Dierbare doodvriezende dakloze

Door Leen Huet, op Wed Feb 28 2018 23:00:00 GMT+0000

Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week schrijft Leen Huet een brief aan een doodvriezende dakloze, die de koude straat verkiest boven het warme politielokaal.

Ik las in de krant dat een burgemeester u wilde laten arresteren, zodat u in elk geval de nacht in een verwarmd politielokaal zou kunnen doorbrengen. In een ander artikel stond te lezen waarom u liever geen beroep doet op de schaarse nachtopvang in de stad: het zou er te druk en te vuil zijn. Om nog maar te zwijgen van de vele gevaarlijke types die er hun kans afwachten om anderen te beroven of te terroriseren.

Zo ver staan we dus.

Natuurlijk begrijp ik die burgemeester heel goed. Zijn oplossing is het beproefde middel, dat vroeger – toen de wet op de landloperij nog bestond – door al uw lotgenoten zélf werd toegepast. De zogeheten landlopers lieten zich toen bij het begin van de winter arresteren voor landloperij (het niet beschikken over een vaste verblijfplaats en middelen van bestaan) om dan naar de kolonies van Merksplas of Wortel overgbracht te worden. Die waren al sinds een eeuw ingericht op de opvang van daklozen. Uw lotgenoten leefden er als in een internaat, met slaapzalen en refters. Een vaste dagindeling, verwarmde ruimtes, aangepaste kleding, drie maaltijden per dag, geen alcohol of drugs. Uw lotgenoten konden er zelfs wat verdienen, in werkplaatsen of in het onderhoud van de kolonies zelf. Zodra het lente werd, vertrokken ze met hun geld om tot de volgende winter de bloemen buiten te zetten.

De landloperkolonie was een ouderwets systeem met zijn gebreken, maar het werkte wel.

Toegegeven: het was een ouderwets systeem met zijn gebreken, maar het werkte wel. U wist waar u aan toe was. Een enkele instantie baatte de opvang uit, waardoor u niet voortdurend van het kastje naar de muur werd gestuurd en steeds nieuwe ambtenaren en maatschappelijk werkers in de ogen moest kijken. Die instantie was het gezapige ministerie van justitie. Niemand brak er zich het hoofd over de maakbaarheid van de mens: u was een dakloze en mogelijk verslaafde, u kon afkicken in de winter maar daarna zette u uw zwerversbestaan verder. Daarvan ging men uit. Ongetwijfeld was men er te weinig optimistisch.

Dat vonden de Europese wetgevers in elk geval. Zij beslisten in 1993 dat het mensonwaardig was om mensen te veroordelen wegens armoede. Weg met die landloperskolonies. Vrijheid, blijheid, menswaardigheid! De poorten open, de mensen naar buiten. Daar bevindt u zich nog steeds. Daar zien burgemeesters geen andere oplossing dan u te laten arresteren om de koude te trotseren, niet wegens landloperij maar voor iets anders. Zodat ze u even kunnen opwarmen in het politielokaal, want doorzenden naar de kolonies kunnen ze niet meer. Daar is geen plaats meer voor u voorzien. Andere vormen van opvang zijn intussen niet of nauwelijks in het leven geroepen. Oeps. Foutje van onzentwege. Trek uw plan!

Kende u de kolonies, dierbare dakloze? In dat geval leeft u allang op straat, met zolen van wind, zoals de dichter Rimbaud dat noemde. Misschien zwerft u soms nog wel die richting uit, om uw vroegere verblijf terug te zien. Het is allemaal fris opgeknapt. Het is zelfs toeristisch geworden. Al die mooie bossen en negentiende-eeuwse infrastructuur. De boerderij waar u de koeien en varkens verzorgde en sigaretjes rolde, is nu een bezoekerscentrum geworden. Mooi ingericht, met een mooi restaurant. Mensen met dure fietsen komen er verpozen.

Wie uit de veilige verkavelingen stamt wauwelt voortdurend over mooie gevoelens en idealen, om zichzelf een warm gevoel te geven.

Erfgoedwerkers hebben getracht er het leven van de landlopers te evoceren. Hoe? Door uw dossiers en foto’s openbaar te maken. Mensen kunnen ze aanklikken en lezen hoe u heette, wat u mispeuterde en waaraan u leed. Dat is leerzaam. Erfgoedwerkers hebben van u en uw voorgangers amusement gemaakt voor de bewoners van de veilige verkavelingen. Discretie? Nihil. Inlevingsvermogen? Nihil. Ja, ik begrijp maar al te goed, dierbare dakloze in uw schamele slaapzak op de stoep, waarom u tegenwoordig op straat wilt blijven. Wie uit de veilige verkavelingen stamt, wie blijkbaar het recht heeft om uw leven te beheren en te beoordelen, die wauwelt voortdurend over mooie gevoelens en idealen, om zichzelf en andere verkavelingsbewoners een warm gevoel te geven. Al de rest is van geen tel. U weet dat en ik weet het ook.

Met beschaamde groet

Leen Huet