De materie van de mens. Een tirade.

Door Lucas Hüsgen, op Sun Jan 06 2019 23:00:00 GMT+0000

Rekto:verso vroeg aan de Nederlandse auteur Lucas Hüsgen of hij iets wilde schrijven over het einde van de mensheid, en of dat wenselijk was. Hij antwoordde dat hij zou zien wat hij kon doen, en bezorgde ons enkele dagen later ‘iets tussen tirade en essay, met tinten farce.’ Men zette zich schrap: wat volgt is geen knipselpoëzie.

Zit ik knipselpoëzie te lezen, vraagt iemand of ik wil nadenken of er (buitendien nog) zinvolle dingen zijn te bedenken inzake de mensheid. Ik krijg minstens mee dat sommige lui weer in haar willen geloven, als verwaarloosd universeel verschijnsel, anderen juist niet. Die menen dat haar centrale belang heftig op de helling moet. Maar wie mag die mensheid dan wel wezen? Steeds lijkt het om dezelfde deelverzameling te gaan: vooral die mensheid, die zoals ik, zodra ik dit schrijf, achter elektronica kruipen kan. Eerder niet het volk der Bakhtiari uit Iran, dat – als dat van de mullahs nog mag – leeft in geitenharen tenten en yoghurt maakt in pannen van geitenleer. Wel even wat anders dan leven met vingers, gemaakt voor elektronica (je ziet ze soms bezig, dat je denkt, daar was die hele evolutie voor bestemd!).

Stel je voor, je bent getrouwd en verliefd: rampen breiden zich uit.

Ook weer heel anders dan de Achuar, menselijke wezens uit het Amazonegebied, die hebben me toch iets raars: als mensen daar verliefd worden, heet dat daar een aandoening te zijn, draaien ze helemaal van door – overkomt ons ook wel, ook hier is verliefdheid soms een ramp, maar vooral omdat die gemoedstoestand het hoogste heet wat je kunt bedenken, zelfs Werther doorleefde met pervers genoegen zijn scala van verlangens als het meest oprechte dat een mens beleven kan, tot in uiterste consequentie, al spreekt daar tegenover de geliefde zo’n wreedheid uit (waar latere Duitsers op grote schaal wel raad mee wisten), dat de Achuar verliefdheid misschien terecht een aandoening vinden, veroorzaakt door een kwaadwillende sjamaan, dus daar wil je graag drastisch van worden genezen door een goedwillende collega, hoe kun je anders een beetje rustig getrouwd zijn, stel je voor, je bent getrouwd en verliefd: rampen breiden zich uit. Ik weet niet of het nog zo is, maar op de Soenda-eilanden deden ze tijdenlang ook rare dingen. Zou je tegenwoordig in het Witte Huis moeten proberen: zodra op zo’n Soenda-eiland een leugen de ronde doet, leggen de dorpsbewoners takken op de plek waar de leugen is verteld, de stapel groeit en groeit, totdat niemand meer de leugen kan ontkennen, de leugenaar de bonte hond van het gezelschap wordt.

Welke deelverzameling vervult meer dan de ander de kerntaak van menszijn?

Kortom, als we het dan over de mensheid moeten hebben, waar begint dan (zonder te liegen!) het afwezige belang van de mensheid als zodanig, en hoe groot is in dat antwoord zelf het aandeel van de leugen? Heb ik een leuke proef voor. Stel je voor, er is een grondstof die van extreem belang is voor het voortduren van het welvoorziene deel van de mensheid in dichtbevolkte streken met constant het licht aan zodat insecten er zich kapot op vliegen, maar vervelend genoeg is er maar een enkele plek op de hele wereld, waar je die grondstof tegen rijkelijke opbrengst kunt delven. Laat daar nu net een volksstam wonen die helemaal niet aan iPads en dat soort dingen doet; niet rondloopt in T-shirts en jeans, maar gewoon in hun kloffie van duizenden jaren her. Van die wilden die yoghurt maken in geitenleren pannen, of die doodsbang zijn voor verliefdheid, of takken stapelen als er gelogen wordt. Raar. En stel je voor, de delving van die grondstof betekent onontkoombaar ook het einde van hun eeuwenoude cultuur, inclusief door totale verwarring en vernedering vervroegd afsterven van diezelfde mensen. Dan is de vraag: wie moet er worden opgeruimd, of minstens zwaar gehinderd worden in zijn voortbestaan? Waar exact ligt het belang van de categorie ‘mensheid’? Moeten wij voort laten bestaan al diegenen met opvattingen over politieke systemen, vele miljoenen in getal, of een stelletje zonderlingen, een handjevol, misschien een paar duizend, tussen de wilde bossen, of in stenig gebied, waar je al blij mag zijn, als je een geit tegenkomt? Welke deelverzameling vervult meer dan de ander de kerntaak van menszijn? Eerlijk zeggen, je weet hoe het gaat met die takken. Voor je het weet, ligt je stad ermee vol, omdat jij de hele tijd leugens op je smartphone zit te typen, en maar rondfietsen. Echt hoor, dit soort keuzes krijgen we, hebben we al, want het is allemaal wel leuk, wat ze verkopen over duurzame energie en zo, klinkt allemaal hartstikke menslievend, links, ecologisch en zo verder, maar die grondstoffen zijn rotdingen, die zitten net als olie in de grond, voor je het weet, moet je ze op de gekst mogelijke plaatsen zoeken, dreigt zo’n groepje zonderlingen een deel van de kosten te worden, en je weet hoe dat is met kosten en baten. Het is ook deel van het oude begrip grenzen aan de groei, ik groeide op in een straat waar een heel beschaafde meneer helemaal opging in de eerste editie van het gelijknamige rapport van de Club van Rome, met als gevolg dat hij zijn smalle voortuintje helemaal dicht liet woekeren, ik heb me daar toch een beetje door laten bepalen, al wil ik het soms niet weten, maar aan de algehele situatie is in positieve richting sindsdien helemaal niks veranderd, we zitten nog steeds grofweg op schema, nog altijd geldt, dat er breekpunten komen, dat de natuur geen halt houdt voor goede bedoelingen. Egocentrisme van die rotnatuur. Dat je straks niet eens meer genoeg takken over hebt om de leugens over eeuwigdurende duurzaamheid te kunnen aanduiden. Nou, zeg op, wie is er belangrijker?

'Biotoop Bahnhof', Lucas Hüsgen (2016)

Ik ben niet zo’n groot liefhebber van gefilosofeer over de mensheid in het algemeen.

Ik ratel maar wat, een beetje bozig, maar denk erover na, schat. Ik bedoel vooral: ik ben niet zo’n groot liefhebber van gefilosofeer over de mensheid in het algemeen. Voor je het weet, gaat het domweg om verhalen die nieuwe belangenconflicten moeten verhullen. Dan roepen al gauw steeds meer mensen, dat we de mensheid niet meer zo belangrijk moeten vinden. Terwijl er nog nooit zoveel mensen op de planeet zijn geweest, waanzinnig veel, het wordt alleen maar drukker. In het Neanderthalermuseum, in het desbetreffende dal, ooit afgegraven om industriële grondstoffen met vondst van de prehistorische antropoïde tot gevolg, staan drie glazen kubussen opgesteld met daarin menselijke figuurtjes die de bevolkingsdichtheid uit drie verschillende periodes verbeelden: je mag van geluk spreken dat je in die van de huidige tijd niet van het randje naar beneden kukelt, eentje zit er al klaar. Bijkomend probleem: van de ene kant willen veel mensen zoveel mogelijk vertier van elektronica, maar van de andere kant, nu wordt het vervelend, maken diezelfde lui allengs mee dat hun genotsartikelen zogeheten kunstmatige intelligentie steeds meer op een lijn met de eigen hersenen plaatsen, hun eigen hersenen dus nutteloos lijken te verklaren. Maar ze moeten wel eens in de zoveel maanden gaan stemmen, met hun nutteloze hersens. Levert een vervelend spanningsveldje op. Je vermaakt je te pletter aan wat uit is op je afschaffing. Binnen een toch al bestaand socio-economisch kader van machteloosheid. Laten we eerlijk wezen: de verenigde socialisten van deze planeet zijn in de loop der jaren vergeten dat het hen ooit, lang geleden ging om eerlijke verdeling van de eigendom, dus niet alleen meer betere lonen, betere arbeidsvoorwaarden en dat soort dingen, maar nee, ervoor vechten dat mensen de macht over hun eigen arbeidskracht hebben, goed oud anarchistisch ideaal, en doe je dat niet, dan moet je niet raar opkijken, als het gevoel van machteloosheid enkel nog maar toeneemt, zeker nu, want je kunt wel lekker spelen op je sociale media, maar daar heb je al helemaal niks te vertellen, wat je ook uitkraamt, het is uiteindelijk bestemd voor reclamebureaus, dus het wordt alleen maar erger, en dan zijn er altijd, kun je zomer- én winterklok op gelijk zetten, rattenvangers. Hoe meer kunstmatige intelligentie, hoe groter de kans op, uhm, populisten, ach, laten we het vuile woord gewoon gebruiken, fascisten in de politiek, zeker omdat fascisme gaat over de mechanisering van het menselijk gedrag. Of planbaarheid, invoegbaarheid, gehoorzaamheid, programmeerbaarheid, hoe je het noemen wil. Komen mij intellectuelen vertellen dat kunstmatige intelligentie zo’n prachtig moment van vooruitgang vormt, voelt mijn galblaas allerlei vervelends. Hoe maak je mensen die van huis uit geen machines zijn, tot invoegbare machines? Bijvoorbeeld: door ze in een constante staat van paniek te laten verkeren, ze te laten verstijven van angst, zodat ze des te liever naar de fitness gaan, echte robuuste lijven krijgen. Moet je ze ergens bang mee maken? Kunnen fascisten best. Blijkt elke dag opnieuw, steeds erger. Hoef ik het niet eens over vluchtelingen te hebben. Zelfs populisten heb je er niet voor nodig. Het kan heel onschuldig. Neem die wolven tegenwoordig. Die rukken op, bevrijd van het IJzeren Gordijn, lieverds. Vind ik op zich heel mooi. Maar je krijgt dubbelzinnige verschijnselen. In Noordrijn-Westfalen is recent officieel vastgesteld, dat daar een wolvin sedentair geworden is. Ecologen vinden het prachtig, andere mensen zijn minder enthousiast, met name schaapherders en geitenhoeders, want het is domweg een feit dat dieren van hen door die ene wolvin zijn opgevreten. De politiek bedenkt een oplossing: ze stelt geld beschikbaar om de schapen en geiten beter te beschermen, meer hekken, meer speciaal opgeleide waakhonden en dat soort dingen. Maar als straks de wolvin uit arren moede toch een mens aanvalt? Wat dan? Hekken rond de mensen? Iedereen voor een zacht prijsje een gesubsidieerde wolfshond? Ik zeg niet dat de wolvin nu dood moet als oplossing. Maar het is zo typisch, de nostalgische natuur wordt meteen tot dreigement gemaakt. Je kunt als politiek ook besluiten dat het jammer is van die paar geiten en schapen, al weten de Bakhtari daar heus wel raad mee, maar dat moeten we maar pikken. Als we ecologisch willen zijn, moeten we misschien een voorbeeld nemen aan de oude berserkers, ons identificeren met de wilde wereld om ons heen, dus allemaal als wolf ’s nachts het bos in. Het is wetenschappelijk vastgesteld, dat menselijke ingrepen in een biotoop, hoe schijnbaar bescheiden ook, verstrekkende gevolgen hebben die zich uiten in de geluidscomplexen van het geheel.

Die robots, wat zijn dat nou helemaal; zand, metalen, plastics d.w.z. olie. Dat moet allemaal uit de grond komen, en er moet steeds meer uit de grond komen, dus er zit steeds minder in de grond.

Ratel ik verder: het peperboompje in Zuid-Afrika. Dat wordt gebruikt in traditionele geneeskunst. Klinkt goed, toch? Lekker natuurlijk en duurzaam, kan niet fout, goed voor iedereen. Dus dat loopt best lekker bij de toenemende verstedelijking met bijbehorende hang naar de goede oude tijd, maar zal je altijd zien dat het peperboompje nu op het punt van uitsterven staat, ook de beschermde exemplaren in de Nationale Parken. Worden er kweekprogramma’s bedacht om het peperboompje te redden, wat leidt tot toename van het aanbod, steeds verdere rationalisering van het proces met negatieve effecten op de waterhuishouding et cetera. Zo gaat dat snel met duurzaamheid: de natuurlijke grenzen aan de mogelijkheden. Ik word zo moe van de mensen die doen alsof die niet bestaan. Die bijvoorbeeld ook doen alsof alles voor de rest van de geschiedenis gerobotiseerd kan worden. Ik vind dat zo verpletterend dom dat ik daar nauwelijks nog serieus over kan praten zonder woest te worden. Of cynisch. Die robots, wat zijn dat nou helemaal; zand, metalen, plastics d.w.z. olie. Dat moet allemaal uit de grond komen, en er moet steeds meer uit de grond komen, dus er zit steeds minder in de grond. Dat is nu al de spuigaten uit aan het lopen. Zelfs een zandtekort dreigt, echt waar. Je moet je enorme toename aan flatgebouwen, straten, industriële siliconen toch ergens vandaan halen? Woestijnzand, veel te glad, heb je geen biet aan. Kuststroken, zeebodem, daar is de zandhandel nu aan toe. Afschaffing van de mensheid, afschaffing van het zand, zal je bedoelen. Je moet het dom uitdrukken, snapt iedereen het. Heb ik van het NOS Journaal geleerd. Maar ik ben niet zo goed in het kneuterig maken van de Nederlandse taal. Recycleren, hoor ik nu. Als met alles: je maakt de grondstoffen goedkoper, door vergroting van het aanbod. Met alle gevolgen van toenemende vraag van dien. Er loopt een proces van algehele robotisering dat domweg niet kan lukken. Vind ik niet erg, maar de voorgestelde gelukzaligheid der toekomst is onwaarschijnlijk. En moet je dus kijken, wat we nu al aan politiek geteisem hebben dat misbruik maakt van algemene machteloosheid. En links intellect zit maar links te wezen, maar kent het begrip ‘materie’ niet. Die moderne socialisten zijn slaven van het grootkapitaal, vooral van een enkel bedrijf, het doet iets met duimen. Dat belang dienen ook zij in allerlaatste instantie. Hoe verontwaardigder ze zich uiten, daar ga ik weer, hoeveel beter het is voor het kapitaal, want door de afstelling van algoritmen op hevige emotie, hoe beter je bent voor het bedrijfsleven, als je foetert op het neoliberalisme. Het intellect is virtueel, ook in de zin van feitelijk afwezig. De intellectuele heiligverklaring van kunstmatige intelligentie is een zelfrechtvaardigingsreflex van de volgende kaste die worstelt met zijn eigen machteloosheid. Terwijl kunstmatige intelligentie dus vooral interessant is voor wie de inhouden mogen bepalen. Wie ervoor hebben doorgeleerd. Heersende techneutenklasse. Zij gaat bepalen wat mensheid is en wat niet. En die slimmeriken willen ook wel eens naar het bos. Of zwemmen, snorkelen. Dan is het handig als je een recreatiepark hebt. Noemen ze de natuur. En dat zit dus in de problemen. Dus niet de natuur, het recreatiepark. Want hoe zit dat met die zeeën: ga je over een paar jaartjes snorkelen, zijn er nergens meer spectaculaire vissen. Allemaal kapot getreiterd. Dus hoe zorg je ervoor dat dat recreatiepark leuk blijft, al zit er niks meer in? Nou, dan huur je een filosoof die de zogeheten superobjecten van ecologische neergang, klimaatverandering of het algemene afsterven aller soorten tot klassiek fatum verheft. En zij heetten hem de Heilige Timotheus van Mortonië, want hij leerde hen anders tegen de werkelijkheid aan te koekeloeren. Ouderwets? Nee, geheel en al naar de geest van de eigen spirituele tijd. Je moet niet de wereld veranderen, maar je mind. Je eigen ik behandelen als een functie van je beeldscherm. Alles wat je om je heen ziet, is een functie van je beeldscherm. Dus als je ergens anders tegenaan kijkt, dus: een andere website zoekt, zie je meteen iets anders. Wordt het opeens een stuk minder erg. Wat je ook doet, je kijkt naar het beeldscherm, je bent lekker veilig thuis. Wat zou het, als er over een paar decennia enkel nog plastic en kwallen in de zee ronddarren. Kan gebeuren. Die kwallen nemen de macht over. Niet alleen in zee, ook op aarde. De machtsovername door de kwallen is in volle gang.

'Biotoop Bahnhof', Lucas Hüsgen ( 2016)

Diegenen die de mensheid als gepasseerd station presenteren, wens ik, wat zal ik zeggen, nou: ernstige opstanden toe.

Even tot rust komen. Wat ik maar zeggen wil: diegenen die de mensheid, om welke reden dan ook, als gepasseerd station presenteren, wens ik, wat zal ik zeggen, nou: ernstige opstanden toe. Dat de tot arbeiders in kopermijnen, coltanmijnen en zeldzame-aardmetalenmijnen afgewaardeerde inboorlingen (wees eerlijk, zo kijk je in het Westen toch tegen ze aan?) in opstand komen en de macht grijpen. Huppa, de elektronica-industrie dik in de problemen. Prijzen knallen omhoog. In andere industrieën gaat het ook loos. Intellectuelen schamen zich opeens voor het woordje ‘postindustrieel’. Wees niet bang, de opstanden worden vast neergeslagen, dan komen er wat omzwachtelende televisiereportages, misschien wat conferenties, dan gaat het gewoon weer verder, want die arbeiders hebben nu eenmaal geen wapens van enige importantie, en veel van die zeldzame aardmetalen worden vooral in China gewonnen, en communisten houden niet van opstandige arbeiders (hoor ze brullen: ‘wil je windturbines, prima, maar vergiftig dan je eigen lokale grond maar, ginds in het Westen!’) zonder ruggenspraak met de partijcommissarissen die de partijkas in de gaten houden, dus dat gaat allemaal niet lukken. Maar het zijn wel allemaal levende mensen. Met aderen en de hele reutemeteut. Het zou een moment zijn waarop het bestaan van grondstoffen en het materieel-menselijk aandeel eindelijk als van fundamenteel belang zou doordringen. Zodat de zelfhypnose achter het jolige beeldscherm pijn doet aan de ogen. Er een antiracisme op gang komt dat verder gaat dan opwinding over Zwarte Piet. Dus geen symbolisch charitatieve zelfverliefdheid maar een keihard materialistisch antiracisme.

Duurdere elektronica, minstens, eis dat! Pas als je daartoe bereid bent, kun je over de ecologische en elektronische toekomst van de mensheid nadenken.

Duurdere elektronica, minstens, eis dat! Pas als je daartoe bereid bent, kun je over de ecologische en elektronische toekomst van de mensheid nadenken. In acht houdend ook, dat we alleen al op taalkundig niveau de natuurlijke en menselijke sfeer niet van elkaar kunnen lossnijden, neem woorden als kokerjuffer, admiraalsvlinder, wijfjesvaren, maskerslak, bakkerstor, doodgraver, museumkevertje, paapje. Toch maar eens de mensheid accepteren, als een wirwar van gelijkwaardige, betekenis zoekende, basale wezens, naast elkaar? Hebben we nooit echt gedaan. Eerst daar eens flink mee aan de gang, zorg er dan wel voor dat niemand takjes moet gaan stapelen! En ook: word je minder snel verliefd, heb je eventueel minder mensen. Minder slechte muziek ook, in het bos minder oordopjes, net zoals de Achuar! Nu ga je wel heel ver, foei! Ga lekker verder met die heldere lichtvoetigheden waarin alles zweeft, niets de overhand neemt, de tot poëzie aaneengeplakte knipselflarden van Herta Müller. Spreken we elkaar later misschien, idioot.