Conversaties over 'de esthetiek van het politieke'

Door Maxime Jean-Baptiste, Samah Hijawi, op Tue Aug 25 2020 13:01:00 GMT+0000

Dit conversatiestuk maakt deel uit van Aesthetics of the Political, een publiek programma dat op 6 en 7 december 2020 plaatsvindt in BOZAR, gecureerd door Samah Hijawi in opdracht van SoundImageCulture. In een briefwisseling bespreken Hijawi en Jean-Baptiste vormen van verzet in kunst en taal. Zo willen ze de esthetiek van het politieke onthullen in kunstwerken die de confrontatie met kolonialiteit aangaan.

4 mei 2020

Beste Maxime,

Ik stel voor dat we deze conversatie houden in de vorm van een briefwisseling om een bepaalde intimiteit in stand te houden. En voel je vrij om me vragen te stellen over mijn werk, als je wilt. Een aantal maanden geleden hadden we een zeer intense conversatie die mij lange tijd is bijgebleven. Ik wil graag terugkeren naar twee onderwerpen waar we toen over discussieerden.

Het eerste onderwerp was geweld; over hoe kunstwerken die beschouwd worden als ‘niet-Europees’ dikwijls gepresenteerd en bekeken worden als representatief voor een geografische context (in termen van geschiedenis, en sociale en politieke contexten). Dikwijls wilt het publiek deze werken zien omdat zij iets over die plaats in de wereld willen ‘begrijpen’ of ‘leren’. Deze positionering van zowel het kunstwerk als de kunstenaar zelf als, laten we zeggen, ambassadeurs, die de ‘problemen van hun land’ kunnen tonen aan een wit publiek, is gewelddadig - of mogen we het simpelweg geweld noemen?

Deze manier om kunstwerken te presenteren versterkt de afstand tussen ‘ons’ en ‘hen’.

Deze manier om kunstwerken te presenteren reproduceert in feite de hiërarchie die ingebed zit in kolonialiteit en versterkt de afstand tussen ‘ons’ en ‘hen’. Het veroorzaakt ook een situatie waarin de esthetiek van het politieke die gehanteerd wordt in zulke kunstwerken (de keuze in medium, beeldkeuzes- en bewerking, verwijzingen naar theoretische denkers en andere kunstwerken) niet wordt erkend. Dit betekent dat deze werken buiten de artistieke ‘canon’ worden gecategoriseerd. Hierdoor krijgt een heel kennissysteem en de kritische taal errond niet de nodige ruimte om bij te dragen aan het grotere verhaal van kunst.

Het tweede dat ik me van ons gesprek herinner is jouw verwijzing naar Frantz Fanon, een baken in de dekoloniseringsbibliotheek. Ik vroeg me af: is er een woord, een zin, of een idee uit zijn geschriften dat jouw artistieke praktijk beïnvloedt? Kan je me naar een fragment leiden uit jouw toekomstige film, of een ander beeld uit jouw werk, via Fanon?

Gisterenavond bekeek ik de film Ici et Ailleurs (1967) van Jean-Luc Godard. Heb je deze al gezien? Het is een erg dense en gelaagde film, ik zal er opnieuw naar kijken.

Hou je goed,

Samah

5 mei 2020

Beste Samah,

Heel erg bedankt om me uit te nodigen voor een briefwisseling. Ik vind het fijn, het geeft ons wat tijd om na te denken. Wel, we zitten in lockdown door het Covid-19 virus, dus ik heb nu ook tijd om na te denken. Vele vragen komen in me op, vele hoopvolle en angstige gedachten, vele frustraties over de mogelijke gevolgen van dit alles…

Bedankt voor de verwijzing naar Ici et Ailleurs van Godard en Anne-Marie Miéville. Ik zag hem al een tijd geleden, en inderdaad, deze film sluit dicht aan bij wat ik probeer op te roepen in mijn eigen filmproject, Kouté Vwa. Mijn project heeft ook te maken met stilte, herhaling, en het terugspoelen. Er is een uitspraak in Ici et Ailleurs die mij raakt: ‘dat is hoe we allemaal teveel worden in onszelf.’ De zin weerklinkt voor mij op veel manieren. Er zitten vele zijnsvormen, vele anderen in ons. Het brandt vanbinnen, het brengt een implosie teweeg. Ik zal Fanon citeren om te verklaren wat ik bedoel.

Ô mon corps, fait de moi un homme qui toujours interroge!

Oh mijn lichaam, maak van mij een man die altijd ondervraagt

Het is een citaat uit het einde van zijn boek Peau noire, masques blancs (1952). Jij sprak over Fanon als een baken in de dekoloniseringsbibliotheek, het is waar. Ik heb zijn werk ongeveer vijf jaar geleden leren kennen, denk ik. En het verspreidde een vuur door me heen. Niet enkel omwille van zijn interessante ideeën, neen. Plotseling kon ik helderder zien, ik werd wakker. Ik leerde veel over Franse geschiedenis tijdens mijn leven. Ik groeide op in Frankrijk, werd onderricht in Frankrijk. Ik hoorde het allemaal: de Verlichting, de Revolutie, Louis XVI, Louis XIV… En het degouteerde me. Toen ik uiteindelijk Frantz Fanon, Aimé Césaire en Léon Gontran-Damas leerde kennen, was ik ontzet. Hoe kon het twee generaties duren vooraleer deze auteurs mij bereikten? Nu zijn ze me zeer dierbaar.

Dat citaat van Fanon ligt me nauw aan het hart, als een gebed voor iets dat je naar het hier en nu brengt, en je vervolgens elders stuurt, zoals de film van Godard en Miéville: ici et ailleurs. Fanon spreekt over zijn eigen lichaam, maar niet in de zin van een terugkeer naar het Zelf. Zijn lichaam is geïsoleerd van de wereld. Het lichaam van het zwarte wezen en de levensvorm die hierin zit, is een veelzijdig leven. Het draagt de wonden, het geweld, het vuil, de afschraping van oudere tijden, van voorouders, van de ontworteling die slavernij teweegbracht, in zich. Jouw lichaam wordt een instrument voor het eeuwig in stand houden van een systeem van zelfdestructie, iets dat mijn generatie nog steeds beleeft.

Wanneer we roepen, roepen we met velen, want er waren reeds vele lichamen luid aan het roepen vóór jou.

Wanneer we roepen, roepen we met velen, want er waren reeds vele lichamen luid aan het roepen vóór jou. Jij roept voor en met anderen. Dit is waar ik vandaan kom, als een kind van de Guyanese diaspora geboren in Île-de-France, in Seine-et-Marne. Guiana, dat volgens President Macron een eiland was, ligt in Zuid-Amerika aan het noorden van Brazilië. Ik noem het Guiana en niet langer ‘Frans-Guiana’, als een vorm van verzet. Ik wil ook een aantal woorden van Léon Gontran-Damas, de Guyanese denker, met jou delen. Ze komen uit zijn gedicht ‘Limbé’ (1937):

Ils ont cambriolé l'espace qui était le mien.

Zij hebben de ruimte die de mijne was beroofd.

Deze zin komt in mij op wanneer ik denk aan mijn vriendin Véronique Kanor, een Martinicaanse filmmaker en dichter. Zij deed mij begrijpen dat alles samengevat wordt in deze zin. Ik ben haar erg dankbaar voor dat inzicht. In een aantal woorden omvat deze zin al het geweld van kolonialisme in de Caraïben, in Guiana, en de Guyanese diaspora in Frankrijk. Je wordt geboren op een plek die niet de jouwe is, waar alles zogezegd voor jou gebouwd is. Maar je voelt je innerlijk beroofd, omdat je niet vrij bent en gecontroleerd wordt.

Hoe dan ook, ik wil je een beeld laten zien. Het is een fragment dat ik zal gebruiken aan het begin van mijn film Kouté Vwa. Ik ga er nog niet alles over verklappen, aangezien ik nog in het schrijfproces zit, maar ik denk dat dit beeld goed toont wat ik je probeer te vertellen.

Premiere of the film 'Jean Galmot, Aventurier' (1990), Rue des Champs Elysées (film still) (c) France Télévisions, Paris

Deze still komt uit een televisiereportage over de première van de film Jean Galmot, Aventurier (1990) van Alain Maline. De film van Maline is een adaptatie van het waargebeurd verhaal van Jean Galmot, die als goudzoeker naar de Franse kolonie Guiana trok aan het begin van de twintigste eeuw. Hij werd daar een van de meest beroemde en machtige mannen. Deze film is problematisch voor mij, omdat hij voornamelijk werd gemaakt door witte Franse personen die dit land exotiseren. Dus, nodigden de producenten voor de gelegenheid van de premièrevertoning in 1990 de Guyanese diaspora uit om een soort parade te organiseren in de straten van Parijs. Mijn vader verschijnt in de massa als een figurant tijdens de televisiereportage.

Het is de markt voor zwarte lichamen, waar we een dans, een glimlach, onze huid verkopen.

In Kouté Vwa vertraag ik specifiek deze still uit de reportage zoveel als ik kan. Je ziet twee kinderen de parade in Parijs bekijken. Een kind is extatisch, terwijl het andere elders is - hier maar elders, ici et ailleurs. De armen van een volwassene houden die laatste vast langs achteren om hem te bewegen als een pop, omdat hij gelukkig zou moeten zijn; hij mag niet in vraag stellen wat hier gebeurt, hij mag het geweld van dit evenement niet bevragen. Het is gewelddadig omdat een bevolking ten dienste wordt gesteld van entertainment. Zwarte lichamen marcheren op de Champs Elysées, omringd door gelukkige witte lichamen. Het is de markt voor zwarte lichamen, waar we een dans, een glimlach, onze huid verkopen. Ik focus op het moment dat deze jongen niet langer op één lijn zit met hetgeen rondom hem plaatsvindt. Plots bevraagt zijn lichaam wat het ziet, stopt het en hij is afwezig, stil.

Voilà, enkele woorden om mijn gevoelens naar jou over te dragen. Olivier Marboeuf en ik zijn samen aan het schrijven aan de film en ik ben hem erg dankbaar om mee te luisteren en te denken.

Hou je goed,

Maxime

11 mei 2020

Beste Maxime,

Sorry dat ik laat ben! De computer in mijn atelier is gisteren gecrasht, ik werk nu van thuis uit. Bedankt voor de mooie respons. Het spijt me dat je zoveel Franse geschiedenis moest eten, het heeft precies een erg koloniale smaak ;)

Ik heb zelf niet de ervaring geboren te zijn binnen het systeem van de bezetter. Ik groeide op tijdens de laatste zuchten van het politiek verzet in de jaren zestig en zeventig, net voor de val van de muur in Berlijn en het einde van de Koude Oorlog. Ik maak deel uit van de tweede generatie ontheemde Palestijnen, die naar Europa kwamen ten gevolge van de Europese en Zionistische kolonisatie van onze landen. Ik ervoer het leven als iets ‘verstrooid, discontinue, gekenmerkt door de kunstmatige en opgelegde structuren van onderbroken of besloten ruimte, door de dislocaties en niet-gesynchroniseerde ritmes van verstoorde tijd,’ om de woorden van Edward Said te gebruiken.

Het zijn breuklijnen, zoals die tussen de tektonische platen van de aarde.

Toen ik opgroeide, getuigde ik van een gelijkaardige ervaring bij personen afkomstig van andere Arabische landen in mijn omgeving. Edward Said beschreef goed dat je geen ‘rechte lijnen van geboorteplaats naar school tot de volwassen leeftijd’ kon traceren. Deze verbroken lijnen zijn de lijnen waar mijn werk lange tijd door werd geleid. Het zijn breuklijnen, zoals die tussen de tektonische platen van de aarde: wanneer ze bewegen, veroorzaken ze een breuk in het landschap, maar ook in de continuïteit van een sociaal weefsel, traditie, taal en cultuur.

Hoe dan ook, Ik wil graag verder bouwen op jouw citaat van Godard/Miéville over de veelzijdigheid in onszelf en jouw notities over herhaling om een andere still uit jouw film te kiezen. Het is inderdaad zo dat de sterke bewerkingen in jouw film een soort verstoring in de tijd produceren doordat elk gebaar gekaderd wordt en een fractie van een seconde stopt.

Trial scene ‘Affaire des Insurgés de Cayenne’, film still from ‘Jean Galmot, Aventurier’ (1990), directed by Alain Maline

Dit beeld is een still uit Kouté Vwa. Twee mensen zijn in gesprek. Ze zeggen dat ‘de geschiedenis al geschreven is’ en dat ‘het collectief geheugen al gevormd is.’ Kan je meer uitleg geven over wat dit betekent? Waarom kies je voor slow motion en herhalende bewegingen heen en terug doorheen de bewerkingen van het beeld? Wat doen dergelijke bewerkingen met het beeld, het document, het historisch archief van evenementen die georganiseerd werden door de Fransen om hun versie van de geschiedenis te vieren?

Warme groet,

Samah

14 mei 2020

Beste Samah,

Bedankt voor je antwoord. Het klopt dat de herhaling in mijn film gelinkt is aan ici et ailleurs. Wanneer jij bijvoorbeeld spreekt over de scheuren die veroorzaakt worden door breuklijnen, verbind je het lichaam met het landschap. Jouw ervaring van het leven bestaat uit eindeloze scheidingen, discontinuïteit, haltes, heropstartingen,…

Zij die het privilege hebben een (professioneel, economisch, fysiek en mentaal) standvastig en comfortabel leven te leiden - zoals vele mensen in België, Frankrijk of andere landen die gesticht zijn en bestuurd worden door heteroseksuele witte mannen - begrijpen de bewegingen waar jij over spreekt niet helemaal. Ik heb de breuklijnen ook meegemaakt in mijn kindertijd en voel ze vandaag de dag nog steeds. Deze breuken zijn niet conceptueel of abstract, ze zijn écht en ze breken het lichaam en de geest, ze doen je trillen.

Deze breuken breken het lichaam en de geest, ze doen je trillen.

Het is niet toevallig dat dergelijke breuken onze werkwijze beïnvloeden. Ik weet dat jouw werk te maken heeft met het bewerken van beelden via collage, het knippen en het stoppen. Deze processen zijn verbonden aan jouw levenservaring. Je gebruikt de bewegingen die ons hebben geraakt en zijn bijgebleven in ons leven. En ik denk dat het tijd vraagt om die taal van breuken te accepteren, omdat we soms verleid worden tot het verbergen van onszelf. Soms willen we ons assimileren aan ‘de meester’ en verdwijnen achter een masker. Het is een manier om je leven te transformeren en het zo proper en acceptabel mogelijk te maken. Een manier om traag te sterven, zou ik zeggen.

Het fragment dat je uitkoos komt uit het begin van Kouté Vwa en wat je hoort is een conversatie tussen mijn vader en ik. Mijn vader herinnert zich niet veel over zijn figurantenrol in de film Jean Galmot, Aventurier. Laten we zeggen dat het voor hem eerder een aangename ervaring was. Voor mij was deze gebeurtenis in zijn leven altijd veel meer dan een detail. Hij speelde het verhaal van Guiana, hij was het aan het acteren, en bovendien speelde hij een opstandige die deel had genomen aan een rel in Cayenne in 1928.

Ik besteedde veel tijd aan het bevragen van van mijn vader over zijn deelname aan de film en dat doe ik nog steeds, ook om de ‘exotische’ context van het maakproces te belichten in de representatie van het zwarte lichaam. Na een moment in ons gesprek, na het lachen, vroeg ik hem waarom hij was gekozen als figurant en welke rol hij had gespeeld in het originele verhaal. Hij had geen antwoorden.

De opname van onze uitwisseling eindigde met de zin die jij citeerde: ‘de geschiedenis is al geschreven.’ Het script van de film, en daarmee ook het script van ‘de echte feiten’ is al geschreven. Dit zijn sterke woorden, maar ze illustreren goed hoe voor sommige mensen de geschiedenis bevriest, op bepaalde plaatsen stopt en niet langer doorleeft. Terwijl anderen, zoals bepaalde personen van mijn generatie, een sterke nood hebben aan meer kennis.

Ik wil dat ‘oorspronkelijk’ geweld transformeren - het soort geweld dat je doet bevriezen, dat je stilte oplegt, en je doet denken dat het verleden ‘voorbij’ is.

De bewerkingskeuzes die ik maakte zijn verbonden aan een verlangen om die herinnering op te breken. In de televisiereportage zag ik bevroren expressies, zwarte lichamen die de bevelen opvolgen van een filmcrew, die dansen en springen wanneer het ze gevraagd wordt. Vele zaken stoorden me, en ik voelde een viscerale nood om het ritme van het beeld te veranderen, om een nieuwe temporaliteit uit te vinden voor dat specifiek moment in de geschiedenis.

Let op, ik probeer niet het geweld van het moment te verwijderen met mijn scherpe beeldbewerkingen. Ik wil dat ‘oorspronkelijk’ geweld transformeren - het soort geweld dat je doet bevriezen, dat je stilte oplegt, en je doet denken dat het verleden ‘voorbij’ is - tot een vreemde, verstoorde, gebroken, brutale beweging. Net zoals ik dat deed door te focussen op de jongen die niet meedoet met de blije massa. Dit zijn bewegingen die uit breuken bestaan en die eigen zijn aan onze levenservaringen.

Hou je goed, veel groeten,

Maxime