De aarde redden is ook een esthetische kwestie

Door Pascal Gielen, op Wed Apr 19 2023 22:00:00 GMT+0000

Pascal Gielen onderzocht de afgelopen jaren de gevoelige relatie tussen natuur en cultuur. Een van zijn opmerkelijkste vaststellingen: wetenschap en techniek alleen zullen de aarde niet redden. De ecologische crisis is in de eerste plaats een cultuurcrisis en de klimaatstrijd is daarom ook een kwestie van esthetica: ons zintuiglijke en emotionele vermogen.

Even voor de Russische invasie bracht de Oekraïense singer-songwriter Sasha Boole de profetische roman П​л​ю​щ ('Klimop’) uit. Daarin schetst hij een apocalyptisch beeld van zijn land na de oorlog. Er rest enkel een desolaat landschap met kapotgeschoten ruïnes. Geen mensen meer. Toch is er nog leven, woekerend leven zelfs. Klimop overal. De flora schiet eindelijk weer in volle bloei. Ons ecologisch probleem lijkt opgelost want de grootste bedreiging is geweken. De mens is eindelijk van het wereldtoneel verdwenen. Er is nog hoop voor onze planeet ...

De gedachte is even duister als absurd, maar ze raakt wel aan iets wezenlijks. Onze bezorgdheid om de natuur is in de eerste plaats een bekommernis om onszelf. In de klimaatstrijd staat niet zozeer de natuur centraal, wel de mensheid. We willen in de eerste plaats ons eigen hachje redden. Het gaat toch om de toekomst van onze kinderen, nietwaar?

Een blind geloof in de verlossing door wetenschap en techniek verdringt dat de klimaat-problematiek een zaak van de mens is.

De klimaatstrijd is diep van binnen antropocentrisch en daar is helemaal niets verkeerd mee. Het gaat juist scheef wanneer we dat humaan perspectief ontkennen, wanneer we denken dat we de oplossingen voor de klimaatcrisis volledig in de natuur moeten zoeken. Daaruit volgt algauw de gemakkelijke redenering dat we er met louter technologische ingrepen in de natuur wel uit zullen komen. Eco-kapitalisten doen het ons graag geloven. Met de juiste hoogtechnologische vondsten kunnen we onze vertrouwde manier van leven eenvoudigweg voortzetten. We mogen met de auto blijven rijden, zolang die maar elektrisch is. We kunnen zeker nog economisch groeien, als dat maar koolstofvrij gebeurt. Om de wereld te redden volstaat het om van fossiele brandstoffen naar groene energie over te schakelen, van kernsplijting naar kernfusie, en van zakenreisjes naar digitale vergaderingen. Dat de hele ICT-business vandaag al een grotere voetafdruk nalaat dan het mondiale luchtvaartbedrijf, wordt daarbij snel vergeten. Al scrollend voelen we nauwelijks dat we de wereld vanuit onze luie zetel oververhitten en vervuilen. En als we ons daar wel al zorgen over zouden maken, is er nog steeds hoop op andere planeten. Toch als we op eco-kapitalist bij uitstek Elon Musk durven rekenen.

Een blind geloof in de verlossing door wetenschap en techniek verdringt dat de hele klimaatproblematiek een zaak van de mens is. Met andere woorden: dat de natuurcrisis in feite een cultuurcrisis is. Wees daar de oorspronkelijke naam van de partij Groen niet op? Agalev: Anders Gaan Arbeiden, Leven En Vrijen. Dat was een oproep tot een andere levensstijl, tot andere gewoonten, waarden en normen. Inderdaad, een appel aan onze cultuur.

Onze fysieke omgeving bevat massa’s informatie die we veelal onbewust tot ons nemen. Ook dat is een kwestie van esthetiek.

Maar je leven veranderen, hoe doe je dat? Klimaatrapport na klimaatrapport, het worden er steeds meer. Maar wetenschappelijke argumenten kunnen ons blijkbaar niet geheel overtuigen. Veel empirisch bewijs, maar we blijven vlees eten, plastic consumeren, vliegtuigen nemen en ons suf scrollen. Ook na Covid-19: business as usual. We missen blijkbaar iets dat ons echt kan overtuigen. Als wetenschappelijke bewijzen niet helpen, wat dan wel?

Gedrag en cultuur veranderen doe je niet alleen met rationele argumenten. Affecten, emoties en ons gehele zintuiglijke vermogen spelen daarin een doorslaggevende rol. Zo hebben milieuactivisten al een tijdje het belang van eco-esthetiek ontdekt. De schoonheid van een landschap laten inzien kan mensen overtuigen om er ook ecologisch zorg voor te dragen. Esthetiek doet er dus toe, maar het gaat om veel meer dan een mooi plaatje.

Onze visuele prikkelcultuur leidt tot minder inlevings-vermogen in de kwetsbaarheid van mensen en dingen om ons heen.

Esthetica verbindt al onze zintuigen met emoties, sferen en stemmingen. Designers weten dat maar al te goed. Geluiden, kleuren, geuren, en temperaturen kunnen ons treurig of goed geluimd maken. Zintuiglijke ervaringen doen ertoe. Ze kunnen ons stress geven of juist laten concentreren. Ze kunnen ons ergens doen thuis voelen of ons net wegjagen. Onze fysieke omgeving bevat massa’s informatie die we veelal onbewust tot ons nemen. En ook dat is een kwestie van esthetiek.

De huidige digitale omgeving verleert ons met die informatie om te gaan. De onlinecultuur is een audiovisuele cultuur. Een esthetiek van louter kijken en luisteren. De visuele prikkelcultuur grijpt bovendien aardig in op onze concentratie en ritmiek. Ons zintuiglijke vermogen wordt erdoor aangetast. Het gaat om een esthetische deprivatie die ook tot minder empathie leidt: minder inlevingsvermogen in de kwetsbaarheid van mensen en dingen om ons heen. Esthetiek steunt immers deels ook op semiochemicaliën en spiegelneuronen. Dat zijn chemicaliën en neuronen die we voortdurend met onze fysieke omgeving uitwisselen, die ons permanent over de toestand van onze medemens en onze ‘medenatuur’ informeren. Zo is een vervuild luchtklimaat evengoed fysiek verantwoordelijk voor ons mentaal en sociaal angstklimaat. Angst kan je letterlijk inademen. Het gaat om gegevens die we achter ons scherm gemakkelijk ontlopen en verdringen. Ons esthetisch vermogen wordt erdoor vernauwd en onze affecthuishouding raakt erdoor verstoord. Wie een puberende gamer in huis heeft, begrijpt onmiddellijk wat ik bedoel. De onlinewereld heeft een enorm effect op ons gedrag en dus op onze cultuur.

Om de klimaatcrisis te overwinnen zullen we ons volledig esthetisch vermogen moeten inzetten.

Wat ik wil zeggen: cultuur steunt niet alleen op ethiek en moraal, maar ook op onze esthetische ervaringen, zoals die van de natuur. Onze levensgewoonten navigeren niet louter op rationele coördinaten, maar evengoed op ons zintuiglijk gemoed. Hier ligt dan ook een belangrijke taak voor onderwijs en cultuur: ons zintuiglijk vermogen zo ver mogelijk oprekken. Dat kan klein beginnen. Bijvoorbeeld geen smartphones meer in het klaslokaal toelaten is onderwijzen in dat esthetische vermogen. Maar verbieden is een negatieve pedagogie die ook om een positieve invulling vraagt. Daarom moet het vak esthetica aardig worden opgewaardeerd. Serieus worden genomen ook. Zoals betreffende docenten wel weten, gaat het om veel meer dan een praatje bij een plaatje. Onze volledige zintuiglijke huishouding wordt er opgeleid. Ons gedrag zal nauwelijks veranderen wanneer we die huishouding niet opnieuw leren balanceren. Om de klimaatcrisis te overwinnen zullen we ook ons volledig esthetisch vermogen moeten inzetten. Opnieuw leren voelen in de twee betekenissen van het woord: zintuiglijk en emotioneel – de aarde aanraken en erdoor geraakt worden.