Dromen van het achterland. Langs 1-euro-dorpen op Sicilië

Door Lennert De Vroey , Elisa Palm, op Wed Mar 23 2022 23:00:00 GMT+0000

De een is er vertrokken, de ander wil erheen. Op vergeten plekken komen plattelandsvlucht en plattelandsdroom elkaar tegen. Tientallen dorpen in het zuiden van Europa proberen met het aanwakkeren van die droom ontvolking te bestrijden. Slimme marketing moet daarbij helpen, gekoppeld aan wel heel scherpe huizenprijzen. Wij trokken langs 1-euro-dorpen op Sicilië. Niet op huizenjacht, wel nieuwsgierig naar wat we zouden aantreffen: spookstadjes of utopische gemeenschappen, nieuwe centra of in de tijd bevroren perifere plekken.

Ter hoogte van Alcamo buigt de autostrade van Palermo naar Mazara af naar links. Weg van de zee, de heuvels in, loopt hij verder door het Siciliaanse binnenland. Dat toont zich op z’n best: agrarisch, ruig, verlaten, dunbevolkt. Het is dan nog een halfuur rijden voordat op een heuvel plots het schilderachtige Salemi opduikt.

We verwachten ons aan geïsoleerde plattelandsgemeenschappen, aan een haast exotische inkijk in de rijkdom of aan het stille, anonieme avant-gardisme van een meer perifeer leven. Maar vaker dan gedacht zullen de termen hub, digital nomad, fiber wifi en organic food vallen. Zo ontstaat steeds meer de indruk: waar de 1-euro-huizen zo aantrekkelijk zijn omdat ze de belofte zijn van weg, blijken ze aan de kant van wie ze aanbiedt effectieve marketing om van die plek zoveel mogelijk een centrum te maken.

Case a 1 euro

Sicilië kan niet alleen bogen op zon, zee en zoete wijn, maar vooral ook op een lange, bijzondere geschiedenis. Vooral door zijn locatie is Sicilië een eiland van veelzijdigheid en transformatie: Feniciërs, Grieken en Romeinen, Arabieren, Noormannen en Spanjaarden bepaalden het verloop van de geschiedenis.

Als we deze winter op bezoek gaan in Salemi, zijn nog maar veertien huizen verkocht.

Ook van rampen is het eiland niet gespaard gebleven. De grote aardbeving van 1968 was in Salemi minder verwoestend dan in omliggende dorpen, maar maakte wel een groot deel van de huizen in het destijds bloeiende historische centrum onbewoonbaar. Met de premies die het stadsbestuur uitdeelde voor de renovatie, werden nieuwe, grotere woningen gebouwd – zo ontstond lager op de heuvel een nieuwe kern. Of mensen trokken helemaal weg. Van de 20.000 inwoners tijdens Salemi’s bloeiperiode, blijven er nog 10.000 over; in het historische centrum staan volledige straten leeg, goed voor 75 procent van de huizen daar, of ruim 2.000 op te knappen woningen.

Dezelfde aardbeving vormt veertig jaar later, in 2008, de aanleiding voor een concept dat de wereld rond zal gaan. Marketeer Oliviero Toscani, adviseur van de toenmalige burgemeester, werpt als eerste het idee op: huizen aanbieden voor één euro.

Salemi

Toch zijn er, als we deze winter op bezoek gaan in Salemi, nog maar veertien huizen verkocht. De praktische uitwerking vergde nog een goede twaalf jaar, waardoor het project pas eind 2021 écht op gang kwam. Hier in Salemi tenminste. Intussen pikten zestig dorpen in Italië (waarvan 22 op Sicilië) en nog een heel aantal daarbuiten het concept op. De case a 1 euro passeerden als clickbait op nieuwssites in de halve wereld, en op de Nederlandse televisie was er een realityprogramma over koppels met een pas gekocht 1-euro-huis in Ollolai, Sardinië. Sambuca di Sicilia (net als Salemi een van de Borghi più belli d’Italia), dat als eerste effectief met de verkoop begon, zag na het aanbieden van zestien huizen meteen 110.000 aanvragen toekomen.

Housesitten voor Airbnb

In de week van onze 1-euro-bezoeken krijgen we een tiental berichten met de link naar een post op de sociale media van VRTNWS. Daarin deelt de openbare omroep een marketingstunt van Airbnb, dat op zoek is naar een conciërge voor een designhuis in Sambuca di Sicilia. Het aanlokkelijke aanbod kadert in een samenwerking tussen de gemeente en Airbnb, waarbij Airbnb betaalt voor de renovatie van 1-euro-woningen tot accommodaties voor toeristen – te boeken via de gekende website.

Bericht van VRT.NWS over de stunt van Airbnb in Sambuca di Sicilia

Zo faciliteert Airbnb mee de plattelandsdroom (al is het maar voor een paar weken) op een plek die eerder door plattelandsvlucht is ontvolkt. Het komen en gaan gebeurt doorgaans door groepen met een verschillende sociaaleconomische status. Wie naar de grote stad verhuist, is op zoek naar werk en inkomsten. Bij wie zijn plattelandsdroom najaagt, speelt die reden bijna nooit; vaak zijn het net mensen die al over heel wat kapitaal beschikken.

In Sicilië is zo’n overschot aan huizen, dat het aantrekken van nieuwe mensen niet ten koste gaat van eerdere bewoners.

Als het 1-euro-project ontvolkte, perifere plekken helpt om een (bescheiden) centrum te worden, is een van de meest reële aspecten daarvan dat internationaal kapitaal zijn weg vindt tot in afgelegen dorpen. Omdat er nieuwe mensen geld komen spenderen, maar ook omdat de dorpen worden opgenomen in de ruimte waarin een grote speler als Airbnb kapitaal accumuleert. In de netwerktheorie is het belang van een punt af te lezen aan de hoeveelheid verbindingen. Een punt waarin veel lijnen samenkomen, is een hub. Nog los van de mate van culturele of sociale connectie die dat met zich meebrengt, wijzen extra lijnen in het netwerk vooral ook op een groeiende verwevenheid met mondiaal kapitalisme.

(Geen) gentrificatie

Onze gidsen in Salemi, en later ook in Cammarata, zijn vrijwilligers die zich inzetten als community builders en zich ontfermen over de huisbezoeken en het adviseren van mogelijke kopers. Volgens hen wordt hun stad of dorp de mooiste plek op aarde, een hub, een smeltkroes van ideeën en culturen. Een microkosmos. Wij moeten daarbij aan gentrificatie denken, een proces dat je zou kunnen definiëren als de omvorming van een periferie naar een centrum. Met natuurlijk de ingrijpende gevolgen: een verandering van (leef)cultuur, stijgende huizenprijzen, en dus een omvolking van meestal sociaaleconomisch zwakkere bevolkingsgroepen naar mensen uit de middenklasse.

Salemi

Dat ligt in het Siciliaanse binnenland anders dan in de doorsnee stad: er is zo’n overschot aan huizen, dat het aantrekken van nieuwe mensen niet ten koste gaat van eerdere bewoners. Om de dorpen opnieuw op de kaart te zetten, is het nodig dat hier jonge mensen komen wonen die initiatief nemen. Want het moet gezegd, nu valt er buiten het drinken van een espresso en genieten van het uitzicht weinig te beleven.

Aanvankelijk golden strenge regels voor de 1-euro-huizen, tegenwoordig moet je enkel binnen de drie jaar gerenoveerd hebben.

Misschien daarom ook dat het 1-euro-idee nauwelijks op weerstand van lokale inwoners lijkt te stuiten. Toch is het afwachten in hoeverre nieuwe eigenaars zich in het gemeenschapsleven zullen mengen. Aanvankelijk golden strenge regels in verband met permanent verblijven en een zaak starten, maar daar blijft tegenwoordig weinig van over. Op de meeste plekken moet je enkel binnen de drie jaar gerenoveerd hebben. Dat geldt bovendien alleen voor de 1-euro-huizen, niet voor de affordable houses die de meeste dorpen ondertussen ook aanbieden – zonder voorwaarden.

De vraag is of de plek op die manier niet onder druk komt te staan: zij het niet door klassieke gentrificatie, dan wel door de toestroom van een groot aantal gelukzoekers met een (deeltijdse) bucolische droom.

Identiteit en authenticiteit

Zo’n droom aardt natuurlijk goed op een plek waar je je permanent op vakantie waant. Goethe noemde Sicilië al de sleutel tot Italië, maar vooral het laatste decennium klimt het eiland steeds hoger op de lijst van toeristische bestemmingen. In Palermo is dat sterk zichtbaar, en ook in kleinere steden én in de 1-euro-dorpen wordt dat duidelijk: bordjes van Airbnb, herschilderde wegwijzers naar bezienswaardigheden. Ook veel 1-euro-huizen krijgen een toeristisch oogmerk. Kunnen deze dorpen dan hun historische eigenheid en authenticiteit behouden?

Het oude Cammarata, met op de achtergrond San Giovanni Gemini

Authenticiteit heeft te maken met identiteit, die wortelt in geschiedenis. De Siciliaanse geschiedenis is nadrukkelijk veelzijdig: de geschiedenis van het Afrikaanse, het Europese en het Aziatische continent komen er samen, door middel van zeevaarders, handelsvloten en migratie. Sicilië is altijd zowel de rand van het rijk waartoe het behoorde als een knooppunt in de Middellandse zee geweest. Dat zie je vertaald in de hybride cultuur die onder meer leeft in de keuken (pasta met rozijnen?!) en de bouwkunst (Arabische, Byzantijnse en Normandische elementen in één enkele kerk). En ook vandaag nog is Sicilië een plaats waar veel samenkomt. Het eiland is een evidente halte op de route van mensen op de vlucht van het zuiden naar het noorden. Tegelijk zijn Sicilianen zelf een sterk migrerend volk. Machtswissels, armoede en werkloosheid hebben velen doen vertrekken: naar Genk, Luik, New York, Buenos Aires.

Historisch gezien is verandering een belangrijk deel van de Siciliaanse identiteit.

Die geschiedenis is één aspect waarmee de 1-euro-beweging investeerders hoopt te lokken. Maar de interesse van de buitenlandse kopers wordt nog meer gewekt door de supermix van het filmische ideaal van het Italiaanse dolce vita (het beeld), de indruk van afgelegenheid (die praktisch gezien wel meevalt door het gemak waarmee veel mensen vliegen) (de afstand) en de weelde van de vulkanische bodem en het weer (de geografische eigenschappen). Dit zijn de bouwstenen voor ‘de authentieke, Siciliaanse levensstijl’ die samen met het huis verkocht worden.

Salemi

Van hun rijke geschiedenis lijken vrijwel alle Sicilianen vooral te onthouden dat verandering een belangrijk deel is van de Siciliaanse identiteit. Het idee van verandering als deel van een traditie, brengt een verfrissend perspectief binnen in het denken over wat traditie juist betekent. Die openheid voor nieuwkomers met mogelijk andere ideeën, is een mooi en leerrijk ideaal en een instelling waar veel andere plekken iets van kunnen leren. En op Sicilië is het nuttig om de keuken, de maffia of de architectuur te begrijpen. Maar in de context van village branding misschien ook een drogreden om ieder stukje economisch potentieel met open armen te verwelkomen.

Het 1-euro-project heeft zo een vreemde, dubbele verhouding met die door veelzijdigheid gekenmerkte authenticiteit. Enerzijds doet de authenticiteit dienst als een troef om kopers te lokken (naar plekken met een welbepaald, authentiek karakter), anderzijds is het net authentiek om, in de geest van de geschiedenis, de plaats met zo’n project desnoods grondig te veranderen.

De oude steegjes en trappen waar de nieuwkomers voor vallen in 1-euro-dorpen, zijn een reden voor de Siciliaan om te verhuizen.

Tradities maken op hun beurt deel uit van wat je de Siciliaanse identiteit zou kunnen noemen. Die zijn niet zozeer gelinkt aan afkomst (men is van overal gekomen), maar aan de omgeving en de bodem (men richt zich vervolgens wel op dit stuk land). Lokaal eten, bijvoorbeeld, is een kwestie van trots, pragmatisme en gewoonte, meer dan een ecologische of hippe, eigentijdse keuze. Wie van de streek is, weet waarom de olie van olijven op de heuvels rond het dorp zo’n specifieke (de beste) smaak heeft, dat de kappertjes van Ustica of Pantelleria en de kaki’s uit Misilmeri moeten komen.

Salemi

Al dat eten illustreert het beeld van la dolce vita. Tegelijk is lang niet alles wat buitenlanders aantrekt aan de veronderstelde Siciliaanse authenticiteit, echt (nog) authentiek. In de 1-euro-dorpen zijn voornamelijk de historische centra leeggelopen: de steegjes en de trappen waar de nieuwkomers voor vallen, zijn een reden voor de Siciliaan om te verhuizen naar de rand waar de winkels dichterbij zijn en je altijd met de auto tot voor de deur kan rijden (wat ze natuurlijk ook toegankelijker maakt voor de doorgaans oudere bevolking). La dolce vita is dus hoogstens vintage authentiek.

Gezocht: international artists

In Salemi laat 1-euro-huizen-verantwoordelijke Fabrizio ons het standbeeld zien van de Oost-Vlaamse schilder Patrick Ysebaert, die een huis had in het oude centrum. De gemeente is er trots op. Zowel Fabrizio als de burgemeester benadrukken de wil om kunstenaars naar Salemi te lokken. En niet alleen in leeggelopen stadjes waar men voor kunstenaars een rol ziet weggelegd bij het heruitvinden ervan. Het is opvallend hoe kunst, meestal weggezet als economisch weinig interessant, soms plots nadrukkelijk opduikt, geïnstrumentaliseerd als imagostimulerende motor voor uitgesproken economische doeleinden. Denk maar aan de affiches op de werven van nieuwbouwprojecten (wonen tussen groen, basisvoorzieningen en kunst – de galerij om de hoek drijft de prijs van een appartement nog verder op).

Kerkgebouw in Nuova Gibellina

Wat hier telt is niet het werk, maar de mens of de idee; de artist, of beter nog de international artist, als statussymbool. Van alle mogelijke, niet-kapitaalkrachtige inwijkelingen, heeft de kunstenaar vermoedelijk het interessantste profiel: vaak hoogopgeleid en werkzaam (geweest) in grote steden, met een netwerk. De verpersoonlijking van een hub. Daarbij komt nog de romantisering van het kunstenaarsbestaan, die prima past bij – en bijdraagt aan – de dolce vita-associaties.

Ondanks de investeringen en de verhoopte artistieke faam faalde Nuova Gibellina. ‘Het grootste openluchtmuseum van Europa’ staat akelig leeg.

De kunstenaar is wel vaker een centrale figuur in het proces van stadsontwikkeling en citymarketing. Een beetje verder in de heuvels ligt Gibellina. Hier was de aardbeving van 1968 zo krachtig dat ze de overgrote meerderheid van de huizen en stedelijke infrastructuur verwoestte. Nadat de bewoners van het dorp jaren in barakken hadden geleefd, besloot de lokale overheid een nieuw Gibellina te bouwen: Nuova Gibellina. Het verrees om ‘economische redenen’ (een deal met landeigenaren van de maffia) op een lager gelegen stuk grond nabij de autostrade; Nuova Gibellina zou een stad worden voor bijna dubbel zoveel inwoners als het oude Gibellina. Bovendien werden gerenommeerde architecten en internationale artiesten ingeschakeld bij het ontwerp en de uitwerking. Ondanks de enorme investeringen en de verhoopte artistieke faam faalde het project. Nuova Gibellina – ‘het grootste openluchtmuseum van Europa’ – staat akelig leeg.

Muurschildering in Nuova Gibellina

De belangrijkste reden daarvoor is het ontbreken van een visie voor de stadsplanning en draagvlak bij de bevolking. Dat hoeft niet echt te verbazen: mensen voelen zich bedrogen als ze zien hoe aannemers hun huizen optrekken met minderwaardige materialen, en er ondertussen voor veel geld bevreemdende, weinig communicerende sculpturen verrijzen op de pleinen. Men had wellicht beter ook enkele kunstenaars gekozen die werk maakten in een iets minder dystopische, brutalistische betonnen jaren-90-stijl. Voor het enorme onvoltooide theater, dat al meer dan dertig jaar ten prooi is aan verval, werden onlangs nog nieuwe plannen openbaar gemaakt: het wordt omgevormd tot de ‘Consagra Innovation Hub’, met fondsen van het Italiaanse Ministerie voor het Zuiden en Territoriale Cohesie. De geschatte kost is vijfenzestig miljoen euro.

Kan je van een verplaatst, planmatig stadje, opgesmukt met grootstedelijke elementen, verwachten dat het tot bloei zal komen?

Het Palermitaanse Studio Marginal, een research studio in het veld van maatschappelijk georiënteerd design, werkt al enkele jaren rond de utopie/dystopie die Nuova Gibellina symboliseert. Zij stellen accuraat: ‘Gibellina Nuova is een referentiepunt in de geschiedenis van de architectuur en design, niet omwille van de waarde van het project op zich, maar omwille van wat het representeert: het is een voorbeeld van hoe een maatschappelijke visie botst met de realiteit. De visie die aan Nuova Gibellina ten grondslag ligt was in vele opzichten een geglobaliseerde visie, die ook vandaag nog behoorlijk dominant is: een top-down implementatie gebaseerd op oneindige economische groei die Kunst gebruikt als politieke tool.’

Nuova Gibellina was dus van begin af aan een project met mankementen. Maar kan je van een verplaatst, planmatig stadje, gestript van zijn authenticiteit en opgesmukt met grootstedelijke elementen, überhaupt verwachten dat het tot bloei zal komen? Of mist het de voedingsbodem om zomaar als nieuw centrum op te rijzen?

Maakbare centra

Honderd kilometer oostwaarts van Nuova Gibellina en Salemi, in Cammarata, zijn het Martina en Giuseppe van het burgerinitiatief Streetto die ons rondleiden. Hier is de grootste troef wellicht het uitzicht op de bergen van het natuurreservaat vlakbij. Wat het jonge koppel wil doen, lijkt nog het meest op het samenstellen van een cohousing. In dit geval niet in een op te knappen industrieel pand of een nieuwbouwcomplex, maar in de straatjes van het oude centrum. Ieder heeft daarbij z’n eigen woning, maar zij kiezen wel mee hun buren. De kroon op wat het nieuwe Cammarata vecchia moet worden, is een soort gemeenschapscentrum, met ruimte voor een coworkspace, een bar en een polyvalente ruimte. Voor expo’s bijvoorbeeld, of yoga, want op de plaats van afspraak kruisten we net nog Asta, een Ijslandse yogadocent die op internet over de huizen las; ze is helemaal verkocht.

Mussomeli

Martina en Giuseppe kiezen met een toekomst in hun geboorteplaats bewust niet voor een grote stad, maar hopen tegelijk wel om een aantal stadse functies en gewoontes aan te trekken – met faciliteiten voor een rijk sociaal en cultureel leven, en een enigszins kosmopolitische sfeer. Het is hoe dan ook opvallend hoe relatief begrippen als centrum en periferie telkens blijken: binnen de 1-euro-dorpen zijn nieuwe, lagergelegen centra ontstaan, terwijl de historische centra van die plaatsen door ontvolking een perifere status hebben gekregen. Voor Martina en Giuseppe mag heel Cammarata een bloeiend centrum worden in het Siciliaanse binnenland. Maar – Nuova Gibellina indachtig – hoe maakbaar is een centrum?

Het lokaliseren van centra is niet langer een louter geografisch gegeven.

Aangezien het mondiale netwerk zich vandaag vooral virtueel vertakt, is het niet zo gek dat kleinere, afgelegen plekken potentieel zien om op hun manier een knooppunt te worden. Glasvezelkabels (waarlangs nieuwe bewoners hun netwerk kunnen onderhouden) zijn daarbij een bondgenoot. Tot op zekere hoogte.

Het lokaliseren van centra is daarmee in elk geval niet langer een louter geografisch gegeven. De geografisch meest duidelijke periferie is waarschijnlijk die van de banlieus, de buitenwijken van de grote steden; waar mensen gesegregeerd leven op basis van sociaaleconomisch vermogen, en waar digital nomads nieuw leven zouden willen opbouwen, al kost dat maar één euro.

Schijnstedelijkheid

Als de zegswijze the middle of nowhere op een van de plekken waar we heen gingen van toepassing is, dan wel op Mussomeli. Op nog geen halfuur rijden van Cammarata gaat het door een nogal ruig, bergachtig landschap een eind de heuvel op richting het stadje.

Still uit The Godfather I. Het Corleone uit de film is in werkelijkheid Forza d'Argò en Sant'Alessio Siculo, dorpen aan de andere kant van Sicilië. Het echte Corleone is de nieuwste gemeente die zich inschrijft in de markteingcampagne van de 1-euro-huizen.

De Australiër Danny McCubbin stampte hier het sociale restaurant The Good Kitchen uit de grond. Als we voor zijn glazen deur verschijnen, is hij net bezig met de opruim van een maaltijd die hij rondbrengt naar mensen in quarantaine (de vijfde golf woedde ook in deze uithoek). McCubbin is niet aan zijn proefstuk toe; hij werkte jaren mee aan gemeenschapsprojecten van Jamie Oliver. Maar de context is op zijn zachtst gezegd verschillend: van Londen naar Mussomeli, van de City naar een leeggelopen stadje in de Siciliaanse heuvels. McCubbin zou er deelnemen aan een tv-programma voor de Britse televisie waarin acht ondernemers een project opstarten in een 1-euro-pand. Het programma sneuvelde door Covid-19, zijn huis en zijn project kwamen er wel.

Er is zoiets als schijnstedelijkheid, waarbij een gewoonte zijn oorsprong vindt op het platteland, waarna stadsbewoners zich ze toeëigenen en omvormen.

The Good Kitchen bevindt zich in een interessant spanningsveld. McCubbin brengt een stedelijk project naar een dorp, of misschien juister: hij introduceert een niet zo vreemd gebruik in een stedelijke vorm. Want het delen van maaltijden, zoals hij dat voor ogen heeft, gaat terug op waarden en gebruiken die traditioneel meer aanwezig zijn in kleinere gemeenschappen. Toch heeft hij moeite om al zijn eten uitgedeeld te krijgen: hij heeft gehoord, zegt hij, dat mensen het gevoel hebben iets af te nemen van een ander. Ze vrezen voor arm aanzien te worden of vinden de weg niet tot bij zijn restaurant. Zondagslunches moeten daar, eens corona uitgeraasd is, verandering in brengen.

The Good Kitchen in Mussomeli

In het nadenken over innovatie bestaat ook zoiets als ‘schijnstedelijkheid’. Vaak vindt een gewoonte zijn oorsprong op het platteland, waarna stadsbewoners zich ze – uit noodzaak, op zoek naar betere levensvormen – toeëigenen en omvormen. Zo’n gebruik noemen we stedelijk, maar eigenlijk klopt dat niet; eerder heeft het zich gehuld in de vormentaal van de stad (in het geval van The Good Kitchen: de huisstijl, de sociale media). Vaak is het degene die het traditioneel gebruik omzet naar de stedelijke context die de credits krijgt van innovatie. Wie vanuit de stad naar een dorp komt en er dan een korte-ketenwinkel opent, brengt de stad niet naar het platteland; hij brengt hoogstens iets terug in verstedelijkte termen.

Nieuwe Venetiës, culturele avant-garde of problematische gentrificatie zagen we voorlopig niet.

Het 1-euro project probeert iets te veranderen, en zeker als daar goede redenen voor zijn mag zo’n poging niet bij voorbaat worden afgeschreven. De focus op economische aspecten en buitenlandse investeerders, in combinatie met een marketing rond authenticiteit, is echter wel ambigu. We hebben een poging ondernomen om de fricties in kaart te brengen en tegelijk open te staan voor de dromen van huidige en nieuwe bewoners.

Nieuwe Venetiës, culturele avant-garde of problematische gentrificatie zagen we voorlopig niet. De case a 1 euro zijn ontegensprekelijk geslaagde marketing, maar in verhouding tot het megasucces van de online campagne is de verandering zeker (nog) niet schokkend. ‘s Winters loop je in het historisch centrum van Mussomeli of Salemi nog altijd in een ingeslapen stadje rond. Zij het binnenkort dan met een coworkspace of yogastudio, en een mix van talen. Naar ‘authentiek Siciliaans’ model.