Dansen op de deining: het succes van 'The Sea Within'

Door Eline Van de Voorde, op Tue Nov 20 2018 23:00:00 GMT+0000

Met The Sea Within, vanaf vandaag op tournee, versierde Voetvolk deze zomer in Oostende ovatie na ovatie. Hoe doen danser-choreograaf Lisbeth Gruwez en muzikant-componist Maarten Van Cauwenberghe dat toch, overigens niet voor het eerst? Je dans geliefd maken bij kenners én leken – een combinatie die vrij uitzonderlijk is in Vlaanderen – begint bij transparantie.

Tien danseressen vullen de scène met golvende elegantie. Ze laveren tussen rustgevende trance en ongeremde onstuimigheid. Een ongewoon zicht is dat Lisbeth Gruwez er zelf niet tussen danst. Haar danstaal herkennen we wel, maar we zien ook de individuele stijl van de verschillende danseressen. The Sea Within is een breuk met vorig werk, maar blijft herkenbaar als een stuk van Voetvolk | Lisbeth Gruwez.

Zelf zegt Gruwez dat ze met The Sea Within een emotioneel landschap wil creëren, waarbij ze minder frontaal werkt. Waren vorige voorstellingen – zoals Birth of Prey en It’s going to get worse and worse and worse, my friend – direct toegespitst op de zaal, dan is deze voorstelling meer scènevullend. Voortdurend valt ze vanuit verschillende perspectieven te bekijken, gebeurt er vaak van alles tegelijk.

The Sea Within toont de mogelijkheid tot gemeenschapsvorming zonder identiteitsverlies

Eerst komen de tien danseressen traag vanuit verschillende hoeken de scène op, om zo geleidelijk aan het volledige speelvlak te gaan benutten. Ze komen letterlijk dichter bijeen, waardoor hun individuen stilaan een eenheid gaan vormen. En ook al worden hun bewegingen nooit synchroon, het ritme is gelijklopend. Ze zijn ook vloeiender, eleganter en zachter dan we van Gruwez gewoon zijn.

Ook inhoudelijk zijn er verschillen met vorig werk. Vroeger leek veel te vertrekken vanuit een thematische onderlaag, die agressiever en directer naar voren werd gebracht, zowel in danstaal als in de opstelling op de scène. Zo zagen we in It’s going to get worse and worse and worse, my friend hoe Gruwez als een toreador met korte, snedige, soms agressieve bewegingen de extatische spreker vorm gaf.

In Birth of Prey lag de focus op het grimmige spel tussen roofdier en prooi, getoond in een intieme choreografie waarbij de kleinste details van Gruwez’ lichaam werden uitgelicht.

The Sea Within, Voetvolk (c) Danny Willems

The Sea Within werkt nu meer impliciet, terwijl de thematische en emotionele onderbouw ook meer optimisme in zich draagt. De voorstelling toont de mogelijkheid tot gemeenschapsvorming zonder identiteitsverlies en geeft vrouwelijkheid weer in al zijn complexiteit. We zien een slingerbeweging van individu naar groep: een proces en een zoektocht naar hoe de tien vrouwen kunnen samenkomen.

Een stap achteruit naar voren

Een en ander valt wellicht te verklaren vanuit de keuze om deze voorstelling met meer mensen te maken en te realiseren dan het gezelschap gewoon is. Het duo Lisbeth Gruwez/Maarten Van Cauwenberghe duikt er deze keer zelf niet helemaal in, maar zoekt, componeert, choreografeert en regisseert van op afstand.

Een uitdaging is dat zonder twijfel. Het is gewaagd om de podiumprésence van Gruwez zelf niet te gebruiken, aangezien ze net daar telkens om geroemd wordt. Vaak komen mensen naar Voetvolk kijken voor haar uitstraling, bewegingen en krachtige interpretaties. Uitgedanst is ze niet, maar tegen de verwachtingen in kiest ze nu voor de choreografische zijlijn.

Hoe slaagt Voetvolk erin die twee publieksgroepen toch tegelijk te bedienen?

Door een (tijdelijke) stap achteruit te zetten, kunnen andere dansers schitteren. Elke danseres – ieder met haar eigen uitstraling – krijgt op één of ander moment de letterlijke of figuurlijke spotlight, zonder dat dit voelt als een aaneenschakeling van solo’s. De groep smelt samen, gaat uiteen, komt weer terug. Organisch, maar bewust en duidelijk gechoreografeerd.

De pers liegt er niet om. De voorstelling wordt gesmaakt. Ook door het publiek, die het stuk op de premièrereeks tijdens Theater aan Zee op een staande ovatie onthaalde. The Sea Within lijkt zowel de absolute dansfan als de occasionele kijker te bekoren. Gruwez’ werk bereikt zowel een kenners- als een breed publiek, staat geprogrammeerd in zowel cultuur- als kunstencentra.

Net die combinatie is binnen het hedendaagse dansveld eerder uitzonderlijk. Veel andere dansgezelschappen zijn gedoemd om ofwel onder de danskenners populair en geliefd te zijn, of een doorbraak te maken naar het circuit van de culturele centra en de niche achter zich te laten. Het evenwicht bewaren is moeilijk. Ook in het theater blijkt dat geen evidentie, maar de hedendaagse dans worstelt er des te meer mee. Hoe slaagt Voetvolk erin die twee publieksgroepen toch tegelijk te bedienen?

The Sea Within, Voetvolk (c) Danny Willems

Door en voor voetvolk

Dat het gezelschap bewust kiest voor een breed bereik, zit eigenlijk al vervat in de naam. Het woord ‘voetvolk’ vertelt veel over hoe Gruwez en Van Cauwenberghe naar hun gezelschap kijken.

In een interview tijdens Het TheaterFestival verwoordt Lisbeth Gruwez het zelf helder: ‘Voor mij heeft het woord “voetvolk” een mooie connotatie. Dansers zijn mensen die hun lijf gebruiken. In de oorlog zal het voetvolk zonder paard het lijf in de strijd gooien. Omdat ik altijd redelijk fysieke voorstellingen maak, vond ik dat een mooi uitgangspunt. Daarnaast willen Maarten en ik ook toegankelijke voorstellingen maken. Letterlijk voor het “voetvolk”, dus. Wij willen niet alleen voorstellingen maken voor de elite.’

Het zeelandschap, het geruis van de zee, eb en vloed, golven: het zit in beeld en klank vervat.

Hoewel The Sea Within anders in vele opzichten is, blijft deze intentie zichtbaar. We krijgen zowel in de scenografie, de choreografie als in de soundscape enkele duidelijke handvaten of associaties mee: het roos-beige fluwelen tapijt laat sporen na als voeten in het zand, de winderige fluittoon bij het openingsbeeld is als een ijle stilte voor de storm en het gewoel bereikt een tijdelijke harmonie wanneer de vrouwen voor even versmelten tot één grote golfslag. Het zeelandschap, het geruis van de zee, eb en vloed, golven: het zit in beeld en klank vervat. De vormelijke keuzes worden helder gekaderd.

We mogen dus gerust weten waar het gezelschap inspiratie zocht en vond, maar daar houdt het niet op. The Sea Within is en wil veel meer zijn dan de weerspiegeling van een fysiek landschap. Het zet dat fysieke landschap van de zee in als metafoor, als leidraad voor de toeschouwer.

The Sea Within, Voetvolk (c) Danny Willems

Dat wordt duidelijker wanneer de vrouwen elkaar voor de eerste keer ontmoeten in het midden van de scène. Ze zoeken al zuchtend voorzichtig lichamelijk contact. Wanneer ze elkaar raken, stopt het zuchten en dansen ze gelijkmatig. Ze staan rechtop, leunen zacht tegen elkaar aan en maken sensuele en vloeiende bewegingen, om nadien opnieuw te versnellen en te verharden tot ze in groepjes uiteen vallen.

Toegankelijk gelaagd

Geleidelijk aan maakt de dramaturgie een opening naar de inhoudelijke lijnen die worden uitgezet in het stuk: een zoektocht naar samenhorigheid zonder verval van identiteit, een innerlijke worsteling van tegenstrijdige emoties en een zoektocht naar een sensualiteit en vrouwelijkheid die herkenbaar en genuanceerd is, zonder te moeten kiezen tussen hysterie, androgynie of erotiek.

Daarnaast is er ook ruimte voor esthetiek in strak belichte tableaus, en voor mysterie via meditatieve draaibewegingen (een verwijzing naar Penelope, een andere recente creatie van het gezelschap).

The Sea Within is daardoor complexer en meer gelaagd dan het op het eerste gezicht lijkt – ook de muziek wordt doorheen het stuk steeds abstracter – maar blijft altijd ‘werken’ op dat eerste toegankelijke niveau, waardoor het iedereen insluit.

Grote conceptuele theorieën vinden we niet meteen terug in het werk van Voetvolk.

Tegelijk staat het eenieder vrij om ook dieper te duiken in The Sea Within en er andere, meer complexe betekenissen uit op te delven. Kortom: dit werk is complex genoeg voor een danskenner én leesbaar genoeg voor de occasionele toeschouwer.

Voetvolk legt simpelweg de focus op hoe het dansende lichaam een bepaald idee helder kan overbrengen aan een breed publiek, daarin geruggesteund door de gevarieerde soundscapes en muzikale composities.

Grote conceptuele theorieën vinden we dan ook niet meteen terug in hun werk. De abstractie die er in zit vervat, wordt telkens op verschillende manieren concreet gemaakt, zowel in The Sea Within als in vorige producties. Die inhoudelijke transparantie lijkt dan ook de sleutel tot succes. Het maakt het oeuvre van Voetvolk niet oppervlakkig, maar wel open.

Open kaart spelen

Dat is vaak het resultaat van een specifiek creatieproces. De repetities voor It’s going to get worse and worse and worse my friend zijn daar een mooie illustratie van. Dit stuk vertrok vanuit de vraag wat er gebeurt wanneer iemand zo opgaat in zijn speech dat het lichaam het overneemt. Elke beweging in It’s going to get worse… past bij een woord uit een speech, verklaart Gruwez in een interview op Canvas, maar zonder het letterlijk uit te beelden. De bewegingen bekrachtigen de woorden zonder dat dans een uitbeelding wordt van taal.

Het is boeiend om te horen hoe lang die zoektocht duurt: één of twee bewegingen per dag of soms maar twee per week. Een lange zoektocht naar de juiste bewegingen zorgt voor een gedegen, bijna ambachtelijk en lang werkproces. De voorstelling maakt die zoektocht voelbaar. We hebben nooit het idee dat een beweging er zomaar is, zonder reden.

Sommige choreografen of dansers doen bewegingen omdat ze ze mooi vinden of interessant op zich, zonder meer. ‘Zo kan ik niet werken’, verklaart Gruwez. Dat bewegingen een noodzaak hebben, maakt ze wellicht ook vatbaarder voor een niet-kennerspubliek. We krijgen het gevoel dat we kunnen vatten hoe een stuk werd gecreëerd of voelen wat er achter een choreografie zit, zonder dat per se onder woorden te brengen is.

Dat Gruwez haar creatieproces in de voorstelling voelbaar maakt, zorgt bij de toeschouwer voor een gevoel van betrokkenheid.

Van individu naar groep, van rust naar onrust, en terug.

The Sea Within is inhoudelijk minder radicaal en expliciet en speelt daardoor misschien meer in op de emoties van de toeschouwer dan vroegere stukken, maar nog steeds merken we duidelijk waar de bewegingstaal en de soundscape vandaan komen en waar het stuk over gaat. De makers haalden duidelijk inspiratie uit het zeelandschap, wat zich uit in enerzijds zachte, fluitende tonen en intense, dreunende bassen anderzijds.

In de dans vertaalt zich dat in stormachtige scènes, waarbij de danseressen snel en grillig bewegen, als individuen naast elkaar, gevolgd door of uitmondend in organische, tragere choreografieën, waarin de danseressen elkaar letterlijk ondersteunen en zo zich in groep vloeiend en golvend over de scène bewegen. Van individu naar groep, van rust naar onrust, en terug.

De zee functioneert als metafoor voor die groepsdynamiek. We zien hoe op de scène een gemeenschap wordt gevormd die op zoek gaat naar de balans tussen eenvormigheid en uniciteit.

Sporen in een zee van lagen

Zo getuigt het werk van Voetvolk van een grote openheid en bereidwilligheid om het idee achter een specifieke beweging of een gehele choreografie kenbaar te maken en toeschouwers zoveel mogelijk mee te nemen achter de schermen zonder te letterlijk of uitleggerig te moeten zijn.

The Sea Within, Voetvolk (c) Danny Willems

Daarin ligt de sleutel: leesbaarheid. Als je dans breed wil verspreiden, is er nood aan open communicatie op de scène zelf. Of een choreograaf nu vertrekt vanuit maatschappijkritiek, een filosofische vraagstelling of een mathematische structuur, de vraag is hoe hij/zij omgaat met dit initiële idee of concept in het creatieproces. Wordt het vertrekpunt verborgen of net kenbaar gemaakt in het uiteindelijke resultaat? Met andere woorden, draagt de choreografie nog zichtbare sporen van het vooronderzoek of niet?

Voetvolk laat die sporen doorschijnen in het zeelandschap in The Sea Within, maar ook door bijvoorbeeld het gebruik van audiofragmenten uit een speech in It’s going to get worse and worse and worse, my friend. Zoveel transparantie is bij het ene concept al evidenter dan bij het ander, maar ze maakt wel duidelijk een verschil voor een publiek.

Voetvolk bewandelt de middenweg: het streeft naar leesbaarheid, maar houdt zijn stukken tegelijk gelaagd genoeg om meer te laten ontdekken dan op het eerste gezicht te zien is.