Eurocentrismes

Door Joachim Ben Yakoub, Margot Luyckfasseel, Naomi Ntakiyica, Nora Mahammed, Saddie Choua, op Thu Feb 28 2019 23:00:00 GMT+0000

Ze zitten diep verscholen in hoe we in Europa doen en denken: ideeën, gebruiken, tradities of voorwerpen die ons evident en zelfs universeel toeschijnen, maar die nog altijd het aloude (koloniale) geloof ademen dat Europa de wieg of de navel van de wereld is. Vaak hangt dit eurocentrisme subtiel samen met onderdrukking of uitsluiting. Hier drie voorbeelden, uit het leven gegrepen.

De klok

Joachim Ben Yakoub

‘Hoe laat is het?’ Hoe vaak stellen we die vraag niet zonder er het absurde karakter van in te zien? De uniformiteit waarmee erop geantwoord wordt, doet vragen rijzen over een mogelijke vervlakking van ons tijdsbegrip. Doorheen de geschiedenis zijn we het instrument waarmee we de tijd meten, bovendien gaan verwarren met de tijd zelf, waardoor de diversiteit aan manieren om tijd te ervaren in gevaar komt. Wat op zich louter een instrument lijkt dat gebruikt wordt om de tijd te meten, heeft iets fundamenteels veranderd aan ons begrip van tijd, maar ook van geschiedenis.

Hoewel men sinds mensenheugenis tijd probeert te vatten en te meten, was de uitvinding van de klok, meer bepaald de slingerklok in Europa, net als de stoommachine, essentieel voor de industriële revolutie die het hedendaagse mondiale neoliberale tijdperk mogelijk maakte. Vanaf de achttiende eeuw diende de slingerklok in Europese huizen, fabrieken, kantoren en spoorwegstations als standaard voor het nauwkeurig plannen van arbeid en vrije tijd, voor de organisatie van gecoördineerde werkploegen en het openbaar vervoer. Door deze precieze synchronisatie kon het levenstempo danig versnellen en voldoen aan de voorwaarden van de industriële en machinale productie.

Toen de Europese oorlogsschepen overzee voet aan de grond zetten, dwongen de Europese machten hun overheersing niet alleen af door de lokale bevolkingen tot slaaf te maken en te decimeren, niet alleen door het land te koloniseren en te exploiteren, maar ook door de kolonisatie van tijd. Dat was noodzakelijk om ook gebieden buiten Europa mee te industrialiseren. Tijd kan immers begrepen worden als een concept dat herhaling en transformatie niet alleen meet, maar ook organiseert.

In die zin heeft ze dus ook een diepgaand ideologisch karakter. Metrisch aangestuurd, faciliteert het vaste ritme van de klok een perfecte synchroniciteit en dus een universeel gemeten, gecontroleerd en gedisciplineerd tijdsmanagement. Het is de hoeksteen van het kapitalisme. Dankzij de digitalisering en de hypernauwkeurige frequentiestandaarden van de atoomklok is onze kloktijd vandaag tot op de nanoseconde precies ingedeeld, ter verzekering van de hoogfrequentie-handel op de volatiele wereldwijde financiële markten.

Het verleden voor

Meer dan een systeem van tijdrekening biedt de klok vooral een middel om verleden, heden en toekomst te kennen, te voelen, te onthouden en te begrijpen. Zo bepaalt ze niet alleen onze belichaamde ervaring van de tijd, maar ook onze opvatting over de geschiedenis.

Net die opvatting bood Europese staten de morele rechtvaardiging om vanaf de Verlichting de rest van de wereld te heroriënteren op de weg van de historische vooruitgang naar een meer menselijke toekomst. Geschiedenis heet dan een progressief ontwikkelingsproces of transitie die steeds een enkelvoudige lineaire notie van tijd volgt, met een verleden dat voortdurend verloren gaat en een sturend heden dat steeds verandert, als continue springplank naar één enkelvoudige toekomst waar we allemaal onvermijdelijk naar op weg zijn.

Of, zoals filosoof Achille Mbembe het verwoordt: als een stroom die individuen en samenlevingen van een achtergrond naar een voorgrond draagt.

Precies dit toekomstgerichte historische begrip – waarin tijd leeg en homogeen is – vormt ook de hoeksteen van het kolonialisme. Het verleden geldt dan als een vaste entiteit die slechts rationeel kenbaar is, terwijl enkel het heden een tastbare realiteitswaarde toegekend krijgt, telkens opnieuw in functie van één voorgeschreven (betere en vooral succesvolle) toekomst.

Waarom zou de toekomst niet achter ons kunnen liggen of het verleden vóór ons?

Het is veelzeggend hoe slecht ‘toekomsten’ in het meervoud klinkt. Terwijl de toekomst – in haar complexe potentiële meervoudigheid – niet kenbaar is, beelden we ze fysiek vóór ons in. Omgekeerd plaatsen we het verleden achter ons. Zelfs al bepaalt dat verleden onze hele ervaring, we onttrekken het aan ons gezichtsveld.

Waarom zou de toekomst niet achter ons kunnen liggen of het verleden vóór ons? Zou het verleden niet enkel kenbaar kunnen zijn, maar ook opnieuw ervaren kunnen worden en dus weer meer realiteitswaarde kunnen krijgen? Of zoals Rolando Vazquez het stelt: is het niet mogelijk om het verleden even levendig te ervaren als het heden?

Tijd om te vertragen

De normatieve belichaming van tijd en haar geseculariseerde teleologische opvatting van geschiedenis heeft ingrijpende gevolgen voor wie de ‘progressieve’ Europeaan denkt te zijn en hoe hij/zij de ander in de loop der tijd is gaan afschilderen.

Zoals Dipesh Chakrabarty ons herinnert, wordt het heden van het Europese zelf afgeschilderd als modern en beschaafd, terwijl het heden van de gekoloniseerde ander wordt voorgesteld als traditioneel en primitief, in een progressieve en chronologische ontwikkeling naar steeds meer beschaving. De toekomstgerichtheid was het monopolie van de Europeaan, en werd naar de gekoloniseerden gebracht als een grootmoedig beschavingsoffer.

Maar tegelijk – en daarin ligt volgens Mbembe de perverse paradox van kolonisatieprocessen – werden de tot slaaf gemaakten of gekoloniseerden beschouwd als ontologisch niet in staat tot verandering, en waren ze daarom al op voorhand’ gedoemd om ‘inheems’ en ‘primitief’ te blijven.

‘Hoe laat is het?’ Weinig mensen durven nog naar de zon te wijzen. Tegelijkertijd voelen velen de nood aan een rem op de hedendaagse accumulatie van versnellingen op zoveel domeinen, als resultaat van de haast manische beheersing van tijd. Wellicht om te vertragen en ons terug meer over te geven aan de weerbarstigheid van tijd? ‘Jullie hebben het uur, maar wij hebben de tijd’, hoor ik wijselijk weerklinken van aan de overkant.

Het is tijd om te vertragen, om de aarde terug rond haar as te voelen draaien, en om – zoals danser en choreograaf Fabian Barba het voorstelt en zovele bevrijdingsstrijden het ook in de praktijk hebben gebracht – onze rug te keren naar de unieke voorgeschreven toekomst.

Om tijd, kortom, terug te ervaren als wat ze voor ons kan betekenen, als een fundamenteel onbeheersbare beweging die niemand onberoerd laat, ergens onderweg naar bevrijding en menswaardigheid.


Wereldkaarten

Saddie Choua

Op school worden we opgevoed tot gecultiveerde mensen. Tijdens de lessen aardrijkskunde leerde ik netjes de hoofdsteden van de hele wereldkaart van buiten. Uren zat ik in atlassen te bladeren en liep ik in gedachten van land tot land. Wat bleek later? Die kaarten kloppen niet. En heel wat andere gegevens evenmin. Are you kidding me? Uren en uren heb ik dus besteed aan niet correcte leerstof. De kans is groot dat mijn leerkrachten het zelf niet eens wisten.

Europa ligt meestal mooi in het midden. Denk aan de kaart van Mercator – een van onze expeditieschepen werd naar hem genoemd. Dat schip ging wel eens naar Kongo. En naar Hawai. Een wereldtentoonstelling bezoeken hier en daar. En bracht onze intussen geheiligde Pater Damiaan weer thuis.

Als je de Mercator-kaart bekijkt, lijkt Europa in de wieg te zijn gelegd om vanuit het centrum naar al die landen te varen

Als je de Mercator-kaart bekijkt, lijkt Europa in de wieg te zijn gelegd om vanuit het centrum naar al die landen te varen, landen die toevallig heel wat te geven hadden. Zo kon Europa groot worden. Op de kaart iets groter in relatie tot Afrika en Zuid-Amerika, maar in realiteit een stuk kleiner. Behalve economische rijkdom verzamelde Europa vooral veel zelfvoldaanheid, zelfoverschatting, opgeblazenheid.

Neem die lange Europees-incestueuze lijst met het beste van het beste: de Nobelprijzen. De VS hoort ook regelmatig bij de gelukkigen, Afro-Amerikanen veel minder. Iemand die mij aanspreekt, is Toni Morrison. In de Brusselse bibliotheek werd haar werk grotendeels naar het magazijn overgedragen, onzichtbaar voor het publiek en pas beschikbaar voor wie 1 euro extra neertelt om haar toch te ontlenen. Verandering komt er toch. In 2018 werd voor het eerst een Nobelprijs uitgereikt aan een Congolees, dokter Denis Mukwege.

De wereld hertekend naar afkomst van Nobelprijswinnaars literatuur, 1901-2018 ©worldmapper

Baas Over Eigen Spel

Nora Mahammed & Naomi Ntakiyica, Margot Luyckfasseel

Een zondagavond in hartje Brussel, in de zomer van 2018. Twee dames-zaalvoetbalploegen treffen elkaar binnen een competitie van de Ligue Francophone de Football en Salle du Brabant Wallon et de Bruxelles Capitale (LFFS). De bezoekers winnen overtuigend met ruim vijftien goals, terwijl de thuisploeg er geen enkele bal in krijgt.

Toch komt er op het officiële wedstrijdblad een heel andere score te staan: 5-0 voor de thuisploeg. De bezoekende ploeg werd tot forfait gedwongen omdat één van hun speelsters tijdens de match een hijab droeg.

Het reglement van de Ligue bepaalt dat ‘de zichtbare uitrusting van een speler uitsluitend bestaat uit een voetbalshirt of blouse, een korte short, sportkousen en schoenen’. Leggings, panty’s of scheenlappen worden ook nog geduld, maar over de ‘hijab’ of ‘hoofddoek’ staat er niets vermeld.

Wellicht is dit reglement ooit opgemaakt in een context die nog niet veel jonge vrouwen met hoofddoek had zien voetballen. Bewuste uitsluiting beoogt het niet. Maar in dit geval werd het wel degelijk aangewend als een uitsluitingsmechanisme. De discussie rond het al dan niet toelaten van de hijab op het voetbalveld woedt al enige tijd in de Ligue en zou moeten resulteren in een aangepast, inclusiever reglement. Vooralsnog zonder succes.

De hijab is hét symbool van de onderdrukking van de vrouw, van een aanval op onze seculiere waarden en normen, van hoe de islam het vrije denken en handelen van onze verlicht Europa besluipt… Althans, volgens sommigen. De idee dat een vrouwenlichaam pas neutraal is met de haren bloot, is echter lang niet zo universeel als we in Europa graag geloven.

Waarom slaagt verlicht en seculier Europa er nog altijd zo moeilijk in om ‘vrijgevochten’ en ‘religie’ samen te denken?

Waarom slaagt verlicht en seculier Europa er nog altijd zo moeilijk in om ‘vrijgevochten’ en ‘religie’ samen te denken? Vele jonge vrouwen die kiezen om vandaag de hijab te dragen, doen dat juist wel vanuit een bewust spiritueel en intellectueel proces van zelfontplooiing, dat voor velen net empowerend werkt. Vele stemmen tégen de hoofddoek blijven daarentegen teruggrijpen naar een westers feministisch discours uit de jaren 1960.

Wat is er emancipatorisch aan een vooral mannelijke sportwereld die een gesluierde vrouw tussen twee vuren dwingt? Of zij wordt uitgesloten en wordt zo verantwoordelijk voor het eventuele verlies van haar ploeg, of ze verzaakt aan haar persoonlijke waarden en normen of geloofsovertuiging.

Er zijn genoeg bewijzen dat het anders kan. Zo getuigden de Olympische Spelen van een inclusiever beleid: denk aan de haast iconische beelden van de gesluierde Egyptische beachvolleybalster Doaa Elghobashy. Ook dichter bij huis blijken er minder uitsluitende reglementeringen mogelijk. Bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond blijkt het dragen van een hoofddoek geen probleem te zijn, net als in vele Vlaamse clubs die niet vasthangen aan een overkoepelende Liga.

De casus van de hijab op het voetbalveld is jammer genoeg niet het enige voorbeeld van eurocentrisme in de sport. Zo zijn een boerkini, losse kleren en dreadlocks nog vaak impliciet of expliciet verboden in sportreglementen. Ook waren pointes voor ballet, een bewust huidskleurig element, tot voor kort enkel in het lichtroze te verkrijgen.

Veranderingen vereisen goodwill om bestaande reglementen continu op te frissen naar een nieuwe maatschappelijke realiteit. Zodat die flexibele regels het vlotte spel blijven garanderen, de participatie van onze superdiverse samenleving beter ondersteunen en potentieel sporttalent niet langer uitsluiten.