigen bier heeft; in zijn logo prijkt een sexy jonge heks, rondvliegend op een bezemsteel (haar voorgangster vind je nog op bierglazen in wat oudere cafés, zij is wat molliger en minder aantrekkelijk volgens conventionele standaarden. Zelfs in het domein van de hekserij weet men dus: sex sells). Ook lang na Halloween nog bengelen verweerde plastic heksen aan voordeuren.

© S.W.

Hoewel de vermeende magische bende in de 17de eeuw werd bedwongen, duiken hier nog te pas en te onpas heksen op. Elke vrouw die ik op mijn wandelingen tegenkom, of ze nu Vlaams of Waals is, brouwt een mysterieus potje, verzamelt een of ander kruid of plant, fluistert tegen paarden, maakt haar eigen confituur, of vertrouwt mij een recept voor een huidzalfje toe dat me eeuwig jong moet houden en mij bevrijden van mijn acne (werken doet het trouwens niet). Het zijn stuk voor stuk appelen plukkende, bessen trekkende, walnoten verzamelende vrouwen in schorten, vilten jassen en rokken, zonder make-up en met wilde haren. Sommigen zonderen zich af (zelfs in pre-covidtijden) en kennen niemand in de buurt. Ik vraag me dus af hoe het komt dat ze dan toch een gemeenschappelijke kledingstijl en hobby's hebben. Mogelijk zit het in het water want allen drinken ze van een natuurlijke bron in het bos. Ze trekken erheen met emmers en witte plastic bidons. Ooit zag ik hoe een dame met dreadlocks er een jerrycan vulde (kan je je dat voorstellen in Brakel?). Of misschien kennen ze elkaar wel van hun geheime nachtelijke séances en willen ze mij dat niet vertellen, omdat ik nog niet één ben met de natuur. Komt dat nog? Ik denk het wel eigenlijk. Ofwel verhuis je naar dit gebied om dichter bij andere heksen en heksachtige activiteiten te zijn, ofwel word je gewoon een heks als je hier lang genoeg woont. Ik wacht af, maar ik drink voorlopig nog niet uit de waterbron.

Het gevoel onthecht te zijn van de buitenwereld is altijd aanwezig.

Nu, dat wil niet zeggen dat ook de mannen niet uitzonderlijk zouden zijn. In onze buurt woont een zelfverklaarde tovenaar die af en toe bij ons komt aankloppen voor een laatavondpintje en dan allerhande min of meer nuttige weetjes met ons deelt, zoals het feit dat hij covid-19 kan afweren met kruiden en biologische groenten. Het gevoel onthecht te zijn van de buitenwereld is altijd aanwezig. Zo zwerven ook jagers hier nog steeds met jachtgeweren over de velden, gekleed als kwamen ze rechtstreeks uit The Hound of the Baskervilles. Ik zie kinderen onder een brug spelen met wat ik alleen maar kan hopen dat een luchtdrukpistool is, maar de littekens in het bos doen iets anders vermoeden. Mijn buurvrouw zit in haar huis aan het eind van de weg, de televisie staat altijd aan, dag en nacht de woonkamer verlichtend; enkel om boodschappen te doen komt ze naar buiten.

Het hele verhaal is vreemder dan fictie; denk aan Tiger King, maar dan in het Frans en met wolven.

Het gebrek aan banen en kansen leidde in 2021 tot plannen voor een toeristisch wolvenpark in een geliefd bos- en Natura 2000-gebied aan de grens met Brakel. De plaatselijke miljonair Tony Fort (die in een massief fortachtig bouwwerk woont) wilde vakantiehutten bouwen in een reservaat voor (gekooide) wolven, zodat mensen er een echte Sleeping with the Wolves-ervaring konden opdoen. De anti-wolfparkactivisten, die overwegend Vlaams zijn en uit Brakel komen, stellen dat het inplanten van een Pairi Daiza-achtige infrastructuur het beschermde natuurgebied zal vernietigen en uiteindelijk ook de gemeenschap ernstig zal verstoren. De voorstanders van de plannen zijn vaak buurtbewoners die de regio nieuw leven willen inblazen, meer toeristen willen ontvangen en handel willen aantrekken. De tot de verbeelding sprekende hoofdpersonages van deze historie zijn de twee Filippen. De ene, Philippe Mettens, is de lokale burgemeester; de andere, Filip de Bodt, is een milieuactivist. Ze vechten het uit via een resem protestacties, bezwaarschriften, petities en tv-optredens (hun vete gaat overigens terug tot 2002, ze zijn dus al langer aan elkaar gelieerd dan de meeste geliefden). De Bodt houdt ervan om af en toe met een woedende fakkel dragende menigte langs het fort van Tony Fort te passeren om de herinnering aan zijn aanwezigheid brandend te houden. Het hele verhaal is vreemder dan fictie; denk aan Tiger King, maar dan in het Frans en met wolven.

© S.W.

Maar ook op andere vlakken is er een bijzondere spanning. Zo wordt de moeilijkheid om de Waalse en de Vlaamse cultuur met elkaar te verzoenen heel erg tastbaar in Flobecq, wat niet abnormaal is in een grensregio met een lang en ingewikkeld verleden. Vlaamse bars in D'Hoppe blijven gewoonweg Vlaamse bars, volgens een soort van onuitgesproken segregatie. Onze lokale kroeg heet Caplette en wordt gerund door een piraat van een vent, berucht om zijn voormalige nachtclub in Gent, de Decadance. In pre-covidtijden stond de Caplette garant voor luide muziek, dansen tot in de ochtenduren en huilen naar de maan, maar dan wel uitsluitend met Vlaamse gasten. Maar er zijn zeker ook plekken waar iedereen komt, zo bijvoorbeeld bij bakkerij Dumont (je kan je geen heerlijker brood of patisserie voorstellen), of bij de kapper of het schoonheidssalon. Welke taal je ook spreekt, eten moet je sowieso, toch?

Voor de mensen hier blijf ik een vreemdeling; ik ben een buitenstaander die naar binnen kijkt.

Hoewel ik mijn best doe om te integreren, blijf ik een vreemdeling voor de mensen hier, of ze nu Waals of Vlaams zijn; ik ben een buitenstaander die naar binnen kijkt. Ik kan alleen maar observeren, absorberen en enkele kanttekeningen plaatsen. Mijn kinderen zullen hier opgroeien en wat ik, stedeling, als een omgeving vol bizar magisch realisme zie, zal voor hen misschien steek houden, business as usual worden. Of misschien zullen ze wel in de ban raken van Brakel en zijn elektrische wagens, zijn orde, zijn veiligheid, zijn kwadranten.