Een einde aan leeftijd. In gesprek met Simon(e) van Saarloos.

Door Sara De Vuyst, op Thu Nov 30 2023 23:00:00 GMT+0000

Leeftijdsdiscriminatie gaat iedereen aan, stelt Simon(e) van Saarloos in hun recente boek Against Ageism: A Queer Manifesto (2023). En dus moeten we komaf maken met de schijnbare objectiviteit waarmee ze ons sociale en politieke leven bepaalt. In november gaf Van Saarloos een bevlogen lezing in het kader van de Studium Generale van Hogeschool Gent. Sara De Vuyst gaat met hen in gesprek.

In Against Ageism: A Queer Manifesto (2023) stelt Simon(e) van Saarloos dat leeftijdsdiscriminatie niet beperkt blijft tot ouderen, maar een vorm van ongelijkheid is die iedereen raakt. Het aantal kaarsjes op de verjaardagstaart bepaalt vanaf wanneer iemand wettelijk gezien mag stemmen, toegang krijgt tot onderwijs en toestemming kan geven voor seksuele handelingen. Vanaf de geboorte wordt leeftijd als een meetlat naast ons leven gelegd, met mijlpalen die we op het juiste moment moeten bereiken: je eerste stapjes voor je 18 maanden oud bent, een middelbareschooldiploma behalen op je achttiende, trouwen en een gezin uitbouwen voor je dertigste, een succesvolle carrière voor je veertigste en genieten van je pensioen vanaf je vijfenzestigste. Voor wie zich keurig aan de tijdlijn houdt, is elke levensfase een stap in de richting van meer verantwoordelijkheid, financiële stabiliteit en welvaart.

‘Ik geloof niet dat werkelijke vrijheid ontstaat door nauwe kaders een beetje breder te maken.’

Simon(e) van Saarloos stelt de categorie leeftijd ter discussie en ontmaskert de onderliggende systemen van onderdrukking. Hun manifest veroordeelt bovendien initiatieven tegen leeftijdsdiscriminatie die andere vormen van discriminatie versterken. Zo kan het moeilijk zijn voor een jong persoon met een beperking om een plaats op het openbaar vervoer te vragen als er enkel voorbehouden zitjes voor ouderen zijn. Om leeftijd te ontmantelen, moeten we volgens hen breken met normatieve opvattingen over lineaire tijd, die vaak verweven zijn met ongelijkheid op basis van gender, beperking, klasse en ras. Een rode draad in hun denken is dat tijd niet universeel is en gelijk toegankelijk voor iedereen. Vaak wordt vergeten dat ouder worden op zich al een wit privilege is omdat de levens van zwarte mensen verkort worden door ervaringen met politiegeweld, medische discriminatie en armoede, vindt Van Saarloos.

Hoe kunnen we ons verzetten tegen de gangbare scripts met betrekking tot leeftijd? Aan de hand van dekolonionale, afrofuturistische, crip en queer denkbeelden en persoonlijke ervaringen verkent Against Ageism hoe uit de toon vallen nieuwe mogelijkheden kan bieden. Wat als we de categorie leeftijd afschaffen en de lineaire tijd openbreken?

Je boek begint met een kritisch perspectief op de toegenomen waardering van ouderen op de arbeidsmarkt. Hun jarenlange ervaring, wijsheid en loyaliteit worden meer en meer beschouwd als troeven op de werkvloer. Is het afschaffen van leeftijd een radicaler alternatief voor de socio-economische argumenten tegen leeftijdsdiscriminatie?

Ik geloof niet dat werkelijke vrijheid ontstaat door nauwe kaders een beetje breder te maken. Het zal aan een aantal individuen meer mogelijkheden geven maar niets veranderen aan een systeem waarin productiviteit bepaalt of je ertoe doet of niet. Mensen denken vaak dat het afschaffen van leeftijd te maken heeft met het verwerven van nieuwe individuele vrijheden. Als een 60-jarige vrouw niet gebonden is aan leeftijdsnormen, zou ze bijvoorbeeld kunnen liefhebben wie ze wil. Voor mij gaat abolitionisme niet over het veroveren van individuele vrijheid, maar over het ontmantelen van leeftijd als categorie op zich. Het afschaffen van leeftijd is meer dan alleen: ‘oudere mensen moeten er ook bij horen’. Het betekent een einde maken aan een categorie die ons een valse zekerheid geeft over hoe we de wereld indelen aan de hand van tijd. Het afschaffen van leeftijd is een intersectioneel project dat gepaard moet gaan met andere eindes, zoals een einde aan gevangenissen en opsluiting. Ook werk moet anders worden georganiseerd: de verwachting dat kinderen beschermd moeten worden en niet uitgebuit mogen worden zolang ze nog geen achttien jaar zijn, toont hoezeer we accepteren dat je als volwassene in dienst staat van een kapitalistisch systeem en een neoliberale staat. Concreet gesproken zouden we kunnen beginnen met het afschaffen van leeftijdsgebonden stemrecht en zouden we het onderwijs leeftijdsdivers kunnen inrichten.

In Against Ageism wijs je erop dat tijd onlosmakelijk verbonden is met privilege. Niet iedereen heeft dezelfde kansen om ouder te worden. Hoe zie jij de relatie tussen leeftijd en de ongelijke verdeling van tijd?

'Leeftijd trekt een lijn in individuele levens, maar het is ook een criterium op basis waarvan we de publieke ruimte inrichten.'

Leeftijd is letterlijk de tijd die je hebt om te leven. Levensverwachting hangt samen met structurele ongelijkheden. In mijn boek geef ik het voorbeeld van stemrecht. Zwarte mensen en oorspronkelijke bevolkingsgroepen hebben in de Verenigde Staten een lagere leeftijdsverwachting, dus de periode waarin zij mogen stemmen is korter. Je kan dus stellen dat leeftijdsrestricties de macht van bepaalde groepen uit handen nemen, ongeacht of je gelooft dat de wereld kan veranderen door te stemmen. Daarnaast zit er een verschil in de manier waarop tijd voor sommigen beschikbaar is in hun dagelijkse leven en voor anderen niet. Dat kan te maken hebben met gentrificatie: Hoe ver woon je van je werk? Hoe ver woon je van de dokter? Hoe ver van openbaar vervoer? Ik vind het belangrijk om aan te tonen dat tijd niet eerlijk verdeeld is en dus geen natuurlijk verloop heeft of als maatstaf kan dienen.

Calling Card door Simon(e) van Saarloos, 2018, courtesy of the artist.

Je vond inspiratie in het werk van de Braziliaans-Canadese filosofe en kunstenares Denise Ferreira da Silva. Welke ideeën in haar werk vind je interessant om te denken over de relatie tussen leeftijd, tijd en ongelijkheid?

Zij geeft aan dat lineaire tijd niet enkel op een temporeel of abstract niveau plaatsvindt, maar ook ruimtelijke dimensies heeft. De lineaire tijd is volgens haar niet alleen onderverdeeld in een verleden, heden en toekomst, maar de wereld is ook geografisch in zulke categorieën opgesplitst. Denk bijvoorbeeld aan het onderscheid tussen eerste- en derdewereldlanden, waarbij de eerste wereld in het heden of in de toekomst staat en de derde wereld in het verleden. In de Verenigde Staten wordt de levensverwachting van mensen ook wel in kaart gebracht aan de hand van postcodes, ‘leef-tijd’ per wijk dus. Dat gaat letterlijk over: wie heeft schoon drinkwater? Wie heeft toegang tot de dokter? Ik probeer het ruimtelijk nadenken over tijd door te trekken naar leeftijd. Leeftijd trekt een lijn in individuele levens, maar het is ook een criterium op basis waarvan we de publieke ruimte inrichten. Dat gebeurde heel uitgesproken tijdens de COVID-19-pandemie, toen supermarkten bijvoorbeeld verschillende openingsuren hadden voor ouderen en jongeren. Er zijn ook momenten in de publieke ruimte waarop leeftijd bepalend is voor wat je zou moeten doen. Iets doen wat niet ‘bij je leeftijd past’ – zoals het dragen van bepaalde kleren, dansen in een nachtclub, naar school gaan, een actief seksleven hebben of juist niet, wordt gezien als absurd, abnormaal of queer.

Mensen die afwijken van leeftijdsnormen moeten zich constant verantwoorden. Jij en je partner, die dertig jaar ouder is, worden vaak als moeder en kind gezien, schrijf je. Is het belangrijk om het script bij te stellen?

'Getallen bieden een valse zekerheid. Hun status van objectiviteit verduistert dat er een oneerlijke verdeling is van tijd.'

In mijn boek Herdenken herdacht (2019) gebruik ik het concept ‘struikelstenen’ van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Struikelstenen zijn oorspronkelijk kleine herdenkingstekens aangebracht voor de drempels van huizen waar mensen woonden die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werden gearresteerd en gedeporteerd. Door hun aanwezigheid verstoren ze de publieke ruimte. Zelf gebruik ik ‘struikelstenen’ voor momenten die normen over leeftijd uitdagen. Ik bedacht bijvoorbeeld kaartjes, geïnspireerd door de Calling Cards van kunstenaar Adrian Piper, die erop wijzen dat wij geen moeder en kind zijn, maar geliefden. Omdat die aanname er door ons leeftijdsverschil voortdurend is, delen we de kaartjes in groten getale uit. Ze herinneren mensen eraan dat er verschillende vormen van intimiteit bestaan, maar ook welke denkbeelden de publieke ruimte domineren en wie zich daarin dus comfortabel kan voelen. In plaats van de normatieve blik, ingegeven door leeftijd, staat onze queer realiteit voorop.

Adrian Piper, My Calling (Card) # 1 (for Dinners and Cocktail Parties) and My Calling Card #2, a series of performances (1986-1990) // Courtesy of Collection of the Adrian PiperResearch Archive (APRA) Foundation Berlin, © APRA Foundation Berlin and Angry Art

Je sluit af met een beschouwing over intergenerationele liefde, waarbij een foto toont van de oudere trans activiste Miss Major Gracy-Griffin, die het nieuws deelt dat haar partner Beck Witt zwanger is van hun eerste kindje. Zie je intergenerationele vormen van intimiteit als een vorm van verzet?

Met die foto op het einde van mijn boek wilde ik niet zeggen: dit is de hoopvolle toekomst. Het koppel kan wel degelijk een soort voorbeeldfunctie vervullen, maar de foto gaat in mijn ogen niet over LGBTQ+-rechten of gelijke huwelijksrechten. De foto werkt voor mij zo goed omdat hij op meerdere vlakken een onbekende vorm van intimiteit toont, door de intergenerationaliteit, interracialiteit en genderbending. Ik denk dat het portret in de huidige wereld beschouwd kan worden als een vorm van verzet, maar dat wil niet zeggen dat verzet daar eindigt. Intergenerationele liefde is geen doel op zich, er zijn beperkingen aan inclusie en ‘erbij horen’. Wel is de foto een struikelsteen in het geheel van beelden van normatieve liefde. En als ik even sentimenteel mag zijn: het is gewoon een prachtig koppel en een prachtige gemeenschap van trans vrouwen waarin Miss Major haar hele leven lang gewerkt heeft.

In Against Ageism reflecteer je over representaties van ouder worden die normen kunnen uitdagen. Je bespreekt het voorbeeld van schrijfster Mona Eltahawy die onder #Thisls54 op sociale media een foto plaatst met de boodschap dat de lijnen op haar voorhoofd, rond haar ogen en haar mond een verhaal vertellen. Je vraagt je af of we in plaats van ons te focussen op het getal 54, niet beter richting een meer ‘troebele’ interpretatie van leeftijd gaan. Wat betekent dat precies voor jou?

De troebele interpretatie is een vorm van kritiek op het narratief van de coming-out. Op álle vormen van coming-out, bijvoorbeeld ook uit de kast komen met een beperking. Zelfs als representaties die zichtbaarheid geven aan bepaalde groepen emancipatoir bedoeld zijn, vindt er toch een soort normering plaats. Zichtbaarheid is op zich geen uitweg voor onderdrukking. Ik heb veel respect voor Mona Eltahawy en haar #Thisls54-berichten op sociale media. Alleen, die raken alleen aan individuele vrijheid. Er zijn uiteindelijk slechts een aantal mensen die zichtbaar genoeg zijn om hun leeftijd te kunnen claimen. Bovendien vraag ik mij af: moeten we überhaupt in getallen denken? Getallen bieden een valse zekerheid. Hun status van objectiviteit verduistert dat er een oneerlijke verdeling is van tijd. In plaats van te zeggen dat ‘60 ook een prachtig getal is’, kunnen we zeggen dat er niet zoiets bestaat als een prachtig getal, omdat een systeem ingericht op het tellen van jaren misschien gewoon niet klopt. Hoe zou een wereld zonder categorieën eruitzien? Hoe zou een wereld zonder leeftijd eruitzien? Ik ben nog niet zo ‘ver’ dat ik me een leeftijdloze wereld kan voorstellen. Dat heeft niets te maken met mijn leeftijd of gebrek aan ‘ontwikkeling’; wel met een gebrek aan collectief verzet tegen huidige normen en systemen.