Dag Venus, Jupiter

Door Nele Buyst, op Thu Mar 16 2023 23:00:00 GMT+0000

Nele Buyst was begin deze maand getuige van de ‘kus’ van Venus en Jupiter. Op het kunstenfestival Women and Children First zag ze vissen oplossen in water. En elders verzetten mensen een berg. Ze schrijft een brief over hertovering.

In de week dat jullie ’s avonds stonden te flirten in het Zuidwesten – mijn opmerkzame vriendin A. stuurde foto’s – sliep ik twee nachten op een rij erg onrustig. Gedachten en dromen volgden elkaar heel snel op en hakkelden elke richting uit. Overdag wist ik van geen ophouden, maar ik kan niet zeggen dat die drang erg productief was. Een soort stotteren van levensenergie. Ik checkte het bij enkele anderen, mijn therapeut zei me dat ze het ook voelde. Een lenteachtig broeien, iets dat wil gaan rennen in een lijf dat voelt dat het nog winter is. Planten zijn wat dat betreft verstandiger, zei ze, die houden die energie nog even vast en kiezen daarna duidelijk richting. Als antwoord op de foto’s keek ik twee avonden naar buiten op het moment dat het spektakel al verdwenen was, of ik keek de verkeerde kant op, dat zou ook nogal typerend zijn. Of het nu jullie waren die mijn nachtrust omwoelden, of mijn herbeginnende cyclus, of het daglicht dat zich uitstrekte en mijn winterlichaam met die beweging wakker maakte, geen idee. Zeker is dat de gedachten en mogelijke verklaringen het gevolg zijn van het onrustige woelen, niet het begin.

De ongebakken klei werd opnieuw slib. Er bleef niks over.

Diezelfde week opende het kunstenfestival Women and Children First, georganiseerd door Kunstencentrum VIERNULVIER, met een programma vol rituelen, performances, lezingen, allemaal oefeningen in hertovering. Terwijl ik dit schrijf, houdt mijn corrector met rode hardnekkigheid vol dat ik ‘herovering’ moet bedoelen. We hebben allemaal veel af te leren. Waar te beginnen?

Een van de oefeningen die tijdens het festival werd voorgesteld ken ik goed: Caught Fish, City Fish. Ik zal niet doen alsof ik hierover afstandelijk kan schrijven. Het gaat over een werk van beeldend kunstenaar Karel Verhoeven, mijn geliefde die hier niet meer is, behalve dus wanneer we ons oefenen in hertoveren.

(c) Michelle Geerardyn

Caught Fish, City Fish ontstond door Karels fascinatie voor de stadsvissers die vaak om de hoek van waar we wonen aan de vaart staan, of stonden, het is lang geleden dat ik ze er zag. Het is geen plek waar je pleziervissers verwacht, het stuk functionele waterweg naast het kruispunt met de ring rond Gent. Sommige van de vissers herkenden we als bewoners van het psychiatrisch ziekenhuis in onze straat, andere kenden we niet. Uit gesprekjes met hen leerde hij dat ze vaak vissen om te kunnen eten. Hij vroeg zich af welke vissen hier dan leven. Via de stadsvissers kwam hij een aantal soorten te weten, hij vervolledigde het lijstje door contact op te nemen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek die het visbestand op veel verschillende plaatsen in Vlaanderen onderzoeken.

Het collectieve ritueel van Caught Fish, City Fish had iets magisch en poëtisch en, als je er afstandelijk naar keek, ook iets absurds.

Op de plaats waar de Ringvaart het Kanaal Gent-Terneuzen kruist, leven de kolblei, blankvoorn, baars, pos, paling, bot en snoekbaars. Heel nauwkeurig en op ware grootte boetseerde Karel de vissen na in witte klei. Die liet hij ongebakken. Hij stelde ze voor het eerst tentoon in 2018 aan een ander stukje van de Vaart, aan de Muide. Na afloop van de expo gaven de bezoekers de vissen aan het water terug. De ongebakken klei werd opnieuw slib. Er bleef niks over. Hetzelfde werk presenteerde hij twee jaar later tijdens een groepstentoonstelling in Harelbeke gecureerd door Frank Merkx, van het kunstenaarsduo Robbert&Frank Frank&Robbert: 404, Page not found. De werkwijze was dezelfde. De vissen natuurlijk niet. Daarop reisde het werk mee met OVERLAP, een groepstentoonstelling over ‘The No Man’s Land between Art & Science’ georganiseerd door de Jonge Academie van België, naar Leuven, Antwerpen, Brussel, Gent en Hasselt, telkens met nieuw geboetseerde lokale vissen.

Nu was Caught Fish, City Fish te gast tijdens Women and Children First, als een collectief ochtendritueel. Zonder Karel moest het werk praktisch herdacht worden. Van dezelfde mensen bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek kwamen we te weten welke vissen leven in het stukje Muinkschelde dat achter de Vooruit loopt: de snoekbaars, baars en snoek en paling, de blankvoorn, brasem, kolblei, driedoornige stekelbaars en de pos. Kunstenaar Frank Merkx en Karels vader bereidden de basis van de vissen voor volgens gewicht en volume. VIERNULVIER-curator Marieke De Munck maakte een poster waarop de vissen stonden afgebeeld zodat deelnemers konden boetseren naar voorbeeld. Wie naar het ritueel kwam, maakte een van de lokale vissen na, om vervolgens, onder begeleiding van doedelzakmuziek, zwijgzaam in groep naar de Muinkschelde af te zakken, en zijn vis als offer aan het water te schenken.

Het is vanzelfsprekend een mooie metafoor: hoe mensen die de krachten bundelen een berg kunnen verzetten. Maar het is ook meer dan dat.

De genese en de chronologie van het project kan ik beschrijven, net als de voorbereidingen, de gebruikte materialen en de betrokken mensen, maar die vatten niet wat er gebeurde tijdens het collectieve ritueel. Dat had iets magisch en poëtisch en, als je er afstandelijk naar keek, ook iets absurds: de vele voorbereidingen en wetenschappelijke precisie waarmee eerst Karel, en nu deze hele groep mensen, te werk gingen om iets te creëren dat bedoeld is om te verdwijnen. Wat is dat dan, wat hier werd gecreëerd?

In Spel zonder grenzen, de documentaire over de Belgisch-Mexicaanse kunstenaar Francis Alÿs die nu op VRT MAX staat, spreken hij en zijn collega-videasten over When Faith Moves Mountains, een werk met als motto: maximum effort, minimum result. Vijfhonderd vrijwillige medewerkers verlegden in 2002, stap voor stap en schepje voor schepje, een berg. Het is vanzelfsprekend een mooie metafoor: hoe mensen die de krachten bundelen een berg kunnen verzetten. Maar het is ook meer dan dat. De ingreep resulteerde, behalve in een lijn kortstondig opstuivend zand, door de vele mensen die betrokken waren in honderden kleine anekdotes die samen een gedeelde herinnering bouwen. De verplaatste berg werd een verhaal dat doorverteld wordt. Wie de berg mee verplaatste, veranderde in iemand die een berg verplaatste. Het is spel, poëzie, metamorfose en politiek. Dat laatste zijdelings, en daardoor des te krachtiger. Het krijgt een metaniveau: door een spel heel ernstig te spelen, laat je zien je hoe elke andere ernstige discipline evengoed een spel is (en dat je dus aan de regels kan sleutelen).

Dat het werk verdwijnt maakt het totaal onverhandelbaar, net zo glibberig als de vissen.

Er bestaat geen maakproces zonder keuzes, dus schraagt de esthetiek van het werk meteen ook de ethiek ervan (of omgekeerd). Dat waar aandacht aan besteed wordt, is naast een artistieke ook een politieke keuze. De vaart is geen plek die ik voorheen associeerde met iemands habitat, zelfs niet die van vissen (my bad wellicht, maar je moet die vaart zien). Voor ik Caught Fish, City Fish kende, dacht ik niet dat mensen in de vaart hun voedsel zouden gaan halen. Het werk laat me kennismaken met relaties waarvan ik me niet bewust was en die zich afspelen in de blinde vlekken van beleid. De keuze voor een lokale klei, de keuze om die ongebakken te laten en de vissen terug te geven aan het water, maken van het werk een rituele gebeurtenis. De groep verbindt zich via het werk met elkaar, met de plaats en het moment. Wat overblijft, is wat verder leeft in de herinnering van de deelnemers. Lagen van betekenis worden toegevoegd aan een plaats, waardoor ook de affectieve relatie met de plaats groeit. Dat het werk verdwijnt maakt het bovendien totaal onverhandelbaar, net zo glibberig als de vissen, en zo formuleren die ineens een poëtisch antwoord op het vaak ziekmakende economische circuit van de beeldende kunsten. De keuzes volgen die het werk van je vraagt, ook als die ingaan tegen die waartoe een markt je probeert te verleiden, daarin zit je ethiek als maker.

Venus, Jupiter, in de week dat jullie in het Zuidwesten stonden te flirten, lag iets in mij te woelen. Werelden boven en onder heroverden (goed zo corrector?) hun plaats en onzichtbare relaties lieten hun aanwezigheid voelen. We hebben er soms de hulp van magiërs en rituelen voor nodig, kunstenaars met een grotere opmerkzaamheid dan gemiddeld, maar ze zijn hier, de werelden die we vergeten zijn en de relaties waar we voorbij hebben gelopen, en ze spreken.

Goede groet,
Nele