De klassenstrijd is reëel. Verslag van de inbeslagname en vernieling van culturele kapitaalgoederen
Door Mathijs Tratsaert, op Thu Mar 20 2025 09:00:00 GMT+0000In gesprekken over structurele ongelijkheid in de culturele sector blijft klasse opvallend vaak onvermeld. Toch gaat achter veel kunstenaarslevens een erfenis, toelage of ander klasseprivilege schuil. Dichter Mathijs Tratsaert breekt binnen in de onzichtbare economie van het culturele kapitaal. Acht kunstenaarsportretten.
Alle mensen zijn intellectuelen
maar niet iedereen krijgt in de samenleving
de rol van intellectueel
– Antonio Gramsci
J.L.
J.L. is dichter en woont in een huis dat eigendom is van zijn moeder. Hij betaalt elke maand een symbolische som huur van €100. Op zijn zestiende werkte J.L. een maand lang in de conservenfabriek van het kerkdorp waar hij opgroeide, een Vlaams middenklasseritueel dat twee doelen dient: het creëren van de illusie van klassebegrip en het waarborgen van goede schoolresultaten. De boekenverzameling van J.L., een collectie van dertig meter ruglengte, werd opgestookt in de woonkamer.
I.N.
Auteur I.N. krijgt elke maand €1800 op haar rekening gestort van haar moeder. Ze is enig kind en ontvangt op die manier haar voorschot op de erfenis. Behalve een ‘appeltje voor de dorst’ (de woorden van de moeder) is de maandelijkse overschrijving ook een vorm van financieel pragmatisme: de familie omzeilt op die manier de Vlaamse erfbelasting van negen procent. Op haar 28ste is I.N. nog steeds student. Binnenkort behaalt ze haar derde masterdiploma. We hebben de villa van de moeder beklad met de woorden ‘de meritocratie is een leugen’.
B.R.
Het geluid van een geweigerde bankkaart kent B.R. niet en de daaropvolgende honger evenmin.
Beeldend kunstenaar B.R. is de zoon van een hartchirurg. De hartchirurg zag de kinderen van haar collega’s opgroeien tot onuitstaanbare klieren en begreep dat liefde voor een kind ook betekent dat je het afschermt van de toxiciteit van zijn klasseprivileges. Toen B.R. zich als tiener misdroeg, moest hij daar zelf de financiële gevolgen van dragen. Een dure, opzichtige wagen kreeg hij van zijn moeder nooit cadeau. Toch hoefde B.R. voor zijn studies niet te werken. Het geluid van een geweigerde bankkaart kent hij niet en de daaropvolgende honger evenmin. B.R. vindt dat hij, in tegenstelling tot zijn vrienden, in normale omstandigheden is opgegroeid. Hij ziet niet dat privilege zich in het lichaam voor het lichaam verbergt. We leren hier dat een varken zichzelf herkent aan de modder.
M.L.
Kunstenaar M.L. is de dochter van twee advocaten. Op haar achttiende kreeg ze een appartement binnen de grachtengordel cadeau. Sinds het beëindigen van haar tweede master verhuurt ze haar appartement voor net geen €2000 per maand, een bedrag dat ze zichzelf maandelijks uitkeert als loon voor haar intellectuele werk. Ze leidt een nomadisch bestaan en reist van de ene kunstenaarsresidentie naar de andere. Het is nauwelijks van belang of de residentie zich in Estland, Portugal of Roemenië bevindt: de mensen die ze ontmoet had ze ook in Frankrijk, Zweden of Slovakije kunnen ontmoeten. Deze transnationale tussenruimtes zijn vrijplaatsen waar creativiteit zichzelf niet moet verantwoorden, waar het denken niet gebonden is door verplichting en verantwoordelijkheid. Noemen we deze ruimtes vanaf nu de intellectuele Kaaimaneilanden en M.L. een ontduiker van de gemeenschapstaks? We noemen ze vanaf nu zo.
J.V.
Schrijfster en columniste J.V. hoefde nog nooit in loondienst te werken. Ze is zich zoals de meeste van haar peers bewust van haar geprivilegieerde positie en voelt zich verplicht om iets terug te geven aan de samenleving. Toen een kwaliteitskrant haar vroeg een tweewekelijkse column te schrijven, greep ze die kans met beide handen. J.V. strijdt voor de sociaal-economisch onderdrukte vrouw in al haar gedaanten: de onderbetaalde schoonmaakster, de postbruid in het nagelsalon, de sekswerker zonder papieren. Is haar beslissing om columns te schrijven authentiek of hypocriet? Legitimeert ze haar privilege op de rug van kwetsbare vrouwen of transformeert ze het tot een platform voor betekenisvolle solidariteit? Het antwoord is dat al deze stellingen tegelijk waar zijn. Het is ook waar dat we de ruiten van haar auto hebben ingegooid.
E.V.
In haar werk herschrijft E.V. haar levensverhaal tot een product dat door de middenklasse kan worden geconsumeerd.
Gevierd schrijfster E.V. groeide op als oudste dochter van een alleenstaande moeder. Journalisten vragen haar vaak naar de ontberingen van haar jeugd en het nachtwerk in een industriële wasserij waarmee ze haar studies financierde. Toen ze na haar afstuderen geen baan vond, zakte ze weg in schaamte, ziekte en depressie. In haar werk herschrijft E.V. haar levensverhaal tot een product dat door de middenklasse kan worden geconsumeerd. Ook wij zijn niet vrij van jaloezie en kleinmenselijk gedrag. We hebben het woord ‘KLASSEVERRADER’ in haar voordeur gekerfd.
S.V.
Kunstenaar en activist S.V. werd op zijn dertigste vader. Dat jaar deden zijn ouders hem en zijn vriendin een herenhuis cadeau met een waarde van naar schatting €800.000. Omdat S.V. zichzelf niet in staat acht in loondienst te werken en het huis niet wil verkopen zolang zijn ouders leven, is zijn alledaagse bestaan volgens de meeste maatstaven precair. Het rechtvaardigt een agressief meedingen naar projectsubsidies voor zijn artistieke praktijk. Zijn nagenoeg onbegrensde vrije tijd laat S.V. toe een uitgebreid netwerk te onderhouden binnen de artistieke wereld, waardoor hij de subsidies meestal binnenhaalt. In september, toen het gezin drie weken in Maleisië verbleef voor een huwelijk van vrienden, duwden we een nest ratten door hun brievenbus naar binnen.
K.L.
K.L. is een telg uit een miljonairsgeslacht. Hij bewoont een riante flat in Berlijn en schreef een bewonderend boekje over de Parijse Commune van 1871, dat in linkse bladen werd geprezen om zijn historisch onderbouwde reconstructie van de barricadegevechten en de overtuigende evocatie van proletarische woede. We hebben de huizen van de familie L. afgebrand, net als de kantoren van hun advocaten en verzekeraars. Daarna zijn we teruggekeerd om ook het puin plat te branden.

This article was published in the context of Come Together, a project funded by the European Union.